-
21 probate
n. geverifieerd afschrift van een testament--------v. geverifieerd afschrift van een testament -
22 make
n. merk--------v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creërenmake1[ meek]1 merk2 natuur ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij♦voorbeelden:2 of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaatthat young man is really on the make • die jongeman is een echte streber————————make21 doen ⇒ zich gedragen, handelen♦voorbeelden:we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen¶ make believe • spelen, doen alsofyou'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doenmake away/off • 'm smeren, ervandoor gaanmake away with oneself • zich van kant makenmake away with • doden; meenemen, jattenmake off with • weg/meenemen, jattenmake at someone • op iemand afstormen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoerenmake with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorstmake with the show • kom op met de show, voer de show opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)7 worden ⇒ maken, zijn8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden9 afleggen ⇒ overbruggen, doen10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉♦voorbeelden:1 make coffee/tea • koffie/thee zettenmake dinner • het warme eten klaarmakenmake a house • een huis bouwenGod made man • God schiep de mensmake room • plaats makenmake over a dress • een jurk vermaken/verstellenmake a chair from paper • een stoel van papier makena bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brugthey made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhoutthat boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kanthe letter made mother happy • de brief maakte moeder blijthe workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerdermake the news public • het nieuws openbaar makenmake over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)make a stone into an axe • van een steen een bijl makenyou've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaaktmake a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalenhe made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie4 you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgenthe police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenenthe story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachenTom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellenshe made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereenhe made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te sprekenyou can't make me • je kunt me niet dwingen5 this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk6 what do you make the time? • hoe laat heeft u het?I make it seven thirty • ik heb het half achtthree and four make seven • drie en vier is zeventhat makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willenthat novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezenshe will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijnthe man is made for this job • de man is geknipt voor deze baanafter that he made major • daarna werd hij majoorthis car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/umake the front pages • de voorpagina's halenmake port • de haven binnenlopenI wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/rakenmake it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagenhave it made • geslaagd zijn, op rozen zitten11 make a decision • een beslissing nemen, beslissenmake an effort • een poging doen, pogenmake a phone call • opbellenmake war against/on/with • oorlog voeren tegen/metthis new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hemmake something do • zich met iets behelpenyou'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaienlet's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afsprekenmake little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen vanhe made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkansmake much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijkmake nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem ditomake over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen -
23 coucher
coucher1 [koesĵee]〈m.〉2 onderdak ⇒ onderkomen, nachtverblijf♦voorbeelden:————————coucher2 [koesĵee]1 overnachten ⇒ de nacht doorbrengen, slapen♦voorbeelden:voiture qui couche dehors • auto die 's nachts altijd buiten staat→ chambreenvoyer coucher qn. • zich van iemand ontdoenII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 op schrift stellen ⇒ neer-, opschrijven, optekenen♦voorbeelden:2 zich uitstrekken ⇒ gaan liggen, zich (neer)leggen♦voorbeelden:se coucher par terre • op de grond gaan liggen→ lit1. m2) onderdak3) ondergang [zon]2. v1) overnachten, slapen4) neerleggen6) neer-, opschrijven3. se coucherv2) gaan liggen3) ondergaan [zon] -
24 will
n. testament--------n. wil; testament; wilskracht; keuze--------v. willen, hulpwerkwoord voor aangeven van toekomstige tijd--------v. willen; zullen; kunnen; wilskracht tonen; gebieden; beslissenwill1[ wil]♦voorbeelden:1 wil ⇒ wilskracht; wens, verlangen♦voorbeelden:1 good/ill will • goede/slechte wila strong/weak will • een sterke/zwakke wilshe has a will of her own • ze heeft een eigen willetjeagainst his will • tegen zijn wil/zinhe did it of his own free will • hij deed het uit vrije wil/uit eigen beweging〈 spreekwoord〉 where there's a will there's a way • waar een wil is, is een weg¶ at will • naar goeddunken/believenwith a will • vastberaden, enthousiast————————will2♦voorbeelden:willing and wishing are not the same • willen en wensen zijn tweeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 juridisch〉(bij testament) vermaken/nalaten2 door wilskracht (af)dwingen ⇒ bevelen, zijn wil opleggen aan♦voorbeelden:2 can you will yourself into contentment? • kan jij jezelf tot tevredenheid dwingen?————————will3〈 would〉1 willen ⇒ wensen, verlangen♦voorbeelden:tell whatever lies you will • vertel maar zoveel leugens als je wilII 〈 hulpwerkwoord〉♦voorbeelden:1 〈 emfatisch〉 I said I would do it and I will • ik heb gezegd dat ik het zou doen en ik zal het ook doen〈 formeel〉 will you have some more tea? • wilt u nog meer thee?will you hurry up, please? • wil je opschieten, alsjeblieft?shut the door, will you/won't you? • doe de deur dicht, alsjeblieftaccidents will happen • ongelukken zijn niet te vermijdenI will lend you a hand • ik zal je een handje helpenthis will get you nowhere • zo kom je nergenscandidates will produce their certificates • de kandidaten moeten hun getuigschriften overleggen→ would would/ -
25 kracht
2 [vermogen om invloed uit te oefenen] power(s)3 [geestelijk/zedelijk vermogen] strength5 [macht om iets uit te werken] force♦voorbeelden:1 aan het eind van zijn krachten zijn • be totally exhausted, have no strength leftmet zijn laatste krachten • with a final effortmet vereende krachten • with combined effortsmet vernieuwde kracht • with renewed effortsal zijn krachten inspannen • exert all one's energies/strength, use all one's powerszijn krachten meten met iemand • pit one's strength against someonezijn krachten nemen met de dag af • he is fading by the dayzijn krachten sparen/verspillen • conserve/waste one's energyin kracht afnemen 〈 van wind〉 • abate, drop(weer) op krachten komen • regain one's strengthuit zijn krachten groeien • outgrow oneselfgeen kracht meer hebben (in zijn armen) • lose all the strength (in one's arms)2 de stille kracht • unseen/hidden powers(aan) argumenten/eisen kracht bijzetten (door …) • enforce arguments/claims (with/by …)zijn krachten wijden aan iets • devote one's efforts towards something4 drijvende kracht (achter) • moving force/spirit (behind)op eigen kracht • on one's own, by oneselfnieuwe krachten verzamelen • gain fresh strength(de) kracht geven om … • give the strength to …daarin ligt zijn kracht • that's his strengthzijn krachten verzamelen • gather (all) one's strength, summon up all one's strengthin de kracht van zijn leven • in one's primehet vergt veel van mijn krachten • it's a great drain on my energy5 de kracht van een betoog • the strength/cogency of an argumentde wet heeft geen terugwerkende kracht • the Act does not apply retroactivelyvan kracht zijn/worden • be/become valid/effectiveniet (meer) van kracht • invalid, ineffectual(weer) van kracht doen worden • bring (back) into effect/operation6 een ervaren kracht • an experienced worker/employee7 neer-/opwaartse kracht • downward/upward pressurevolle kracht vooruit • full steam/speed aheadop volle/halve kracht (werken) • operate at full/half speed/power -
26 executor
n. uitvoerder, iemand die iets uitvoert; iemand die aangesteld is tot uitvoeren van een testament (Wet)[ igzekjoetə]♦voorbeelden: -
27 bequeathing
n. testament, laatste testament met wettige opdracht van iemand over het verdelen van zijn eigendom -
28 bénéficiaire
bénéficiaire1 [beeneefiesjer]〈m. & v.〉♦voorbeelden:1 il est le bénéficiaire principal du testament • hij is de belangrijkste erfgenaam van het testament————————bénéficiaire2 [beeneefiesjer]♦voorbeelden:1. m/f1) begunstigde2. adj -
29 nietigverklaring
♦voorbeelden:nietigverklaring van een verkiezing • annulation d'une élection -
30 wil
♦voorbeelden:met de beste wil van de wereld kan ik niet komen • I couldn't come with the best will in the worldhet was haar eigen wil • it was her own wisheen/geen eigen wil hebben • have a/no mind of one's own(mensen) van goede wil • (people) of goodwillvol goede wil • full of good willmet een beetje goeie wil gaat het best • with a little good will it'll all work outzijn laatste wil • one's last will (and testament)een sterke wil hebben • be strong-willediets uit (eigen) vrije wil doen • do something of one's own free willde vrije wil • free williemands wil doen • do someone's willuw wil geschiede • thy will be donezijn wil is wet • his word is lawzijn goede wil tonen • show one's good will(voor) elk wat wils • something for everybodytegen de wil van iemand ingaan • go against someone's wishesiemand ter wille zijn • do someone a favour -
31 Haus
〈o.; Hauses, Häuser〉♦voorbeelden:jemandem das Haus einrennen • iemand de deur platlopendas Haus hüten • binnen moeten blijvenjemandem das Haus verbieten • iemand de toegang tot het huis ontzeggenfrei Haus liefern • franco (t)huis leverenmit jemandem Haus an Haus wohnen • direct naast iemand wonenaußer Haus • buitenshuisdie Ware ins Haus schicken • de goederen thuisbezorgenkommen Sie gut nach Hause! • wel thuis!ich habe noch keinen Schritt vor das Haus getan • ik heb nog geen stap buiten de deur gezetzu Hause sein • thuis zijnsie ist in Berlin zu Hause • ze is een Berlijnsefür niemanden zu Hause • voor niemand te sprekenin etwas zu Hause sein • ergens in thuis zijn, verstand van iets hebbenHaus und Herd haben • een gezin hebbendas Hohe Haus • het parlementdie ersten Häuser der Stadt • de voornaamste families van de stadaus gutem Hause • van goeden huizesie führt ihm das Haus • zij doet voor hem de huishouding8 wie gehts, altes Haus? • hoe gaat het, ouwe jongen?¶ 〈 spreekwoord〉 wenn die Katze aus dem Hause ist, tanzen die Mäuse • als de kat van huis (honk) is, dansen de muizen op tafel (in het schotelhuis) -
32 David
n. David, mannelijke voornaam; familienaam; Hebreeuwse schaapsherder die Goliat door een steen doodde en tweede koning van Israël werd (Oude Testament); koning van Noord-Wales; naam van twee koningen van Schotland, stad in Panama -
33 Bathsheba
n. vrouw van Uria de Hettiet, vrouw die de echtgenote werd van koning David nadat hij Uria naar gevaarlijke strijd stuurde om daar te sterven, moeder van koning Salomo (Oude Testament) -
34 Shamai school
de "Shamai School" (school van de Talmoed die strenge leer aanhangt en niet wil afwijken van de wetten van het Oude Testament) -
35 Wille
Wille〈m.; Willens, Willen〉♦voorbeelden:guten Willens sein • van goede wil zijn〈 juridisch〉 der letzte Wille • het testament, de laatste wilsbeschikkingden Willen haben etwas zu tun • voornemens zijn iets te doensoll er doch seinen Willen haben! • we zullen zijn zin maar doen!aus bösem Willen • met (boos) opzetbeim besten Willen nicht • met de beste wil van de wereld nietes steht in deinem Wille • jij hebt het in je machtnach meinem Willen • overeenkomstig mijn wensjeder nach seinem Willen • elk wat wilsohne (Wissen und) Willen seiner Eltern • zonder (medeweten en) toestemming van zijn ouderswider Willen • met tegenzinjemandem zu Willen sein • iemand ter wille zijn¶ 〈 spreekwoord〉 des Menschen Wille ist sein Himmelreich • ±ieen mens zijn zin is een mens zijn leven/i -
36 will
/wil/ * danh từ - ý chí, chí, ý định, lòng =will can conquer habit+ ý chí có thể chế ngự thói quen =strong will+ ý chí mạnh mẽ =lack of will+ sự thiếu ý chí =free will+ tự do ý chí =it is my will that...+ ý tôi muốn rằng... =where there's a will there's a way+ (tục ngữ) có chí thì nên - sự hăng say; sự quyết chí, sự quyết tâm =to work with a will+ làm việc hăng say =a will that overcomes all difficulties+ quyết tâm khắc phục mọi khó khăn - nguyện vọng, ý muốn; ý thích =against one's will+ trái ý mình =at one's will and pleasure+ tuỳ ý mình =of one's free will+ hoàn toàn do ý muốn của mình =at will+ theo ý muốn, tuỳ ý =to have one's will+ đạt ý muốn, toại nguyện - (pháp lý) tờ di chúc, chúc thư =to make one's will+ làm chúc thư =last will and testament+ di mệnh, di chúc * ngoại động từ willed - tỏ ý chí; có quyết chí - định =Heaven willed it+ trời đ định như thế - buộc, bắt buộc =to will oneself+ tự buộc phi - (pháp lý) để lại bằng chức thư * động từ would - muốn =do as you will+ anh cứ làm theo như ý anh muốn - thuận, bằng lòng =I hope you will sing+ tôi hy vọng rằng anh sẽ bằng lòng hát - thường vẫn =he would go for a walk every morning+ nó thường vẫn dạo chi mỗi sáng - nếu, giá mà, ước rằng =would I were in good health+ giá mà tôi khoẻ - phi, tất nhiên; ắt là, hẳn là, chắc là =boys will be boys+ con trai thì tất nhiên vẫn là con trai =and that will be his son with him+ hẳn là con ông ta đang đi với ông ta - nhất định sẽ =accident will happen+ tai nạn nhất định sẽ xy ra - sẽ (tưng lai) =I know he will change his mind+ tôi biết rằng nó sẽ thay đổi ý kiến - có thể =the next stop will be Haiduong, I suppose+ tôi cho rằng ga sắp đến có thể là Hi dưng -
37 vida
f.1 life (existencia).en vida de during the life o lifetime ofestar con vida to be aliveperder la vida to lose one's lifequitar la vida a alguien to kill somebody¿qué es de tu vida? how's life?vida amorosa love lifevida campestre country lifela vida estudiantil student lifevida eterna eternal lifevida de familia family lifevida laboral working lifevida matrimonial married lifevida privada private lifevida sana clean livingvida sentimental love lifevida sexual sex lifevida social social lifevida útil shelf life2 life span, life span of person, duration.3 livelihood, subsistence.4 cost of living.5 Vida.* * *1 (gen) life2 (viveza) liveliness3 (tiempo) lifetime, life4 (modo de vivir) life, way of life5 (medios) living, livelihood\amargarle la vida a alguien to make somebody's life a misery¡así es la vida! such is life!, that's life!cambiar de vida to change one's life stylecomo si le fuera la vida en ello as if his life depended on itcostarle algo la vida a alguien to pay with one's lifedar la vida por to give one's life for, give one's right arm fordarse la gran vida / pegarse la gran vida / darse la vida padre familiar to live it updebatirse entre la vida y la muerte to fight for one's lifede por vida for lifede toda la vida lifelongecharse a la vida familiar to go on the game, become a prostituteen la flor de la vida in the prime of lifeen mi (tu, su, etc) vida never in my (your, his, etc) lifeen vida de during the life ofescapar con vida / salir con vida to come out alive, surviveestar con vida / estar sin vida to be alive / be dead¡esto es vida! / ¡esto sí que es vida! this is the life!ganarse la vida to earn one's livinghacerle la vida imposible a alguien to make life impossible for somebodyllevar una vida agitada / llevar una vida tranquila to lead a busy life / lead a quiet lifepagar alguien con su vida to pay with one's lifepasar a mejor vida eufemístico to pass awayperder la vida to die¿qué es de tu vida? how are things?quitarle la vida a alguien to take somebody's life¡vida mía! / ¡mi vida! my love!, darling!la otra vida the next lifeseñales de vida signs of lifevida de perros dog's lifevida familiar family lifevida íntima private lifevida sentimental love life* * *noun f.1) life2) lifetime* * *SF1) (=existencia) lifeestá escribiendo la vida de Quevedo — he is writing the life o a life o a biography of Quevedo
¿qué es de tu vida? — what's new?, how's life?
•
con vida — aliveescapar o salir con vida — to escape o come out alive
•
en vida de, en vida de mi marido — when my husband was alive, during my husband's lifetime¡en la o mi vida! — never (in all my life)!
