-
41 tracer la voie
tracer la voie -
42 tracer le chemin, tracer la voie à qn.
tracer le chemin, tracer la voie à qn.iemand de weg aangeven, het voorbeeld gevenDictionnaire français-néerlandais > tracer le chemin, tracer la voie à qn.
-
43 s'ouvrir un chemin, une voie
s'ouvrir un chemin, une voieDictionnaire français-néerlandais > s'ouvrir un chemin, une voie
-
44 volet à claire-voie
volet à claire-voie -
45 à claire-voie
à claire-voieopengewerkt, ajour -
46 être dans la bonne voie
être dans la bonne voie -
47 être mis sur une voie de garage
être mis sur une voie de garageDictionnaire français-néerlandais > être mis sur une voie de garage
-
48 tracer
tracer [traasee]〈 werkwoord〉3 beschrijven ⇒ aangeven, schilderen♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 tracer le chemin, tracer la voie à qn. • iemand de weg aangeven, het voorbeeld geventracer un tableau sommaire • een kort overzicht gevenv1) traceren, afbakenen2) tekenen3) trekken [lijn]4) beschrijven5) uitstippelen -
49 accès
accès [aakse]〈m.〉2 aanval ⇒ vlaag, bui♦voorbeelden:1 voie d'accès • toegangs-, invalswegpersonne d'accès difficile • moeilijk te benaderen persoonaccès d'éternuement • niesbuipar accès • bij vlagenm1) toegang2) aanval, bui -
50 caisse
caisse [kes]〈v.〉1 kist5 bloembak ⇒ broeibak, (broei)kas♦voorbeelden:caisse de crédit • kredietbankcaisse des dépôts et consignations • consignatiekascaisse d'épargne • spaarbank, -kaslivre de caisse • kasboekcaisse de retraite • pensioenfondscaisse de la Sécurité sociale • sociale verzekeringsbankcaisse noire • geheime fondsenfaire sa caisse • de kas opmakenpartir avec la caisse • er met de kas vandoor gaanpasser à la caisse • naar de kas gaan; langs de kassa gaanvous pouvez passer à la caisse ! • u kunt uw laatste loon gaan halen!tenir la caisse • de kas beheren→ bonf1) kist2) kassa, loket3) kast, omhulsel4) carrosserie [auto]5) plantenbak6) klankkast -
51 circulation
circulation [sierkuulaasjõ]〈v.〉1 omloop ⇒ stroming, circulatie2 verkeer♦voorbeelden:circulation du sang • bloedsomloop〈 economie〉 circulation monétaire • geldomloop, -verkeerpetite circulation • kleine bloedsomloopcirculation à sens unique • eenrichtingsverkeervoie de grande circulation • grote verkeerswegf1) omloop, circulatie2) verkeer -
52 conséquence
conséquence [kõseekãs]〈v.〉♦voorbeelden:1 cela ne tire pas à conséquence • dat is niet erg, niet van belangde conséquence • belangrijk, ernstig, gewichtigen conséquence • dienovereenkomstigen conséquence de • ingevolge, tengevolge vanpar voie de conséquence • dientengevolgeavoir pour conséquence • tot gevolg, ten gevolge hebbensans conséquence • onbelangrijkf1) gevolg, resultaat2) gevolgtrekking, conclusie3) belang, gewicht -
53 construction
construction [kõstruuksjõ]〈v.〉1 (het) bouwen ⇒ (op)bouw, vervaardiging, aanleg♦voorbeelden:1 bois de construction • bouwhout, timmerhoutboîte de construction • bouwdoosen (voie de) construction • in aanbouw, in aanlegf1) (het) bouwen, (op)bouw, aanleg2) gebouw5) constructie, zinsstructuur -
54 développement
développement [deevlopmã]〈m.〉5 (het) uitpakken ⇒ (het) uitvouwen, (het) ontrollen♦voorbeelden:1. m1) ontwikkeling, groei3) (het) ontwikkelen [film]5) versnelling [fiets]2. développementsm pl -
55 disparition
disparition [diespaariesjõ]〈v.〉1 (het) verdwijnen ⇒ (het) vergaan, ondergang2 dood ⇒ (het) verscheiden, (het) overlijden♦voorbeelden:en voie de disparition • uitstervendcette plante est menacée de disparition • deze plant wordt door uitsterven bedreigdsignaler la disparition de qn. • iemand als vermist opgevenf1) (het) verdwijnen, vergaan2) dood -
56 droit
droit1 [drwaa]〈m.〉♦voorbeelden:à bon droit • met rechtdroit civil • burgerlijk rechtdroits civiques • burgerschapsrechtendroit constitutionnel • staatsrechtdroit coutumier • gewoonterechtdroit divin • door God gegeven rechtavoir plein droit de vie et de mort sur qn. • over leven en dood van iemand beschikkende plein droit • van rechtswegedroit privé • privaatrechtdroit public • publiek rechtdroit réel • zakenrechtfaire droit à qn. • iemand recht laten wedervarenfaire droit à une demande • een aanvraag inwilligenfaire son droit • rechten studerende droit • terecht(responsable) en droit • juridisch (aansprakelijk)→ forcedroits de l'homme • mensenrechtendroit d'option • voorkeursrechtdroit de reproduction • kopijrechtdroit du sang • geboorterechtde quel droit? • met welk recht?tous droits réservés • alle rechten voorbehoudenavoir des droits sur qn. • iets over iemand te zeggen hebbenavoir le droit pour soi • het recht aan zijn kant hebbenavoir un droit sur qc. • het recht hebben te beschikken over ietsqui de droit • de rechthebbendedroit d'inscription • inschrijvingskostendroits de port • havenrechtendroit de timbre • zegelrecht————————droit2 [drwaa]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m.〉1 recht ⇒ rechtop, rechtstreeks2 rechtschapen ⇒ rechtdoorzee, rechtvaardig♦voorbeelden:jupe droite • recht vallende rokaller droit au but • recht op z'n doel afgaantout droit • rechtdoorau droit de • loodrecht open droite ligne • rechtstreeks, in rechte lijnle droit d'une monnaie • muntzijde van een geldstuk1. m1) recht2) rechterhand [sport]2. adj, adv1) recht(op), rechtstreeks2) rechtschapen, rechtvaardig3) rechter, rechts -
57 eau
eau [oo]〈v.〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 s'en aller, tourner en eau de boudin • als een nachtkaars uitgaan, op niets uitdraaien〈 figuurlijk〉 eau du ciel • hemelwater, regeneau de Javel • bleekwaterun point d'eau • een tappunteau de roche • bergwatereau de rose • rozenwatereau de Seltz • sodawatereau de toilette • reukwater, eau de toilettec'est de l'eau claire • dat zijn banaliteiteneau courante • stromend watereau dentifrice • mondwatereau grasse • afwaswatereau plate • tafelwater zonder prikeau potable • drinkwatereau rougie • water met een scheut rode wijneau salée • zout watereau souterraine • grondwatereau thermale • water van warmwaterbronnenen disant cela, tu apportes de l'eau à son moulin • wat je daar zegt is koren op zijn molenen avoir l'eau à la bouche • ervan watertandenn'avoir pas inventé l'eau chaude • het buskruit niet hebben uitgevondenil coulera, passera de l'eau sous le(s) pont(s) • er zal nog veel water door de Rijn stromencuire qc. à l'eau • iets kokenêtre comme l'eau et le feu • water en vuur zijnêtre à l'eau, être dans l'eau • in het honderd gelopen zijnfaire venir l'eau à la bouche de qn. • iemand het water in de mond doen lopense jeter à l'eau • in het water springen 〈ook m.b.t. zelfmoord〉; 〈 figuurlijk〉 de sprong (in het duister) wagense jeter à l'eau de peur de la pluie • van de regen in de drup komenmettre l'eau à la bouche • doen watertandenpasser l'eau • het water overstekenporter de l'eau à la mer, à la rivière • water naar de zee dragen, uilen naar Athene dragentâter l'eau • z'n voelhoorns uitstekenaller à l'eau • het water ingaanaller sur l'eau • een boottochtje makenaller aux eaux, prendre les eaux • gaan kurenl'eau d'une perle • de helderheid van een parelbasses eaux • laagwatergrandes eaux • waterpartijenhautes eaux • hoogwatereaux industrielles • industrieel afvalwatereaux mortes • dood tijeaux résiduaires, usées • afvalwaternager entre deux eaux • de kool en de geit sparen, beide partijen te vriend houden1. f 2. eauxf pl1) kielwater2) vruchtwater3) kuur(oord)4) waterwerken [park] -
58 engager
engager [ãgaazĵee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bewegen (tot) ⇒ aansporen, uitnodigen5 beginnen ⇒ openen, aanknopen6 betrekken (in) ⇒ verwikkelen (in), op het spel zetten♦voorbeelden:engager des poursuites • een vervolging instellenengager sa responsabilité • verantwoordelijkheid op zich nemen3 binnengaan ⇒ inrijden, inslaan4 beginnen♦voorbeelden:1. v1) de wedstrijd beginnen, aftrappen2) in dienst nemen, inhuren3) verplichten4) aansporen, uitnodigen5) insteken6) beginnen2. s'engagerv1) zich verplichten, beloven3) binnengaan4) beginnen -
59 express
-
60 extinction
extinction [ekstẽksjõ]〈v.〉♦voorbeelden:avoir une extinction de voix • z'n stem kwijt zijnf2) uitsterving3) afschaffing, opheffing4) delging [schuld]
См. также в других словарях:
voie — voie … Dictionnaire des rimes
voie — [ vwa ] n. f. • veie, voieXIe; lat. via → via I ♦ Concret A ♦ 1 ♦ Espace à parcourir pour aller quelque part. ⇒ chemin, passage. Direction d une voie. Se frayer une voie dans les broussailles. Trouver, suivre, perdre, quitter une voie, la bonne… … Encyclopédie Universelle
voie — VÓIE, (rar) voi, s.f. 1. Voinţă, vrere, intenţie. ♢ loc. adv. Cu voie sau cu voia (cuiva) = intenţionat, din proprie iniţiativă, dinadins. Fără (de) voie sau fără voia mea (ori ta, sa etc.) = involuntar, neintenţionat. Peste voia... = împotriva… … Dicționar Român
Voie AA/12 — 12e arrt … Wikipédia en Français
Voie — (fr., spr. Woa, Fuhre), altes Pariser Brennholzmaß, 4 Fuß lang u. eben so hoch … Pierer's Universal-Lexikon
voie — Voie, cerchez Voye … Thresor de la langue françoyse
voie — (voî) s. f. 1° Chemin, route d un lieu un autre. • Leur bagage étant prêt.... Nos galants se mettent en voie, LA FONT. Joc.. Fig. • La raison pour marcher n a souvent qu une voie, BOILEAU Art p. I. Par voie et par chemin, par les… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
VOIE — s. f. Chemin, route par où l on va d un lieu à un autre. Il désigne plus spécialement, Les grands chemins des anciens Romains, ces routes conduites de Rome aux extrémités de l Europe et par delà, dont il reste encore des vestiges. Les voies… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
VOIE — n. f. Chemin, route par où l’on va d’un lieu à un autre. Les voies de communication. Il est toujours par voie et par chemin, Il est toujours en route, il ne cesse d’aller et venir. Fig., Frayer la voie à quelqu’un, Lui donner les moyens ou… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
Voie — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Pour l’article homophone, voir Voix. Sur les autres projets Wikimedia : « Voie », sur le … Wikipédia en Français
voie — nf. vwé (Albanais.001, Balme Si.) ; shmin <chemin> (001) ; rota <route> (001, Villards Thônes) ; rwa <rue> (001). E. : Passage. A1) voie d autoroute : koulwâ <couloir> (001). A2) infiltration // voie d eau // fuite //… … Dictionnaire Français-Savoyard