-
1 met een fijn gevoel voor
met een fijn gevoel vooravec le sens aigu de 〈+ zelfstandig naamwoord〉 -
2 fameux
-
3 certain
certain [sertẽ]〈bijvoeglijk naamwoord en onbepaald bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:preuve certaine • doorslaand bewijsce n'est pas certain • dat staat niet vastle certain • het zekerepréférer le certain à l'incertain • het zekere voor het onzekere nemenun certain nombre de personnes • een aantal mensencertaines personnes • sommige mensen, sommigen1. adj1) zeker, vast(staand)2) bepaald, zeker2. certainsadj pl -
4 zo'n
♦voorbeelden:1 op zo'n mooie dag ga je toch niet binnen zitten? • tu ne vas quand même pas rester à l'intérieur par une si belle journée?maak niet zo'n herrie • ne fais pas un tel boucan〈 ironisch〉 op zo'n manier! • alors, c'est ça!hij had zo'n pijn dat hij moest opgeven • il avait si mal qu'il dut abandonnerhij heeft net zo'n jas • il a un manteau tout pareil4 het is toch zo'n schatje • il, elle est tellement mignon(ne)ik heb zo'n slaap • j'ai un de ces sommeilshet is toch zo'n lui iemand! • c'est une personne tellement paresseuse!zo'n beetje overal • un peu partoutik vind 't zo'n meid • je trouve que c'est une fille super -
5 bescheiden
1 [niet aanmatigend] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 modeste 〈 na zelfstandig naamwoord〉; 〈 bijwoord〉 modestement3 [niet groot] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 modeste 〈 voor zelfstandig naamwoord〉; 〈 bijwoord〉 modestement♦voorbeelden: -
6 eeuwig
3 [telkens weer, steeds] 〈bijvoeglijk naamwoord; alleen voor zelfstandig naamwoord〉 éternel; 〈 bijwoord〉 perpétuellement♦voorbeelden:voor eeuwig • pour toujours→ link=zonde zondemet zijn eeuwige sigaret in zijn mond • son éternelle cigarette à la boucheeeuwig en altijd • sempiternellement -
7 foutu
foutu [foetuu]♦voorbeelden:elle est bien foutue • wat een lekker stukte voilà bien foutu • je zit mooi in de pureeêtre mal foutu • zich beroerd voelenil n'est même pas foutu de réussir • hij is niet eens in staat te slagen -
8 groot
1 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 grand 〈 meestal vóór zelfstandig naamwoord〉; 〈 bijwoord〉 en grand ⇒ 〈 moreel〉 grandement2 [belangrijk] important♦voorbeelden:voor een groot deel • en grande partieeen grote eter • un grand mangeureen groot gezelschap • une compagnie nombreuseeen groot gezin • une famille nombreusegroot kaliber • gros calibrebij mist groot licht • en cas de brouillard, allumez vos phareseen groot man • un grand hommede grote mensen • les grandes personneshet tekort is tien miljoen groot • le déficit est de dix millionsmet grote moeite • à grand-peinede grote stad • la grande villegrote stappen nemen • marcher à grands pasde grote vakantie • les grandes vacancesiemand groot verdriet doen • faire beaucoup de peine à qn.groot wild • gros gibier〈m.b.t. personen〉 dat wordt een hele grote • il, elle ira loinwat ben jij groot geworden! • comme tu as grandi!zich groot houden • se dominergroter gaan wonen • déménager pour habiter plus granddat moet je groot zien • il faut voir cela en grandzij zijn even groot • ils ont la même tailledaar ben je te groot voor • tu es trop grand pour çaKarel de Grote • Charlemagnein het groot handel drijven • être dans le commerce de groshij doet alles in het groot • il fait tout en grandhij is 5 cm groter dan zij • il a 5 cm de plus qu'elle -
9 durant
-
10 goddeloos
4 [enorm, ontzettend] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 sacré 〈 voor zelfstandig naamwoord〉; 〈 bijwoord〉 sacrément♦voorbeelden:ik heb me goddeloos verveeld • je me suis vachement ennuyé -
11 jarig
1 [zijn verjaardag vierend] 〈zie voorbeelden 1〉2 [één jaar oud] 〈 na zelfstandig naamwoord〉 one year old; 〈 voor zelfstandig naamwoord〉 (one-)year-old♦voorbeelden:1 de jarige Job/Jet • the birthday boy/girl〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 (als dat gebeurt) dan ben je nog niet jarig • it won't be the happiest day of your lifeik ben vandaag jarig • it's my birthday today -
12 faible
faible1 [febl]〈m.〉3 zwak ⇒ voorkeur, voorliefde♦voorbeelden:les économiquement faibles • de minder draagkrachtigenavoir un faible pour qn., qc. • een zwak voor iemand, iets hebben————————faible2 [febl]1 zwak ⇒ slap, krachteloos, flauw♦voorbeelden:1 c'est un esprit faible • hij, zij heeft geen helder verstandse sentir les jambes faibles • zich slap in de benen voelenpoint faible • zwak puntvent faible à modéré • zwakke tot matige windavoir la vue faible • slechte ogen hebben→ espritteneur faible en or • laag goudgehalte1. m1) zwakke(re)2) slappeling3) voorliefde2. adj1) zwak, slap2) gering, onbeduidend -
13 divers
divers [diever]1 verschillend ⇒ verscheiden, veelsoortig♦voorbeelden:→ fait♦voorbeelden:à diverses reprises • meermalen1. adjverschillend, veelsoortig2. adj plvescheidende, verschillende -
14 vaillant
vaillant [vaajã]→ sou -
15 bepaald
♦voorbeelden: -
16 deksels
deksels1♦voorbeelden:1 wat een dekselse jongen! • 〈 vervelend jongetje〉 quel sacré gosse!; 〈 vertederend〉 c'est un vrai petit diable!————————deksels21 bigre!♦voorbeelden:1 deksels, wat is het koud! • bigre, qu'il fait froid! -
17 geducht
1 [vreeswekkend] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 redoutable 〈 meestal voor zelfstandig naamwoord〉; 〈 bijwoord〉 rudement2 [hevig] 〈bijvoeglijk naamwoord; positief〉 respectable ⇒ 〈 negatief〉 terrible 〈bijwoord; positief〉 formidablement ⇒ 〈 negatief〉 terriblement♦voorbeelden:een geducht pak slaag krijgen • recevoir une bonne racléehet noodweer heeft geduchte schade aangericht • la tempête a causé des dégâts terribleshij heeft zich geducht gewroken • il s'est vengé de terrible façon -
18 chic
chic1 [sĵiek]〈m.〉2 goede smaak ⇒ elegantie, sierlijkheid♦voorbeelden:2 bon chic, bon genre • keurig, zoals het hoort, klassiek, in (de mode)le dernier chic • het nieuwste snufjeavoir le chic pour faire qc. • iets op stijlvolle wijze weten te doen————————chic2 [sĵiek]1 chic ⇒ elegant, keurig1. m1) vaardigheid2) elegantie, stijl2. adj1) elegant, keurig2) sympathiek, aardig3. interj -
19 damné
-
20 sale
sale [saal]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 vuil ⇒ smerig, vies3 schunnig ⇒ vuil, smerig♦voorbeelden:lumière sale • vaal licht〈 informeel〉 c'était pas sale! • dat zag er goed uit!le, la sale! • wat een viespeuk!sale comme un cochon, un porc, un peigne • zo vies als een varken→ linge2 sale bête • rotvent, rotwijf, rotjochfaire une sale gueule • sneu kijkenavoir une sale gueule • een rotkop hebbensale type • rotzakadj1) vuil, vies2) gemeen, rot-3) schunnig, smerig
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский