-
1 couler
couler [koelee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:couler un pas de danse • een danspas glijdend uitvoerencouler un regard vers qn. • een zijdelingse blik op iemand werpencouler la lessive • de was koken1 glijden ⇒ (binnen)sluipen, indringen♦voorbeelden:¶ se la couler douce • een plezierig leven, zorgeloos bestaan hebben, het ervan nemen1. v1) stromen, vloeien3) lekken, lopen [neus, kaas]4) druipen [kaars]5) zinken [schip]6) verdrinken7) (over)gieten8) storten [cement, beton]10) leiden [leven]11) doorbrengen [tijd]12) kelderen, in de grond boren2. se coulerv -
2 eau
eau [oo]〈v.〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 s'en aller, tourner en eau de boudin • als een nachtkaars uitgaan, op niets uitdraaien〈 figuurlijk〉 eau du ciel • hemelwater, regeneau de Javel • bleekwaterun point d'eau • een tappunteau de roche • bergwatereau de rose • rozenwatereau de Seltz • sodawatereau de toilette • reukwater, eau de toilettec'est de l'eau claire • dat zijn banaliteiteneau courante • stromend watereau dentifrice • mondwatereau grasse • afwaswatereau plate • tafelwater zonder prikeau potable • drinkwatereau rougie • water met een scheut rode wijneau salée • zout watereau souterraine • grondwatereau thermale • water van warmwaterbronnenen disant cela, tu apportes de l'eau à son moulin • wat je daar zegt is koren op zijn molenen avoir l'eau à la bouche • ervan watertandenn'avoir pas inventé l'eau chaude • het buskruit niet hebben uitgevondenil coulera, passera de l'eau sous le(s) pont(s) • er zal nog veel water door de Rijn stromencuire qc. à l'eau • iets kokenêtre comme l'eau et le feu • water en vuur zijnêtre à l'eau, être dans l'eau • in het honderd gelopen zijnfaire venir l'eau à la bouche de qn. • iemand het water in de mond doen lopense jeter à l'eau • in het water springen 〈ook m.b.t. zelfmoord〉; 〈 figuurlijk〉 de sprong (in het duister) wagense jeter à l'eau de peur de la pluie • van de regen in de drup komenmettre l'eau à la bouche • doen watertandenpasser l'eau • het water overstekenporter de l'eau à la mer, à la rivière • water naar de zee dragen, uilen naar Athene dragentâter l'eau • z'n voelhoorns uitstekenaller à l'eau • het water ingaanaller sur l'eau • een boottochtje makenaller aux eaux, prendre les eaux • gaan kurenl'eau d'une perle • de helderheid van een parelbasses eaux • laagwatergrandes eaux • waterpartijenhautes eaux • hoogwatereaux industrielles • industrieel afvalwatereaux mortes • dood tijeaux résiduaires, usées • afvalwaternager entre deux eaux • de kool en de geit sparen, beide partijen te vriend houden1. f 2. eauxf pl1) kielwater2) vruchtwater3) kuur(oord)4) waterwerken [park] -
3 fuir
fuir [fŵier]2 〈 van zaken〉 zich snel verwijderen ⇒ snel voorbijgaan ⇒ 〈 formeel〉 voorbijvliegen 〈 van tijd〉 ⇒ wijken 〈 van voorhoofd, beelden; vooral in de perspectiefleer〉♦voorbeelden:laid à faire fuir • vreselijk lelijkfuir de chez ses parents • zijn ouderlijk huis ontvluchtenfuir devant un danger • voor een gevaar vluchtenfuir devant ses responsabilités • zich aan zijn verantwoordelijkheid onttrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uit de weg gaan ⇒ (ver)mijden, schuwen♦voorbeelden:v3) voorbijvliegen [tijd]4) weglopen (uit) [vloeistof]5) lekken6) vermijden7) ontvluchten -
4 lécher
lécher [leesĵee]→ doigtv1) (af)likken2) lekken (langs) [vlammen]3) al te zorgvuldig afwerken [kunst] -
5 perdre
perdre [perdr]2 afnemen ⇒ verminderen, zwakker worden♦voorbeelden:y perdre • erop achteruitgaanperdre sur une marchandise • verlies lijden op een artikelII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verliezen ⇒ kwijtraken, erbij inschieten2 verspillen ⇒ verknoeien, verspelen3 ruïneren ⇒ te gronde richten, in zijn goede naam aantasten♦voorbeelden:sans perdre une syllabe • zonder ook maar één woord te missenn'avoir rien à perdre, mais tout à gagner • nee heb je, ja kun je krijgentu ne le connais pas? tu n'y perds rien • ken je hem niet? daar mis je niets aanperdre de vue • uit het oog verliezen2 vous ne perdez rien pour attendre! • u komt heus nog wel aan uw trekken!vous n'auriez pas un instant à perdre? • hebt u niet een ogenblikje voor me?♦voorbeelden:v1) verliezen2) afnemen, zwakker worden3) lekken4) vloeien [vrouw]5) kwijtraken6) verspillen7) ruïneren -
6 suinter
suinter [sŵẽtee]1 (door)sijpelen ⇒ (door)lekken, (door)zweten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) lekken, (door)sijpelen4) uitstralen -
7 fuite
fuite [fŵiet]〈v.〉1 vlucht ⇒ ontvluchting, uittocht♦voorbeelden:fuite des cerveaux • braindrainprendre la fuite • op de vlucht slaanêtre en fuite • voortvluchtig zijnmettre en fuite • op de vlucht drijvenla fuite hors de la réalité • de vlucht uit de werkelijkheid→ délitf1) vlucht2) (het) voorbijsnellen [tijd]3) (het) weglopen [vloeistof]5) lek, lekkage -
8 faire eau
faire eau -
9 prendre l'eau
prendre l'eau
См. также в других словарях:
lekken — leki … Woordenlijst Sranan
Honig — 1. Aussen Honig, innen Galle. Mhd.: Ûzen hönik und innen gall. (Suchenwirth, XXIV, 238.) 2. Das ist schlechter Honig, den man erst mit Zucker süss machen muss. 3. Der bekommt keinen Honig zu lecken, der sich von der Bienen Stachel lässt schrecken … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Faux-Amis En Espéranto — Faux amis Faux amis en allemand Faux amis en anglais Faux amis en espéranto Faux amis en italien Faux amis en russe Cet article très complet (mais non exhaustif) présente la liste … Wikipédia en Français
Faux-amis en esperanto — Faux amis en espéranto Faux amis Faux amis en allemand Faux amis en anglais Faux amis en espéranto Faux amis en italien Faux amis en russe Cet article très complet (mais non exhaustif) présente la liste … Wikipédia en Français
Faux-amis en espéranto — Faux amis Faux amis en allemand Faux amis en anglais Faux amis en espéranto Faux amis en italien Faux amis en russe Cet article très complet (mais non exhaustif) présente la liste … Wikipédia en Français
Faux amis en Espéranto — Faux amis Faux amis en allemand Faux amis en anglais Faux amis en espéranto Faux amis en italien Faux amis en russe Cet article très complet (mais non exhaustif) présente la liste … Wikipédia en Français
Lackmus — Lạck|mus 〈n.; ; unz.; Chem.〉 blauer Naturfarbstoff der Flechte Rocella fuciformis, färbt sich mit Säuren rot, mit Basen blau [<ndrl. lakmoes; zu mndrl. leken „tropfen“ + mos „grünes Gemüse, Mus“; da man bei der Herstellung den Saft abtropfen… … Universal-Lexikon
Leak — Leak, v. i. [imp. & p. p. {Leaked} (l[=e]kt); p. pr. & vb. n. {Leaking}.] [Akin to D. lekken, G. lecken, lechen, Icel. leka, Dan. l[ae]kke, Sw. l[ a]cka, AS. leccan to wet, moisten. See {Leak}, n.] 1. To let water or other fluid in or out through … The Collaborative International Dictionary of English
Leaked — Leak Leak, v. i. [imp. & p. p. {Leaked} (l[=e]kt); p. pr. & vb. n. {Leaking}.] [Akin to D. lekken, G. lecken, lechen, Icel. leka, Dan. l[ae]kke, Sw. l[ a]cka, AS. leccan to wet, moisten. See {Leak}, n.] 1. To let water or other fluid in or out… … The Collaborative International Dictionary of English
Leaking — Leak Leak, v. i. [imp. & p. p. {Leaked} (l[=e]kt); p. pr. & vb. n. {Leaking}.] [Akin to D. lekken, G. lecken, lechen, Icel. leka, Dan. l[ae]kke, Sw. l[ a]cka, AS. leccan to wet, moisten. See {Leak}, n.] 1. To let water or other fluid in or out… … The Collaborative International Dictionary of English
To leak out — Leak Leak, v. i. [imp. & p. p. {Leaked} (l[=e]kt); p. pr. & vb. n. {Leaking}.] [Akin to D. lekken, G. lecken, lechen, Icel. leka, Dan. l[ae]kke, Sw. l[ a]cka, AS. leccan to wet, moisten. See {Leak}, n.] 1. To let water or other fluid in or out… … The Collaborative International Dictionary of English