Перевод: с нидерландского на английский

с английского на нидерландский

С английского на:
Нидерландский
С нидерландского на:
Все языки
Английский
Немецкий

Amerikaans-Engels

Толкование Перевод

1 Engels-Amerikaans

Engels-Amerikaans

1 Anglo-American, English-American

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > Engels-Amerikaans
2 frik

frik

1 〈 Amerikaans-Engels〉 schoolmarm 〈 vrouwelijk〉; 〈 Brits-Engels, Amerikaans-Engels〉 schoolmaster 〈 mannelijk〉, schoolmistress 〈 vrouwelijk〉 schoolteacher

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > frik
3 nul

nul¹

〈de〉

1 [cijferteken] nought ⇒ 〈 Amerikaans-Engels en wetenschappelijk〉 zero, 〈 informeel〉 o

2 [persoon] nobody ⇒ nonentity

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 nul op het rekest krijgen • meet with a refusal, be turned down 〈sollicitant enz.〉; 〈 informeel〉 come away with a flea in one's ear

2   hij is een grote nul • he's a nobody

————————

nul²

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 null ⇒ 〈 pejoratief ook〉 nil

♦voorbeelden:

1   dat is van nul en gener waarde • it is utterly worthless

————————

nul³

〈 hoofdtelwoord〉

1 nought; 〈 Amerikaans-Engels en wetenschappelijk〉 zero

♦voorbeelden:

1   van/uit het jaar nul • out of the ark

     nul komma nul • absolutely nothing

     de stemming zakte al gauw beneden nul • the mood soon fell below freezing-point

     tien graden onder nul • ten (degrees) below zero 〈 ook Brits-Engels〉

     〈 figuurlijk〉 onder/beneden nul zijn • be way under par

     PSV heeft met 2-0 verloren • PSV lost two-nil

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > nul
4 gedistilleerd

gedistilleerd¹

〈 het〉

1 spirits; 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 liquor

♦voorbeelden:

1 handel in gedistilleerd en wijnen • trade in wines and spirits

————————

gedistilleerd²

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 distilled

♦voorbeelden:

1 gedistilleerde dranken • spirits; 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 liquor(s)

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gedistilleerd
5 gelijkvloers

gelijkvloers

1 on the ground/ 〈 Amerikaans-Engels ook〉 first floor, at street level 〈 predikatief gebruikt〉 ground-/ 〈 Amerikaans-Engels ook〉 first-floor 〈 bijvoeglijk gebruikt〉

♦voorbeelden:

1 gelijkvloerse vertrekken • ground-floor rooms; rooms on the ground floor

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gelijkvloers
6 antenne

antenne

1 〈 Brits-Engels〉 aerial; 〈 Amerikaans-Engels of techniek, technologie〉 antenna

♦voorbeelden:

1 een gerichte antenne • a directional aerial

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > antenne
7 bijles

bijles

1 coaching ⇒ 〈 Amerikaans-Engels ook〉 tutoring

♦voorbeelden:

1 bijles Engels geven • coach in English

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bijles
8 boevenwagen

boevenwagen

1 〈 Brits-Engels〉 Black Maria ⇒ 〈 Amerikaans-Engels〉 patrol wagon

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > boevenwagen
9 donders

donders

〈 informeel〉

1 damn(ed) ⇒ 〈 Brits-Engels ook〉 bloody, 〈 Amerikaans-Engels ook〉 goddam

♦voorbeelden:

1 die donderse vent bedriegt me • that bloody fellow is cheating me

je weet donders goed … • you know damn(ed) well …

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > donders
10 doos

doos

1 [voorwerp] box ⇒ case 〈 wijn〉

2 [informeel] [wc] 〈 Brits-Engels〉 loo; 〈 Amerikaans-Engels〉 john

♦voorbeelden:

1   een doos bonbons • a box of chocolates

     een liedje uit de oude doos • an old(-fashioned) song, a golden oldie

     〈 luchtvaart〉 de zwarte doos • the black box

2   op de doos zitten • be in the loo

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > doos
11 een oude kar

een oude kar

〈 Brits-Engels〉 a banger; 〈 Amerikaans-Engels〉 a clunker

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een oude kar
12 fractievoorzitter

fractievoorzitter, fractievoorzitster

〈 politiek〉

1 ±^Bchairman 〈 mannelijk〉 /chairwoman 〈 vrouwelijk〉 of a/the parliamentary party, ±^Afloor leader ⇒ 〈 Brits-Engels〉 Whip, 〈 met betrekking tot oppositie〉 Shadow Leader of the House, 〈 Amerikaans-Engels〉 Senate/House Minority/Majority Leader

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > fractievoorzitter
13 gabber

gabber

〈 informeel〉

1 [persoon] fellow ⇒ 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 bloke, 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 guy

2 [kameraad] mate, pal, chum, buddy

♦voorbeelden:

1 een rare gabber • a funny fellow/bloke

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gabber
14 gids

gids

1 [persoon] guide; 〈 raadsman ook〉 mentor

2 [boek, leidraad] guide(book) ⇒ 〈 handleiding, handboek〉 handbook, manual

3 [vrouwelijke padvinder] 〈 Brits-Engels〉 (Girl) Guide; 〈 Amerikaans-Engels〉 Girl Scout

4 [telefoongids] (telephone) directory, telephone book

♦voorbeelden:

1   iemands gids zijn • be someone's guide/mentor

2   gids voor Arnhem en omstreken • guide(book) to Arnhem and district

4   de gouden/gele gids • the yellow pages

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gids
15 gom

gom

I 〈 het〉

1 [vlakgom] 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 rubber; 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 eraser

II 〈 het, de〉

1 [boomhars] gum (resin)

♦voorbeelden:

1 Arabische gom • gum arabic; gum

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gom
16 kar

kar

1 [voertuig op twee wielen] cart ⇒ barrow

2 [informeel] [auto] car

3 [hoeveelheid] cartload

♦voorbeelden:

1   de kar trekken • 〈 figuurlijk〉 do the dirty work

2   een oude kar • 〈 Brits-Engels〉 a banger; 〈 Amerikaans-Engels〉 a clunker

3   een kar zand/grind • a cartload of sand/gravel

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kar
17 kwart

kwart

I 〈 het〉

1 [vierde deel van een geheel] quarter

2 [kwartier] quarter (of an hour)

♦voorbeelden:

1   voor een kwart Engels/leeg • one quarter English/empty

     drie kwart van zijn vermogen • three quarters of his fortune

     één en een kwart (liter) • one and a quarter (litres), one (litre) and a quarter

2   het is kwart voor/over elf • it is a quarter to/past eleven; 〈 Amerikaans-Engels ook〉 it is ten forty-five/eleven-fifteen

II 〈de〉〈 muziek〉

1 [kwartnoot] ^Bcrotchet, ^Aquarter note

2 [derde toon na de grondtoon] fourth

3 [interval van vier trappen] fourth

♦voorbeelden:

3   een kwart hoger • up/raised a fourth

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kwart
18 mentor

mentor

1 [studiebegeleider van leerlingen/studenten] 〈 Brits-Engels〉 tutor; 〈 Amerikaans-Engels〉 student adviser

2 [raadsman] mentor

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mentor
19 meuren

meuren

〈 informeel〉

1 〈 Brits-Engels〉 kip; 〈 Amerikaans-Engels〉 saw logs

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > meuren
20 nicht

nicht

I 〈 de (vrouwelijk)〉

1 [dochter van iemands broer/zuster] niece

2 [ooms/tantesdochter] cousin

3 [afstammelinge van neef en nicht] cousin; grand niece 〈dochter van oom/tantezegger〉

♦voorbeelden:

2   een volle nicht • a first cousin

     een nicht van vaders/moederszijde • a paternal/maternal cousin

3   een verre nicht • a distant cousin

II 〈 de (mannelijk)〉

1 [homo] fairy ⇒ queen, 〈Brits-Engels; slang; beledigend〉 poofter, 〈Amerikaans-Engels; slang; beledigend〉 faggot

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > nicht

Страницы

См. также в других словарях:

Brouwerij De Molen — Industry Alcoholic beverage Founded 2004 Headquarters Bodegraven, Netherlands … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

Amerikaans-Engels

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

Amerikaans-Engels

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: