-
1 val
I 〈 de (mannelijk)〉1 [het door de lucht omlaag gaan] fall3 [hoogte waaruit iets valt] drop5 [zondeval] fall6 [wijze van neerhangen] hang, drape♦voorbeelden:de val van iemand/iets breken • break someone's fall/the fall of somethingten val komen • fall (down), have a fall4 de regering ten val brengen • overthrow/bring down the governmentII 〈de〉♦voorbeelden:1 een val zetten/opzetten • set/lay a trap/snareiemand in de val lokken • trick/frame someone1 [touw] halyard -
2 beneden
beneden1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:naar beneden komen • 〈langs trap enz.〉 come down(stairs); 〈 vallen〉 fall down; crash 〈 vliegtuig〉; collapse 〈 muur, dak〉de vijfde regel van beneden • the fifth line up, the fifth line from the bottom————————beneden2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:beneden de verwachtingen blijven • fall short of expectationsbeneden de waarde verkopen • sell below valuebeneden mijn waardigheid • beneath my dignity〈 scheepvaart〉 beneden de wind • (to) leeward, downwindhet beneden zich achten • consider it beneath one -
3 neerslaan
1 [scheikunde] precipitate, be precipitated♦voorbeelden:1 het metaal slaat neer op de elektrode • the metal precipitates/is precipitated on the electrodeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naar beneden slaan] turn down 〈 rand, kraag〉 ⇒ let down, lower 〈 klep〉, 〈 platmaken〉 beat down, 〈 platmaken〉 flatten2 [tegen de grond slaan] strike/knock down♦voorbeelden:de ogen neerslaan • lower one's eyes2 een opstand neerslaan • put down/crush a rebellion -
4 trap
2 [schop] kick3 [het trappen op de fiets] pedalling4 [graad, mate] level5 [stadium] stage6 [trede] step7 [taalkunde] degree8 [deel van een raket] stage♦voorbeelden:de trap afgaan • go down(stairs)de trap afhollen • charge down the stairsiemand de trap afschoppen • kick someone downstairstrappen lopen • go up and down stairsde trap opgaan • go upstairsboven/onder/beneden aan de trap • at the head/at the foot/bottom of the stairsvan de trap vallen • fall down the stairsovertreffende trap • superlativestellende trap • positivevergrotende trap • comparative -
5 van de trap vallen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van de trap vallen
-
6 neerwerpen
2 [omverwerpen] strike/knock down, knock over♦voorbeelden: -
7 zinken
adj. zinc, of or pertaining to zinc--------n. sinking, descent; gradual decline or fall--------v. sink, submerge, fall down below the surface (especially in water); subside, decline -
8 ten val komen
ten val komenfall (down), have a fall -
9 achteroverslaan
1 [onverhoeds achterovervallen] fall down/over backwards2 [zeer verbaasd/ontsteld zijn] stagger♦voorbeelden:2 hij sloeg steil achterover toen ik dat zei • when I said that, he was absolutely staggered/flabbergasted1 [snel opdrinken] toss down/off♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > achteroverslaan
-
10 grond
4 [bodem onder water] bottom♦voorbeelden:een stuk grond • a plot of landbraakliggende grond • waste landlaag bij de grond • 〈 figuurlijk〉 commonplace, pedestrian, triteiemand tegen de grond slaan • knock someone flattegen de grond gaan • fall down〈 figuurlijk〉 zij heeft haar bedrijf van de grond af opgebouwd • she built up her firm up from scratch2 〈 schertsend〉 een kunstenaar van de koude grond • a third-rate/would-be artist, an artist of sortsschrale/onvruchtbare grond • barren/poor soilvaste grond onder de voeten hebben • 〈 ook figuurlijk〉 be on firm/solid groundgewijde grond • consecrated groundiemand nog verder de grond in trappen • kick someone when he's downtoen de grond hem te heet onder de voeten werd • when things got too hot for him〈 figuurlijk〉 iemand/iets de grond in prijzen • praise someone/something to the skiesals aan de grond genageld staan • be rooted to the spotdoor de grond (kunnen) gaan/zinken van schaamte • not know where to put oneself for embarrassmentop de grond zitten • sit on the ground/floor〈 figuurlijk〉 iemand de grond in boren • crush someone; 〈 (ernstig) bekritiseren〉 crucify someone, tear/pull someone to pieces/shreds〈 figuurlijk〉 iemand/iets te gronde richten • ruin someone/somethingzichzelf te gronde richten • dig one's own gravegoede grond hebben iets aan te nemen • have good grounds/reason for somethingop medische gronden • for medical reasons, on medical groundsgronden aanvoeren voor • advance arguments fordie bewering mist alle grond • that assertion is without (any) foundation/is groundlessop grond van zijn huidskleur • because of/on account of his colourop grond van artikel 26 • on the basis of/by virtue of section 26op grond waarvan • on the basis of whichop grond van het feit dat … • on the basis of/by reason of the fact that …6 in de grond van de zaak • at bottom, basicallydat komt uit de grond van zijn hart • that comes from the bottom of his heart -
11 naar beneden komen
naar beneden komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar beneden komen
-
12 zich neerwerpen
zich neerwerpenthrow oneself down, fall down on one's kneesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich neerwerpen
-
13 tegen de grond gaan
tegen de grond gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tegen de grond gaan
-
14 vallen
3 [terechtkomen] fall4 [plaatshebben op] fall6 [tot stand komen, ontstaan] 〈zie voorbeelden 6〉7 [op een bepaalde manier zijn] 〈zie voorbeelden 7〉8 [in een situatie terechtgekomen zijn] come, fall9 [sneuvelen] fall (in battle)14 [zich aangetrokken voelen tot] go (for), take (to)♦voorbeelden:1 er valt sneeuw/hagel • it's snowing/hailinguit elkaar/aan stukken vallen • fall apart/to pieceszij kwam lelijk te vallen • she had/took a bad fallzich laten vallen • allow oneself to be dropped, fall, drophij viel languit op de grond • he fell headlong/sprawling to the ground〈 figuurlijk〉 op/over een woord vallen • take offence at/quibble over a wordvan de trap vallen • fall/tumble down the stairsik zou hem/haar niet kennen al zou ik over hem/haar vallen • I wouldn't know him/her from Adam3 zijn blik laten vallen op • let one's eye fall on, cast a glance at4 Kerstmis valt op een woensdag • Christmas (Day) falls on/is a Wednesdayer vielen doden/gewonden • there were fatalities/casualtieser valt een schot • a shot is fired/rings outer viel een stilte • there was a hush, silence felleen woord laten vallen • drop a remarkhet valt niet te ontkennen dat … • there is no denying the fact that …met haar valt niet te praten • there is no talking to herer valt wel iets voor te zeggen om … • there is something to be said for …8 dat valt buiten zijn bevoegdheid • that is/falls outside his authority/jurisdictiondat valt niet onder het contract • that does not come/fall under the contract, that is not covered by the contract12 dat valt goed/verkeerd • 〈 gewaardeerd worden〉 that goes down well/badly; 〈 uitvallen〉 that turns out well/badlyhet viel hem zwaar • he found it hard going/difficulteen eis laten vallen • drop a demandiemand laten vallen • drop/ditch someonehij liet de aanklacht vallen • he dropped the charge -
15 neervallen
1 [op de grond vallen] fall/drop down2 [neerhangen] fall, hang3 [neerknielen] fall/drop down on one's knees4 [gaan zitten] drop/flop (down)♦voorbeelden:1 dood neervallen • fall/drop down deadwerken tot men erbij neervalt • work oneself to death, work one's fingers to the bone4 zij liet zich in een stoel neervallen • she dropped/flopped into a chair -
16 dalen
♦voorbeelden:1 zich in dalende lijn bewegen • be on the decline, show a downward tendencyhij is zeer in mijn achting gedaald • he has gone down considerably in my estimation〈 figuurlijk〉 in het graf dalen • sink into the/one's gravede temperatuur daalde tot beneden het vriespunt • the temperature fell below zerode koersen dalen • (the) prices are dropping/falling/are going down; 〈 figuurlijk〉 things are/business is going downhillde prijzen zijn sterk gedaald • prices have plummetediets in waarde doen dalen • devalue something -
17 zakken
2 [lager van niveau worden] fall (off), drop ⇒ come/go down, 〈 verzakken〉 sink, 〈 verzakken〉 subside3 [niet slagen] fail ⇒ Bgo down♦voorbeelden:door de vloer/het ijs zakken • fall through the floor/the icein elkaar zakken • collapse2 de hoofdpijn is gezakt • the headache has eased off/subsidedde koers is gezakt tot • the rate has fallen tohet water is gezakt • the water has gone down/subsidedde prijs iets laten zakken • lower/drop the price a bit -
18 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
19 neerkomen
2 [treffen] fall ((up)on)3 [de bedoeling hebben] come/boil down (to) ⇒ amount (to)♦voorbeelden:1 waar is het vliegtuig neergekomen? • where did the aeroplane land?met een geweldige smak neerkomen • come down like a ton of bricksdat komt op hetzelfde neer • it comes/boils down to the same thingwaar het op neerkomt is … • the long and the short of it is … -
20 vervallen
adj. dilapidated, ruinous, due, overdue, mature, ramshackle, derelict, broken down, tumble-down, old, shrunken--------adv. ruinously--------v. decay, fall into, expire, fall due on, fall due, become due, mature, dilapidate, escheat, moulder, molder
См. также в других словарях:
fall down on the job — to do a job badly The people who are supposed to be keeping the city clean have been falling down on the job. • • • Main Entry: ↑fall fall down on the job see ↑fall, 1 • • • Main Entry: ↑job … Useful english dictionary
fall down on the job — {v. phr.}, {informal} To fail to work well. * /The boss was disappointed when his workers fell down on the job./ … Dictionary of American idioms
fall down on the job — {v. phr.}, {informal} To fail to work well. * /The boss was disappointed when his workers fell down on the job./ … Dictionary of American idioms
fall down on — To fail in • • • Main Entry: ↑fall … Useful english dictionary
Fall Down Dead — was a horror/slasher film released in 2007, and it starred Dominique Swain. The storyline involves a metropolitan city in the grip of fear after rolling blackouts bring out a serial killer dubbed The Picasso Killer . One night, in the middle of a … Wikipedia
fall down — phrasal verb [intransitive] Word forms fall down : present tense I/you/we/they fall down he/she/it falls down present participle falling down past tense fell down past participle fallen down 1) same as fall I, 1), b) I fell down and hurt my knee … English dictionary
fall down — verb lose an upright position suddenly The vase fell over and the water spilled onto the table Her hair fell across her forehead • Syn: ↑fall • Derivationally related forms: ↑fall (for: ↑fall) … Useful english dictionary
Fall Down (Jebediah) — Infobox Single Name = First Time Artist = Jebediah from Album = Jebediah B side = Released = October 29 2001 Format = Recorded = July August 2001 Genre = Alternative Length = 9:24 Label = Redline Records Writer = Producer = Magoo Engineer = Magoo … Wikipedia
Fall Down — Infobox Single Name = Fall Down Artist = Toad the Wet Sprocket from Album = Dulcinea Released = 1994 Genre = Rock Format = CD Label = Columbia Length = 3:24 Writer = Todd Nichols, Glen Phillips Producer = Gavin MacKillop Last single = I Will Not… … Wikipedia
fall down — verb a) To fall to the ground. Ring a ring o roses, / A pocketful of posies. / A tishoo! A tishoo! / We all fall down. mdash; traditional nursery rhyme (UK version) b) To collapse. The beams supporting the roof had rotted, causing the entire… … Wiktionary
fall down seven times, get up eight — Japanese proverb 1997 New York Times 24 Aug. (online) ‘I always told him, “Fall down seven times, get up eight,”’ said John Kim, the bridegroom’s father. ‘That’s a martial arts motto.’ 2006 R. PAGE on http://www.russpage.net 10 Apr. I saw a… … Proverbs new dictionary