-
1 bezinksel
-
2 bezinksel
n. deposit, sediment -
3 bezinksel
• deposit• settlement -
4 aanzetting
1 [het meer nadruk geven] accentuation, accenting -
5 afzetting
1 [amputatie] amputation3 [neerslag, bezinksel] (sedimentary) deposit, sediment -
6 dik
dik1〈 het〉1 [bezinksel] grounds, dregs2 [dik gedeelte] thick♦voorbeelden:iemand door dik en dun volgen • support someone/stand by someone through thick and thin/fair and foul————————dik24 [opgezet, gezwollen] swollen♦voorbeelden:1 een dik boek • a thick/fat book10 cm dik • 10 cm thickde dikke darm • the large intestineze stonden tien rijen dik • they stood ten (rows) deepeen dikke streep/lijn • a thick/bold stroke/lineeen dikke trui • a thick jumperdik worden • thicken, set, congealdie jurk maakt dik • that dress makes you look fatdik worden • grow fatzij heeft aanleg om dik te worden • she puts on weight easilydik worden • swell (up)¶ dik doen • swank, swagger, boastzich dik maken (over iets) • get worked up (about something)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:een dikke voldoende • a (very) high markdik tevreden (zijn) • (be) well-satisfieddik verdiend • well-earnedhij is dik in de zeventig • he is well into his seventiesdik onder het stof • thick with dustdat komt dik voor elkaar/mekaar • that'll work out finehet er dik bovenop leggen • lay it on thickhet ligt er dik bovenop • it is quite obviousdat zit er dik in • I wouldn't be surpriseddik in iets zitten • have plenty of somethingdikke vrienden zijn • be great/close friendseen dikke mist • thick fog -
7 drab
-
8 neerslaan
1 [scheikunde] precipitate, be precipitated♦voorbeelden:1 het metaal slaat neer op de elektrode • the metal precipitates/is precipitated on the electrodeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naar beneden slaan] turn down 〈 rand, kraag〉 ⇒ let down, lower 〈 klep〉, 〈 platmaken〉 beat down, 〈 platmaken〉 flatten2 [tegen de grond slaan] strike/knock down♦voorbeelden:de ogen neerslaan • lower one's eyes2 een opstand neerslaan • put down/crush a rebellion -
9 neerslag
1 [regen, sneeuw, hagel] precipitation ⇒ 〈 regen ook〉 rain, rainfall, 〈 hagel〉 layer, 〈 sneeuw ook〉 fall4 [neerwaartse beweging] downstroke♦voorbeelden:1 de jaarlijkse hoeveelheid neerslag • the annual precipitation/rainfallradioactieve neerslag • radioactive dust, fall-outde wetgeving moet de neerslag zijn van de publieke opinie • legislation should reflect public opinion -
10 residu
♦voorbeelden: -
11 slib
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский