-
1 élément
élément [eeleemã]〈m.〉1 element♦voorbeelden:enquête qui n'apporte aucun élément nouveau • onderzoek dat geen nieuwe bijzonderheden aan het licht brengtse retrouver dans son élément • in zijn element raken1. m1) element2) bestanddeel3) factor2. élémentsm pl2) eenheden [leger] -
2 épreuve
épreuve [eepruv]〈v.〉1 proef(neming) ⇒ examen, opgave, toets♦voorbeelden:épreuve de force • krachtproefépreuves d'initiation • inwijdingsrituelenmettre à l'épreuve, à rude épreuve • (zwaar) op de proef stellenà l'épreuve de • bestand tegenà l'épreuve des balles • kogelvrijà l'épreuve du feu • vuurvast, brandvrijà toute épreuve • overal tegen bestandf1) proef, examen, toets2) beproeving3) wedstrijd, rit4) drukproef5) afdruk -
3 pièce
pièce [pjes]〈v.〉1 stuk ⇒ exemplaar, (onder)deel2 stuk ⇒ scherf, brok4 kamer ⇒ vertrek, ruimte5 stuk ⇒ muziekstuk, toneelstuk♦voorbeelden:pièces détachées • onderdelenpièces jointes • bijlagenêtre fait d'une seule pièce, tout d'une pièce • uit één stuk gemaakt zijninventer de toutes pièces • van a tot z verzinnenmettre une pièce à un pantalon • een stuk in een broek zettenvendre à la pièce • per stuk verkopentravail aux pièces • stukwerktravailler aux pièces • stukwerk verrichten〈 informeel〉 on n'est pas aux pièces! • het is geen aangenomen werk!la pièce • per stukcela coûte dix francs pièce • dat kost tien frank per stuk→ monnaieen pièces • in stukken, kapotdonner la pièce à qn. • iemand een fooi geven4 appartement de deux pièces • tweekamerwoning, -flatpièce à conviction • bewijsstukpièces d'identité • (identiteits)papierenjuger sur pièces • op grond van bewijsstukken een oordeel vellenpièce de résistance • hoofdschotelpièce montée • monumentale taartfaire pièce à • (iemand) de voet dwars zetten; paal en perk stellen aan (iets)f1) stuk, exemplaar2) scherf, brok3) muntstuk4) kamer5) akker6) document [juridisch]7) kanon, geschut [leger]8) schaakstuk -
4 rectification
rectification [rektiefiekaasjõ]〈v.〉frechtzetting, correctie -
5 rectifier
rectifier [rektiefjee]〈 werkwoord〉v1) rechtzetten, corrigeren2) rechtmaken3) rectificeren4) bijslijpen5) koud maken, doden -
6 encadrer
encadrer [ãkaadree]1 omlijsten ⇒ omlijnen, omgeven, omringen♦voorbeelden:il était encadré par deux gendarmes • hij werd geflankeerd door twee agenten -
7 encadrer les recrues
encadrer les recrues -
8 les épreuves d'un examen
les épreuves d'un examenDictionnaire français-néerlandais > les épreuves d'un examen
-
9 pièces détachées
pièces détachées
См. также в других словарях:
Van Gink — The Van Gink was a Dutch automobile manufactured between 1899 and around 1903. Powered by two separate 2½ hp engines mounted at its rear, the tubular framed voiturette was the product of a cycle maker from Amsterdam.ReferencesDavid Burgess Wise,… … Wikipedia
World Soundtrack Award - Best Young Belgian Composer — The award for Best Young Belgian Composer is an award given each year at the World Soundtrack Awards. It is given out to commemorate achievement in young Belgian composers.Winners and Nominees*2002: Alex Otterlei *2003: Michael Vancraeynest *2004 … Wikipedia
Polizei (Niederlande) — Emblem Einsatzbus der niederländischen Polizei in Zwolle … Deutsch Wikipedia
Bea Vianen — Beatrice Sylvia Vianen (Paramaribo, 6 de noviembre de 1935) hasta la década de 1990 fue la escritora más leída de Surinam. Contenido 1 Biografía 2 Véase también 3 Bibliografía … Wikipedia Español