•
vida o muerte, una operación a vida o muerte — a life-or-death operation•
la otra vida — the next life•
perder la vida — to lose one's life•
de por vida — for life•
quitar la vida a algn — to take sb's life•
quitarse la vida — to take one's own life•
rehacer la vida — to start a new life•
sin vida — lifelessencontró en el suelo el cuerpo sin vida de su marido — she found her husband's lifeless body on the floor
un cuerpo sin vida — a (dead) body, a corpse
esperanza•
toda la vida, un amigo de toda la vida — a lifelong friend2) (=forma de vivir) lifede vida airada — loose-living, immoral
•
doble vida — double lifellevar una doble vida — to lead o live a double life
•
hacer vida marital — to live together (as man and wife)•
mala vida, echarse a la mala vida — to go astrayvida de perros, vida perra — dog's life, wretched life
3) (=sustento)•
coste de la vida — cost of living•
ganarse la vida — to earn o make one's livingse gana la vida haciendo traducciones — he earns o makes his living doing translations
buscar 3.•
nivel de vida — standard of living4) [de objeto]vida útil — (Com) lifespan; (Téc) useful life
5)- ¡por vida del chápiro verde!contar la vida —
¡no me cuentes tu vida! — I don't want your life story!
costarle la vida a algn —
dar vida a algn —
- hacer por la vidapasarse la vida —
pasar la vida a tragos — *to have a miserable life
- tener siete vidas como los gatosvivir 2., 1)6) (=vitalidad)lleno de vida — [ojos] lively; [persona] full of life
•
dar vida a, la música le da vida a estas imágenes — the music brings these images to life¡vida!, ¡vida mía! — my love!, my darling!
8) euf(=prostitución)* * *1)a) (Biol) life140 personas perdieron la vida — (period) 140 people lost their lives (journ)
eso le costó la vida — (period) that cost him his life
dieron la vida por la patria — they gave o sacrificed their lives for their country
b) (viveza, vitalidad) lifele falta vida — it's/she's/he's not very lively
2) ( extensión de tiempo) lifeen la/mi vida: en la or en mi vida he visto cosa igual! I've never seen anything like it in my life!; en la or mi vida haría una cosa así! I'd never dream of doing something like that!; hacerle la vida imposible a alguien to make somebody's life impossible; tener siete vidas — to have nine lives
3)a) (manera de vivir, actividades) life¿qué es de tu vida? — what have you been up to?
hace or vive su vida — he gets on with o lives his own life
(así) es la vida! — that's life, such is life
darse la gran vida — to live the life of Riley (colloq)
estar/quedar loco de la vida — (CS fam) to be over the moon (colloq)
la vida y milagros de alguien — (CS fam) somebody's life story
pasar a mejor vida — (hum) persona to kick the bucket (colloq); traje/botas to bite the dust (colloq)
pegarse la vida padre — (fam) to live the life of Riley (colloq)
b) ( en determinado aspecto) lifec) ( biografía) life4) ( necesidades materiales)ganarse la vida — to earn one's o a living
buscarse la vida — (fam) to make a living
5) ( como apelativo) darling* * *= life [lives, -pl.], life story, lifeblood, lifetime [life time], living, life's work, lifework, life and limb.Ex. We are comfortable with the things we know and can do because they give us a sense of control over our lives.Ex. This study attempts to illustrate and illuminate the life story of a remarkable pioneering woman, Tryn Ras, using pictorial sources.Ex. Since libraries are the lifeblood of research, it seems only fitting then that the education of librarians should include familiarity with research methodology.Ex. Bibliography and Library science reflect the changes that took place in Bliss's lifetime.Ex. They seem to regard literature as a secondary experience, more akin to being a peeping Tom, an impotent voyeur, rather than being one of the healthy, active people who get on with real living.Ex. Evelyn Bliss devoted his life's work to the study of classification and BC is the results of his efforts.Ex. This is an eloquent, moving testament to the lifework of a major artist of unimpeachable technique and passion.Ex. This is a special issue devoted partly to the theme: Life and limb: issues of security and safety.----* abrirse camino en la vida = get on in + life.* acabar + Posesivo + vida útil = run towards + the end of + Posesivo + useful life.* acortar + Posesivo + vida = cut + Posesivo + life short.* actitud ante la vida = approach to life.* a favor de la vida humana = pro-life.* agotar + Posesivo + vida útil = run towards + the end of + Posesivo + useful life.* ahorros de toda la vida = life-time savings, life savings.* ahorros de toda una vida = life savings.* alargar la vida = prolong + life, prolong + longevity.* alegrar la vida a Alguien = brighten up + Posesivo + life.* al igual que con todo en la vida = as with everything in life.* amante de la vida al aire libre = outdoor enthusiast.* apostarse la vida = bet + Posesivo + life.* aprendizaje a lo largo de la vida = lifelong learning.* aprendizaje durante toda la vida = lifelong education.* arreglar + Posesivo + vida = put + Posesivo + (own) house in order.* arriesgar la vida = risk + life and limb, play + Russian roulette, risk + Posesivo + life.* arriesgar + Posesivo + vida = put + Posesivo + life on the line.* aspectos de la vida = sphere of life.* atentar contra la vida de Alguien = attempt on + Posesivo + life.* atraído por la promesa de una vida mejor = drawn by the promise of a better life.* aunque me fuera la vida ene ello = for the life of me.* autoaprendizaje durante toda la vida = lifelong learning.* buena vida = good life.* calidad de vida = quality of life.* cambiar la vida = change + life.* cambiar + Posesivo + vida = turn + Posesivo + life around.* ciencias de la vida = biosciences.* ciencias de la vida, las = life sciences, the.* ciencias sobre la vida en el espacio = space life sciences.* circunstancias de la vida = accident of birth.* cobrarse la vida de Alguien = claim + life.* cobrarse muchas vidas = take + a heavy toll of life.* cobrar vida = come + alive, come to + life.* comenzar una nueva vida = make + a new life for + Reflexivo.* como con todo en la vida = as with everything in life.* como forma de vida = as a way of life.* como si + Pronombre + fuese la vida en ello = like there's no tomorrow.* compañero de vida = lifemate.* compañía aseguradora de vida = life-insurance company.* compañía de seguros de vida = life-insurance company.* complicarse la vida = ask for + trouble.* condicionar la vida = condition + life.* condiciones de vida = living conditions.* conocer vida = see + the world.* contar + Posesivo + propia vida y milagros = spill + Posesivo + guts.* costar la vida = cost + life.* coste de la vida = cost of living.* coste de vidas humanas = human cost.* crearse una vida = build + life.* crucial para la vida de una persona = lifesaving.* cuerpo sin vida = dead body.* cuestión de vida o muerte = life or death issue.* culto a la vida = cult of life.* dar la vida = lay down + Posesivo + life, give + Posesivo + life.* dar nueva vida = give + Nombre + new life, give + a second life.* dar + Posesivo + vida = give + Posesivo + all.* dar sentido a la vida = give + meaning to life.* dar sentido a + Posesivo + vida = make + sense of + Posesivo + life.* dar señales de vida = show + signs of life.* dar una segunda vida = give + a second life.* dar vida = imbue with + life, animate, bring to + life.* dar vida a = jazz up, brighten up, give + life to.* dar vida a Algo = bring + Nombre + to life.* dedicar la vida a = devote + life to.* dedicar toda una vida = spend + lifetime.* defensor de la vida humana = pro-lifer.* de la vida real = real-life.* de por vida = lifelong [life-long], lifetime [life-time].* derecho a la vida = right to live.* desquiciar + Posesivo + vida = turn + Posesivo + life upside down.* de toda la vida = lifelong [life-long].* de vida enclaustrada = cloistered.* de vida o muerte = lifesaving, life threatening.* devolver el sentido a la vida = put + meaning + back in + Posesivo + life.* devolver la vida = bring + Nombre + back to life.* disfrutar de la vida = sail through + life.* diversidad de la vida = biodiversity, diversity of life, life-form diversity.* durante toda la vida = lifelong [life-long].* durante toda una vida = over a lifetime.* durar toda una vida = go on + for a lifetime, last + (for) a lifetime.* el amor de + Posesivo + vida = the love of + Posesivo + life.* empezar una nueva etapa en la vida = turn over + a new page, turn over + a new leaf.* encarcelar de por vida = jail for + life.* en el transcurso normal de + Posesivo + vida(s) = in the normal course of + Posesivo + life/lives.* enfrentarse a la vida = cope with + life, face + life, cope.* en la vida real = in real life.* en los primeros años de vida = early in life.* en + Posesivo + vida = in + Posesivo + time.* enriquecer la vida de Alguien = enrich + Posesivo + life.* entregar + Posesivo + vida, = give + Posesivo + all.* equipo de mantenimiento artificial de la vida = life-support system.* esperanza de vida = life expectancy, lifespan [life span].* estilo de vida = lifestyle [life style/life-style], style of life, way of life.* estilo de vida alternativo = alternative life-style.* etapa de la vida = life stage.* expectativas de vida = life expectancy.* experiencia de la vida = experience of life.* facilitarle la vida a todos = simplify + life for everyone.* filosofía de vida = philosophy of life.* forma de vida = way of life.* ganarse la vida = earn + a living, make + a living, earn + income, earn + Posesivo + living, make + Posesivo + living, Verbo + for a living.* ganarse la vida a duras penas = eke out + a living, scratch (out) + a living, scrape + a living, eke out + an existence.* habilidades necesarias para la vida cotidiana = life skills.* hábitos de vida = lifestyle [life style/life-style].* hacer frente a la vida = cope.* hacer la vida imposible = make + life hell.* hacerle la vida más simple a todos = simplify + life for everyone.* hacer que la vida sea un infierno = make + life hell.* hacerse un hueco en la vida = get on in + life.* hacer vida social = socialise [socialize, -USA].* historia de vida = life history.* índice del coste de (la) vida = cost of living index.* índice del costo de (la) vida = cost of living index.* infundir nueva vida a = breathe + (new) life into.* inmiscuirse en la vida de Alguien = intrude on + Posesivo + privacy.* jugarse la vida = play + Russian roulette, risk + Posesivo + life, risk + life and limb, bet + Posesivo + life.* la oportunidad de + Posesivo + vida = the opportunity of a lifetime.* la vida continúa = the show must go on.* la vida + continuar = life + go on.* la vida es así = life's like that.* ¡la vida no es un camino de rosas! = the course of true love never did run smooth!.* la vida + seguir = life + go on.* ley de vida = fact of life, laws of nature.* lienzo de la vida, el = canvas of life, the.* línea de vida = lifeline.* lisiado de por vida = lamed for life.* lisiar a Alguien de por vida = lame + Nombre + for life.* llegar al final de su vida útil = come to + the end of + Posesivo + useful life, reach + the end of + Posesivo + useful life.* lleno de vida = vibrant, feisty [feistier -comp., feistiest -sup.], spry [spryer comp., spryest -sup.], sprightly [sprightlier -comp., sprightliest -sup.], spirited, teeming with life, vivacious, ebullient, saucy [saucier -comp., sauciest -sup.].* llevar una vida + Ajetivo = lead + an + Adjetivo + existence.* llevar una vida arriesgada = live + dangerously, live + dangerously close to the edge.* llevar una vida de perros = lead + a dog's life.* llevar una vida miserable = live + wretched existence.* mantener la vida = sustain + life.* mantenimiento artificial de la vida = life support.* mejorar la calidad de vida = improve + living standards, raise + living standards.* mejorar + Posesivo + calidad de vida = raise + Posesivo + quality of living.* mejorar + Posesivo + vida = improve + Posesivo + life.* meterse en la vida de Alguien = intrude on + Posesivo + privacy.* mientras hay vida hay esperanza = where there's life there's hope.* modo de vida = way of life.* modo de vida tradicional = folklife.* muerto en vida = living dead.* nada en la vida es gratuito = you cannot make an omelette without breaking eggs.* nivel de vida = standard of living, living standard.* no tener vida privada = like being in a (gold)fish bowl.* nueva vida = greener pastures, pastures new.* oportunidad única en la vida = chance of a lifetime.* otra vida, la = afterlife [after-life].* para toda la vida = lifelong [life-long], for life.* pasar a mejor vida = bite + the dust, give up + the ghost.* pasar a vida mejor = lay + Nombre + low.* perder la vida = lose + Posesivo + life.* pérdida de vidas = loss of life, toll on life.* perdonar la vida = spare + life.* permanecer con vida = stay + alive.* pletórico de vida = teeming with life.* poner en peligro la vida = risk + Posesivo + life, risk + life and limb.* poner la vida en peligro = put + Posesivo + life at risk.* por toda la vida = lifetime [life-time].* por toda una vida = lifetime [life-time].* posteriormente en + Posesivo + vida = in later life.* problemas de la vida = life problems [life-problems].* prolongar la vida = prolong + life, prolong + longevity.* prolongar la vida útil = extend + the useful life, prolong + useful life, increase + useful life.* que cambia la vida = life-changing, life-altering.* que da vida = life-giving.* que mejora la calidad de vida = life-enhancing.* que pone la vida en peligro = life threatening.* quitarse la vida = take + Posesivo + (own) life.* rebosante de vida y energía = all bright-eyed and bushy-tailed.* reconstruir + Posesivo + vida = rebuild + Posesivo + life.* reformar + Posesivo + vida = reform + Posesivo + life.* régimen de vida = lifestyle [life style/life-style].* rehacer + Posesivo + vida = rebuild + Posesivo + life.* salir adelante en la vida, = get on in + life.* salvar la vida = save + life.* salvar la vida de milagro = have + a close shave with death.* secreto de la vida, el = secret of life, the.* seguir con + Posesivo + vida normal = get on with + Posesivo + life.* seguro de vida = life insurance.* seguro de vida a término = term life insurance.* seguro de vida vitalicio = whole life insurance.* sentido de la vida, el = meaning of life, the.* sentido de la vida y al muerte, el = meaning of life and death, the.* ser todo vida = be all life.* situaciones de la vida = life situations [life-situations].* soplo de vida = kiss of life.* tener éxito en la vida = succeed in + life, get on in + life.* tener una vida larga y próspera = live + long and prosper.* toda la vida = from the cradle to the grave, whole lifelong, whole life.* toda una vida = a lifetime.* toda una vida de experiencia = a lifetime of experience.* toda una vida de trabajo = a lifetime of work.* trabajo de toda una vida = life's work, lifework.* triunfar en la vida = succeed in + life.* truncar + Posesivo + vida = snip + Posesivo + life short, cut + Posesivo + life short.* una cuestión de vida o muerte = a matter of life and death.* una oportunidad única en la vida = once in a lifetime opportunity.* una vez en la vida = once in a lifetime.* una vez en + Posesivo + vida = once in + Posesivo + lifetime.* ver las cosas positivas de la vida = look on + the bright side of life.* vida acuática = aquatic life.* vida afectiva = love life.* vida amorosa = love life.* vida animal = animal life.* vida a toda pastilla = life in the fast lane.* vida + cambiar por completo = turn + Posesivo + life around.* vida cívica = civic life.* vida civil = civic life.* vida como trabajador = working life.* vida corporativa = corporate life.* vida cotidiana = daily life, everyday living, daily living.* vida cotidiana, la = day to day life, the, everyday life.* vida cultural = cultural life.* vida + dar un giro de 180 grados = turn + Posesivo + life around.* vida + dar un vuelco = turn + Posesivo + life upside down.* vida de archivo = archival life.* vida de, la = life nerve of, the.* vida de la ciudad = urban life, city life.* vida de la comunidad = community life.* vida del mundo literario = literary life.* vida de perros = a dog's life.* vida desenfrenada = life in the fast lane.* vida desequilibrada = unbalanced life, imbalanced life.* vida después de la muerte = afterlife [after-life].* vida diaria = daily life.* vida diaria, la = everyday life.* vida dilatada = long life.* vida disoluta = life in the fast lane, loose life.* vida doméstica = domestic life, home life.* vida emocional = emotional life.* vida en el campo = rural life.* vida en el entorno familiar = family life.* vida en el hogar = home life.* vida en el trabajo = job life.* vida entera, la = whole lifelong, whole life.* vida equilibrada = balanced life.* vida espiritual = spiritual life.* vida + expirar = life + expire.* vida extraterrestre = alien life.* vida fácil = fast living.* vida familiar = family life.* vida futura = future life.* vida humana = human life.* vida laboral = working life.* vida literaria = literary life.* vida marítima = seafaring.* vida media = half-life.* vida mejor = better life.* vida moderna, la = modern life.* vida nocturna = nightlife, night life.* vida or muerte = life or death.* vida pasada = previous life.* vida + pender + de un hilo = live on + the line.* vida personal = personal life.* vida privada = private life.* vida profesional = professional life.* vida pública = public life.* vida real = real life.* vida rural = rural life.* vida salvaje = wildlife.* vida sana = healthy life.* vida sentimental = love life.* vida sexual = sex life.* vida social = social life.* vida urbana = city life, urban life.* vida útil = lifetime [life time], life expectancy, lifespan [life span], useful life, shelf life, service life.* vida útil de un documento = shelf life.* vida vegetal = plant life.* vivir la vida al máximo = live + life to the full.* volver a la vida normal = get (back) into + the swings of things.* vuelta a la vida = resuscitation, resurrection.* * *1)a) (Biol) life140 personas perdieron la vida — (period) 140 people lost their lives (journ)
eso le costó la vida — (period) that cost him his life
dieron la vida por la patria — they gave o sacrificed their lives for their country
b) (viveza, vitalidad) lifele falta vida — it's/she's/he's not very lively
2) ( extensión de tiempo) lifeen la/mi vida: en la or en mi vida he visto cosa igual! I've never seen anything like it in my life!; en la or mi vida haría una cosa así! I'd never dream of doing something like that!; hacerle la vida imposible a alguien to make somebody's life impossible; tener siete vidas — to have nine lives
3)a) (manera de vivir, actividades) life¿qué es de tu vida? — what have you been up to?
hace or vive su vida — he gets on with o lives his own life
(así) es la vida! — that's life, such is life
darse la gran vida — to live the life of Riley (colloq)
estar/quedar loco de la vida — (CS fam) to be over the moon (colloq)
la vida y milagros de alguien — (CS fam) somebody's life story
pasar a mejor vida — (hum) persona to kick the bucket (colloq); traje/botas to bite the dust (colloq)
pegarse la vida padre — (fam) to live the life of Riley (colloq)
b) ( en determinado aspecto) lifec) ( biografía) life4) ( necesidades materiales)ganarse la vida — to earn one's o a living
buscarse la vida — (fam) to make a living
5) ( como apelativo) darling* * *= life [lives, -pl.], life story, lifeblood, lifetime [life time], living, life's work, lifework, life and limb.Ex: We are comfortable with the things we know and can do because they give us a sense of control over our lives.
Ex: This study attempts to illustrate and illuminate the life story of a remarkable pioneering woman, Tryn Ras, using pictorial sources.Ex: Since libraries are the lifeblood of research, it seems only fitting then that the education of librarians should include familiarity with research methodology.Ex: Bibliography and Library science reflect the changes that took place in Bliss's lifetime.Ex: They seem to regard literature as a secondary experience, more akin to being a peeping Tom, an impotent voyeur, rather than being one of the healthy, active people who get on with real living.Ex: Evelyn Bliss devoted his life's work to the study of classification and BC is the results of his efforts.Ex: This is an eloquent, moving testament to the lifework of a major artist of unimpeachable technique and passion.Ex: This is a special issue devoted partly to the theme: Life and limb: issues of security and safety.* abrirse camino en la vida = get on in + life.* acabar + Posesivo + vida útil = run towards + the end of + Posesivo + useful life.* acortar + Posesivo + vida = cut + Posesivo + life short.* actitud ante la vida = approach to life.* a favor de la vida humana = pro-life.* agotar + Posesivo + vida útil = run towards + the end of + Posesivo + useful life.* ahorros de toda la vida = life-time savings, life savings.* ahorros de toda una vida = life savings.* alargar la vida = prolong + life, prolong + longevity.* alegrar la vida a Alguien = brighten up + Posesivo + life.* al igual que con todo en la vida = as with everything in life.* amante de la vida al aire libre = outdoor enthusiast.* apostarse la vida = bet + Posesivo + life.* aprendizaje a lo largo de la vida = lifelong learning.* aprendizaje durante toda la vida = lifelong education.* arreglar + Posesivo + vida = put + Posesivo + (own) house in order.* arriesgar la vida = risk + life and limb, play + Russian roulette, risk + Posesivo + life.* arriesgar + Posesivo + vida = put + Posesivo + life on the line.* aspectos de la vida = sphere of life.* atentar contra la vida de Alguien = attempt on + Posesivo + life.* atraído por la promesa de una vida mejor = drawn by the promise of a better life.* aunque me fuera la vida ene ello = for the life of me.* autoaprendizaje durante toda la vida = lifelong learning.* buena vida = good life.* calidad de vida = quality of life.* cambiar la vida = change + life.* cambiar + Posesivo + vida = turn + Posesivo + life around.* ciencias de la vida = biosciences.* ciencias de la vida, las = life sciences, the.* ciencias sobre la vida en el espacio = space life sciences.* circunstancias de la vida = accident of birth.* cobrarse la vida de Alguien = claim + life.* cobrarse muchas vidas = take + a heavy toll of life.* cobrar vida = come + alive, come to + life.* comenzar una nueva vida = make + a new life for + Reflexivo.* como con todo en la vida = as with everything in life.* como forma de vida = as a way of life.* como si + Pronombre + fuese la vida en ello = like there's no tomorrow.* compañero de vida = lifemate.* compañía aseguradora de vida = life-insurance company.* compañía de seguros de vida = life-insurance company.* complicarse la vida = ask for + trouble.* condicionar la vida = condition + life.* condiciones de vida = living conditions.* conocer vida = see + the world.* contar + Posesivo + propia vida y milagros = spill + Posesivo + guts.* costar la vida = cost + life.* coste de la vida = cost of living.* coste de vidas humanas = human cost.* crearse una vida = build + life.* crucial para la vida de una persona = lifesaving.* cuerpo sin vida = dead body.* cuestión de vida o muerte = life or death issue.* culto a la vida = cult of life.* dar la vida = lay down + Posesivo + life, give + Posesivo + life.* dar nueva vida = give + Nombre + new life, give + a second life.* dar + Posesivo + vida = give + Posesivo + all.* dar sentido a la vida = give + meaning to life.* dar sentido a + Posesivo + vida = make + sense of + Posesivo + life.* dar señales de vida = show + signs of life.* dar una segunda vida = give + a second life.* dar vida = imbue with + life, animate, bring to + life.* dar vida a = jazz up, brighten up, give + life to.* dar vida a Algo = bring + Nombre + to life.* dedicar la vida a = devote + life to.* dedicar toda una vida = spend + lifetime.* defensor de la vida humana = pro-lifer.* de la vida real = real-life.* de por vida = lifelong [life-long], lifetime [life-time].* derecho a la vida = right to live.* desquiciar + Posesivo + vida = turn + Posesivo + life upside down.* de toda la vida = lifelong [life-long].* de vida enclaustrada = cloistered.* de vida o muerte = lifesaving, life threatening.* devolver el sentido a la vida = put + meaning + back in + Posesivo + life.* devolver la vida = bring + Nombre + back to life.* disfrutar de la vida = sail through + life.* diversidad de la vida = biodiversity, diversity of life, life-form diversity.* durante toda la vida = lifelong [life-long].* durante toda una vida = over a lifetime.* durar toda una vida = go on + for a lifetime, last + (for) a lifetime.* el amor de + Posesivo + vida = the love of + Posesivo + life.* empezar una nueva etapa en la vida = turn over + a new page, turn over + a new leaf.* encarcelar de por vida = jail for + life.* en el transcurso normal de + Posesivo + vida(s) = in the normal course of + Posesivo + life/lives.* enfrentarse a la vida = cope with + life, face + life, cope.* en la vida real = in real life.* en los primeros años de vida = early in life.* en + Posesivo + vida = in + Posesivo + time.* enriquecer la vida de Alguien = enrich + Posesivo + life.* entregar + Posesivo + vida, = give + Posesivo + all.* equipo de mantenimiento artificial de la vida = life-support system.* esperanza de vida = life expectancy, lifespan [life span].* estilo de vida = lifestyle [life style/life-style], style of life, way of life.* estilo de vida alternativo = alternative life-style.* etapa de la vida = life stage.* expectativas de vida = life expectancy.* experiencia de la vida = experience of life.* facilitarle la vida a todos = simplify + life for everyone.* filosofía de vida = philosophy of life.* forma de vida = way of life.* ganarse la vida = earn + a living, make + a living, earn + income, earn + Posesivo + living, make + Posesivo + living, Verbo + for a living.* ganarse la vida a duras penas = eke out + a living, scratch (out) + a living, scrape + a living, eke out + an existence.* habilidades necesarias para la vida cotidiana = life skills.* hábitos de vida = lifestyle [life style/life-style].* hacer frente a la vida = cope.* hacer la vida imposible = make + life hell.* hacerle la vida más simple a todos = simplify + life for everyone.* hacer que la vida sea un infierno = make + life hell.* hacerse un hueco en la vida = get on in + life.* hacer vida social = socialise [socialize, -USA].* historia de vida = life history.* índice del coste de (la) vida = cost of living index.* índice del costo de (la) vida = cost of living index.* infundir nueva vida a = breathe + (new) life into.* inmiscuirse en la vida de Alguien = intrude on + Posesivo + privacy.* jugarse la vida = play + Russian roulette, risk + Posesivo + life, risk + life and limb, bet + Posesivo + life.* la oportunidad de + Posesivo + vida = the opportunity of a lifetime.* la vida continúa = the show must go on.* la vida + continuar = life + go on.* la vida es así = life's like that.* ¡la vida no es un camino de rosas! = the course of true love never did run smooth!.* la vida + seguir = life + go on.* ley de vida = fact of life, laws of nature.* lienzo de la vida, el = canvas of life, the.* línea de vida = lifeline.* lisiado de por vida = lamed for life.* lisiar a Alguien de por vida = lame + Nombre + for life.* llegar al final de su vida útil = come to + the end of + Posesivo + useful life, reach + the end of + Posesivo + useful life.* lleno de vida = vibrant, feisty [feistier -comp., feistiest -sup.], spry [spryer comp., spryest -sup.], sprightly [sprightlier -comp., sprightliest -sup.], spirited, teeming with life, vivacious, ebullient, saucy [saucier -comp., sauciest -sup.].* llevar una vida + Ajetivo = lead + an + Adjetivo + existence.* llevar una vida arriesgada = live + dangerously, live + dangerously close to the edge.* llevar una vida de perros = lead + a dog's life.* llevar una vida miserable = live + wretched existence.* mantener la vida = sustain + life.* mantenimiento artificial de la vida = life support.* mejorar la calidad de vida = improve + living standards, raise + living standards.* mejorar + Posesivo + calidad de vida = raise + Posesivo + quality of living.* mejorar + Posesivo + vida = improve + Posesivo + life.* meterse en la vida de Alguien = intrude on + Posesivo + privacy.* mientras hay vida hay esperanza = where there's life there's hope.* modo de vida = way of life.* modo de vida tradicional = folklife.* muerto en vida = living dead.* nada en la vida es gratuito = you cannot make an omelette without breaking eggs.* nivel de vida = standard of living, living standard.* no tener vida privada = like being in a (gold)fish bowl.* nueva vida = greener pastures, pastures new.* oportunidad única en la vida = chance of a lifetime.* otra vida, la = afterlife [after-life].* para toda la vida = lifelong [life-long], for life.* pasar a mejor vida = bite + the dust, give up + the ghost.* pasar a vida mejor = lay + Nombre + low.* perder la vida = lose + Posesivo + life.* pérdida de vidas = loss of life, toll on life.* perdonar la vida = spare + life.* permanecer con vida = stay + alive.* pletórico de vida = teeming with life.* poner en peligro la vida = risk + Posesivo + life, risk + life and limb.* poner la vida en peligro = put + Posesivo + life at risk.* por toda la vida = lifetime [life-time].* por toda una vida = lifetime [life-time].* posteriormente en + Posesivo + vida = in later life.* problemas de la vida = life problems [life-problems].* prolongar la vida = prolong + life, prolong + longevity.* prolongar la vida útil = extend + the useful life, prolong + useful life, increase + useful life.* que cambia la vida = life-changing, life-altering.* que da vida = life-giving.* que mejora la calidad de vida = life-enhancing.* que pone la vida en peligro = life threatening.* quitarse la vida = take + Posesivo + (own) life.* rebosante de vida y energía = all bright-eyed and bushy-tailed.* reconstruir + Posesivo + vida = rebuild + Posesivo + life.* reformar + Posesivo + vida = reform + Posesivo + life.* régimen de vida = lifestyle [life style/life-style].* rehacer + Posesivo + vida = rebuild + Posesivo + life.* salir adelante en la vida, = get on in + life.* salvar la vida = save + life.* salvar la vida de milagro = have + a close shave with death.* secreto de la vida, el = secret of life, the.* seguir con + Posesivo + vida normal = get on with + Posesivo + life.* seguro de vida = life insurance.* seguro de vida a término = term life insurance.* seguro de vida vitalicio = whole life insurance.* sentido de la vida, el = meaning of life, the.* sentido de la vida y al muerte, el = meaning of life and death, the.* ser todo vida = be all life.* situaciones de la vida = life situations [life-situations].* soplo de vida = kiss of life.* tener éxito en la vida = succeed in + life, get on in + life.* tener una vida larga y próspera = live + long and prosper.* toda la vida = from the cradle to the grave, whole lifelong, whole life.* toda una vida = a lifetime.* toda una vida de experiencia = a lifetime of experience.* toda una vida de trabajo = a lifetime of work.* trabajo de toda una vida = life's work, lifework.* triunfar en la vida = succeed in + life.* truncar + Posesivo + vida = snip + Posesivo + life short, cut + Posesivo + life short.* una cuestión de vida o muerte = a matter of life and death.* una oportunidad única en la vida = once in a lifetime opportunity.* una vez en la vida = once in a lifetime.* una vez en + Posesivo + vida = once in + Posesivo + lifetime.* ver las cosas positivas de la vida = look on + the bright side of life.* vida acuática = aquatic life.* vida afectiva = love life.* vida amorosa = love life.* vida animal = animal life.* vida a toda pastilla = life in the fast lane.* vida + cambiar por completo = turn + Posesivo + life around.* vida cívica = civic life.* vida civil = civic life.* vida como trabajador = working life.* vida corporativa = corporate life.* vida cotidiana = daily life, everyday living, daily living.* vida cotidiana, la = day to day life, the, everyday life.* vida cultural = cultural life.* vida + dar un giro de 180 grados = turn + Posesivo + life around.* vida + dar un vuelco = turn + Posesivo + life upside down.* vida de archivo = archival life.* vida de, la = life nerve of, the.* vida de la ciudad = urban life, city life.* vida de la comunidad = community life.* vida del mundo literario = literary life.* vida de perros = a dog's life.* vida desenfrenada = life in the fast lane.* vida desequilibrada = unbalanced life, imbalanced life.* vida después de la muerte = afterlife [after-life].* vida diaria = daily life.* vida diaria, la = everyday life.* vida dilatada = long life.* vida disoluta = life in the fast lane, loose life.* vida doméstica = domestic life, home life.* vida emocional = emotional life.* vida en el campo = rural life.* vida en el entorno familiar = family life.* vida en el hogar = home life.* vida en el trabajo = job life.* vida entera, la = whole lifelong, whole life.* vida equilibrada = balanced life.* vida espiritual = spiritual life.* vida + expirar = life + expire.* vida extraterrestre = alien life.* vida fácil = fast living.* vida familiar = family life.* vida futura = future life.* vida humana = human life.* vida laboral = working life.* vida literaria = literary life.* vida marítima = seafaring.* vida media = half-life.* vida mejor = better life.* vida moderna, la = modern life.* vida nocturna = nightlife, night life.* vida or muerte = life or death.* vida pasada = previous life.* vida + pender + de un hilo = live on + the line.* vida personal = personal life.* vida privada = private life.* vida profesional = professional life.* vida pública = public life.* vida real = real life.* vida rural = rural life.* vida salvaje = wildlife.* vida sana = healthy life.* vida sentimental = love life.* vida sexual = sex life.* vida social = social life.* vida urbana = city life, urban life.* vida útil = lifetime [life time], life expectancy, lifespan [life span], useful life, shelf life, service life.* vida útil de un documento = shelf life.* vida vegetal = plant life.* vivir la vida al máximo = live + life to the full.* volver a la vida normal = get (back) into + the swings of things.* vuelta a la vida = resuscitation, resurrection.* * *A1 ( Biol) lifela vida marina marine lifea los tres meses de vida at three months (old)el derecho a la vida the right to lifeno pudieron salvarle la vida they were unable to save his lifeera una cuestión de vida o muerte it was a matter of life and deathse debate entre la vida y la muerte she's fighting for her life140 personas perdieron la vida en el accidente ( period); 140 people lost their lives in the accident ( journ)quitarse la vida to take one's (own) life ( frml)el accidente que le costó la vida ( period); the accident that cost him his lifejugarse la vida to risk one's lifese puso como si le fuera la vida en ello he behaved as if his life depended on itsólo tres personas lograron salir con vida only three people escaped alive, there were only three survivorsencontraron su cuerpo sin vida junto al río ( period); his body was found by the riverdieron la vida por la patria they gave o sacrificed their lives for their countryla mujer que te dio la vida the woman who brought you into this worldel actor que da vida al personaje de Napoleón the actor who plays o portrays Napoleoncon la vida en un hilo or pendiente de un hilo: estuvo un mes entero con la vida en un hilo his life hung by a thread for a whole monthreal como la vida misma true, true-lifees una historia real como la vida misma it's a true o true-life storymientras hay vida hay esperanza where there is life there is hope2 (viveza, vitalidad) lifees un niño sano, lleno de vida he's a healthy child, full of lifela ciudad es bonita, pero le falta vida it's a nice city but it's not very lively o it doesn't have much lifeunas cortinas amarillas le darían vida a la habitación yellow curtains would liven up o brighten up the roomB (extensión de tiempo) lifese pasa la vida viendo la televisión he spends his life watching televisiontoda una vida dedicada a la enseñanza a lifetime dedicated to teachinga lo largo de su vida throughout his lifeen vida de tu padre when your father was alivela corta vida del último gobierno the short life of the last governmentla relación tuvo una vida muy corta the relationship was very short-livedla vida de un coche/electrodoméstico the life-span of a car/an electrical appliancecuando encuentres al hombre de tu vida when you find the man of your dreams o your Mr Rightes el amor de mi vida she's the love of my lifeamargarle la vida a algn to make sb's life a miseryamargarse la vida to make oneself miserablecomplicarle la vida a algn to make sb's life difficultcomplicarse la vida to make life difficult for oneselfde por vida for lifese conocen de toda la vida they know each other from way backun programa/una medicina de toda la vida a run-of-the-mill program*/medicineun amigo/votante de toda la vida a lifelong friend/voteren la/mi vida: ¡en la or en mi vida he visto cosa igual! I've never seen anything like it in my life!¡en la or mi vida haría una cosa así! I'd never dream of doing something like that!enterrarse en vida to cut oneself off from the worldhacerle la vida imposible a algn to make sb's life impossibletener siete vidas como los gatos to have nine livesC1 (manera de vivir, actividades) lifelleva una vida muy ajetreada she leads a very busy lifela medicina/pintura es toda su vida she lives for medicine/painting¿qué tal? ¿qué es de tu vida? how are you? what have you been up to?déjalo que haga or viva su vida let him get on with o let him live his own life¡esto sí que es vida! this is the life!¡(así) es la vida! that's life, such is lifela vida le sonríe fortune has smiled on herhacen vida de casados or marital they live togethercomparten la casa pero no hacen vida en común they share the house but they lead separate lives o they live separately¡qué vida ésta! what a life!darse or pegarse una or la gran vida to have an easy life ( colloq), to live the life of Riley ( colloq)estar encantado de la vida to be thrilled, to be thrilled to bits ( colloq), to be over the moon ( colloq)está encantada de la vida con el nuevo trabajo she's thrilled to bits o she's over the moon with her new job¿podríamos hacer la fiesta en tu casa? — por mí, encantado de la vida could we have the party at your house? — I'd be delighted to o that's absolutely fine by mese sabe la vida y milagros de todo el mundo he knows everybody's life story«vestido/zapatos» to bite the dust ( colloq)pegarse la vida padre ( fam); to have an easy life2 (en determinado aspecto) lifevida privada/militar private/military lifesu vida sentimental or amorosa his love life3 (biografía) lifela vida y obra de Cervantes the life and works of Cervanteslas vidas de los santos the lives of the saintsCompuestos:( euf):life of contemplation( fam); dog's lifetuvo una vida de perros she led a dog's life● vida eterna or perdurablela vida eterna or perdurable eternal o everlasting lifenightlifesocial lifeno hacen mucha vida social they don't socialize much, they don't have much social lifeD(necesidades materiales): con ese dinero tiene la vida resuelta with that money she's set up for lifela vida está carísima everything is so expensive, the cost of living is very highganarse la vida to earn one's o a living¡pues, ahora que se busque la vida! well, now he'll have to stand on his own two feet o get by on his own!E (como apelativo) darling¡mi vida! or ¡vida mía! my darling!, darling!pero hija de mi vida ¿cómo se te ocurrió hacer eso? but my dear, what made you do that?* * *
vida sustantivo femenino
1a) (Biol) life;
una cuestión de vida o muerte a matter of life and death;
quitarse la vida to take one's (own) life (frml);
salir con vida to escape alive
le falta vida it's/she's/he's not very lively
2 ( extensión de tiempo, existencia) life;
toda una vida a lifetime;
la vida de un coche the life-span of a car;
un amigo de toda la vida a lifelong friend;
amargarle la vida a algn to make sb's life a misery;
complicarse la vida to make life difficult for oneself;
de por vida for life;
hacerle la vida imposible a algn to make sb's life impossible
3 (manera de vivir, actividades) life;
¿qué es de tu vida? what have you been up to?;
hace or vive su vida he lives his own life;
¡esto sí que es vida! this is the life!;
¡(así) es la vida! that's life, such is life;
vida privada private life;
su vida sentimental his love life;
una mujer de vida alegre a woman of easy virtue;
¡qué vida de perros! it's a dog's life;
hacer vida social to socialize;
estar encantado de la vida to be thrilled, to be over the moon (colloq)
4 ( necesidades materiales):
ganarse la vida to earn one's o a living;
tiene la vida resuelta he's set up for life
5 ( como apelativo) darling;◊ ¡mi vida! (my) darling!
vida sustantivo femenino
1 (existencia) life: no hay vida en Marte, there is no life on Mars
estar con vida, to be alive
quitarse la vida, to take one's own life
2 (periodo vital) life: toda la vida ha sido socialista, he's been a socialist all his life
de corta vida, short-lived
toda una vida, a lifetime
3 (modo de vida) ¿cómo te va la vida?, how's life?
la literatura es su vida, he lives for literature o literature is his life
lleva una vida muy desordenada, she lives o leads a very chaotic life
♦ Locuciones: familiar ¡esto es vida!, this is the life (situación muy agradable, placentera) ¡esto es vida!, todo el día tumbado sin tener que trabajar, this is the life! lazing around all day without having to work
fam (resolver un asunto, problema) buscarse la vida: no tengo dinero, - me da igual, ¡búscate la vida!, I haven't got any money, - I couldn't care less, go and sort your own problems out
figurado Lit Cine Teat (representar un personaje) dar vida: en esa película el actor da vida a Napoleón, in that film the actor plays the part of Napoleon
dar la vida, to sacrifice o give one's life
ganarse la vida, to earn one's living
fig fam (morir) pasar a mejor vida, to pass away
(independencia) tener/vivir su (propia) vida alguien: ya no está con sus padres, tiene su propia vida, he isn't with his parents anymore, he's living his own life
a vida o muerte, (situación de alto riesgo) le tuvieron que operar a vida o muerte, it was a life or death operation
de mi/tu/su... vida: el amor de mi vida, the love of my life
de por vida, for life
de toda la vida, lifelong
en la vida, never in one's life
Rel la otra vida, the next life
familiar vida de perros, dog's life
fam (hechos y anécdotas de un personaje o persona) vida y milagros de alguien, the full details about sb
' vida' also found in these entries:
Spanish:
agitada
- agitado
- amargarse
- andar
- atentar
- comentar
- complicarse
- constante
- contemplativa
- contemplativo
- convivencia
- conyugal
- cosa
- crepúsculo
- cruzarse
- delante
- descansada
- descansado
- desengañarse
- desgraciada
- desgraciado
- encarrilar
- episodio
- ser
- ermitaña
- ermitaño
- esperanza
- flor
- ir
- ganarse
- hipótesis
- ilusión
- indigna
- indigno
- inerte
- intrepidez
- jamás
- juego
- jugar
- martirio
- muerta
- muerto
- mujer
- normalización
- oportunidad
- padecer
- padre
- pajolera
- pajolero
- pantalla
English:
abundance
- account
- active
- afterlife
- alive
- amenities
- assurance
- attempt
- bang up
- battle
- bread
- breeding ground
- bright
- busy
- carp
- chapter
- clean
- conception
- cost
- cost of living
- crossroads
- dead
- dear
- dedicate
- destroy
- dodge
- dog
- domestic
- earn
- easy
- eccentric
- emigrate
- existence
- fascination
- flat
- give up
- gracious
- greed
- greediness
- hell
- herself
- high life
- himself
- hurdle
- impossible
- index-linked
- insurance
- lead
- life
- life expectancy
* * *vida nf1. [estado fisiológico, hecho de existir] life;¿hay vida en otros planetas? is there life on other planets?;el cuerpo sin vida de un soldado the lifeless body of a soldier;el conflicto se cobró muchas vidas many lives were lost in the conflict;aquello le costó la vida that cost him his life;dar la vida por to give one's life for;estar con vida to be alive;va a ser una operación a vida o muerte the operation may save his life but it may also kill him;estar entre la vida y la muerte to be at death's door;perder la vida to lose one's life;quitar la vida a alguien to kill sb;quitarse la vida to take one's (own) life;salir con vida to come out alive;como si la vida le fuera en ello as if his/her life depended on it;enterrarse en vida to forsake the world;[prenda, aparato, utensilio] to have had it;la otra vida the next life;tenía la vida pendiente de un hilo her life was hanging by a thread;tener siete vidas (como los gatos) to have nine lives;mientras hay vida hay esperanza hope springs eternalvida artificial artificial life;la vida eterna eternal life;vida extraterrestre extraterrestrial life;vida intrauterina intrauterine life2. [periodo de existencia] life;trabajó toda su vida he worked all his life;una vida plagada de éxitos a lifetime of success;el amor/la oportunidad de su vida the love/chance of his life;un amigo de toda la vida a lifelong friend;le conozco de toda la vida I've known him all my life;de toda la vida las novias van de blanco brides have worn white since time immemorial, brides have always worn white;de por vida for life;en vida de during the life o lifetime of;eso no lo hubieras dicho en vida de tu padre you would never have said that while your father was alive;pasarse la vida haciendo algo to spend one's life doing sth;se pasa la vida quejándose he does nothing but complain all the time;hacer la vida imposible a alguien to make sb's life impossible;Amtoda la vida: [sin duda] [m5]¿prefieres África a Europa? – ¡toda la vida! do you prefer Africa to Europe? – every time! o you bet!;la vida da muchas vueltas you never know what life has got in store for you;la vida y milagros de alguien sb's life storytiene una vida útil de veinte años it has a useful life of twenty years, it's designed to last for twenty yearsvida en estantería shelf life;vida media average life, mean lifetime4. [forma de vivir, faceta cotidiana] life;su vida es el teatro the theatre is her life;¿cómo es tu vida diaria? what would be a typical day in your life?;la vida política del país the country's political life;¿no te gustaría cambiar de vida? wouldn't you like to change your life o the way you live?;lleva una vida muy tranquila she leads o lives a very peaceful life;¡así es la vida! that's life!, such is life!;¡esto (sí que) es vida! this is the life!;una mujer de vida alegre a loose woman;¿qué es de tu vida? how's life?;¡qué vida ésta! what a life!;la buena vida the good life;llevar una vida de perros to lead a dog's lifevida amorosa love life;vida de familia family life;vida privada private life;vida pública public life;vida sentimental love life;vida sexual sex life;vida social social life;hacer vida social (con) to socialize (with)5. [animación] life;este pueblo tiene mucha vida this town is very lively;estar lleno de vida to be full of life;Brando da vida al personaje del padre Brando plays the fathervida nocturna nightlife6. [necesidades materiales]Famla vida está muy cara en Japón the cost of living is very high in Japan;está la vida muy achuchada money's very tight;ganarse la vida to earn a living;con este trabajo me gano bien la vida I make a good living from this job7. [apelativo cariñoso] darling;¡mi vida!, ¡vida mía! my darling!* * *f life; espTÉC life span;de por vida for life;toda la vida all one’s life;somos amigos de toda la vida we have been friends all our lives;en mi vida never (in my life);¿qué es de tu vida? how are things?;ganarse la vida earn a living;vivir su vida live one’s own life;hacer la vida imposible a alguien make s.o.’s life impossible;a vida o muerte life-or-death;estar entre la vida y la muerte be hovering between life and death, be fighting for life;la gran vida live high on the hog fam, live the life of Riley fam ;pasar a mejor vida pass away;quitarse la vida take one’s own life, kill o.s.;perder la vida lose one’s life;salir con vida come out alive;sin vida lifeless;la vida y milagros de alguien s.o.’s life story;vida en pareja married life, life together;vida familiar/sentimental family/love life;vida interior inner self;así es la vida that’s life;vida mía my love;mujer de la vida loose woman;dar vida a TEA play the part of* * *vida nf1) : lifela vida cotidiana: everyday life2) : life span, lifetime3) biografía: biography, life4) : way of life, lifestyle5) : livelihoodganarse la vida: to earn one's living6) viveza: liveliness7)media vida : half-life* * *vida n2. (sustento) living -
38 Jonah
n. Jona (naam); profeet uit het Oude Testament die door een walvis was opgeslokt en op de kust ongehavend werd uitgespuugd (Bijbel); boek uit het Oude Testament waar het verhaal van Jona werd verteld; mannelijke voornaam; familienaam; iemand die of iets dat ongeluk brengt[ dzjoonə]I 〈 eigennaam〉1 Jonas -
39 evangelical
adj. evangelisch (volgens het nieuwe testament, christendom)--------n. gelooft in evangelie (volgens het nieuwe testament, christendom)[ ie:vændzjellikl] 〈 evangelically〉2 van/met betrekking tot de evangelische kerk 〈in Engeland: Low Church〉 -
40 nuncupative will
mondeling testament (testament verklaard in aanwezigheid van twee getuigen)
См. также в других словарях:
Testament de heiligenstadt — Première page autographe du document bouleversant connu sous le nom de Testament de Heiligenstadt, rédigé par Beethoven le 6 octobre 1802 et retrouvé après sa mort. Désemparé par sa surdité débutante, le compositeur y exposait son désespoir et la … Wikipédia en Français
Testament — en 2008 Datos generales Nacimiento 1982 … Wikipedia Español
VAN EYCK (H. et J.) — Les «primitifs flamands» fascinent toujours, et plus qu’eux tous les deux frères Van Eyck, leurs aînés. On admire l’étonnante minutie d’artistes amoureux de la création, l’éclat et la variété des colorations, la qualité d’une matière picturale… … Encyclopédie Universelle
Testament of Ba — Fragment of the Testament of Ba at the British Library, with six incomplete lines of Tibetan writing (Or.8210/S.9498A). The Testament of Ba (Tibetan དབའ་བཞེད or སྦ་བཞེད; Wylie … Wikipedia
Van Dievoet — Pierre van Dievoet Pierre van Dievoet (1661 1729) était un sculpteur bruxellois. Il vécut à Londres et Bruxelles. Sculpture de l Agneau Blanc à Bruxelles, par Pierre van Dievoet, 1696. Van Dievoet est baptisé à la Coll … Wikipédia en Français
Testament de Heiligenstadt — Première page autographe du document bouleversant connu sous le nom de Testament de Heiligenstadt, rédigé par Beethoven le 6 octobre 1802 et retrouvé après sa mort. Désemparé par sa surdité débutante, le compositeur y exposait son désespoir et la … Wikipédia en Français
Testament — 1. Die vom Alten Testament haben am Neuen kein Theil. Eine reiche Witwe hatte die Jesuiten ihres Orts zu ihren Erben eingesetzt; als aber ihre armen Verwandten und Freunde es hörten, drangen sie in sie, andere Bestimmungen zu treffen, was sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Van Esbroeck — Michel van Esbroeck Michel van Esbroeck (17 juin 1934, Malines, Belgique 21 novembre 2003, Louvain la Neuve, Belgique) est, avec François Nau, Anton Baumstark et quelques autres, un grand nom de l orientalisme chrétien. C était un bollandiste … Wikipédia en Français
Van Eß — Leander van Eß (auch Johann Heinrich van Eß, * 15. Februar 1772 in Warburg im Fürstbistum Paderborn; † 13. Oktober 1847 in Affolterbach, Odenwald) war ein katholischer Theologe und Verfasser einer Übersetzung der Bibel ins Deutsche. Novum… … Deutsch Wikipedia
Van Rijn Rembrandt — Rembrandt Pour les articles homonymes, voir Rembrandt (homonymie). Rembrandt … Wikipédia en Français
Testament — A testament is a document that the author has sworn to be true.Testament can refer to: * Old Testament, also known as the Tanakh, the holy scriptures of Judaism and Christianity. * New Testament, holy scriptures of Christianity including the… … Wikipedia