-
1 steen
1 [harde delfstof] stone♦voorbeelden:II 〈de〉2 [als bouwmateriaal] stone ⇒ 〈 baksteen〉 brick, 〈 plavuisvormig〉 slab, 〈 kinderhoofdje〉 cobble(-stone)♦voorbeelden:de eerste steen (naar iemand) werpen • throw/cast the first stone (at someone)als een steen op de maag liggen • be indigestibleergens een steentje toe bijdragen • do one's bit towards something; chip in with 〈 bedrag〉/towards 〈 doel〉de eerste steen leggen • lay the first stonegeen steen op de ander laten • not leave a stone standingeen ring met een steen • a ring set with a stone -
2 steen
n. stone, brick, rock, calculus, jewel, gem, drupel -
3 steen
• brick• die• stone• wheel -
4 steen en been klagen
steen en been klagenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > steen en been klagen
-
5 steen houwen
steen houwen -
6 steen der wijzen
n. philosopher's stone -
7 steen en been klagen
v. lament -
8 als een steen op de maag liggen
als een steen op de maag liggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als een steen op de maag liggen
-
9 de eerste steen (naar iemand) werpen
de eerste steen (naar iemand) werpenthrow/cast the first stone (at someone)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de eerste steen (naar iemand) werpen
-
10 de eerste steen leggen
de eerste steen leggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de eerste steen leggen
-
11 de onderste steen moet boven komen
de onderste steen moet boven komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de onderste steen moet boven komen
-
12 de steen ging rakelings langs zijn hoofd
de steen ging rakelings langs zijn hoofdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de steen ging rakelings langs zijn hoofd
-
13 de vlakke bovenkant van de steen
de vlakke bovenkant van de steenthe flat/level surface of the stoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de vlakke bovenkant van de steen
-
14 een ezel stoot zich in 't gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen
once bitten, twice shyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ezel stoot zich in 't gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen
-
15 een hart van goud/steen hebben
een hart van goud/steen hebbenhave a heart of gold/stoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hart van goud/steen hebben
-
16 een huishouden van Jan Steen
een huishouden van Jan SteenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huishouden van Jan Steen
-
17 een ring met een steen
een ring met een steenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ring met een steen
-
18 een steen des aanstoots
een steen des aanstootsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een steen des aanstoots
-
19 een steen slaan
een steen slaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een steen slaan
-
20 een zware steen kantelen
een zware steen kantelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zware steen kantelen
См. также в других словарях:
Steen — ist ein Familienname. Inhaltsverzeichnis 1 Herkunft und Bedeutung 2 Namensträger 3 Sonstiges 4 Siehe auch … Deutsch Wikipedia
STEEN (J.) — STEEN JAN (1626 1679) Peintre de genre par excellence, Jan Steen est le fils d’un brasseur hollandais. Né à Leyde, et successivement élève de Nicolas Knupfer à Utrecht, d’Adriaen van Ostade à Haarlem et de Jan van Goyen à La Haye, il assimilera… … Encyclopédie Universelle
Steen — Steen, MN U.S. city in Minnesota Population (2000): 182 Housing Units (2000): 72 Land area (2000): 0.423750 sq. miles (1.097508 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 0.423750 sq. miles (1.097508 sq.… … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Steen, MN — U.S. city in Minnesota Population (2000): 182 Housing Units (2000): 72 Land area (2000): 0.423750 sq. miles (1.097508 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 0.423750 sq. miles (1.097508 sq. km) FIPS… … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Steen — (st[=e]n), n. [AS. st[=ae]na. See {Stone}.] [Written also {stean}.] 1. A vessel of clay or stone. An huge great earth pot steane. Spenser. [1913 Webster] 2. A wall of brick, stone, or cement, used as a lining, as of a well, cistern, etc.; a… … The Collaborative International Dictionary of English
Steen — Steen, v. t. [AS. st[=ae]nan to adorn with stones or gems. See {Stone}.] To line, as a well, with brick, stone, or other hard material. [Written also {stean}, and {stein}.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Steen [1] — Steen, Jan van S., geb. 1636 in Leyden; Genremaler, Schüler Browers u. van Goyers; malte Scenen aus dem gemeinsten Leben, wozu er sich auch ein Wirthshaus pachtete, um in ununterbrochener Anschauung solcher zu bleiben; st. 1689 … Pierer's Universal-Lexikon
Steen [2] — Steen, holländisches Gewicht von 3 niederländischen Pond, also genau 3 Kilogrammes … Pierer's Universal-Lexikon
Steen [1] — Steen (holländ., »Stein«), früheres niederländ. Gewicht zu 8 Ponden = 3,9527 kg, seltener zu 6 Ponden, 1816–70 = 3 kg … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Steen [2] — Steen, 1) Jan, holländ. Maler, geb. 1626 in Leiden, begraben daselbst 3. Febr. 1679, war Schüler N. Knupfers in Utrecht und Jan van Goyens im Haag und bildete sich auch nach A. van Ostade und Frans Hals. 1648 ließ er sich in die Malergilde zu… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Steen — Steen, Jan, holländ. Genremaler, geb. um 1626 zu Leiden, Besitzer einer Schankwirtschaft in Leiden, gest. das. 1679; malte: Wie die Alten sungen, so zwitschern auch die Jungen (Amsterdam), Bohnenkönigsfest (Cassel), Arzt bei kranker Frau, Lockere … Kleines Konversations-Lexikon