-
1 make up for
compenseren, opwegen tegen; weer goed maken, vergoedenmake up forweer goed maken, vergoeden -
2 offset effects
compenseren voor slechte uitslagen -
3 supply the lack
compenseren van tekort -
4 cancel out
v. compenseren, neutraliserencancel out1 elkaar compenseren/neutraliseren ⇒ tegen elkaar opwegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 compenseren ⇒ goedmaken, neutraliseren♦voorbeelden:1 the profits have cancelled out last year's losses • de winsten hebben de verliezen van vorig jaar gecompenseerdthe pros and cons cancel each other out • de voor- en nadelen heffen elkaar op -
5 compensate
v. schadeloosstellen; vergoeden; compenseren[ kompənsəit]♦voorbeelden:2 he's small, so he compensates by bullying his family • hij is klein, dus hangt hij ter compensatie thuis de tiran uit1 vergoeden ⇒ vereffenen, goedmaken♦voorbeelden:1 I want the landlord to compensate me for all this trouble • ik wil dat de huisbaas me schadeloosstelt voor al deze overlast -
6 cancel
v. schrappen, afzeggen[ kænsl] 〈 Brits-Engels cancelled〉1 tegen elkaar wegvallen ⇒ elkaar compenseren/neutraliseren, tegen elkaar opwegen♦voorbeelden:→ cancel out cancel out/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doorstrepen ⇒ doorhalen, (door)schrappen2 opheffen ⇒ ongedaan maken, vernietigen♦voorbeelden:4 the inflation was cancelled by wage increases • de inflatie werd gecompenseerd door loonsverhogingen→ cancel out cancel out/ -
7 offset
n. schieten; compensatie; offset (drukmethode)--------v. compenseren, opwegen tegen, neutraliseren; drukken (met de offset methode)offset1[ ofset] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————offset2[ ofset] 〈 offsetted〉1 compenseren ⇒ tegenwicht vormen, opwegen tegen, neutraliseren, tenietdoen♦voorbeelden: -
8 overcompensate
v. teveel compenseren; (in psycho-analyse) overdreven drang voelen te compenseren (op speciaal gebrek)overcompensate〈zelfstandig naamwoord: overcompensation〉 -
9 balance out
balance out -
10 balance
n. balans; evenwicht; standvastigheid; weegschaal; saldo--------v. in evenwicht brengen, opwegen tegen; sluitend maken; sluitend zijnbalance1[ bæləns]♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 his fate is/hangs in the balance • zijn lot is onbeslist/onzekerbalance of trade • handelsbalansadverse balance • passieve balansstrike a balance • 〈 figuurlijk〉een compromis/het juiste evenwicht vindenbalance of profit • overwinstbalance of an account • saldo van een rekeningavailable balance • beschikbaar saldobudgetary balance • begrotingssaldobalance due • debetsaldoexternal balance • uitvoersaldopay the balance • het saldo vereffenen¶ on balance • rekening houdend met alle gegevens, alles in aanmerking genomen♦voorbeelden:balance of power • machtsevenwichtupset the balance • het evenwicht verbrekenredress the balance • het evenwicht herstellenhe put me off balance • hij bracht me uit mijn evenwicht; 〈 figuurlijk〉 hij bracht mij van mijn stuk————————balance21 schommelen ⇒ balanceren, slingeren3 in evenwicht staan/blijven ⇒ balanceren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 in evenwicht brengen/houden ⇒ balanceren♦voorbeelden:3 balance the books • de boeken/het boekjaar afsluiten -
11 condone
v. vergeven; compenseren[ kəndoon] 〈zelfstandig naamwoord: condonation〉 -
12 counterbalance
n. tegengewicht--------v. een tegenwicht vormencounterbalance -
13 counterpoise
n. tegenwicht--------v. tegendruk, evenwichtcounterpoise1————————counterpoise2〈 werkwoord〉1 in evenwicht brengen/houden ⇒ opwegen tegen, compenseren -
14 countervail
v. opwegen tegen; tegenwicht[ kauntəveel]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opwegen/opgewassen zijn tegen ⇒ compenseren -
15 make up
n. zich opmaken; zich verzoenen; opmaken; bijleggen, verzoenen; vergoeden; verzinnen; vormen, samenstellen; maken, bereiden; opmaken (bed); aanleggen (vuur); asfalteren; karakter, aard; opbouw--------v. construeren; constitueren; uitvinden, samenstellen; vergeven en vergeten; leveren wat ontbreekt; van cosmetica gebruik laten maken; compenseren voor iemand gemist heeft (zoals in: " Ik heb het examen gemist, kan ik het inhalen?")make up♦voorbeelden:¶ make up for • weer goed maken, vergoedenthis will make up into two pairs of trousers • hier kan men twee broeken uit makenmake up to someone • bij iemand in de gunst zien te komenmake up to someone for something • iemand iets vergoeden; iets goedmaken met/bij iemandhow can we ever make up to them for this? • hoe kunnen we hen dit ooit doen vergeten?II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 volledig/voltallig maken ⇒ aanvullen4 vergoeden ⇒ goedmaken; teruggeven, terugbetalen8 maken ⇒ opstellen, klaarmaken 〈 medicijn〉, bereiden; maken tot (pakje); (kleren) maken (van), naaien♦voorbeelden:make up a four at a game of scrabble • de vierde man zijn in een spelletje scrabble®make up a loss • een verlies goedmakenmake up the money you owe him • geef hem het geld terug dat je hem schuldig bent7 forty men and thirty-seven women made up the whole tribe • veertig mannen en zevenendertig vrouwen vormden de hele stamthe group was made up of four musicians • de groep bestond uit vier muzikantenmother made us up a sandwich lunch • moeder maakte voor ons een lunchpakket klaarmake up a shirt • een overhemd maken/naaienhe made his old books up into two small parcels • hij maakte van zijn oude boeken twee kleine pakjes -
16 nothing can compensate for losing a child
nothing can compensate for losing a childEnglish-Dutch dictionary > nothing can compensate for losing a child
-
17 outweigh the disadvantages
-
18 outweigh
v. zwaarder wegen danoutweigh♦voorbeelden: -
19 recoup
v. schadeloos stellen, (weer) goedmaken, vergoeden[ rikkoe:p]1 vergoeden ⇒ compenseren, schadeloosstellen2 recupereren ⇒ terugwinnen, inhalen♦voorbeelden: -
20 reward
n. prijs; beloning--------v. belonen; compenserenreward1[ riwwo:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beloning ⇒ compensatie, loon♦voorbeelden:1 offer a reward of £100 • een beloning uitloven van £100————————reward2〈 werkwoord〉1 belonen♦voorbeelden:1 reward someone with £100 (for something) • iemand (ergens voor) belonen met £100
- 1
- 2
См. также в других словарях:
kompensieren — Vsw ausgleichen erw. fach. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. compēnsāre auswiegen, abwägen , zu l. pēnsāre abwägen, ausgleichen und l. con , einem Intensivum zu l. pendere abwägen, beurteilen . Abstraktum: Kompensation. Ebenso nndl.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache