Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Все языки
Немецкий
Нидерландский
Русский

scheut

Толкование Перевод

1 dollop

n. kwak, scheut, kleine hoeveelheid

dollop

[ dolləp] 〈 informeel〉

1 (klein) beetje ⇒ kwak, scheut

♦voorbeelden:

1 a dollop of rum • een scheut rum

English-Dutch dictionary > dollop
2 shoot

n. schoot, scheut; schietwedstrijd; jachtpartij; schietpartij; fotosessie; de hele zooi
--------
v. schieten; jagen; laten uitschieten; filmen; laten vallen op; uitzenden; zenden; snel voorbijgaan

shoot¹

[ sjoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 (jonge) spruit ⇒ loot, scheut

2 schietoefening ⇒ schietwedstrijd

3 jacht(partij)

4 jachtgebied

5 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 lancering 〈van raket e.d.〉

————————

shoot²

〈 shot, shot [ sjot]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 snel bewegen ⇒ (voort/weg)schieten; 〈 in het bijzonder〉 schuiven 〈 van grendel〉

2 schieten 〈 met wapen〉

3 afgaan 〈 van wapen〉

4 steken 〈 van pijn, wond〉

5 uitlopen ⇒ ontspruiten

6 〈 sport〉 (op doel) schieten

7 plaatjes schieten ⇒ foto's nemen, filmen

♦voorbeelden:

1   shoot ahead • vooruitschieten

2   shoot at/for • schieten op; 〈in het bijzonder Amerikaans-Engels; informeel, ook figuurlijk〉 (zich) richten op

4   the pain shot through/up his arm • een stekende pijn ging door zijn arm

¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 shoot ! • zeg op!, zeg het maar!

→ shoot out shoot out/, shoot up shoot up/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (af)schieten 〈 kogel, pijl enz.〉 ⇒ afvuren 〈ook figuurlijk; vragen e.d.〉

2 neerschieten ⇒ doodschieten; 〈 in het bijzonder〉 fusilleren

3 jagen (op) ⇒ afjagen 〈 terrein〉

4 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ schuiven 〈 grendel〉; 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 spuiten 〈 drugs〉

5 (naar doel) schieten 〈 bal〉 ⇒ schieten

6 snel passeren ⇒ snel onderdoor varen 〈 brug〉; snel varen over 〈 stroomversnelling〉

7 schieten 〈 plaatjes〉 ⇒ opnemen 〈 film〉

8 〈 Amerikaans-Engels〉 spelen 〈biljart e.d.〉

♦voorbeelden:

1   shoot away • verschieten 〈 munitie〉; eraf schieten 〈 ledemaat〉

     shoot down • neerschieten; 〈 figuurlijk〉 afkeuren

     shoot off • afschieten, afsteken 〈 vuurwerk〉; afvuren 〈 geweer〉; 〈 slang〉spuiten, ejaculeren

2   〈 figuurlijk〉 I'll be shot if • ik mag doodvallen als

→ shoot out shoot out/, shoot up shoot up/

English-Dutch dictionary > shoot
3 sprout

n. spruitje, scheut; jongen (slang)
--------
v. (uit)spruiten, uitlopen, opschieten; doen uitspruiten of opschieten

sprout¹

[ spraut] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 spruit ⇒ loot, scheut

2 〈 informeel〉 jongmens ⇒ spruit

3 〈 vaak meervoud〉 spruitje 〈 groente〉

————————

sprout²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (ont)spruiten ⇒ uitlopen

2 de hoogte in schieten ⇒ groeien

♦voorbeelden:

2 sprout up • de hoogte in schieten

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 doen ontspruiten

2 laten groeien 〈 ook figuurlijk〉

♦voorbeelden:

2 sprout a beard • zijn baard laten staan

English-Dutch dictionary > sprout
4 twinge

n. steek, korte stevige pijn, scheut (v. pijn); kwelling; wroeging
--------
v. korte hevige pijn veroorzaken; scherpe pijn voelen

twinge

[ twindzj]

1 scheut ⇒ steek

2 〈 figuurlijk〉 knaging 〈 van geweten〉 ⇒ kwelling

♦voorbeelden:

2 twinges of conscience • gewetenswroeging

English-Dutch dictionary > twinge
5 a dollop of rum

a dollop of rum

een scheut rum

English-Dutch dictionary > a dollop of rum
6 bourgeon

n. scheut, spruit
--------
v. uitlopen, ontluiken; doen uitkomen

bourgeon

→ burgeon burgeon/

English-Dutch dictionary > bourgeon
7 cane

n. stok; suikerriet; riet
--------
v. met het rietje geven, afranselen

cane¹

[ keen]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 dikke stengel ⇒ riet/bamboestengel, rotan(stok)

