-
1 schok
♦voorbeelden:een schok van verontwaardiging • un sursaut d'indignationdat gaf een harde schok • cela provoqua un choc violenter ging een schok door hem heen • il eut un soubresautmet schokken • par à-coupszonder schokken • sans secousse -
2 schok
1 [stoot] jolt2 [elektrische ontlading] shock3 [emotionele klap; schokkende gebeurtenis] shock♦voorbeelden:de schok was zo hevig dat … • the (force of the) impact was so great that …met een schok tot stilstand komen • jolt to a stopmet een schok wakker worden • awake with a startzich iets met een schok realiseren • realize with a jolt/starter ging een schok door de aanwezigen • a shudder went through the crowdde schok te boven komen • get over the shock -
3 een schok van 2000 volt krijgen
een schok van 2000 volt krijgenDeens-Russisch woordenboek > een schok van 2000 volt krijgen
-
4 een schok van verontwaardiging
een schok van verontwaardiging -
5 dempen
-
6 concussive
adj. van schok, van stoot, van klap -
7 het dempen
het dempen————————het dempen -
8 concussively
adv. aandoen van schok; hevig aangegrepen -
9 in a state of shock
in een staat van schok, ontzetting -
10 shock
n. schok; opschudding; electrische schok; bos; bos (haar)--------v. schok geven; aanstoot geven; schokken; een schok geven (electriciteit; hokken (schoven graan)shock1[ sjok]♦voorbeelden:1 schok ⇒ schrik, (onaangename) verrassing♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————shock21 schokken ⇒ choqueren, laten schrikken♦voorbeelden: -
11 jump
n. sprong; aanloop; huppel; spronglengte; korte reis; plotseling opschrikken--------v. springen; opschrikken; aanloop nemen; huppelen; even wegbrengen; weggaan, vluchten; met kracht pakken; eruit latenjump1[ dzjump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:by jumps • sprongsgewijze————————jump23 opspringen ⇒ opschrikken, een schok krijgen♦voorbeelden:he jumped at him • hij sprong op hem toejump for joy • opspringen/dansen van vreugdejump to one's feet • opspringen→ jump off jump off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jump rope • touwtje springen -
12 ébranlement
ébranlement [eebrãlmã]〈m.〉1 schudding ⇒ trilling, beving2 schok ⇒ stoot, hort3 schok ⇒ verwarring, ontdaanheid4 (het) aan het wankelen brengen ⇒ (het) ondermijnen, (het) aantastenm1) schudding, beving2) schok4) vertrek [trein] -
13 zap
n. korte tijdsperiode in microgolf oven; energie en enthousiasme; onverwachtse klap of slag; schok; pittige kwaliteit--------v. doden, neerschieten, doodschieten; verslaan; plotseling aanvallen (Slang); iets snel afmaken, snel te werk gaan; iets in een mirogolf oven opwarmen of koken; iets fotocopiëren; (Computers) hardware of media vernietigen door middel van elektriciteit; uitwissen of ergens vanaf komen (Computers); van televisiekanalen veranderen tijdens reclames, zappen met afstandsbediening; (Uitzending) een instrument gebruiken om reclames uit uitzending te wissen (bv; met een pauzeknop tijdens video-opname); een elektrische schok geven (Slang)zap1♦voorbeelden:¶ zap! • zoef!, flits!, wam!————————zap2〈 zapped〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; slang〉1 snel gaan ⇒ zoeven, racen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 turn
n. draai, bocht; beurt; ommekeer--------v. draaien; omslaan; omkeren; worden; veranderen; omzetten; wendenturn1[ tə:n]3 wending ⇒ draai, (verandering van) richting4 beurt7 〈 benaming voor〉 korte bezigheid ⇒ wandelingetje, ommetje; ritje, tochtje; nummer(tje) 〈 in circus, show〉; 〈 bij uitbreiding〉 artiest 〈 in show〉♦voorbeelden:turn of the tide • getijwisseling, kentering 〈 ook figuurlijk〉the tide is on the turn • het tij keertthe next right turn • de volgende afslag rechts4 is it my turn to cook tonight? • moet ik vanavond koken?take turns at something • iets om beurten doen, elkaar aflossen met ietswait one's turn • zijn beurt afwachtenturn and turn about • om en om, om de beurtby turns • om en om, om de beurtin turn • om de beurt, achtereenvolgens; op zijn beurttake it in turn(s) to do something • iets om beurten doenin one's turn • op zijn beurtyour turn • jij bentbe of a musical turn (of mind) • muzikaal aangelegd zijnat every turn • bij elke stap/gelegenheid, overaldone to a turn • perfect klaargemaakt, precies gaar genoeg→ good good/♦voorbeelden:————————turn23 〈 benaming voor〉 van richting veranderen ⇒ afslaan, draaien, een bocht/draai maken; (zich) omkeren, (zich) omdraaien; een keer nemen, kenteren 〈 van getijde〉♦voorbeelden:his thoughts turned to his mother • hij dacht aan zijn moederturn aside (from) • zich afwenden (van)turn to a book • een boek raadplegenturn to drink • aan de drank rakenthe car turned left, right, and then turned into Bond Street • de auto sloeg saf, rechtsaf, en draaide toen Bond Street inturn about • zich omkerenabout turn! • rechtsom(keert)! 〈 bevel aan troepen〉turn (a)round • zich omdraaien 〈 van iemand〉; een ommekeer maken 〈 bijvoorbeeld van economie〉; van gedachten/mening veranderenturn back • terugkeren, omkerenturn down a side street • een zijstraat inslaanwe turned off the M1 at Hatfield • we gingen van de M1 af bij Hatfieldhe turned to teaching • hij switchte naar (het) onderwijsturn into • veranderen in, wordenthe success of a film turns on many factors • het succes van een film hangt van vele factoren afwater turns to ice • water wordt ijsturn (up)on someone • iemand aanvallen, zich tegen iemand keren→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/2 〈 benaming voor〉 omdraaien ⇒ (doen) omkeren; omploegen, omspitten; omslaan, keren 〈 kraag〉; omvouwen4 verzuren ⇒ zuur worden/maken♦voorbeelden:the wheels turn fast • de wielen draaien snelshe turned the car • zij keerde de autoshe turned my old coat • zij keerde mijn oude jas (binnenstebuiten)turn the collar • de kraag omslaanturn the page • de bladzijde omslaanturn about • omkeren, omdraaienturn (a)round • ronddraaien; omkeren, omdraaienturn back • omvouwen, omslaanturn back the sheets • de lakens omslaan/open slaanturn something inside out • iets binnenstebuiten keren; 〈 figuurlijk〉grondig doorzoeken, overhoophalenit seemed as if the world had turned topsy-turvy • het leek wel de omgekeerde wereldturn upside down • ondersteboven kerenturn to page seven • sla bladzijde zeven opturn a phrase • iets mooi zeggenthe warm weather turned the milk • door het warme weer verzuurde de melk4 (doen) veranderen (van) ⇒ omzetten, verzetten; (ver)maken; een wending geven aan 〈 gesprek〉; bocht/draai laten maken, draaien; afwenden, omleiden♦voorbeelden:1 turn a circle • een cirkel maken/beschrijventurn the conversation • een andere wending aan het gesprek geventurn a stream • een stroom omleidenturn the switch • de wissel omzettenturn into • veranderen in, (ver)maken tot; omzetten in〈 figuurlijk〉 the terrible hangover turned him off drink for some time • door de enorme kater had hij een tijdje geen enkele interesse in drankturn the conversation to something different • het gesprek op iets anders brengenturn a gun on someone • een geweer op iemand richtenshe turned her face away from the corpses • zij wendde haar hoofd af van de lijkenturn a child against his parents • een kind tegen zijn ouders opstoken〈 Amerikaans-Engels〉 turn loose • los/vrijlatenmy wife is/has turned fifty • mijn vrouw is de vijftig gepasseerd/is vijftig gewordenit is/has turned six o'clock • het is zes uur geweestturn away • wegsturen, wegjagen, ontslaan; 〈 figuurlijk〉verwerpen, afwijzenwe were turned back at the entrance • bij de ingang werden we teruggestuurdturn someone into the street • iemand op straat zetten→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/IV 〈 koppelwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:her skin turned brown • haar vel werd bruinhis wife turned Catholic • zijn vrouw werd katholiekthe milk turned sour • de melk werd zuur -
15 impact
n. invloed; indruk; botsing tussen twee voorwerpen; slag; kontakt; schok--------v. indrijven, indrukken; (krachtig) raken, treffen[ impækt]1 schok ⇒ botsing, inslag2 schokeffect ⇒ (krachtige) invloed, impact♦voorbeelden:1 on impact • bij/op het moment van een botsing -
16 decouple
v. afscheiden; ontkoppelen van een ding van het andere; ontkoppelen van de koppeling van het ene circuit of gedeelte van een ander (Elektronica); absorberen van een schok van een explosie; verminderen van door lucht voortgeleide schokgolven van een explosie door de explosieondergrond tot ontploffing te brengen -
17 impact
-
18 cahot
-
19 upset
adj. van streek--------n. omverwerpen; ruzie; verstoring--------v. omverwerpen; in de war sturen; van streek makenupset1[ upset] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 omverwerping ⇒ verstoring, totale ommekeer2 ontsteltenis ⇒ (bron van) ellende, (emotionele) schok4 〈 sport〉verrassende nederlaag/wending♦voorbeelden:————————upset2[ upset]♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 van streek ⇒ overstuur, geërgerd————————upset3[ upset]1 omkantelen ⇒ omslaan, omvallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 omstoten ⇒ omverwerpen, omgooien3 in de war sturen ⇒ verstoren, van zijn stuk brengen♦voorbeelden:3 a very upsetting experience • een heel nare/onplezierige ervaringit upset me greatly • ik ben er erg van geschrokken -
20 fuse
n. lont; ontsteker; zekering, stop--------v. (doen) smelten (v. zekering); (doen) ineensmelten (v. metalen enz.); van zekeringen voorzienfuse11 lont♦voorbeelden:————————fuse2II 〈 overgankelijk werkwoord〉
См. также в других словарях:
Liste der Biografien/Scho — Biografien: A B C D E F G H I J K L M N O P Q … Deutsch Wikipedia
Aussehen — 1. Das sieht bös aus, sagte Steffen, da hatte ihn eine Mücke auf die Nase gestochen. Holl.: Dat is een erg gat, zei meester Jan, en het was een kakhiel. (Harrebomée, I, 32.) 2. Elendiglich aussehen, ist genug gebeten. *3. A sieht aos, as wan a… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Netherlands in the Eurovision Song Contest 1992 — Eurovision Song Contest 1992 Country Netherlands National selection Selection process … Wikipedia
Brno — Statutory city Montage of Brno • Left, row 1: Cathedral of St. Peter and Paul on Petrov hill • Left, row 2: Veveří Castle • Left, row 3: Hi … Wikipedia
Prague — This article is about the capital of the Czech Republic. For other uses, see Prague (disambiguation). Prague Czech: Praha Montage … Wikipedia