-
101 penser
penser [pãsee]♦voorbeelden:1 les animaux pensent-ils? • beschikken dieren over een denkvermogen?façon de penser • zienswijzefaites-moi penser à lui écrire • help me eraan herinneren dat ik hem nog moet schrijvenlaisser, donner à penser • te denken gevenvous n'y pensez pas! • dat meent u niet!ah, j'y pense • tussen twee haakjesil ne dit rien, mais il n'en pense pas moins • hij zegt niets, maar denkt zoveel te meerpense aux voisins! • denk om de buren!sans penser à mal • zonder kwade bedoelingsans y penser • onbewust, automatisch, zonder opzetpenses-tu!, pensez-vous! • wel nee!pensez-donc! • stel je voor!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 denken ⇒ menen, vinden2 veronderstellen ⇒ vermoeden, geloven3 van plan zijn ⇒ zich voornemen, zich voorstellen5 hopen6 bedenken ⇒ doordenken, uitdenken♦voorbeelden:1 qu'est-ce qui vous fait penser cela? • hoe komt u daarbij?marcher dans ce que je pense • trappen in je-weet-welqu'en pensez-vous? • wat vindt u ervan?un coup de pied où je pense • een schop onder zijn je-weet-welvous pensez bien que • u kunt zich wel voorstellen datne pas penser que 〈+ aanvoegende wijs〉 • niet denken, niet geloven datv1) denken (aan)2) menen, vinden6) hopen7) bedenken -
102 perdre
perdre [perdr]2 afnemen ⇒ verminderen, zwakker worden♦voorbeelden:y perdre • erop achteruitgaanperdre sur une marchandise • verlies lijden op een artikelII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verliezen ⇒ kwijtraken, erbij inschieten2 verspillen ⇒ verknoeien, verspelen3 ruïneren ⇒ te gronde richten, in zijn goede naam aantasten♦voorbeelden:sans perdre une syllabe • zonder ook maar één woord te missenn'avoir rien à perdre, mais tout à gagner • nee heb je, ja kun je krijgentu ne le connais pas? tu n'y perds rien • ken je hem niet? daar mis je niets aanperdre de vue • uit het oog verliezen2 vous ne perdez rien pour attendre! • u komt heus nog wel aan uw trekken!vous n'auriez pas un instant à perdre? • hebt u niet een ogenblikje voor me?♦voorbeelden:v1) verliezen2) afnemen, zwakker worden3) lekken4) vloeien [vrouw]5) kwijtraken6) verspillen7) ruïneren -
103 pièce
pièce [pjes]〈v.〉1 stuk ⇒ exemplaar, (onder)deel2 stuk ⇒ scherf, brok4 kamer ⇒ vertrek, ruimte5 stuk ⇒ muziekstuk, toneelstuk♦voorbeelden:pièces détachées • onderdelenpièces jointes • bijlagenêtre fait d'une seule pièce, tout d'une pièce • uit één stuk gemaakt zijninventer de toutes pièces • van a tot z verzinnenmettre une pièce à un pantalon • een stuk in een broek zettenvendre à la pièce • per stuk verkopentravail aux pièces • stukwerktravailler aux pièces • stukwerk verrichten〈 informeel〉 on n'est pas aux pièces! • het is geen aangenomen werk!la pièce • per stukcela coûte dix francs pièce • dat kost tien frank per stuk→ monnaieen pièces • in stukken, kapotdonner la pièce à qn. • iemand een fooi geven4 appartement de deux pièces • tweekamerwoning, -flatpièce à conviction • bewijsstukpièces d'identité • (identiteits)papierenjuger sur pièces • op grond van bewijsstukken een oordeel vellenpièce de résistance • hoofdschotelpièce montée • monumentale taartfaire pièce à • (iemand) de voet dwars zetten; paal en perk stellen aan (iets)f1) stuk, exemplaar2) scherf, brok3) muntstuk4) kamer5) akker6) document [juridisch]7) kanon, geschut [leger]8) schaakstuk -
104 planter
planter [plãtee]3 oprichten ⇒ opzetten, neerzetten♦voorbeelden:¶ planter là qn., qc. • iemand zomaar laten staan, iets in de steek latenêtre, rester planté qp. • ergens (onbeweeglijk) blijven staan→ chou♦voorbeelden:1. v1) (be)planten2) insteken3) inslaan [spijker]4) neerzetten2. se planterv -
105 pouvoir
pouvoir1 [poevwaar]〈m.〉2 macht ⇒ invloed, gezag, regering3 volmacht ⇒ machtiging, mandaat4 bevoegdheid ⇒ recht, macht♦voorbeelden:cela dépasse mon pouvoir • dat gaat mijn macht te bovenêtre en pouvoir de • in staat, bij machte zijn om tecela n'est pas en mon pouvoir • dat ligt niet in mijn vermogenles pouvoirs publics • de overheiddétenir le pouvoir • de macht uitoefenen, aan de macht zijnporter qn. au pouvoir • iemand aan de macht brengentomber au pouvoir de qn. • onder iemands invloed raken, in iemands handen vallen4 excéder ses pouvoirs • zijn bevoegdheden, zijn macht te buiten gaan————————pouvoir2 [poevwaar]1 kunnen ⇒ in staat zijn, vermogen2 mogen ⇒ toestemming hebben, het recht hebben♦voorbeelden:1 n'en plus pouvoir • niet meer kunnen, doodop zijn, uitgeput zijn; 〈 informeel〉in treurige staat verkeren, versleten zijnje n'y peux rien • ik kan er niets aan doenon ne peut pas ne pas l'admirer • men moet hem wel bewonderenoù est-ce que j'ai bien pu mettre mes lunettes? • waar heb ik nu toch mijn bril neergelegd? 〈 in vraagzinnen〉il peut beaucoup sur leurs décisions • hij heeft veel invloed op hun beslissingenon ne peut plus aimable • alleraardigst〈aanvoegende wijs + inversie〉 puissent les événements vous donner raison! • mogen de gebeurtenissen u in het gelijk stellen!♦voorbeelden:1. m1) vermogen2) macht3) volmacht, machtiging4) recht, bevoegdheid2. v1) kunnen2) mogen3) mogelijk -
106 précis
précis [preesie]1 nauwkeurig ⇒ precies, juist♦voorbeelden:douleur sans localisation précise • pijn die niet precies is te lokaliserenau moment précis où • juist op het ogenblik datstyle précis • bondige stijlne penser à rien de précis • aan niets bepaalds denkenpas précisément • niet bepaald, juist nietune maladie, une indisposition plus précisément • een ziekte, een ongesteldheid eigenlijkun précis • overzichtc'est précisément pour cela • juist daaromadjnauwkeurig, precies -
107 présence
présence [preezãs]〈v.〉1 aanwezigheid ⇒ tegenwoordigheid, bijzijn♦voorbeelden:présence d'esprit • tegenwoordigheid van geestfeuille de présence • presentielijstfaire de la présence • van zijn aanwezigheid blijk gevenfuir, éviter la présence de qn. • iemand mijdenen présence • tegenover elkaarêtre en présence de • in aanwezigheid zijn van; tegenover (iets) staanen ma présence • in mijn bijzijnhors de sa présence • in zijn, haar afwezigheidf1) aanwezigheid2) actualiteit3) uitstraling -
108 promesse
promesse [prommes]〈v.〉1 belofte ⇒ toezegging, woord♦voorbeelden:promesse sur parole • gentleman's agreement, herenakkoordle peuple de la promesse • het uitverkoren volk, de jodenjeune homme plein de promesses • veelbelovende jongemanmanquer à sa promesse • zijn belofte niet nakomense ruiner en promesses • veel beloven en niets doenf1) belofte2) promesse [handel] -
109 quelconque
quelconque [kelkõk]♦voorbeelden:d'une manière quelconque • op de een of andere manierun point quelconque • een willekeurig puntadj1) middelmatig, niets bijzonders2) een of ander -
110 question
question [kestjõ]〈v.〉1 vraag2 kwestie ⇒ vraagstuk, probleem♦voorbeelden:1 question à choix multiple • meerkeuzevraag, multiplechoicevraagbelle question!, cette question! • wat een vraag!question spécieuse • strikvraagse poser des questions • zich een en ander afvragenla question de savoir si • de vraag of2 question de confiance! • kwestie van vertrouwen!poser la question de confiance • de vertrouwenskwestie stellence qui est en question • waar het over gaatla personne en question • de bewuste persoon, de persoon in kwestiemettre qc. en question • iets in twijfel trekkentout remettre en question • alles op losse schroeven zettenc'est là toute la question, là est la question • dáár gaat het omil est question de l'envoyer à l'étranger • er is sprake van hem naar het buitenland te sturende quoi est-il question? • waar gaat het over?cela ne fait pas question • dat is buiten kijfpas question! • geen sprake van, daar komt niets van in!f1) vraag2) kwestie3) foltering -
111 rapport
rapport [raapor]〈m.〉1 verslag ⇒ rapport, verklaring3 verband ⇒ samenhang, verhouding, betrekking, gelijkenis, overeenkomst4 verhouding ⇒ verstandhouding, betrekking, relatie♦voorbeelden:quel rapport? • wat heeft dat er mee te maken?faire le rapport entre deux événements • verband leggen tussen twee gebeurtenissenje ne vois pas le rapport • ik zie het verband nietcela n'a aucun rapport avec • dat heeft niets te maken metdans le rapport de trois à un • in de verhouding van drie staat tot éénen rapport avec • in overeenstemming met, overeenkomstigêtre en rapport avec • samenhangen metpar rapport à • in vergelijking met, in verhouding tot, vergeleken metêtre sans rapport avec • in geen verband staan metsous le rapport de • wat betreftsous tous les rapports • in alle opzichtenrapports sexuels • seksuele omgangavoir des rapports tendus avec qn. • op gespannen voet staan met iemandavoir des rapports avec une femme • seksuele omgang hebben met een vrouwêtre en rapport avec qn. • met iemand in contact staanentrer, se mettre en rapport avec qn. • in contact treden met iemand→ maisonm1) verslag, rapport2) opbrengst3) verband, samenhang4) verhouding, betrekking5) vloedwater6) appel, verslag [leger] -
112 rater
rater [raatee]♦voorbeelden:3 ça n'a pas raté • het gebeurde natuurlijk, het was te voorzienII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:rater une personne • iemand mislopenj'ai raté ma sauce • mijn saus is misluktne pas rater qn. • iemand op z'n nummer zettenraté! • mis!v1) mislukken2) ketsen, niet afgaan4) missen5) verknoeien -
113 réalisme
réalisme [ree.aaliesm]〈m.〉m -
114 reposer
reposer [rəpoozee]1 (uit)rusten ⇒ slapen, liggen♦voorbeelden:ici repose … • hier rust …II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 laten rusten ⇒ rust gunnen, ontspannen2 neerzetten ⇒ terugzetten, -leggen, opnieuw zetten1. v1) (uit)rusten, slapen2) rusten (op)3) laten rusten4) neerzetten5) opnieuw stellen [vraag]2. se reposerv1) (uit)rusten3) zich weer voordoen [probleem] -
115 reproche
reproche [rəprosĵ]〈m.〉1 verwijt♦voorbeelden:sans reproche • onberispelijk, smetteloossans reproche, c'est moi qui avais raison • ik wil niets zeggen, maar ík had gelijkm -
116 roi
roi [rwaa]〈m.〉1 koning ⇒ vorst, heer♦voorbeelden:roi de coeur • hartenkoningFête des Rois • Driekoningenêtre heureux comme un roi • de koning te rijk zijnle Roi Très-Chrétien • de koning van Frankrijktravailler pour le roi de Prusse • voor niets, zonder beloning werkenles Rois (mages) • de drie Koningen, de drie Wijzenmkoning, vorst -
117 rouler
rouler [roelee]♦voorbeelden:la vie humaine roule sur des probabilités • het leven hangt van toevalligheden aan elkaarII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rollen ⇒ oprollen, draaien, doen rollen♦voorbeelden:rouler en boule • tot een prop maken¶ rouler les ‘r’ • de ‘r’ laten rollen♦voorbeelden:scène à se rouler par terre • scène om je dood te lachenv1) rollen2) rijden, lopen3) slingeren [schip]4) zwerven5) gaan (over), draaien (om) -
118 semblant
semblant [sãblã]〈m.〉♦voorbeelden:faire semblant (de) • doen alsof, voorwenden, simulerenne faire semblant de rien • niets laten merkenil fait semblant de dormir • hij doet alsof hij slaaptm -
119 sentir
sentir [sãtier]1 voelen ⇒ gewaarworden, zich bewust zijn van, merken5 proeven ⇒ smaken (naar), de smaak hebben van♦voorbeelden:1 sentir la fatigue • moe zijn, zich moe voelenfaire sentir qc. à qn. • iemand iets doen voelen, doen begrijpenfaire sentir à qn. que • iemand duidelijk maken datse faire sentir • merkbaar worden, zich doen geldenje sentis la colère me gagner • ik voelde dat ik boos werdje sens à quel point cela a dû être difficile • ik besef hoe moeilijk dat moet zijn geweestne pas pouvoir sentir qn. • iemand niet kunnen luchten (of zien)à cause de son rhume il ne sent plus rien • vanwege zijn verkoudheid ruikt hij niets meer3 sentir bon, mauvais • lekker, vies ruiken, stinkenfromage qui sent fort • kaas die sterk ruiktil sent des pieds • zijn voeten stinkence poisson commence à sentir • die vis begint te stinken2 voelbaar, merkbaar zijn♦voorbeelden:〈 informeel〉 alors, tu ne te sens plus? • ben je niet goed wijs geworden?ne pas pouvoir se sentir • elkaar niet kunnen luchten (of zien)v1) voelen, merken2) ruiken (aan, naar)5) aanvoelen -
120 servir
servir [servier]2 dienen ⇒ van dienst, van nut zijn, gebruikt worden♦voorbeelden:servir d' interprète à qn. • voor iemand als tolk optredenservir de combustible • als brandstof dienen, fungerenservir de guide à qn. • iemands gids zijnservir de leçon à qn. • voor iemand een les zijnservir de prétexte à qn. • door iemand als voorwendsel gebruikt worden2 cela ne sert à rien • dat dient nergens toe, daar hebben we niets aan〈 onpersoonlijk〉 à quoi (cela) sert (-il) de 〈+ onbepaalde wijs〉 • waartoe dient het te, wat heeft het voor zin omservir à qc. • tot, voor iets dienen; (aan) iets ten goede komenservir à qn. • iemand ten goede komen, te pas komencela peut encore servir • dat kan nog dienst doen→ pointII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in dienst zijn van ⇒ dienen, zich in dienst stellen van, helpen3 bedienen4 serveren ⇒ inschenken, opscheppen5 opdienen ⇒ opbrengen, voordienen, voorschotelen6 geven ⇒ uitbetalen, leveren♦voorbeelden:en fait de pluie, nous avons été (bien) servis cet été • wat regen betreft hebben we van de zomer onze portie wel gehad4 qu'est-ce que je vous sers? • wat mag ik u aanbieden?, wat mag ik voor u inschenken?servir chaud • warm opdienenservir à déjeuner à qn. • iemand een ontbijt, lunch voorzetten♦voorbeelden:v1) (be)dienen2) serveren, opslaan [sport]3) helpen4) te pas komen5) serveren, opscheppen6) geven, leveren
См. также в других словарях:
niets — noti … Woordenlijst Sranan
Eve Niets Hoeve — (Odoornerveen,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Noordzijde 10, 7874 TH Odoornerve … Каталог отелей
Wim Mertens — (Neerpelt, Bélgica, 14 de mayo de 1953) es un compositor, cantante contratenor, guitarrista, pianista y musicólogo belga que ha realizado conciertos en Europa, Norte y Centro América, Japón y Rusia. A partir de 1980 ha compuesto diferentes piezas … Wikipedia Español
Wim Mertens — Born 14 May 1953 (1953 05 14) (age 58) Neerpelt, Belgium Nationality … Wikipedia
Wim Mertens — (* 14. Mai 1953 in Neerpelt) ist ein belgischer Komponist, Countertenor, Pianist, Gitarrist und Musikwissenschaftler. Mertens studierte an der Universität Löwen Sozial und Politikwissenschaften, wo er 1975 seinen Abschluss erhielt, und… … Deutsch Wikipedia
Wim Mertens — Pour les articles homonymes, voir Mertens. Wim Mertens Naissance 14 mai 1953 ( … Wikipédia en Français
Nieten, Nietung, Nietmaschinen — Nieten, Nietung, Nietmaschinen. Die Ausführung von Nietverbindungen umfaßt die Herstellung der Nietlöcher (s. Nietlochherstellung) und die Umbildung des zylindrischen Endes des in die zu vernietenden Teile eingesteckten Nietbolzens (s. Niete,… … Lexikon der gesamten Technik
Negativ — (Photo: Nindo Crossmedia) Background information Birth name Maurits Robert Delchot Born … Wikipedia
Jahr — 1. Ale neinj Jôr î (zwî) Wînjjôr. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 59. 2. Ale sâf Jôr î Gôfjôr. – Schuster, 58. 3. All Joar n Jöhr un to n Harwst noch n Spoatling. (Pommern.) Alle Jahre ein Kind und im Herbst noch einen Spätling. Von fruchtbaren… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Niet — Ein genieteter Stahlträger Nietverbindungen einer alt … Deutsch Wikipedia
Nietverbindungen — für Eisenkonstruktionen dienen dazu, die Teile der Konstruktion derart zu vereinigen, daß letztere in der beabsichtigten Weise als Ganzes wirkt. Ueber Material und Dimensionen der Niete sowie über die Herstellung der Vernietungen (warme und kalte … Lexikon der gesamten Technik