2 rotting ⇒ wandelstok; plantensteun

3 〈 plantkunde〉 stam ⇒ stengel, scheut

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 〈 vaak attributief〉 riet ⇒ rotan 〈 ook straf〉; rotting, bamboe, suikerriet

♦voorbeelden:

1 get/give the cane • met het rietje krijgen/geven

————————

cane²

〈 werkwoord〉

1 met het rietje geven ⇒ afranselen

2 matten 〈 van meubels〉

English-Dutch dictionary > cane
8 cramp

n. kramp, samentrekking; klem, tang
--------
v. stoppen, beperken; verkrampen; versmallen; beklemmen

cramp¹

[ kræmp]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 (muur)anker ⇒ kram, klamp

2 klem(haak) ⇒ spanijzer, lijmtang

II 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 kramp(scheut) ⇒ 〈 meervoud〉 maagkramp; buikkramp

————————

cramp²

〈 werkwoord〉

1 kramp veroorzaken bij/in ⇒ verkrampen

2 krammen ⇒ vastzetten met een (muur)anker/klem(haak)

3 onderdrukken ⇒ tegengaan, belemmeren

English-Dutch dictionary > cramp
9 offset

n. schieten; compensatie; offset (drukmethode)
--------
v. compenseren, opwegen tegen, neutraliseren; drukken (met de offset methode)

offset¹

[ ofset] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 scheut ⇒ spruit, loot; uitloper 〈van gebergte/plant〉

2 tegenwicht ⇒ compensatie

3 〈 bouwkunst〉 versnijding

4 offset(druk)

————————

offset²

[ ofset] 〈 offsetted〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (uit)schieten 〈 van planten〉

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 in offset drukken

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 compenseren ⇒ tegenwicht vormen, opwegen tegen, neutraliseren, tenietdoen

2 buigen 〈 pijp, staaf〉

♦voorbeelden:

1 offset against • zetten tegenover

English-Dutch dictionary > offset
10 offshoot

n. uitloper; zijtak

offshoot

1 uitloper 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ scheut, zijtak

English-Dutch dictionary > offshoot
11 pang

n. intense pijn; marteling

pang

[ pæng]

1 〈 ook figuurlijk〉 plotselinge pijn ⇒ steek, scheut

♦voorbeelden:

1 pangs of remorse • hevige gewetenswroeging

English-Dutch dictionary > pang
12 shooting

adj. schietend, stekend (pijn); vallend(e ster)
--------
n. schot, schoten; jacht

shooting¹

[ sjoe:ting] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 jacht

2 het schieten ⇒ het jagen

3 schietpartij

4 scheut 〈 van plant〉

5 opname 〈 film, scene〉

————————

shooting²

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 schietend

2 stekend

♦voorbeelden:

2 shooting pains • pijnscheuten

¶ 〈 informeel〉 shooting star • vallende ster

English-Dutch dictionary > shooting
13 smart

adj. vinnig; f; bijdehand; handig; chic, keurig; pienter; knap
--------
n. sterke pijn
--------
v. pijn, pijn doen, pijn lijden; schrijnen

smart¹

[ sma:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 steek ⇒ pijn(scheut)

————————

smart²

〈bijvoeglijk naamwoord; smartness〉

1 heftig ⇒ fel

2 bijdehand ⇒ slim, gevat

3 sluw

4 keurig ⇒ knap

5 toonaangevend

♦voorbeelden:

1   at a smart pace • met fe pas

2   smart card • chipkaart, smartcard 〈 (bank)kaart met geheugen〉

     smart talker • vlotte prater

4   how smart you look! • wat zie je er mooi uit!

5   the smart people • de bekende mensen

¶ smart aleck/alick, 〈 slang〉smart ass/guy • wijsneus

     don't (you) get smart (with me)! • niet te slim/brutaal worden, hè!

     look smart! • schiet op!

     〈Amerikaans-Engels; informeel〉 play it smart • het handig aanpakken

————————

smart³

〈 werkwoord〉

1 pijn doen ⇒ steken

2 pijn hebben ⇒ lijden

♦voorbeelden:

2   smart for one's deeds • boeten voor zijn daden

     smart over/under an insult • zich gekwetst voelen door een belediging

English-Dutch dictionary > smart
14 spear

n. speer, lans, spies; scheut
--------
v. met een speer doorsteken, spietsen

spear¹

[ spiə] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 speer ⇒ lans

2 harpoen

3 spriet ⇒ (gras)halm, (riet)stengel; 〈 figuurlijk〉 (haar)spriet

————————

spear²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈 informeel〉 doorklieven ⇒ schieten, snijden

♦voorbeelden:

1 the torpedo speared through the water • de torpedo schoot door het water

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (met een speer) doorboren/steken ⇒ spietsen

English-Dutch dictionary > spear
15 sucker

n. zuiger; zuigleer; zuigbuis; zuignap; zuigvis; jonge walvis; speenvarken; uitloper; sul

sucker

[ sukkə]

1 〈 benaming voor〉 iets dat zuigt ⇒ zuiger; uitloper, scheut; zuigorgaan/nap/snuit

2 〈 slang〉 onnozele hals ⇒ sukkel

♦voorbeelden:

2 be a sucker for • zich altijd laten inpakken door, (altijd) vallen op

English-Dutch dictionary > sucker
16 twitch

n. rukje, zenuwtrekking
--------
v. rukken, trekken (aan, met); zenuwachtig trekken

twitch¹

[ twitsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 trek ⇒ kramp

2 steek ⇒ scheut 〈van pijn e.d.〉

3 ruk

————————

twitch²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 trekken ⇒ trillen

2 steken

3 〈+at〉 rukken (aan)

♦voorbeelden:

1 a twitching muscle • een trillende spier

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 vertrekken

2 trekken aan

♦voorbeelden:

1 〈 figuurlijk〉 he didn't twitch an eyelid • hij vertrok geen spier

English-Dutch dictionary > twitch
17 wicker

adj. van twijgjes gemaakt
--------
n. twijgje; scheut

wicker

[ wikkə]

1 mandenwerk ⇒ vlechtwerk

English-Dutch dictionary > wicker
18 rootlet

n. worteltje, kleine scheut uit centrale wortel van plant; draad in vorm van wortel van klimplant in verticale richting

English-Dutch dictionary > rootlet

См. также в других словарях:

Scheut — Église Saint Vincent de Paul Administration Pays … Wikipédia en Français
Scheut-Missionare — Die Congregatio Immaculati Cordis Mariae C.I.C.M ist ein römisch katholischer Männerorden. Der Orden wurde 1862 in Scheut, einem Vorort von Brüssel, Belgien, durch den belgischen Weltpriester Theophiel Verbist gegründet. Er wurde 20. Juli 1900… … Deutsch Wikipedia
Bataille de Scheut — La Bataille de Scheut est une bataille qui eut lieu à Scheut (aujourd hui un quartier d’Anderlecht en Belgique) le 17 août 1356 entre les Bruxellois et une armée du comte de Flandre. Histoire de la bataille … Wikipédia en Français
Missionnaires de Scheut — Scheutiste Un scheutiste (ou missionnaire Scheutiste) est un membre de la Congrégation du Cœur Immaculé de Marie. Cette appellation vient de ce que la congrégation fut fondée à Scheut, un quartier d Anderlecht, commune de la ville de Bruxelles.… … Wikipédia en Français
Gebranntes Kind (scheut das Feuer) — Gebranntes Kind [scheut das Feuer] Das Sprichwort besagt, dass jemand, der schlechte Erfahrungen gemacht hat, ähnliche Risiken in Zukunft vermeidet: Nie wieder werden wir auf einen politischen Rattenfänger hereinfallen, gebranntes Kind scheut… … Universal-Lexikon
Gebrühte Katze scheut auch kaltes Wasser. — См. Обжегшись на молоке, будешь дуть и на воду … Большой толково-фразеологический словарь Михельсона (оригинальная орфография)
Ein gebranntes Kind scheut das Feuer. — См. Обжегшись на молоке, будешь дуть и на воду … Большой толково-фразеологический словарь Михельсона (оригинальная орфография)
Congregación del Corazón Inmaculado de María — Archivo:Verbist1.jpg Teófilo Verbist, fundador de la Congregación de Scheut La Congregación del Corazón Inmaculado de María fue fundada en un suburbio de Bruselas llamado Scheut el 28 de noviembre de 1862 desde donde iniciaron la Misión a China y … Wikipedia Español
Congregatio Immaculati Cordis Mariae — The Congregatio Immaculati Cordis Mariae (English), or the Congregation of the Immaculate Heart of Mary; (French: Congrégation du Coeur Immaculé de Marie; Dutch: Congregatie van het Onbevlekte Hart van Maria), also known as the Scheut fathers or… … Wikipedia
Congrégation du Cœur Immaculé de Marie — Scheutiste Un scheutiste (ou missionnaire Scheutiste) est un membre de la Congrégation du Cœur Immaculé de Marie. Cette appellation vient de ce que la congrégation fut fondée à Scheut, un quartier d Anderlecht, commune de la ville de Bruxelles.… … Wikipédia en Français
Scheutiste — Un scheutiste (ou missionnaire Scheutiste) est un membre de la Congrégation du Cœur Immaculé de Marie [CICM]. Cette appellation vient de ce que la congrégation fut fondée à Scheut, un quartier d Anderlecht, commune de la ville de Bruxelles.… … Wikipédia en Français

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

scheut

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

scheut

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: