-
61 shoot
ʃu:t 1. past tense, past participle - shot; verb1) ((often with at) to send or fire (bullets, arrows etc) from a gun, bow etc: The enemy were shooting at us; He shot an arrow through the air.) skyte, fyre av2) (to hit or kill with a bullet, arrow etc: He went out to shoot pigeons; He was sentenced to be shot at dawn.) skyte3) (to direct swiftly and suddenly: She shot them an angry glance.) sende, kaste, slenge4) (to move swiftly: He shot out of the room; The pain shot up his leg; The force of the explosion shot him across the room.) skyte, suse, fare, jage5) (to take (usually moving) photographs (for a film): That film was shot in Spain; We will start shooting next week.) ta opp, filme, fotografere6) (to kick or hit at a goal in order to try to score.) skyte7) (to kill (game birds etc) for sport.) skyte, gå på jakt2. noun(a new growth on a plant: The deer were eating the young shoots on the trees.) skudd- shoot down
- shoot rapids
- shoot upskyte--------strykIsubst. \/ʃuːt\/1) ( botanikk) skudd2) ( i elv) stryk3) styrtsjakt, bunkerutløp4) rutsjebane5) (slang, for søppel e.l.) fylling, losseplass6) jaktlag, jakt, jaktdistrikt7) skytekonkurranse8) filming, bildetaking9) ( gammeldags) skudd, skuddviddego the whole shoot ( hverdagslig) sette alt på spillII1) skyte (ut), avfyre, sprenge• you shot me!2) jakte, drive jakt på, gå på jakt3) fare, suse, pile4) fotografere, filme, skyte, spille inn5) ( botanikk) skyte (skudd), spire6) ( sport) skyte, gå raskt langs bakken (om cricketball), spille (amer., om golf)7) ( slang) sette et skudd (injisere narkotika), ta en sprøyte8) (slang, om menn) komme (få orgasme)9) kaste, sende10) styrte, helle av, tippe av, tømme, spy• don't shoot rubbish here!shoot! ut med språket!, ut med det!, spør i vei! sett i gang!, kom igjen! stikk!, kom deg av gårde!shoot ahead rykke opp, rykke (raskt) frem, styrte fremshoot ahead of somebody rykke forbi noen, trenge seg forbi noenshoot at skyte på, skyte mot, skyte ettershoot away skyte bort fare av sted, suse av gårde ( med utropstegn) spør i vei!, snakk i vei!shoot down skyte ned• shoot down the plane!( overført) slå ned, knuseshoot forth spire fremshoot from the hip se ➢ hip, 1shoot it out gjøre opp med skytevåpenshoot Niagara se ➢ Niagarashoot off fyre av(austr., hverdagslig) stikke av, drashoot oneself in the foot se ➢ foot, 1shoot out skyte frem, stikke fremkaste ut slynge utshoot straight være en god skytter være realshoot through (austr.) stikke av, forsvinne i en fart, rømmeshoot up skyte i været, skyte opp( hverdagslig) skyte vilt omkring seg, terroriserespre ved å skyte påshoot up (on something) (slang, narkotika) sette en sprøyte, få seg et skudd (med noe)shoot wild skyte vilt omkring seg bommeIIIinter. \/ʃuːt\/(amer., hverdagslig) søren, fillern -
62 day
n. dag[ dee]2 werkdag♦voorbeelden:day of judgement/reckoning • dag des oordeels/der afrekeningday and night/night and day • dag en nachtthe day after tomorrow • overmorgenwork days • overdag werken, dagdienst hebben〈 informeel〉 from day one • meteen, vanaf de eerste dagday in, day out • dag in, dag uitday out • dagje uitday after day • dag in, dag uitday by day, from day to day • dagelijks, van dag tot dagday off • vrije dagsome day • eens, eenmaal, op een keer; bij gelegenheidall in a/the day's work • de normale gang van zakena good day's work • een productief dagjecall it a day • het voor gezien houdenlet's call it a day • laten we er een punt achter zettenmake a day of it • een dagje doorhalenmake someone's day • iemands dag goedmakenname the day • de trouwdag vaststellenone of these (fine) days • een dezer dagenone of those days • zo'n dag waarop alles tegenzitnot (have) one's day • zijn dag niet (hebben)from one day to the next • van vandaag op morgenon one's day • op het toppunt van zijn kunnenshe's thirty if she's a day • ze is op zijn minst dertig2 tijd ⇒ periode, dag(en)♦voorbeelden:(in) olden days • (in) vroeger tijdenhe's had his day • hij heeft zijn tijd gehadthose were the days • dat waren pas/nog eens tijdenat the present day • vandaag de dagin one's day • in iemands tijd/levenin the days of • ten tijde vanquestions of the day • hedendaagse/actuele vraagstukkenthese days • tegenwoordig, vandaag de dag(in) this day and age • vandaag de dagin those days • in die dagento the/a day • op de dag afto this day • tot op de dag van vandaag, tot op hedenthe other day • onlangs, pas geledenIII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:lose the day • de slag verliezenIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden: -
63 keep
n. inkomen, inkomsten; donjon (gevangenis in fort of kasteel)--------v. houden; bewaren; krijgen; onderhouden; volhouden; leiden; voeren; groot laten worden; eigenaar zijn vankeep1[ kie:p]1 donjon ⇒ (hoofd)toren, burchttoren♦voorbeelden:play for keep • menens/voor het ‘echte’ spelen1 (levens)onderhoud ⇒ kost, voedsel♦voorbeelden:————————keep2♦voorbeelden:1 keep cool! • houd je kalm!keep left • s houdenwill you please keep still! • blijf nou toch eens stil zitten!keep going • door (blijven) gaankeep talking! • blijf praten!how is John keeping? • hoe gaat het met John?keep ahead of • (een stapje) voor blijvenkeep away (from) • uit de buurt blijven (van), wegblijven (van)keep back • op een afstand blijvenkeep down • verstopt/verborgen blijven, beneden/onder blijvenkeep down, you fool! • bukken/kop omlaag, idioot!keep indoors • in huis blijvenif the rain keeps off • als het droog blijftkeep off/out! • verboden toegang!keep together • bij elkaar blijvenkeep under • onder (de oppervlakte) blijvenkeep from smoking • niet rokenkeep off alcohol for a while • de drank een tijdje laten staankeep off the grass • verboden op het gras te lopen→ keep at keep at/, keep in keep in/, keep in with keep in with/, keep on keep on/, keep to keep to/, keep up keep up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ zich houden aan, bewaren2 houden ⇒ onderhouden, eropna houden; (in dienst) hebben3 (in bezit) hebben/houden ⇒ bewaren; 〈 bij uitbreiding ook〉 in voorraad hebben, verkopen4 hoeden ⇒ beschermen, bewaren7 houden ⇒ aanhouden, blijven in/op♦voorbeelden:keep a promise • een belofte nakomenkeep the Sabbath • de sabbat in acht nemenkeep a secret • een geheim bewarenkeep a hotel • een hotel hebbenkeep a mistress • een maîtresse hebbenkeep one's wife • z'n vrouw onderhoudenthis shop doesn't keep pencils • deze winkel verkoopt geen potlodenwill you keep this record for me? • wil je deze plaat voor me bewaren?〈 informeel〉 you can keep it • je mag het houden, ik hoef het niet4 may God keep you • God behoede/beware uillness kept him in bed for a week • vanwege ziekte moest hij een week in bed blijvenkeep it clean • houd het netjesthe sick child had to be kept warm • het zieke kind moest warm gehouden wordenkeep something going • iets aan de gang houdenkeep someone waiting • iemand laten wachtenwhat kept you (so long)? • wat heeft je zo (lang) opgehouden?the police tried to keep the fans away • de politie probeerde de fans uit de buurt te houdenkeep back • tegenhouden, op een afstand houden; achterhouden, geheimhoudenwe will keep back 10% of the cost till July as agreed • zoals overeengekomen betalen we de laatste 10% pas in julikeep down • binnenhouden 〈 voedsel〉; omlaaghouden, laag houden; onder de duim houden 〈 insecten(plaag), mensen〉; onderdrukken, inhouden 〈 woede〉keep one's weight down • z'n gewicht binnen de perken houdenthe army kept the people down • het leger onderdrukte het volkkeep your head down! • bukken!keep your voices down! • niet zo hard (praten)!keep someone indoors • iemand binnenhoudenkeep off • op een afstand houdenkeep someone out • iemand buitensluitenkeep together • bij elkaar houdenthey kept him under with morphine • ze hielden hem bewusteloos met morfinekeep that kid away from those wheels! • hou dat jong bij die wielen vandaan!he tried to keep the bad news from his father • hij probeerde het slechte nieuws voor z'n vader verborgen te houdenkeep the girls from scratching each other • zorg dat de meisjes elkaar niet krabbenkeep someone in something • zorgen dat iemand geen gebrek heeft aan ietshe wanted to keep his wife in luxury • hij wilde zijn vrouw in luxe laten levenhe couldn't keep his eyes off the girl • hij kon z'n ogen niet van het meisje afhoudenkeep your hands off me! • blijf met je fikken van me af!keep them out of harm's way • zorg dat ze geen gevaar lopenhe tried to keep the story out of the papers • hij probeerde het verhaal uit de pers te houdenhe kept it to himself • hij hield het voor zichkeep someone abreast of • iemand op de hoogte houden vankeep the middle of the road • op het midden van de weg blijven rijdenkeep your seat! • blijf (toch) zitten! -
64 rate
1. noun1) (proportion) Rate, dieincrease at a rate of 50 a week — [um] 50 pro Woche anwachsen
rate of inflation/absentee rate — Inflations-/Abwesenheitsrate, die
2) (tariff) Satz, derinterest/ taxation rate, rate of interest/taxation — Zins-/Steuersatz, der
3) (amount of money) Gebühr, dierate [of pay] — Lohnsatz, der
letter/parcel rate — Briefporto, das/Paketgebühr, die
at reduced rate — gebührenermäßigt [Drucksache]
at a good/fast/dangerous rate — zügig/mit hoher Geschwindigkeit/gefährlich schnell
5) (Brit.): (local authority levy)[local or council] rates — Gemeindeabgaben
6) (coll.)at any rate — (at least) zumindest; wenigstens; (whatever happens) auf jeden Fall
at this rate we won't get any work done — so kriegen wir gar nichts fertig (ugs.)
2. transitive verbat the rate you're going,... — (fig.) wenn du so weitermachst,...
1) (estimate worth of) schätzen [Vermögen]; einschätzen [Intelligenz, Leistung, Fähigkeit]rate somebody/something highly — jemanden/etwas hoch einschätzen
be rated the top tennis player in Europe — als der beste Tennisspieler Europas gelten
3) (Brit.): (value)the house is rated at £100 a year — die Grundlage für die Berechnung der Gemeindeabgaben für das Haus beträgt 100 Pfund pro Jahr
4) (merit) verdienen [Auszeichnung, Erwähnung]3. intransitive verb* * *[reit] 1. noun1) (the number of occasions within a given period of time when something happens or is done: a high (monthly) accident rate in a factory.) die Rate2) (the number or amount of something (in relation to something else); a ratio: There was a failure rate of one pupil in ten in the exam.) die Quote3) (the speed with which something happens or is done: He works at a tremendous rate; the rate of increase/expansion.) die Geschwindigkeit4) (the level (of pay), cost etc (of or for something): What is the rate of pay for this job?) der Satz5) ((usually in plural) a tax, especially, in United Kingdom, paid by house-owners etc to help with the running of their town etc.) die Kommunalsteuer2. verb(to estimate or be estimated, with regard to worth, merit, value etc: I don't rate this book very highly; He doesn't rate very highly as a dramatist in my estimation.) einschätzen, gelten als- academic.ru/60358/rating">rating- at this
- at that rate
- rate of exchange* * *[reɪt]I. nat a fast/slow \rate schnell/langsamat a tremendous \rate rasend schnellat one's own \rate in seinem eigenen Rhythmus [o Tempo]\rate of growth Wachstumsrate fin the winter months there is usually a rise in the \rate of absenteeism in den Wintermonaten kommt es gewöhnlich zu einer Zunahme der Ausfällegrowth/inflation \rate Wachstums-/Inflationsrate fmortality \rate Sterblichkeitsrate f, Sterblichkeitsziffer funemployment \rate Arbeitslosenrate f, Arbeitslosenzahlen plwe agreed a \rate with the painter before he started work wir haben einen Stundensatz mit dem Maler vereinbart, bevor er mit der Arbeit begannthe going \rate die übliche Bezahlungfixed/variable \rate fester/variabler Zinssatzhigh/low \rate of interest/taxation [or interest/taxation \rate] hoher/niedriger Zins-/Steuersatzinterest \rates have risen again die Zinsen sind wieder gestiegenthe country has a high taxation \rate in dem Land sind die Steuern sehr hoch\rate of return Rendite fexchange \rate [or \rate of exchange] Wechselkurs mto calculate costs on a fixed exchange \rate die Kosten berechnen anhand eines festen Wechselkursescross \rate Kreuzkurs mforward \rate Devisenterminkurs mmanaged \rate FIN kontrollierter Kursseller's \rate Verkaufskurs m▪ \rates pl Haus- und Grundsteuern pl9.I don't think they liked my idea — at any \rate, they didn't show much enthusiasm ich glaube nicht, dass sie meine Idee gut fanden — zumindest zeigten sie keine große Begeisterung▶ at this \rate unter diesen UmständenII. vt1. (regard)▪ to \rate sb/sth jdn/etw einschätzenhow do you \rate the new government? was halten Sie von der neuen Regierung?she is \rated very highly by the people she works for die Leute, für die sie arbeitet, halten große Stücke auf sieshe \rates him among her closest friends sie zählt ihn zu ihren engsten Freunden▪ to \rate sb as sth:what do you think of her as a singer? — I don't really \rate her wie findest du sie als Sängerin? — nicht so toll fam2. (be worthy of)to \rate a mention der Rede wert [o erwähnenswert] seinthey \rate the property in this area very heavily Immobilienbesitz in dieser Gegend wird sehr hoch besteuert4. COMPUT▪ to \rate sth etw abschätzenIII. vi▪ to \rate as sth als etw geltenthat \rates as the worst film I've ever seen das war so ziemlich der schlechteste Film, den ich jemals gesehen habe* * *I [reɪt]1. nan hour/14 feet per minute —
rate of flow (of water, electricity) — Fluss m
pulse rate — Puls m
rate, at a rate of knots (inf) — in irrsinnigem Tempo (inf); (move also) mit hundert Sachen
if you continue at this rate (lit, fig) — wenn du so weitermachst, wenn du in diesem Tempo weitermachst
at the rate you're going you'll be dead before long — wenn du so weitermachst, bist du bald unter der Erde
at any rate —
at that rate, I suppose I'll have to agree — wenn das so ist, muss ich wohl zustimmen
rate of pay for overtime — Satz m für Überstunden
postage/advertising/insurance rates — Post-/Werbe-/Versicherungsgebühren pl
to pay sb at the rate of £10 per hour — jdm einen Stundenlohn von £ 10 bezahlen
See:→ water rate2. vt1) (= estimate value or worth of) (ein)schätzento rate sb/sth among... — jdn/etw zu... zählen or rechnen
to rate sb/sth as sth — jdn/etw für etw halten
he is generally rated as a great statesman — er gilt allgemein als großer Staatsmann
to rate sb/sth highly — jdn/etw hoch einschätzen
Shearer was rated at £1,000,000 — Shearers Preis wurde auf £ 1.000.000 geschätzt
2) (Brit LOCAL GOVERNMENT) veranlagen3) (= deserve) verdienendoes this hotel rate 3 stars? — verdient dieses Hotel 3 Sterne?
I think he rates a pass ( mark) — ich finde, seine Leistung kann man mit "ausreichend" oder besser bewerten
4) (inf: think highly of) gut finden (inf)I really/don't really rate him — ich finde ihn wirklich gut/mag ihn nicht besonders
3. vi(= be classed)to rate as... — gelten als...
IIto rate among... — zählen zu...
vt (liter)See:= berate* * *rate1 [reıt]A s1. (Verhältnis)Ziffer f, Quote f, Rate f:rate of growth (inflation) WIRTSCH Wachstums-(Inflations)rate;rate of increase WIRTSCH Zuwachsrate;rate of increase in the cost of living Teuerungsrate;at the rate of im Verhältnis von ( → A 2, A 6)2. (Steuer- etc)Satz m, Kurs m, Tarif m:rate of exchange WIRTSCH Umrechnungs-, Wechselkurs;rate of interest Zinssatz, -fuß m;carry a high rate of interest hoch verzinst werden;rate of issue Ausgabekurs;rate of the day Tageskurs;at the rate of zum Satze von ( → A 1, A 6)at a cheap (high) rate zu einem niedrigen (hohen) Preis;at that rate unter diesen Umständen;a) auf jeden Fall, unter allen Umständen,b) wenigstens, mindestens4. (Post-, Strom- etc)Gebühr f, Porto n, (Gas-, Strom)Preis m, (Wasser)Geld n5. Br Kommunalsteuer f, Gemeindeabgabe f:rates and taxes Kommunal- und Staatssteuernrate of an engine Motorleistung f;at the rate of mit einer Geschwindigkeit von ( → A 1, A 2)7. Grad m, (Aus)Maß n:at a fearful rate in erschreckendem Ausmaß9. SCHIFFa) (Schiffs)Klasse fb) Dienstgrad m (eines Matrosen)10. Gang m oder Abweichung f (einer Uhr)B v/t1. (ab-, ein)schätzen, taxieren (at auf akk), bewerten, einstufen2. jemanden einschätzen, beurteilen:rate sb highly jemanden hoch einschätzen3. betrachten als, halten für:he is rated a rich man er gilt als reicher Mann4. rechnen, zählen ( beide:among zu):6. Bra) (zur Kommunalsteuer) veranlagenb) besteuern7. SCHIFFa) ein Schiff klassenb) einen Seemann einstufen8. eine Uhr regulieren9. etwas wert sein, verdienenC v/i1. angesehen werden, gelten ( beide:as als):2. zählen ( among zu)rate2 [reıt] v/t ausschimpfen* * *1. noun1) (proportion) Rate, dieincrease at a rate of 50 a week — [um] 50 pro Woche anwachsen
rate of inflation/absentee rate — Inflations-/Abwesenheitsrate, die
2) (tariff) Satz, derinterest/ taxation rate, rate of interest/taxation — Zins-/Steuersatz, der
3) (amount of money) Gebühr, dierate [of pay] — Lohnsatz, der
letter/parcel rate — Briefporto, das/Paketgebühr, die
at reduced rate — gebührenermäßigt [Drucksache]
at a or the rate of 50 mph — mit [einer Geschwindigkeit von] 80 km/h
at a good/fast/dangerous rate — zügig/mit hoher Geschwindigkeit/gefährlich schnell
5) (Brit.): (local authority levy)[local or council] rates — Gemeindeabgaben
6) (coll.)at any rate — (at least) zumindest; wenigstens; (whatever happens) auf jeden Fall
2. transitive verbat the rate you're going,... — (fig.) wenn du so weitermachst,...
1) (estimate worth of) schätzen [Vermögen]; einschätzen [Intelligenz, Leistung, Fähigkeit]rate somebody/something highly — jemanden/etwas hoch einschätzen
2) (consider) betrachten; rechnen ( among zu)3) (Brit.): (value)the house is rated at £100 a year — die Grundlage für die Berechnung der Gemeindeabgaben für das Haus beträgt 100 Pfund pro Jahr
4) (merit) verdienen [Auszeichnung, Erwähnung]3. intransitive verb* * *(of exchange) n.Devisenkurs m.Kurs -e m. (stocks) n.Anteil -e m.Frequenz -en f.Kurs -e (Aktien...) m.Quote -n f.Tarif -e m.Verhältnis n. v.bewerten v.einstufen v. -
65 set
1.[set]transitive verb, -tt-, setset somebody ashore — jemanden an Land setzen
set the proposals before the board — (fig.) dem Vorstand die Vorschläge unterbreiten od. vorlegen
set something against something — (balance) etwas einer Sache (Dat.) gegenüberstellen
2) (apply) setzenset a match to something — ein Streichholz an etwas (Akk.) halten
3) (adjust) einstellen (at auf + Akk.); aufstellen [Falle]; stellen [Uhr]set the alarm for 5.30 a.m. — den Wecker auf 5.30 Uhr stellen
4)set a book/film in Australia — ein Buch/einen Film in Australien spielen lassen
set the interest rate at 10 % — die Zinsen auf 10 % festsetzen
6) (bring into specified state)set something/things right or in order — etwas/die Dinge in Ordnung bringen
set somebody thinking that... — jemanden auf den Gedanken bringen, dass...
the news set me thinking — die Nachricht machte mich nachdenklich
7) (put forward) stellen [Frage, Aufgabe]; aufgeben [Hausaufgabe]; vorschreiben [Textbuch, Lektüre]; (compose) zusammenstellen [Rätsel, Fragen]set somebody a task/problem — jemandem eine Aufgabe stellen/jemanden vor ein Problem stellen
set [somebody/oneself] a target — [jemandem/sich] ein Ziel setzen
8) (turn to solid) fest werden lassen9) (lay for meal) decken [Tisch]; auflegen [Gedeck]10) (establish) aufstellen [Rekord, Richtlinien]11) (Med.): (put into place) [ein]richten; einrenken [verrenktes Gelenk]12) (fix) legen [Haare]set eyes on somebody/something — jemanden/etwas sehen
13) (Printing) setzen14)set somebody in charge of something — jemanden mit etwas betrauen
15)2. intransitive verb,be set on a hill — [Haus:] auf einem Hügel stehen
-tt-, set1) (solidify) fest werden2) (go down) [Sonne, Mond:] untergehen3. noun1) (group) Satz, derset [of two] — Paar, das
chess set — Schachspiel, das
2) see academic.ru/66102/service">service 1. 9)3) (section of society) Kreis, derracing set — Rennsportfreunde od. -fans
4) (Math.) Menge, die5)set [of teeth] — Gebiss, das
7) (Tennis) Satz, der10) (acting area for film)4. adjective1) (fixed) starr [Linie, Gewohnheit, Blick, Lächeln]; fest [Absichten, Zielvorstellungen, Zeitpunkt]be set in one's ways or habits — in seinen Gewohnheiten festgefahren sein
2) (assigned for study) vorgeschrieben [Buch, Text]3) (according to fixed menu)set meal or menu — Menü, das
4) (ready)something is set to increase — etwas wird bald steigen
be/get set for something — zu etwas bereit sein/sich zu etwas fertig machen
be/get set to leave — bereit sein/sich fertig machen zum Aufbruch
all set? — (coll.) alles klar od. fertig?
be all set to do something — bereit sein, etwas zu tun
5) (determined)be set on something/doing something — zu etwas entschlossen sein/entschlossen sein, etwas zu tun
be [dead] set against something — [absolut] gegen etwas sein
Phrasal Verbs:- set back- set by- set down- set in- set off- set on- set out- set to- set up* * *[set] 1. present participle - setting; verb1) (to put or place: She set the tray down on the table.) stellen, legen, setzen2) (to put plates, knives, forks etc on (a table) for a meal: Please would you set the table for me?) decken3) (to settle or arrange (a date, limit, price etc): It's difficult to set a price on a book when you don't know its value.) festlegen4) (to give a person (a task etc) to do: The witch set the prince three tasks; The teacher set a test for her pupils; He should set the others a good example.) stellen5) (to cause to start doing something: His behaviour set people talking.) veranlassen7) (to become firm or solid: Has the concrete set?) festwerden8) (to adjust (eg a clock or its alarm) so that it is ready to perform its function: He set the alarm for 7.00 a.m.) einstellen9) (to arrange (hair) in waves or curls.) herrichten10) (to fix in the surface of something, eg jewels in a ring.) fassen2. adjective1) (fixed or arranged previously: There is a set procedure for doing this.) das Set3) (deliberate: He had the set intention of hurting her.) wohlüberlegt4) (stiff; fixed: He had a set smile on his face.) starr5) (not changing or developing: set ideas.) fest6) ((with with) having something set in it: a gold ring set with diamonds.) eingefaßt3. noun1) (a group of things used or belonging together: a set of carving tools; a complete set of (the novels of) Jane Austen.) der Satz2) (an apparatus for receiving radio or television signals: a television/radio set.) das Gerät3) (a group of people: the musical set.) der Kreis4) (the process of setting hair: a shampoo and set.) das Legen5) (scenery for a play or film: There was a very impressive set in the final act.) der Szenenaufbau6) (a group of six or more games in tennis: She won the first set and lost the next two.) der Satz•- setting- setback
- set phrase
- set-square
- setting-lotion
- set-to
- set-up
- all set
- set about
- set someone against someone
- set against someone
- set someone against
- set against
- set aside
- set back
- set down
- set in
- set off
- set something or someone on someone
- set on someone
- set something or someone on
- set on
- set out
- set to
- set up
- set up camp
- set up house
- set up shop
- set upon* * *[set]I. ADJECTIVEbe \set to leave by 8 a.m. um 8 Uhr solltest du startklar seinto get \set to do sth sich akk darauf vorbereiten, etw zu tunready, get \set, go! auf die Plätze, fertig, los!we were just getting \set to leave when... wir wollten gerade gehen, als...\set expression [or phrase] feststehender Ausdruck\set menu Tageskarte f\set price Festpreis m, Fixpreis mat \set times zu festen Zeiten3. (expression of face) starrher face took on a \set expression ihre Miene erstarrte\set smile aufgesetztes Lächeln4. (unlikely to change)to have become a \set habit zur festen Gewohnheit geworden seinto be \set in one's ways in seinen Gewohnheiten festgefahren sein5. (likely)Manchester United looks \set for victory es sieht ganz so aus, als würde Manchester United gewinnenthe rain is \set to continue all week der Regen wird wohl noch die ganze Woche andauern\set book [or text] Pflichtlektüre7. (determined)II. NOUN1. (collection, group) of glasses, stamps etc. Satz m; (of two items) Paar nt; of clothes etc. Set nt, Garnitur fhe's got a complete \set of Joyce's novels er hat eine Gesamtausgabe von Joycebox[ed] \set Box-Set nt (ein komplettes Set etwa von CDs oder Videokassetten, das in einem Schuber o.Ä. erhältlich ist)chemistry \set Chemiekasten mchess \set Schachspiel nta \set of chromosomes ein Chromosomensatz m\set of encyclopaedias Enzyklopädiereihe f\set of lectures Vortragsreihe f\set of rules Regelwerk nttea \set Teeservice nt\set of teeth Gebiss nttool \set Werkzeugsatz m\set of twins Zwillingspaar ntshe's got in with a very arty \set sie bewegt sich neuerdings in sehr ausgewählten Künstlerkreisenthe fashion \set die Modefreaks pl slthe literary \set die Literaten plthe smart \set die Schickeria meist pejon the \set bei den Dreharbeiten; (location) am Setcolour \set Farbfernseher man electric fondue \set ein elektrisches Fonduegerätto win a \set einen Satz gewinnen\set theory Mengenlehre f9. COMPUTto have a shampoo and \set sich dat die Haare waschen und legen lassen17. no pl of the current, tide Richtung f, Lauf mto get a \set on sb [die] Wut auf jdn kriegen fam22.III. TRANSITIVE VERB<set, set>1. (place)the cat \set a dead mouse in front of us die Katze legte uns eine tote Maus vor\set the bricks one on top of the other setze einen Klotz auf den anderento \set a chair by the bed/window einen Stuhl ans Bett/Fenster stellenI \set her above all others für mich ist sie die Allergrößte▪ to be \set somewhere:‘West Side Story’ is \set in New York ‚West Side Story‘ spielt in New Yorktheir house is \set on a hill ihr Haus liegt auf einem Hügelthe novel is \set in the 16th century der Roman spielt im 16. Jahrhundert3. (cause to be, start)to \set a boat afloat ein Boot zu Wasser lassento \set sth on fire etw in Brand setzento \set sth in motion etw in Bewegung setzen [o fig a. ins Rollen bringen]▪ to \set sb doing sth jdn veranlassen [o dazu bringen], etw zu tunhis remarks \set me thinking seine Bemerkungen gaben mir zu denkento \set sb loose [or free] jdn freilassen [o auf freien Fuß setzen]to \set sth right etw [wieder] in Ordnung bringento \set sb straight jdn berichtigenthese changes will \set the country on the road to economic recovery diese Änderungen werden das Land zum wirtschaftlichen Aufschwung führenthe noise \set the dog barking wegen des Lärms fing der Hund an zu bellento \set sth free etw freisetzen5. (adjust, prepare)to \set the alarm for 7.00 a.m. den Wecker auf 07.00 Uhr stellento \set a clock/watch eine Uhr/Armbanduhr stellento \set the margin TYPO den Rand einstellento \set the table den Tisch deckento \set a thermostat/timer einen Thermostat/Zeitmesser einstellento \set a trap eine Falle aufstellen6. (fix)▪ to \set sth etw festsetzento \set the budget das Budget festlegento \set a date/time einen Termin/eine Zeit ausmachenthey still haven't \set a date for their wedding sie haben immer noch keinen Termin für die Hochzeit festgesetztto \set a deadline for sb jdm eine Frist setzento \set a limit eine Grenze setzento \set a norm eine Norm festlegento \set a price [on sth] einen Preis [für etw akk] festsetzento \set one's teeth die Zähne zusammenbeißen... she said, \setting her jaw firmly... sagte sie mit versteinerter Miene7. (establish)to \set a good example to sb jdm ein Vorbild seinto \set the pace das Tempo angeben [o bestimmen]to \set a record einen Rekord aufstellen8. ANAT▪ to \set sth etw einrenkento \set a broken bone einen gebrochenen Knochen einrichten fachspr9. (arrange)to \set sb's hair jdm die Haare legento have one's hair \set sich dat die Haare legen lassen10. (adorn)a watch \set with sapphires eine mit Saphiren besetzte Uhr11. (insert)a bracelet with rubies \set in gold ein Armband mit in Gold gefassten Rubinen12. MUSto \set a poem/words etc. to music ein Gedicht/einen Text etc. vertonento \set homework Hausaufgaben [o ÖSTERR a. eine Hausübung] aufgebento \set a task for sb [or sb a task] jdm eine Aufgabe stellento \set sb to work jdm Arbeit zuweisen14. COMPUTto \set a text einen Text setzento be \set in Times Roman in Times Roman gesetzt sein16. (keep watch on)to \set a guard on sb jdn bewachen lassen17.to \set the scene [or stage] for sth (create conditions) die Bedingungen für etw akk schaffen; (facilitate) den Weg für etw akk frei machenthe scene is \set for the summit next week die Vorbereitungen für das Gipfeltreffen nächste Woche sind unter Dach und Fach18. (sail)to \set sail ( also fig) die Segel setzento \set sail for/from... nach/von... losfahren19. (see)to \set eyes on sb/sth jdn/etw sehen20. (enter)21. (calm)22.to \set one's mind to [or on] sth (concentrate on) sich akk auf etw akk konzentrieren; (approach with determination) etw entschlossen angehen23.▶ to \set the world [or the Thames] ablaze [or on fire] [or alight] die Welt aus den Angeln heben<set, set>1. (grow together) bones, limbs zusammenwachsen2. (become firm) concrete, jelly fest werdenthe glue has \set hard der Klebstoff ist ausgehärtetto \set to the north/westwards nach Norden/Westen verlaufen7. BOT Frucht ansetzen* * *(INTERNET) abbr SET m* * *set [set]A s1. Satz m (Briefmarken, Dokumente, Werkzeuge etc), (Möbel-, Toiletten- etc) Garnitur f, (Speise- etc) Service n:a set of agreements POL ein Vertragswerk;a set of colo(u)rs ein Farbensortiment n;a set of drills ein Satz Bohrer;set of values Wertanschauung f2. (Häuser- etc) Gruppe f, (Zimmer) Flucht f:a set of houses (rooms)3. WIRTSCH Kollektion f4. Sammlung f, besondersa) mehrbändige Ausgabe (eines Autors)5. TECHb) RADIO etc Gerät n, Apparat m6. a) THEAT Bühnenausstattung fb) FILM Szenenaufbau m7. Tennis etc: Satz m8. MATHa) Zahlenreihe fb) Menge f10. (Personen)Kreis m:a) Gesellschaft(sschicht) f, (literarische etc) Weltb) pej Clique fc) SCHULE Unterrichtsgruppe f:the chic set die Schickeria11. Sitz m, Schnitt m (von Kleidern)12. a) Form fb) Haltung f13. Richtung f, (Ver)Lauf m (einer Strömung etc):the set of public opinion der Meinungstrendtoward[s] zu)16. (Sonnen- etc) Untergang m:the set of day poet das Tagesende17. TECH Schränkung f (einer Säge)19. ARCH Feinputz m20. BOTa) Ableger m, Setzling mb) Fruchtansatz m21. Kontertanz:a) Tänzer(zahl) pl(f), -paare plb) Tour f, Hauptfigur f:first set Quadrille f22. MUS Serie f, Folge f, Zyklus m23. JAGD Vorstehen n (des Hundes):24. JAGD (Dachs- etc) Bau mB adj1. festgesetzt (Tag etc):set meal Menü n2. a) bereitb) fest entschlossen (on, upon doing zu tun):all set startklar;3. vorgeschrieben, festgelegt (Regeln etc):4. wohlüberlegt, einstudiert (Rede etc)5. feststehend (Redewendungen etc)7. starr:a set face ein unbewegtes Gesicht8. US halsstarrig, stur9. konventionell, formell (Party etc)10. zusammengebissen (Zähne)11. (ein)gefasst (Edelstein)12. TECH eingebaut (Rohr etc)15. (in Zusammensetzungen) … gebaut, … gestaltet:well-set gut gebautC v/t prät und pperf set1. setzen, stellen, legen:set the glass to one’s lips das Glas an die Lippen setzen;set a match to ein Streichholz halten an (akk), etwas in Brand stecken (siehe a. die Verbindungen mit anderen entsprechenden Substantiven)set sb free jemanden auf freien Fuß setzen, jemanden freilassen; → ease A 2, liberty Bes Redew, right A 5, B 5, etc3. veranlassen zu:set a party laughing eine Gesellschaft zum Lachen bringen;set going in Gang setzen;a) jemanden nachdenklich machen, jemandem zu denken geben,4. ein-, herrichten, (an)ordnen, zurechtmachen, besondersb) den Tisch deckenc) TECH (ein)stellen, (-)richten, regulierend) die Uhr, den Wecker stellen (by nach dem Radio etc):set the alarm (clock) for five o’clock den Wecker auf 5 Uhr stellene) eine Säge schränkenf) ein Messer abziehen, schärfeng) MED einen Bruch, Knochen (ein)richtenh) das Haar legen5. MUSa) vertonenb) arrangieren6. TYPO absetzen7. AGRa) Setzlinge (an)pflanzenb) den Boden bepflanzen8. a) die Bruthenne setzenb) Eier unterlegen9. a) einen Edelstein (ein)fassenb) mit Edelsteinen etc besetzen10. eine Wache aufstellen11. eine Aufgabe, Frage stellen13. a) etwas vorschreiben, bestimmenb) einen Zeitpunkt festlegen, -setzen, ansetzenc) ein Beispiel etc geben, eine Regel etc aufstellenset spies on sb jemanden bespitzeln lassen, auf jemanden Spitzel ansetzen16. die Zähne zusammenbeißen17. den Wert bestimmen, festsetzen19. Geld, sein Leben etc riskieren, aufs Spiel setzen20. fig legen, setzen:set one’s hopes on seine Hoffnung setzen auf (akk);the novel is set in Spain der Roman spielt in SpanienD v/i1. untergehen (Sonne etc):his star has set fig sein Stern ist untergegangen2. a) auswachsen (Körper)b) ausreifen (Charakter)3. beständig werden (Wetter etc): → B 13b) TECH abbinden (Zement etc)c) gerinnen (Milch)d) sich absetzen (Rahm)5. brüten (Glucke)8. sich bewegen, fließen, strömen:the current sets to the north die Stromrichtung ist Nord10. sich neigen oder richten:opinion is setting against him die Meinung richtet sich gegen ihn11. BOT Frucht ansetzen (Blüte, Baum)13. TECH sich verbiegen15. MED sich einrenkens. abk2. section3. see s.4. series5. set7. sign8. signed gez.9. singular Sg.10. son* * *1.[set]transitive verb, -tt-, setset the proposals before the board — (fig.) dem Vorstand die Vorschläge unterbreiten od. vorlegen
set something against something — (balance) etwas einer Sache (Dat.) gegenüberstellen
2) (apply) setzenset a match to something — ein Streichholz an etwas (Akk.) halten
3) (adjust) einstellen (at auf + Akk.); aufstellen [Falle]; stellen [Uhr]set the alarm for 5.30 a.m. — den Wecker auf 5.30 Uhr stellen
4)be set — (have location of action) [Buch, Film:] spielen
set a book/film in Australia — ein Buch/einen Film in Australien spielen lassen
set the interest rate at 10 % — die Zinsen auf 10 % festsetzen
set something/things right or in order — etwas/die Dinge in Ordnung bringen
set somebody thinking that... — jemanden auf den Gedanken bringen, dass...
7) (put forward) stellen [Frage, Aufgabe]; aufgeben [Hausaufgabe]; vorschreiben [Textbuch, Lektüre]; (compose) zusammenstellen [Rätsel, Fragen]set somebody a task/problem — jemandem eine Aufgabe stellen/jemanden vor ein Problem stellen
set [somebody/oneself] a target — [jemandem/sich] ein Ziel setzen
8) (turn to solid) fest werden lassen9) (lay for meal) decken [Tisch]; auflegen [Gedeck]10) (establish) aufstellen [Rekord, Richtlinien]11) (Med.): (put into place) [ein]richten; einrenken [verrenktes Gelenk]12) (fix) legen [Haare]set eyes on somebody/something — jemanden/etwas sehen
13) (Printing) setzen14)15)2. intransitive verb,be set on a hill — [Haus:] auf einem Hügel stehen
-tt-, set1) (solidify) fest werden2) (go down) [Sonne, Mond:] untergehen3. noun1) (group) Satz, derset [of two] — Paar, das
chess set — Schachspiel, das
3) (section of society) Kreis, derracing set — Rennsportfreunde od. -fans
4) (Math.) Menge, die5)set [of teeth] — Gebiss, das
7) (Tennis) Satz, der4. adjective1) (fixed) starr [Linie, Gewohnheit, Blick, Lächeln]; fest [Absichten, Zielvorstellungen, Zeitpunkt]be set in one's ways or habits — in seinen Gewohnheiten festgefahren sein
2) (assigned for study) vorgeschrieben [Buch, Text]set meal or menu — Menü, das
4) (ready)be/get set for something — zu etwas bereit sein/sich zu etwas fertig machen
be/get set to leave — bereit sein/sich fertig machen zum Aufbruch
all set? — (coll.) alles klar od. fertig?
be all set to do something — bereit sein, etwas zu tun
5) (determined)be set on something/doing something — zu etwas entschlossen sein/entschlossen sein, etwas zu tun
be [dead] set against something — [absolut] gegen etwas sein
Phrasal Verbs:- set back- set by- set down- set in- set off- set on- set out- set to- set up* * *(sport) n.Satz ¨-e m. adj.festgelegt adj.festgesetzt adj. n.Garnitur -en f.Reihe -n f.Zusammenstellung f. v.(§ p.,p.p.: set)= aufstellen v.einstellen v.erstarren v.fest werden ausdr.festlegen v.festsetzen v.legen v.setzen v.stellen v.veranlassen v. -
66 work
adj. arbets---------n. arbete; verksamhet; yrke; sysselsättning; arbetsplats; verk; gärning; göromål; kraftansträngning--------v. arbeta; fungera; sätta i gång; sköta; bearbeta; lyckas; orsaka; driva; lösa; arbeta sig fram* * *[wə:k] 1. noun1) (effort made in order to achieve or make something: He has done a lot of work on this project) arbete2) (employment: I cannot find work in this town.) arbete, jobb3) (a task or tasks; the thing that one is working on: Please clear your work off the table.) arbete, grejor4) (a painting, book, piece of music etc: the works of Van Gogh / Shakespeare/Mozart; This work was composed in 1816.) verk5) (the product or result of a person's labours: His work has shown a great improvement lately.) arbete6) (one's place of employment: He left (his) work at 5.30 p.m.; I don't think I'll go to work tomorrow.) arbete, jobb2. verb1) (to (cause to) make efforts in order to achieve or make something: She works at the factory three days a week; He works his employees very hard; I've been working on/at a new project.) [] arbeta (jobba)2) (to be employed: Are you working just now?) arbeta, jobba, ha arbete (jobb)3) (to (cause to) operate (in the correct way): He has no idea how that machine works / how to work that machine; That machine doesn't/won't work, but this one's working.) [] fungera4) (to be practicable and/or successful: If my scheme works, we'll be rich!) fungera, lyckas, klaffa5) (to make (one's way) slowly and carefully with effort or difficulty: She worked her way up the rock face.) arbeta sig6) (to get into, or put into, a stated condition or position, slowly and gradually: The wheel worked loose.) börja bli7) (to make by craftsmanship: The ornaments had been worked in gold.) arbeta, bearbeta•- - work- workable
- worker
- works 3. noun plural1) (the mechanism (of a watch, clock etc): The works are all rusted.) urverk, mekanism2) (deeds, actions etc: She's devoted her life to good works.) gärningar•- work-box
- workbook
- workforce
- working class
- working day
- work-day
- working hours
- working-party
- work-party
- working week
- workman
- workmanlike
- workmanship
- workmate
- workout
- workshop
- at work
- get/set to work
- go to work on
- have one's work cut out
- in working order
- out of work
- work of art
- work off
- work out
- work up
- work up to
- work wonders -
67 course
[kɔ:s, Am kɔ:rs] n1) (of aircraft, ship) Kurs m;to change \course den Kurs ändern;to set [a] \course for Singapore auf Singapur zusteuern;to steer a \course (a. fig) einen Kurs steuern (a. fig)to steer a \course between the islands zwischen den Inseln durchsteuern;they are steering a middle \course between communism and capitalism sie verfolgen einen gemäßigten Kurs zwischen Kommunismus und Kapitalismus;to be off \course nicht auf Kurs sein; ( fig) aus der Bahn geraten sein;to be driven off \course [vom Kurs] abgetrieben werden; ( fig) von seinen Plänen abgebracht werden;to be on \course auf Kurs sein; ( fig) auf dem richtigen Weg sein;we're on \course to finish the job by the end of the week wenn alles so weiterläuft, sind wir bis Ende der Woche mit der Arbeit fertig;they are on \course for a resounding victory sie sind auf dem Weg zu einem haushohen Siegto follow a straight/winding \course gerade/kurvig verlaufen;to change \course einen anderen Verlauf nehmen3) ( way of acting)\course [of action] Vorgehen nt;of the three \courses open to us this seems most likely to lead to success von den drei Wegen, die uns offen stehen, scheint dieser am ehesten zum Erfolg zu führen;if they raise their prices we shall have to follow the same \course wenn sie ihre Preise erhöhen, werden wir das Gleiche tun müssen;the best/wisest \course das Beste/Vernünftigste;your best \course would be to wait a week and then phone her again das Beste wäre, du würdest eine Woche warten und sie dann wieder anrufento change the \course of history den Lauf der Geschichte ändern;to pervert the \course of justice den Lauf der Gerechtigkeit beeinflussenin the course of his speech in seiner Rede;in the \course of the next three or four weeks in den nächsten drei bis vier Wochen;in the \course of time im Lauf[e] der Zeitof \course not natürlich nichtretraining \course Umschulungskurs m;to go on a \course ( Brit) einen Kurs besuchen;to go away on a training \course einen Lehrgang machen8) med\course [of treatment] Behandlung f;\course of iron tablets Eisenkur f;to put sb on a \course of sth jdn mit etw dat behandelngolf \course Golfplatz m;obstacle \course Hindernisparcour mthe fish/meat \course der Fisch-/Fleischgangdamp-proof \course Feuchtigkeitsdämmschicht fPHRASES:to be par for the \course normal sein;in due \course zu gegebener Zeit;to stay the \course [bis zum Ende] durchhalten;to \course game Wild hetzen vi1) ( flow) strömen, fließen;tears were coursing down his cheeks Tränen liefen ihm über die Wangen2) hunt an einer Hetzjagd teilnehmen -
68 set
[set] adjto be [all] \set [for sth] [für etw akk [o zu etw dat] ] bereit [o vorbereitet] sein, startklar sein ( fam)to get \set [to do sth] sich akk fertig machen[, etw zu tun];at the beginning of the race the starter says ‘ready, get \set, go!’ zu Beginn des Rennens sagt der Ansager „auf die Plätze, fertig, los!“2) ( fixed) bestimmt, fest[gesetzt];\set smile aufgesetztes Lächeln;( Brit) ( unlikely to change)to look \set... so aussehen, als ob...;the weather looks \set fair for the rest of the week das Wetter bleibt wahrscheinlich für den Rest der Woche beständig4) ( determined)to be \set on sth zu etw dat entschlossen sein;to be \set on marrying sb entschlossen sein, jdn zu heiratenPHRASES:on the \set am Drehortthe \set of sb's jaw jds Kieferstellung fshampoo and \set Waschen und Legen4) (collection, group) of stamps, stickers, spoons Kollektion f, Sammlung f; of games, etc Set nt, Satz m;chemistry \set Chemiekasten m;chess \set Schachspiel nt;\set of encyclopaedias Enzyklopädiereihe f;\set of glasses Satz m Gläser;\set of golf clubs Satz m Golfschläger;\set of stamps Satz m Briefmarken;\set of teeth Gebiss nt;tool \set Werkzeugsatz m;\set of twins Zwillingspaar nt;boxed \set Kasten m;to collect a \set eine Kollektion sammelnshe's got in with a very arty \set sie verkehrt in einer sehr künstlerisch angehauchten Cliqueto adjust one's \set das Gerät richtig einstellen;do not adjust your \set ändern Sie nichts an der Einstellung Ihres Gerätsto win a \set einen Satz gewinnento play a \set ein Stück spielen vt <set, set>1) ( place)to \set sb/ sth jdn/etw stellen;the cat \set a dead mouse in front of us die Katze legte uns eine tote Maus vor;in this game you have to \set the bricks one on top of the other bei diesem Spiel musst du einen Klotz auf den anderen setzen;to \set the groceries on a chair die Lebensmittel auf einen Stuhl stellen;a house that is \set on a steep cliff ein Haus, das auf einer steilen Klippe liegtto be \set ( take place in) spielen;‘West Side Story’ is \set in New York ‚West Side Story‘ spielt in New York;the film ‘Gone with the Wind’ is \set against the background of the American Civil War der Film ‚Vom Winde verweht‘ spielt sich vor dem Hintergrund des amerikanischen Bürgerkriegs ab3) (cause to be, start)to \set a boat afloat ein Boot zu Wasser lassen;to \set sth on fire etw in Brand setzen;to \set changes in motion Neuerungen in Gang bringen [o in die Wege leiten];these changes will \set the country on the road to economic recovery diese Änderungen werden das Land zum wirtschaftlichen Aufschwung führen;his remarks \set me thinking seine Bemerkungen gaben mir zu denken;4) ( adjust)to \set sth etw einstellen;( prepare) etw herrichten;to \set the alarm for 7.00 a.m. den Wecker auf 07.00 Uhr stellen;to \set the stage theat die Bühne herrichten;to \set the table den Tisch decken;to \set a thermostat/ timer einen Thermostat/Zeitmesser einstellen;to \set a trap eine Falle aufstellen;to \set a clock/ watch eine Uhr/[Armband]uhr stellen5) (arrange, establish)to \set sth etw festsetzen [o angeben];to \set the budget das Budget festlegen;to \set a date/ time einen Termin/eine Zeit ausmachen;they still haven't \set a date for their wedding sie haben immer noch keinen Termin für die Hochzeit bestimmt;to \set a deadline for sb jdm eine Frist setzen;to \set an example to sb jdm ein Beispiel geben;to \set oneself a goal sich dat ein Ziel setzen;to \set a limit/ norm eine Grenze/Norm setzen;to \set the margin den Rand einstellen;to \set the pace das Tempo angeben [o bestimmen];to \set the policy die [Geschäfts]politik festlegen;to \set a price [on sth] einen Preis [für etw akk] festsetzen;the price for this painting has been \set at £ 125,000 der Preis für dieses Gemälde ist auf 125 000 Pfund festgesetzt worden;to \set a record einen Rekord aufstellen6) anatto \set sth etw einrenken;to \set a broken bone einen gebrochenen Knochen richten;his face was \set in determination sein Gesicht war starr vor Entschlossenheit7) ( arrange)to \set sb's hair jds Haar legen;to have one's hair \set sich dat die Haare legen lassen8) ( adorn)to \set sth with sth etw mit etw dat besetzen;to \set a watch with sapphires eine Uhr mit Saphiren besetzen9) ( insert)she was wearing a bracelet with rubies \set into it sie trug ein Armband mit eingearbeiteten Rubinen10) ( make oppose)to \set sth against sth etw etw dat gegenüberstellen;to \set the advantages against the disadvantages die Vorteile den Nachteilen gegenüberstellen;to \set sb against sb/ sth jdn gegen jdn/etw aufbringen;to \set members of a family against each other Zwietracht zwischen Familienmitgliedern säen;( not favour)to be [dead] \set against sb/ sth [völlig] gegen jdn/etw seinto \set sth to music etw vertonen;to \set a poem/ words to music ein Gedicht/einen Text vertonento \set homework Hausaufgaben [auf]geben;to \set a task eine Aufgabe stellen;to \set sb to work jdn an die Arbeit setzenPHRASES:to \set course for sth auf etw akk Kurs nehmen;to \set eyes on sb/ sth jdn/etw sehen;to \set one's mind at ease sich akk beruhigen;( approach with determination) etw entschlossen angehen;if you would only \set your mind to it, I'm sure you could do it ich bin sicher, dass du es schaffen kannst, wenn du dich nur anstrengst;to \set sail for/from... losfahren nach/von...;( facilitate) den Weg für etw akk frei machen;the scene is \set for the summit next week alles ist unter Dach und Fach für das Gipfeltreffen nächste Woche;leave the jelly in the fridge to \set lass das Gelee im Kühlschrank, damit es fest wird -
69 put
1. IIIput smth.1) where have I put the ticket? куда я засунул /дел/ билет?2) put things (it, one's ideas, the case, etc.) излагать что-л. и т.д.; have a neat (brilliant, graceful, logical, clear, etc.) way of putting things [уметь] четко и т.д. излагать что-л.; as he put it как он выразился; as Horace puts it как об этом пишет Гораций, как это сказано у Горация; let me put my side of the case позвольте мне изложить мою точку зрения3) put a resolution предлагать резолюцию; put a motion (a proposal, etc.) выдвигать предложение и т.д.4) put a question задавать вопрос5) put smth. sport. put the shot (the weight, etc.) толкать ядро и т.д.2. IV1) put smth., smb. somewhere put a suitcase (a bag, a box, etc.) down опустить /положить или поставить на пол или на землю/ чемодан и т.д.; will you please put the reference book (the dictionary, the hat, specimens, etc.) here (over there, somewhere, back, etc.) пожалуйста, положите сюда и т.д. справочник и т.д.; put this chair there поставьте этот стул туда; put that dog down at once and don't touch it any more опусти собаку сейчас же и больше не трогай ее; did you put the swim-suits in? ты положил [в чемодан] /уложил/ купальные костюмы?; put the rubbish out выносить мусор; put out one's tongue высунуть /показать/ язык: put one's head out высунуть голову; put out a boat вывести лодку в море; now, children, you may put your hands down a теперь, дети, можете опустить руки; put smth. in some manner put one's things (books, one's clothes, etc.) together сложить /собрать/ свои вещи и т.д.; put the hands of a clock (the minute hand, the clock, etc.) back (forward) передвинуть /перевести/ стрелки часов и т.д. назад (вперед); put the clock back an hour перевести часы на час назад; that clock is fast, I'd better put it back five minutes эти часы спешат, пожалуй, я переведу их назад на пять минут; one can't put the clock back время нельзя повернуть назад: let's put two heads together давай подумаем вместе2) put smth. somewhere put one's interests (problems of health, science, etc.) first ставить собственные интересы и т.д. на первое место; put truth first заботиться прежде всего об истине; ставить истину во главу угла3) put smth., smb. in some state put things to rights a) привести все в порядок; б) все исправить; how can we put him at [his] ease? как мы можем его успокоить?4) put smth. in some manner put a case (ideas, a proposal, a matter, facts, things, the story, etc.) clearly (plainly, bluntly, forcibly, cleverly, etc.) излагать /выражать, формулировать/ дело /суть, обстоятельства дела/ и т.д. ясно и т.д.; the report puts the facts truthfully все факты, изложенные в донесении, соответствуют действительности; the teacher puts things convincingly учитель убедительно все объясняет или излагает; to put it briefly, his idea is that... коротко говоря, его мысль состоит в том, что...; to put it frankly, I don't саге for him откровенно /честно/ говоря, он мне не нравится; to say that I was frightened is putting it mildly мягко говоря, я испугался; I don't know how to put it я не знаю, как это выразить /как это сказать/; put it so as not to offend him скажите это так, чтобы он не обиделся5) put smth. somewhere put your name here, please распишитесь здесь, пожалуйста6) || put smb. back задержать кого-л.; the traffic jam put us back a whole hour пробка на дороге задержала нас на целый час3. VIput smth. to some state put a watch (a clock) right (wrong) поставить часы правильно (неправильно); put a clock (a watch) fast (slow) отрегулировать часы так, чтобы они шли быстрее (медленнее); put things /the matter/ right исправить положение вещей /дел/; his short note put everything right его короткая записка поставила все на свои места; he put everything wrong он все испортил: the teacher put the boy right учитель поправил ребенка /объяснил ребенку, в чем его ошибка/4. VIIput smth., smb. to do smth. put dishes to drain поставить посуду сушиться; put towels to dry повесить полотенца сушиться; put her to wash dishes (the girl to take care of the children, him to mind the furnace, etc.) поручить ей мыть посуду и т.д.; he put me to work peeling potatoes он посадил меня чистить картошку5. XI1) be put on (in, under, etc.) smth. the books were put on the shelf (on the table, under the tarpaulin, etc.) книги положили на полку и т.д.; the parcels were put in a bag свертки /посылки и т.п./ были уложены в мешок; every little thing must be put in its right place каждую даже самую маленькую вещичку надо класть на [свое] место2) be put to (into, in, out of, etc.) smth. be put (in)to jail /gaol/ быть посаженным /заключенным/ в тюрьму; be put into quarantine быть отправленным /помещенным, посаженным/ в /на/ карантин; the refugees were put in the hostel беженцев разместили в общежитии; he was put to bed его уложили спать; the boy was put out of the room for being impudent мальчика вывели из комнаты за дерзкое поведение; he was put out of the court его удаляли из зала суда; be put in some manner the new boys were put together in one dormitory новичков поместили вместе в одной спальне; he has more sense than all the rest put together у него больше здравого смысла, чем у всех остальных, вместе взятых; he thought he knew more than all his teachers put together он считал, что знает больше своих учителей, вместе взятых3) be put on (to) smth. the notice was put on the front page извещение /объявление/ поместили /напечатали/ на первой странице /полосе/; it's time the child was put to school пора определить ребенка в школу; be put on an army pay-roll быть зачисленным на армейское довольствие4) be put into smth. the work that has been put into it количество труда, вложенного в это [дело]5) be put to (into, in, etc.) smth. be put to use использовать; the uses to which his invention can (may) be put возможные способы /виды/ применения /использования/ его изобретения; be put into practice найти [практическое] применение; the law was put into force закон был введен в действие; he is put to every kind of work его ставят на всякую работу, его используют на разной работе; she was put in (to) service ее отдали в прислуги; the land was put into /under/ turnips участок был засеян репой6) be put into (in, out of, etc.) smth. be is soon put into a passion (into a rage, into despair, etc.) его можно быстро привести в состояние возбуждения и т.д.; the dog was put out of pain a) собаке сняли боль; б) собаку умертвили /усыпили/, чтобы она не мучилась; you will be put in funds in due time [денежные] средства вам предоставят в надлежащее время; be put in some manner all the clocks and watches were put back (forward) an hour on Saturday night в субботу вечером все часы были переведены на час назад (вперед); the wedding was put forward to June 3d свадьбу перенесли на третье июня; the meeting was put back for a week собрание отложили на неделю || be [hard] put to it оказаться в трудном /затруднительном/ положении; surprising what he can do when he's put to it просто удивительно, что только он ни сделает, когда нужно; you will be hard put to it to find a pleasanter place than this (to find a substitute, to get the needed sum, to pay his debts, etc.) [вам будет] трудно найти более приятное место, чем это и т.д.; be hard put to it financially находиться в затруднительном материальном положении; any doubt on this point can be easily put at rest любые сомнения на этот счет можно легко развеять7) be put to (on, into, in, out of) smth. I have been put to great inconvenience мне это было крайне неудобно; I have been put to great expense меня это ввело в большей расход; be put to the vote быть поставленным на голосование; the motion was put to the vote это предложение было поставлено на голосование; he's already been put to death его уже казнили; he was put on trial a) его предали суду; б) его взяли [на работу] с испытательным сроком; the company will be put in liquidation фирма будет закрыта; he was again put on the same treatment with the same good result ему провели повторный курс лечения, и результат снова оказался хорошим; be put on sale быть выпущенным в продажу; be put in (to) circulation пустить в обращение; only a few copies of the book were put in (to) circulation всего несколько экземпляров книги поступило в продажу; soon buses will be put into service on these routes вскоре по этим маршрутам будут пущены автобусы; these old freight cars have been put out of operation эти старые товарные вагоны сняты с эксплуатации /с линии/; the gun was put out of action орудие было выведено из строя; I had specimen pages put into type я сдал пробные страницы в набор8) be put to smth. the enemy was soon put to flight неприятель был вскоре обращен в бегство; he was put to his trump cards его заставили козырять /пойти с козырей/9) be put through smth. the bill was put through Congress last week законопроект был проведен через конгресс /был утвержден конгрессом/ на прошлой неделе10) be put at smth. the height of this hill is put at 200 metres считают /говорят/, что высота этого холма равна двумстам метрам; it is roughly put at I 5 это приблизительно равняется пяти фунтам11) be put in some manner be clearly (well, badly, etc.) put быть ясно и т.д. выраженным /изложенным/; а good story (an anecdote, a witticism, a jest, a joke, etc.) well put интересный, хорошо преподнесенный рассказ и т.д.; the case was cleverly put обстоятельства дела были умно /толково/ изложены; the compliment was clumsily put комплимент был сделан неуклюже; it was finely (gracefully, logically, etc.) put by this author об этом тонко и т.д. сказано /это тонко и т.д. сформулировано/ у данного автора; be put in a few words быть выраженным /высказанным/ несколькими словами12) be put to smb. the question was put to the chairman of the meeting (to the committee, to the management, etc.) вопрос был задан председателю собрания и т.д.13) be put on smb., smth. dues were put on cattle на крупный рогатый скот был введен налог; embargo has been put on the ship and cargo на корабль и груз было наложено эмбарго; be put under smth. the paper has been put under ban газета была запрещена14) be put (up)on smth. be put upon the stage быть поставленным на сцене; this opera was put on the air эта опера была поставлена на радио; an incident sufficiently interesting to merit being put on record этот случай вполне заслуживает того, чтобы его записать6. XVIput down (up, into, to, for, etc.) some place put down (up) the river двигаться /плыть/ вниз (вверх) по реке; put for home двигаться /направляться/ домой; the ship (the boat, etc.) put back to the shore (to harbour, to port, etc.) корабль и т.д. вернулся /повернул/ к берегу и т.д.; the ship put to Odessa судно шло в Одессу; the ship put out of Odessa судно отплыло из Одессы; the yacht put into Malta for stores (for repairs, etc.) яхта зашла на Мальту, чтобы пополнить [свои] запасы и т.д.; put to sea выйти в море; put to sea in one's yacht отправиться в морское путешествие на собственной яхте7. XVIII1) || put oneself in smb.'s place /position/ ставить себя на чье-л. место; put yourself in my place поставь себя на мое место2) put oneself over smb. coll. put oneself over an audience быть принятым публикой, добиться успеха /завоевать популярность/ у публики8. XXI11) put smth. (up)on (into, in, etc.) smth. put a letter on the table (one's hat on a chair, jewels in a safe, a book down upon the desk, the key in his pocket, a manuscript back in its place, one's clothes into the case, etc.) положить письмо на стол и т.д.; put a bottle on the table (a vase upon the mantlepiece, flowers in water, etc.) поставить бутылку на стол и т.д.; put a thing in its right place положить /поставить/ вещь на место; put a kettle on fire поставить чайник на огонь; put the dress in the cupboard повесить платье в шкаф; put a bandage on smb.'s knee накладывать повязку на колено; put one's hand on smb.'s shoulder положить руку. кому-л. на плечо; put one's arms about smb.'s neck обнять кого-л. за шею, обвить чью-л. шею руками; put one's head on the pillow положить голову на подушку; he put an асе on my king он покрыл моего короля тузом; put smb. on (to) smth. put the baby on the bed положите ребенка на кровать; put a player [back] to his former position вернуть игрока на прежнее место2) put smb. in some place put smb. in the chair поставить /назначить/ кого-л. председателем; put smb. in the shade оттеснить кого-л. на второй /на задний/ план; put smb. over (under) smb., smth. they put over him a man six years younger than himself они поставили над ним человека на шесть лет моложе него; put a colonel over a division назначить полковника командиром дивизии; they put me under him меня поставили под его начало; put smb., smth. above (before, etc.) smb., smth. he puts Keats above Byron as a poet как поэта он ставит Китса выше Байрона; he puts honour before riches честь для него важнее богатства; put a critic high among other critics ценить /ставить/ данного критика выше всех других; put smth. (up)on smb., smth. put the blame (obligations, hopes, etc.) (up)on smb. возлагать вину и т.д. на кого-л.; he put the blame on me он свалил все на меня; the obligations he had put on us обязательства, которые он на нас возложил; put one's hopes (up)on their talks (oa his decision, on chance, etc.) возлагать надежды на их переговоры и т.д.; put smth. in smb., smth. put confidence /faith, trust/ in smb. верить /доверять/ кому-л.; he puts his faith in reason он верит в силу разума; put no faith in smb.'s assertions не верить чьим-л. утверждениям; put smth. to smth. he puts her failure to lack of experience (to her ignorance, to their refusal, etc.) он относит ее провал за счет неопытности и т.д.; put their conduct to custom объяснять их поведение обычаем; put their success to her credit поставить их успех ей в заслугу || put a wrong construction on smth. а) неправильно понимать или толковать что-л.; б) истолковывать что-л. в худшую сторону; put smb. in possession of smth. ввести кого-л. во владение чем-л.; put difficulties in smb.'s way ставить /чинить/ препятствия кому-л.; put smb., smth. in (to) smb.'s hands доверить кого-л., что-л. кому-л.; put the child in (to) their hands отдать ребенка в их руки; will you put the matter in (to) my hands? не поручите ли вы мне это дело?; put yourself in (to) my hands доверьтесь мне; put smb. in charge of smth. поручить кому-л. руководство чем-л., возложить на кого-л. ответственность за что-л.; put smb. under smb.'s care /under smb.'s charge/ поручить кого-л. чьим-л. заботам; 1 shall put myself under a doctor's care я обращусь к врачу и буду делать то, что он велит; put smth. at smb.'s service предоставить что-л. в чье-л. распоряжение3) put smth. in (to) (up, down, etc.) smth. puta letter in (to) an envelope (some money in one's purse, a coin into her pocket, a stick of chewing-gum into her mouth, jewels into a box, papers in the drawer, garbage down a chute, etc.) положить письмо в конверт и т.д.; put a key in a lock (a candle into a candlestick, etc.) вставить ключ в замок и т.д.; he put his hands in (to) his pockets он засунул руки в карманы; put those things in a handbag положите все эти вещи в сумочку; put a letter in a mailbox (a halfpenny into a slot, etc.) опустить /бросить/ письмо в [почтовый] ящик и т.д.; I put a coin in a slot-machine я опустил монету в автомат; put some water in a jug налить воды в кувшин; put sugar in (to) [one's] tea класть сахар в чай; put milk in (to) one's tea наливать /добавлять/ молока себе в чай; put poison in smth. подмешать яду во что-л.; put smth. up the chimney засунуть что-л. в печную трубу; put eau-de-Cologne upon a handkerchief надушите [носовой] платок одеколоном; put seeds into ground засеять поле; put a spoke in smb.'s wheel ставить кому-л. палки в колеса; put smth. into (through) smb., smth. put d knife into smb. зарезать кого-л.; put a bullet through smb. застрелить кого-л.; put a bullet (a knife, etc.) through a wall вогнать пулю и т.д. в стену; put a bullet through one's head пустить себе пулю в лоб, застрелиться; put one's fist through a pane of glass /through a window/ разбить кулаком окно || put one's pen (pencil) through a word (through a line, through a paragraph, etc.) вычеркнуть /вымарать/ слово и т.д.; put smb. in (to) (on) smth. put smb. in a spare room in a hostel поместить /поселить/ кого-л. в свободной комнате общежития; put smb. in prison /into jail/ отправить /заключить/ кого-л. в тюрьму; put smb. in hospital (into a madhouse, etc.) поместить кого-л. в больницу и т.д.; I will put you on the bus я вас [провожу и] посажу на автобус; put smth., smb. out of smth. put one's head out of the window высунуться из окна; put disorderly people out of a meeting вывести /удалять/ хулиганов с собрания4) put smth., smb. in (to) (on) smth. put smb. in /on/ the list включить кого-л. в список; put these books in the catalogue включите эти книги в каталог; put a child in a special school отдать ребенка в специальную школу; put an ad in a paper поместить объявление в газете; put all his pieces for children (all his poems together, etc.) in one volume соберите /включите/ все его пьесы для детей и т.д. в один [отдельный] том; put fresh troops into the field вводить в бой свежие войска; put smth. under smth. put a field under wheat засеять поле пшеницей5) put smth. in (to) smth. put [one's] money (capital, etc.) in (to) a bank (in business, into land, into property, In an undertaking, into a company, into real estate, etc.) вкладывать [свои] деньги и т.д. в банк и т.д.; put one's savings into securities превращать /вкладывать/ свои сбережения в ценные бумаги; put much work into this display (many weeks into this work, many hours in this paper, etc.) вложить много труда в эту выставку и т.д.; I put much time into this design я затратил много времени, чтобы создать этот узор; put words into smb.'s mouth вложить слова в чьи-л. уста; put a word or two into smb.'s ear [about smth.] шепнуть кому-л. пару слов [о чем-л.]; put new ideas into smb.'s head внушить кому-л. новые идеи; good actors know how to put emotion into their spoken words хорошие /настоящие/ актеры умеют выразить чувства словами; you must put more nerve into your part вы должны играть эту роль более темпераментно; put smth. on smb., smth. put all one's money (a dollar, etc.) on a horse (on the favourite) ставить все свои деньги на лошадь (на фаворита); put a bet on the game делать ставку в азартной игре; put smth. into smb. put new life into a person вселять новую надежду /жизнь/ в человека; put smth., smb. out of smth. put the idea (a thing, this man, etc.) out of one's head /out of one's mind/ выбросить эту мысль и т.д. из головы; put it out of sight уберите это с глаз долой6) put smth. to (on) smth. put a new handle to a knife приделать новую рукоятку /ручку/ к ножу; I am afraid you forgot to put a stamp on your letter боюсь, что вы забыли наклеить марку на свое письмо; will you please put a patch on these trousers положите, пожалуйста, заплату на эти брюки, залатайте, пожалуйста, эти брюки; put the roof on the house покрыть дом крышей; put smth. in some piece put a cross at the bottom (one's signature on top, etc.) поставить крест внизу и т.д.7) put smth. oner (ой) smth., smb. put gold (silver, etc.) [leaf] over smth. покрывать что-л. золотом и т.д.; put a ring on a finger (a dress on a mannequin,. two socks on one foot, a coat on her shoulders, a new suit on him, etc.) надеть кольцо на палец и т.д.; put a net over a lion набросить на льва сеть; put a saddle on a horse оседлать лошадь; put smb. into smth. put a child into a sailor suit одеть ребенка в матросский костюмчик /в матроску/8) put smth. to (against) smth. put a glass to one's lips /one's lips to one's glass/ (a handkerchief to one's nose, a light to a fire, a match to a cigarette, etc.) поднести стакан к губам и т.д.; put one's hand to one's head приложить руку ко лбу; put one's eye to a telescope (to opera-glasses, to a spyglass, to a keyhole, etc.) посмотреть в телескоп и т.д.; he put a flower against her hair он приложил цветок к ее волосам; put one's lips to smb.'s ear сказать что-л. на ухо/шепнуть что-л./ кому-л. || put smb. in touch with smb., smth. связать кого-л. с кем-л., чем-л.; I'll try to put you in touch with them попробую связать вас с ними9) put smth. in (to) smth. put a plan in action проводить в жизнь план; put a plan in execution приводить план в исполнение; put a law in force /into operation/ вводить закон в действие; put a reform into effect провести реформу; put an order into effect выполнять приказ; put a principle into practice осуществлять какой-л. принцип; put one's knowledge to practical use применять свои знания на практике; put the money to a good use хорошо /разумно/ использовать деньги; put smth. in evidence выставлять /предъявлять/ что-л. как свидетельство; put smb. to smth. put smb. to work определять кого-л. на работу; put smb. to business приставить кого-л. к делу; put smb. to a trade отдать /определить/ кого-л. в учение; he put me to work at once он сразу же дал /поручил/ мне работу10) put smb. into (in, to, out of, on) some state put smb. into a rage привести кого-л. в ярость; put smb. into a fright напугать/перепугать/ кого-л.; put smb. in fear of his life заставить кого-л. дрожать за свою жизнь; put smb. into a state of anxiety разволновать кого-л., привести кого-л. в волнение; put smb. into a flutter привести кого-л. в нервное состояние, взбудоражить кого-л.; put smb. in doubt вызвать у кого-л. сомнение; put smb. to shame пристыдить кого-л.; put smb. to the blush заставить кого-л. покраснеть; put smb. in a good humour привести кого-л. в хорошее настроение /в хорошее расположение духа/; he always manages to put me in the wrong ему всегда удается показать, что я неправ; put smb. into a state of hypnosis загипнотизировать кого-л.; put smb. to bed уложить кого-л. спать; put smb. to sleep a) навевать сон кому-л.; by singing she put the baby back to sleep ребенок снова заснул под ее песенку; б) усыпить /убить/ кого-л.; we had to put the old dog to sleep нам пришлось усыпить старого пса; the doctor put the patient to bed for six weeks врач уложил больного в постель /прописал больному постельный режим/ на шесть недель; put smb. on diet посадить кого-л. на диету; put the patient on a milk diet прописать /назначить/ больному молочную диету; put smb. out of temper вывести кого-л. из себя; put smb. out of patience вывести кого-л. из терпения; put smb. out of humour испортить кому-л. настроение; put smb. out of suspense успокоить кого-л.; put smb. out of countenance привести кого-л. в замешательство, смутить кого-л.; put the poor man out of misery избавить несчастного [человека] от страданий; put smb. out of employment лишать кого-л. работы; put smb. out of business разорить кого-л.; put smth. in (into, out of) some state put one's room (one's dress, one's affairs, the house, etc.) in order привести свою комнату и т.д. в порядок; put manuscripts in order for publication подготовить рукописи к изданию; I want to put my report into shape я хочу привести в порядок /отредактировать/ свой доклад; put figures into the form of diagrams представить /дать/ цифры в форме диаграмм; put data into tabular form привести данные в табличной форме; put names in alphabetical order расположить фамилии в алфавитном порядке; put the piano in tune настроить рояль; put a country in a state of defence подготовить страну к обороне; put a machine out of order /out of gear/ сломать машину; put a bus out of service снять автобус с линии; put a warship out of action вывести военный корабль из боя || put smb. in mind of smth., smb. напоминать кому-л. что-л., кого-л.; this put me in mind of my youth (of his promise, of her sister, etc.) это напомнило мне мою юность и т.д.; put smth., smb. on its, on one's legs again снова поставить что-л., кого-л. на ноги; he tried to put the firm on its legs again он попробовал вдохнуть в фирму новую жизнь11) put smb. to smth. put smb. to inconvenience причинять кому-л. неудобство; I am putting you to a good deal of trouble я доставляю /причиняю/ вам массу хлопот; you have put me to great /heavy/ expense вы ввели меня в большие расходы; put smb. to torture пытать кого-л., подвергать кого-л. пыткам; put smb. to trial возбуждать против кого-л. дело в суде; предать кого-л. суду; put smb. to death казнить кого-л.; put smth. to smth., smb. put an end /a stop/ (a check, etc.) to smth. положить конец чему-л., прекратить что-л.; the news put an end to our hopes это известие лишило нас надежды; put an end to smb. покончить с кем-л., ликвидировать кого-л.; put an end to oneself /to one's life/ покончить жизнь самоубийством; put an end to a practice прекратить практику; put smb. in smth. put smb. in an unpleasant position /in a fix, in a hole/ поставить кого-л. в неприятное или затруднительное положение; put smb., smth. through (on, to, etc.) smth. put them through a course of English обязать их прослушать курс английского языка /пройти подготовку по английскому языку/; put smb. through an ordeal подвергать кого-л. тяжелому испытанию; put smb. through a severe /stiff/ cross-examination устроить кому-л. суровый перекрестный допрос; put smb. through it coll. задать кому-л. жару; put goods on (in) the market /to sale, into circulation/ выпустить товар в продажу; he put the car through some tests он несколько раз проверял /испытывал/ машину; put smb., smth. to the test подвергать кого-л., что-л. испытанию; проверять кого-л., что-л. || put smth. to the vote ставить вопрос на голосование; put a motion (a proposal, a matter, a resolution, a decision, etc.) to the vote ставить предложение и т.д. на голосование; put the painting on exhibition выставить картину для обозрения; put smb. under arrest арестовать кого-л.; put pressure on smth., smb. оказывать давление на что-л., кого-л.; they put it over us coll. они нас провели, они обвели нас вокруг пальца12) put smb., smth. to (in, into) smth. put the enemy (an army, the gang, thieves, etc.) to flight обратить неприятеля и т.д. в бегство; put an engine in motion /into operation/ включить мотор; put a piece of mechanism in motion /into operation/ приводить в движение механизм; put new cars into service ввести в эксплуатацию новые машины; put smth. into production (into circulation, etc.) пускать что-л. в производство и т.д.13) put smb. on smth. put smb. on his mettle заставить кого-л. проявить себя с лучшей стороны /проявить рвение/; your presence will put him on his best behaviour ваше присутствие заставит его проявить себя с лучшей стороны или вести себя самым лучшим образом; put smb. on his guard заставить кого-л. насторожиться; put smb. through smth. put a horse through his paces заставлять лошадь показать, что она умеет14) put smth., smb. (in)to (on, over, across, etc.) smth. put a ship /the rudder/ (in)to port /harbour/ направить корабль в порт; put a fleet to sea направить флот в море; put a satellite into orbit [around the earth] вывести спутник на околоземную орбиту; put a horse's head towards home повернуть /направить/ лошадь домой; put smb. on the right road a) показать кому-л. правильную дорогу; б) направить кого-л. на правильный путь; put smb. on the wrong scent направить кого-л. по ложному следу; put smb. across /over/ the river переправить кого-л. на другой берег [реки]15) put smth. at smth. put the distance at 5 miles считать, что расстояние равно пяти милям; they put the circulation at 60 000 они решили установить тираж в шестьдесят тысяч экземпляров; put the rent at a certain sum of money определять размер квартплаты; I put his income at t 6000 a year я думаю, что его годовой доход составляет шесть тысяч фунтов; he puts the time at about 11 он полагает, что сейчас около одиннадцати [часов]; I should put it at i 50 я бы оценил это в пятьдесят фунтов; I would put her age at not more than sixty я бы не дал ей больше шестидесяти лет || put a price on smth. назначать цену на что-л.; put a price on a painting назначить цену на картину; he put too high a price on the book он очень дорого запросил за книгу; put value on smth. ценить что-л.; I put high value on his friendship я очень высоко ценю его дружбу; what value do you put on his advice? как вы относитесь к его советам?16) put smth. on (in, etc.) smth. put one's proposals (one's ideas, one's thoughts, one's impressions, etc.) on paper излагать свои предложения и т.д. в письменной форме /в письменном виде, на бумаге/; put smth. in black and white написать что-л. черным по белому; he put his feelings (his ideas, his fancies, etc.) in (to) words он выразил свои чувства и т.д. словами; can you put that in simpler words? не можете ли вы сказать это попроще?; he wanted to go but couldn't put his wish into words он хотел уйти, но не знал, как сказать об этом; put a question in a clearer light сформулировать вопрос точнее /яснее/; let me put it in another way позвольте мне сказать об этом иначе;put smth. to /before/ smb. put it to him nicely скажите ему об этом деликатно /мягко/; you must your case before the commission вы должны свое дело изложить комиссии; when I put it to him he... a) когда я изложил ему это, он...; б) когда я предложил ему это, он...; put smth. in (to) smth. put smth. in (to) some language переводить что-л. на какой-л. язык; put a poem (a work, a novel, a story, a passage, etc.) into French (into German, into English, etc.) перевести стихотворение и т.д. на французский и т.д. язык; how would you put it in French (in Danish, in English, etc.)? как вы это скажете /как это будет/ по-французски и т.д. ?17) put smth. before (to) smth., smb. put a matter before a meeting (before a board, before the court, etc.) поставить вопрос на рассмотрение собрания и т.д.; put this case before a tribunal предложить суду рассмотреть этот вопрос; put a proposal before a committee внести предложение в комиссию; put one's grievances before the management изложить администрации свои претензии; I want to put my proposal before you я хочу, чтобы вы выслушали /обсудили, обдумали/ мое предложение; I shall put your suggestion to the board at the next meeting я сообщу о вашем предложении на следующем собрании правления; put smth. in (to) smth. put the questions in (to) writing пришлите или изложите вопросы в письменной форме18) put smth. to smb. put a question to smb. задать кому-л. вопрос; put a riddle to smb. загадать кому-л. загадку19) put smth. in (to, on, under, etc.) smth. put the amount in the receipt (in the expenditure, etc.) указать количество в квитанции и т.д.; put this sum to my account запишите эту сумму на мой счет; put words into blanks /into blank spaces/ заполните пропуски; put one's name /one's signature/ under a document (to a will, on the dotted line, etc.) подписывать документ и т.д., ставить свою подпись под документом и т.д.; put one's initials to a document diplom. парафировать документ; put one's seal to a document (to a will, etc.) поставить печать под документом и т.д.; put a mark /а tick/ against smb.'s name поставить галочку против чьей-л. фамилии; put macron over a vowel поставить знак долготы над гласной буквой; put markers on packages пометить тюки20) put smth. on smth., smb. put a tax (duties, customs, etc.) on these articles облагать такие предметы налогом и т.д.; put a tax on imports (on luxuries, on cigarettes, etc.) облагать ввозимые товары налогом и т.д.; put heavy dues on cattle обкладывать скот высоким налогом || put a veto on /to/ smth. наложить вето на /запретить/ что-л.; put these customs under taboo запретить эти обычаи21) put smth. on the stage put a play ("Othello", etc.) on the stage поставить какую-л. пьесу и т.д. на сцене22) put smb. to smb. put a cow to a bull /а bull to a cow/ agric. спаривать корову с быком9. XXII1) put smth. into doing smth. put energy into finishing a task приложить энергию /усилия/ к завершению работы2) put smb. to doing smth. put a boy to shoemaking определить /отдать/ мальчика в учение к сапожнику3) put smb. to doing smth. I put her to setting the table я заставил ее накрыть на стол10. XXVIII2 -
70 ring
̈ɪrɪŋ I
1. сущ.
1) а) кольцо;
круг;
окружность;
ободок, обруч to wear a ring on one's finger ≈ носить кольцо на пальце earring ≈ серьга gold ring ≈ золотое кольцо key ring ≈ кольцо для ключей napkin ring ≈ кольцо для салфетки sapphire ring ≈ кольцо с сапфиром signet ring ≈ кольцо с печаткой smoke rings ≈ кольца дыма diamond ring engagement ring piston ring teething ring wedding ring б) бот. годичное кольцо( о древесных растениях), годичный слой Syn: annual ring
2) площадка, имеющая круглую форму, где происходит какое-л. действие а) арена цирка б) татами, площадка ( для различных видов единоборств) в) ринг (боксерский)
3) перен. политическая арена, арена политической борьбы (особ. во время предвыборной компании, когда становятся заметны многие политические партии) Syn: race I
1.
4) (the Ring) бокс;
занятия боксом He ended his ring career. ≈ Он попрощался с большим боксом. Syn: boxing I
5) оправа( очков)
6) различные виды преступных группировок а) объединение спекулянтов для совместного контроля над рынком б) клика;
банда, шайка smuggling ring ≈ шайка контрабандистов spy ring ≈ разведывательная организация, агентурная сеть Syn: gang I
1.
7) (the ring) мн.;
коллект. профессиональные игроки на скачках, букмекеры
8) архит. архивольт( арки)
9) мор. рым ∙ run rings around make rings around keep the ring hold the ring
2. гл.
1) а) опоясыть, окружать кольцом (обыкн. ring in, ring round, ring about) The city is ringed about/round with hills. ≈ Город стоит внутри кольца холмов. Syn: girdle
2. б) окружать, брать в кольцо окружения (тж. перен.) The police immediately ringed the building. ≈ Полиция в один момент окружила здание. Our efforts are ringed around with difficulties. ≈ Наши усилия все время сталкиваются с трудностями. Syn: encircle
2) а) надевать кольцо б) продевать кольцо в нос( животному)
3) кружить;
виться ∙ ring the rounds II
1. сущ.
1) а) звон;
звучание false, hollow ring ≈ фальшивый звук There was a false ring to his words. ≈ В его словах звучали фальшивые нотки. It has the ring of truth about it. ≈ Это звучит правдоподобно. Syn: jingle, peal б) церк. подбор колоколов;
благовест
2) звонок по телефону
3) звучность, звонкость Syn: sonority
2. гл.
1) звенеть;
звучать ring true ring false ring hollow
2) оглашаться( чем-л. ≈ with) ;
раздаваться, слышаться, доноситься The air rang with shouts. ≈ Воздух огласился криками. The children's laughter was still ringing in my ears. ≈ Детский смех все звучал в моих ушах.
3) звонить а) в колокола to ring a peal ≈ трезвонить б) по телефонному аппарату I'll ring you later. ≈ Я перезвоню попозже. ∙ ring around ring round ring at ring back ring the curtain down ring for ring in ring off ring out ring up ring the curtain up кольцо - wedding * обручальное кольцо( замужней женщины) - engagement * кольцо невесты (вручается при обручении) - split * разъемное кольцо (для ключей и т. п.) - *s of smoke кольца дыма обруч, ободок;
оправа (очков) обыкн. pl (спортивное) кольца - fixed *s неподвижные кольца - flying *s кольца в каче кольцо для спуска (альпинизм) кольцо корзины (баскетбол) окружность;
круг - livid *s under one's eyes синие круги под глазами - *s in the water круги на воде - to run round in a * бегать по кругу кружок, круг - to dance in a * танцевать, взявшись за руки /встав в кружок/ (военное) окружение, кольцо ( окружения) цирковая арена ринг;
площадка (для борьбы) (the *s) pl (собирательнле) профессиональные игроки на скачках, букмекеры объединение спекулянтов, торговцев, фабрикантов( созданное для захвата контроля над рынком, искусственного повышения цен и т. п.) клика, шайка, банда - political * политическая клика или группировка - spy * шпионская организация;
агентурная /разведывательная/ сеть (the *) (спортивное) бокс годовое кольцо древесины (техническое) фланец, обойма, хомут (архитектура) архивольт (арки) (морское) рым (техническое) обечайка, звено (трубы) (математика) кольцо > to make /to run/ *s (a) round (сленг) заткнуть за пояс;
намного опередить, обогнать > to hold /to keep/ the * соблюдать нейтралитет > he that runs fastest gets the * (пословица) кто всех опережает, тот награду получает > the visitors ran *s round the home team гости без труда разгромили местную команду > don't pick up a fight with Robert$ he will run *s around you не ввязывайся в драку с Робертом - он тебе не по зубам окружать (кольцом) (тж. * about или (a) round) - *ed (about) by enemies окруженный врагами - the president was *ed (a) round by a party of policemen президент был окружен кольцом полицейских обводить кружком;
очертить круг ставить в кружок - to * cattle сгонять скот в одно место надевать кольцо - to * a bird кольцевать птицу набросить кольцо (в играх) продевать кольцо в нос (животному) делать кольцевой надрез( на коре дерева) подниматься или летать кругами (о ястребе и т. п.), кружить резать кружками, колечками - to * onions резать лук кольцами > to * the rounds опередить, обогнать (тк. в ед. ч.) звон;
звяканье - the * of a coin звон монеты - to give a * издать звон;
звякнуть - to have the right /the true/ * быть настоящим /не фальшивым/ (о монете;
тж. перен.) звонок (телефонный и т. п.) - there was a * at the door в дверь позвонили - to answer a * открыть дверь (на звонок) ;
ответить по телефону - to give a * позвонить по телефону (тк. в ед. ч.) звук, звучание - the * of his voice звук его голоса - her laughter had a false * ее смех звучал фальшиво (of) отзвук;
намек на - there is a * of truth about it это звучит правдоподобно подбор колоколов (в церкви) благовест звенеть;
звучать;
звонить - begin work when the bell *s начинайте работу по звонку - the telephone was *ing for five minutes телефон звонил в течение пяти минут звучать, казаться - to * true звучать искренне - the story has never rung true to me эта история никогда не казалась мне правдоподобной звонить;
позвонить - to * at the door звонить у двери - to * the bells звонить в колокола - to * the alarm ударить в набат - to * a peal трезвонить (for) вызывать звонком (кого-л., что-л.) - to * for the porter звонком вызвать проводника (вагона) - to * for a waitress звонком подозвать официантку - would you mind *ing for some hot water? пожалуйста, позвоните, чтобы принесли горячей воды бросать со звоном - to * a coin on the counter со звоном бросить монету на прилавок звонить по телефону - I'll * you at five я позвоню вам в пять - to * around /round/ переговорить по телефону с несколькими людьми - to * back позвонить по телефону еще раз;
сделать ответный телефонный звонок - Thomas is not in at the moment. Would you like to ring back later? Томаса сейчас нет, пожалуйста, позвоните позднее - can I * you back in ten minutes? можно я вам перезвоню через десять минут? - I'll ring round to find out who's free to come to our party tomorrow я позвоню всем и выясню, кто может прийти завтра раздаваться - a shot rang раздался выстрел - words *ing in one's ears слова, все еще звучащие в ушах подавать сигнал( звоном, звонком и т. п.) - to * down the curtain (театроведение) дать звонок к спуску занавеса;
(on) завершать( что-л.) ;
положить конец( чему-л.) - to * up the curtain (театроведение) дать звонок к поднятию занавеса;
(on) начинать( что-л.) - the cyclist did not * мотоциклист не сигналил - the bell rang midnight на колокольне пробило полночь( with) оглашаться - the air rang with shouts and laughter воздух огласился криками и смехом - the hall rang with applause зал задрожал от рукоплесканий - the playground rang with children's cries игровая площадка звенела ребячьими голосами - the world rang with his praises его прославлял весь мир разноситься, распространяться( о славе и т. п.) - his deeds rang through the country слава о его делах разнеслась по всей стране звенеть (в ушах) - his ears were *ing у него звенело в ушах звучать надоедливо - their praise rang in his ears от их похвал у него звон стоял в ушах, своими похвальбами они ему все уши прожужжали > to * a bell вызывать отклик, напоминать( о чем-л.) > the name *s a bell эта фамилия кажется мне знакомой > to * the bell добиться успеха в чем-л. > that plan *s the bell этот план как раз то, что нужно > to * the bell with smb. иметь успех у кого-л. > to * a knell звонить отходную;
предвещать конец( чего-л.) > to * the changes on smth. находить новые варианты одного и того же;
варьировать на все лады > after a week at the hotel I had rung all the possible changes on their limited menu за неделю я исчерпал все возможности ограниченного меню этой гостиницы ~ оглашаться (with) ;
the air rang with shouts воздух огласился криками empty slot ~ вчт. кольцо с пустыми сегментами ~ (телефонный) звонок;
to give a ring позвонить по телефону growth ~ годичный слой( в древесине) ~ намек (на) ;
it has the ring of truth about it это звучит правдоподобно ~ мор. рым;
to run (или to make) rings (a) round разг. за пояс заткнуть;
намного опередить, обогнать;
to keep (или to hold) the ring соблюдать нейтралитет price ~ объединение предпринимателей или торговцев, созданное для повышения цен protection ~ вчт. кольцо защиты (магн. ленты) ring арена политической борьбы (особ. во время выборов) ~ архит. архивольт (арки) ~ биржевой круг ~ (the R.) бокс ~ годичное кольцо (дерева) ;
годичный слой (древесины) ~ (rang, rung;
rung) звенеть;
звучать;
to ring true (false или hollow) звучать искренне( фальшиво) ~ звон;
звучание;
the ring of his voice звук его голоса ~ звонить;
to ring the alarm ударить в набат;
to ring the bell звонить (в колокол) ;
to ring a chime прозвонить( о башенных часах) ~ (телефонный) звонок;
to give a ring позвонить по телефону ~ вчт. звонок ~ клика;
шайка, банда ~ вчт. кольцевая схема ~ кольцо;
круг;
окружность;
обруч, ободок ~ кольцо ~ вчт. кольцо ~ кружить;
виться;
to ring the rounds разг. опередить, обогнать ~ надевать кольцо ~ намек (на) ;
it has the ring of truth about it это звучит правдоподобно ~ объединение спекулянтов для совместного контроля над рынком ~ оглашаться (with) ;
the air rang with shouts воздух огласился криками ~ окружать кольцом (обыкн. ring in, ring round, ring about) ;
обводить кружком ~ оправа (очков) ~ подбор колоколов (в церкви) ;
благовест ~ продевать кольцо в нос (животному) ~ (the ~) pl собир. профессиональные игроки на скачках, букмекеры ~ раздаваться ~ ринг (форма картельного объединения) ~ мор. рым;
to run (или to make) rings (a) round разг. за пояс заткнуть;
намного опередить, обогнать;
to keep (или to hold) the ring соблюдать нейтралитет ~ цирковая арена;
площадка (для борьбы), ринг ~ звонить;
to ring the alarm ударить в набат;
to ring the bell звонить (в колокол) ;
to ring a chime прозвонить (о башенных часах) ~ at звонить (у дверей дома и т. п.) ~ down: to ~ the curtain down дать звонок к спуску занавеса;
перен. положить конец (чему-л.) ;
ring for требовать или вызывать звонком ~ down: to ~ the curtain down дать звонок к спуску занавеса;
перен. положить конец (чему-л.) ;
ring for требовать или вызывать звонком ~ in разг. вводить, представлять ~ in ознаменовывать колокольным звоном;
ring off давать отбой( по телефону) ;
вешать трубку;
ring off! груб. замолчи(те) !, заткни(те) сь! ~ звон;
звучание;
the ring of his voice звук его голоса ~ in ознаменовывать колокольным звоном;
ring off давать отбой( по телефону) ;
вешать трубку;
ring off! груб. замолчи(те) !, заткни(те) сь! ~ in ознаменовывать колокольным звоном;
ring off давать отбой (по телефону) ;
вешать трубку;
ring off! груб. замолчи(те) !, заткни(те) сь! ~ out провожать колокольным звоном ~ out прозвучать ~ звонить;
to ring the alarm ударить в набат;
to ring the bell звонить (в колокол) ;
to ring a chime прозвонить (о башенных часах) to ~ the curtain up дать звонок к поднятию занавеса;
перен. начать( что-л.) ~ кружить;
виться;
to ring the rounds разг. опередить, обогнать ~ (rang, rung;
rung) звенеть;
звучать;
to ring true (false или hollow) звучать искренне (фальшиво) ~ up звонить, вызывать по телефону ~ up разбудить звонком ~ мор. рым;
to run (или to make) rings (a) round разг. за пояс заткнуть;
намного опередить, обогнать;
to keep (или to hold) the ring соблюдать нейтралитет split ~ кольцо для ключей ~ down: to ~ the curtain down дать звонок к спуску занавеса;
перен. положить конец (чему-л.) ;
ring for требовать или вызывать звонком token ~ вчт. кольцо (архитектура сети) write-enable ~ вчт. кольцо разрешения записи (магн. ленты) -
71 break up
1) (to divide, separate or break into pieces: He broke up the old furniture and burnt it; John and Mary broke up (= separated from each other) last week.) romper, hacer pedazos, desmenuzar2) (to finish or end: The meeting broke up at 4.40.) terminar(se), acabar(se), cerrar(se)break up1 n ruptura / separaciónbreak up2 vb1. separarse2. acabar / terminarbreak up vt1) divide: dividir2) : disolver (una muchedumbre, una pelea, etc.)break up vi1) break: romperse2) separate: deshacerse, separarseI broke up with him: terminé con élv.• desguazar v.• desvanecer v.• fraccionar v.• roturar v.1) v + o + adv, v + adv + oa) \<\<ship\>\> desguazar*b) ( divide) \<\<land\>\> dividir; \<\<sentence\>\> descomponer*break it up into four pieces — divídelo or rómpelo en cuatro pedazos
2)a) \<\<demonstration\>\> disolver*he broke up the fight — separó a los niños (or hombres etc) que se estaban peleando
come on, break it up! — vamos, basta ya!
b) (wreck, ruin) \<\<home\>\> deshacer*he felt responsible for breaking up their marriage — se sentía responsable del fracaso de su matrimonio
3) v + adva) \<\<lovers/band\>\> separarseto break up with somebody — romper* or terminar con algn
b) \<\<meeting\>\> terminar; \<\<crowd\>\> dispersarsec) (BrE Educ)4) \<\<boat/ship\>\> romperse*, deshacerse*1. VT + ADV1) [+ rocks etc] hacer pedazos, deshacer; [+ ship] desguazar2) (fig) [+ crowd] dispersar, disolver; [+ meeting, organization] disolver; [+ gang] desarticular; [+ marriage] deshacer; [+ estate] parcelar; [+ industry] desconcentrar; [+ fight] intervenir enbreak it up! — ¡basta ya!
3) (US) * (=cause to laugh) hacer reír a carcajadas2. VI + ADV1) [ship] hacerse pedazos; [ice] deshacerse2) (fig) [partnership] deshacerse, disolverse; [marriage] deshacerse; [federation] desmembrarse; [group] disgregarse; [weather] cambiar; [crowd, clouds] dispersarse3) (=divide) dividirse, desglosarse ( into en)4) (Brit) [pupils] empezar las vacaciones; [session] levantarse, terminar5) (US) * (=laugh) reír a carcajadas6) (Telec)the line's or you're breaking up — no hay cobertura, no te oigo or no se te oye bien
* * *1) v + o + adv, v + adv + oa) \<\<ship\>\> desguazar*b) ( divide) \<\<land\>\> dividir; \<\<sentence\>\> descomponer*break it up into four pieces — divídelo or rómpelo en cuatro pedazos
2)a) \<\<demonstration\>\> disolver*he broke up the fight — separó a los niños (or hombres etc) que se estaban peleando
come on, break it up! — vamos, basta ya!
b) (wreck, ruin) \<\<home\>\> deshacer*he felt responsible for breaking up their marriage — se sentía responsable del fracaso de su matrimonio
3) v + adva) \<\<lovers/band\>\> separarseto break up with somebody — romper* or terminar con algn
b) \<\<meeting\>\> terminar; \<\<crowd\>\> dispersarsec) (BrE Educ)4) \<\<boat/ship\>\> romperse*, deshacerse* -
72 break up
1. transitive verb1) (break into pieces) zerkleinern; ausschlachten [Auto]; abwracken [Schiff]; aufbrechen [Erde]2) (disband) auflösen; auseinander reißen [Familie]; zerstreuen [Menge]break it up! — (coll.) auseinander!
3) (end) zerstören [Freundschaft, Ehe]2. intransitive verb1) (break into pieces, lit. or fig.) zerbrechen; [Erde, Straßenoberfläche:] aufbrechen; [Eis:] brechen2) (disband) sich auflösen; [Schule:] schließen; [Schüler, Lehrer:] in die Ferien gehen3) (cease) abgebrochen werden; (end relationship)break up [with somebody] — sich [von jemandem] trennen
* * *1) (to divide, separate or break into pieces: He broke up the old furniture and burnt it; John and Mary broke up (= separated from each other) last week.) zerbrechen2) (to finish or end: The meeting broke up at 4.40.) zu Ende gehen* * *◆ break upI. vt1. (end)to \break up up one's friendship with sb seine Freundschaft mit jdm beendento \break up up a marriage eine Ehe zerstörento \break up up a meeting eine Versammlung auflösen [o Sitzung aufheben]to \break up up a strike einen Streik abbrechen2. (forcefully end)3. (split up)▪ to \break up up ⇆ sth etw aufspaltento \break up up a cartel/a gang/a monopoly ein Kartell/eine Bande/ein Monopol zerschlagento \break up up a coalition/a union eine Koalition/einen Zusammenschluss auflösento \break up up a collection [or set] /family eine Sammlung/Familie auseinanderreißen4. (dig up)▪ to \break up up sth etw aufbrechen5. ( fam)that show really broke me up bei der Show hab ich mich wirklich totgelacht fam; esp AM (upset emotionally) jdn aus der Fassung bringenhis wife's sudden departure broke him up completely als ihn seine Frau plötzlich verließ, ist er total zusammengebrochenII. vi3. (fall apart) auseinandergehen; coalition auseinanderbrechen; aircraft, ship zerschellen; (in air) zerbersten4. SCH schließen, aufhörenwhen do you \break up up? wann beginnen bei euch die Ferien?he broke up completely when his brother died er brach völlig zusammen, als sein Bruder starb* * *I1. vi(road, ice) aufbrechen; (ship) (in storm) zerbersten; (on rocks) zerschellen (clouds) sich lichten; (crowd, group) auseinanderlaufen; (meeting, partnership) sich auflösen; (marriage, relationship) in die Brüche gehen; (party) zum Ende kommen; (political party) sich auflösen, auseinandergehen; (friends, partners) sich trennen; (empire) auseinanderfallen; ( inf, with laughter) sich totlachen (inf)when do you break up? — wann hört bei euch die Schule auf?, wann habt ihr Ferien?
you're breaking up — ich kann Sie nicht verstehen2. vt sepground, road aufbrechen; oil slick auflösen; ship auseinanderbrechen lassen; (in breaker's yard) abwracken; estate, country, room aufteilen; paragraph, sentence unterteilen; empire auflösen; lines, expanse of colour unterbrechen; (= make more interesting) auflockern; (= bring to an end, disperse) marriage, home zerstören; meeting (police etc) auflösen; (trouble-makers) sprengen; crowd (police) zerstreuen, auseinandertreiben IIvi2) (clouds) sich lichten; (crowd, group) auseinanderlaufen; (meeting, partnership) sich auflösen; (marriage, relationship) in die Brüche gehen; (party) zum Ende kommen; (political party) sich auflösen, auseinandergehen; (friends, partners) sich trennen; (empire) auseinanderfallen; (inf, with laughter) sich totlachen (inf)3) (Brit SCH school, pupils) aufhörenwhen do you break up? — wann hört bei euch die Schule auf?, wann habt ihr Ferien?
4)vt sep5) ground, road aufbrechen; oil slick auflösen; ship auseinanderbrechen lassen; (in breaker's yard) abwracken6) estate, country, room aufteilen; paragraph, sentence unterteilen; empire auflösen; lines, expanse of colour unterbrechen; (= make more interesting) auflockern7) (= bring to an end, disperse) marriage, home zerstören; meeting (police etc) auflösen; (trouble-makers) sprengen; crowd (police) zerstreuen, auseinandertreiben* * *A v/t2. einen Haushalt etc auflösen3. die Gesundheit etc zerrütten, eine Ehe etc auch zerstören4. Wild aufbrechen, zerlegen5. eine Straße, Eis etc aufbrechen7. a) eine Sammlung zerreißenb) SPORT eine siegreiche Mannschaft etc auseinanderreißenB v/ib) SCHULE besonders Br aufhören:when do you break up?, when does your school break up? wann beginnen bei euch die Ferien?2. a) zerbrechen, auseinandergehen (Ehe etc)b) sich trennen (Ehepaar etc)c) zerfallen (Reich etc)3. sich zerteilen oder auflösen (Nebel), aufklaren, sich aufklären (Wetter, Himmel), nachlassen (Frost)4. (körperlich oder seelisch) zusammenbrechen5. aufbrechen (Straße, Eis etc)6. zerschellen (Schiff)* * *1. transitive verb1) (break into pieces) zerkleinern; ausschlachten [Auto]; abwracken [Schiff]; aufbrechen [Erde]2) (disband) auflösen; auseinander reißen [Familie]; zerstreuen [Menge]break it up! — (coll.) auseinander!
3) (end) zerstören [Freundschaft, Ehe]2. intransitive verb1) (break into pieces, lit. or fig.) zerbrechen; [Erde, Straßenoberfläche:] aufbrechen; [Eis:] brechen2) (disband) sich auflösen; [Schule:] schließen; [Schüler, Lehrer:] in die Ferien gehen3) (cease) abgebrochen werden; (end relationship)break up [with somebody] — sich [von jemandem] trennen
* * *v.auflösen (Versammlung) v.beenden v.zerbrechen v.zerschlagen v. -
73 current
1. adjective1) (in general circulation or use) kursierend, umlaufend [Geld, Geschichte, Gerücht]; verbreitet [Meinung]; gebräuchlich [Wort]; gängig [Redensart]2) laufend [Jahr, Monat]in the current year — in diesem Jahr
3) (belonging to the present time) aktuell [Ereignis, Mode]; Tages[politik, -preis]; gegenwärtig [Krise, Aufregung]current issue/edition — letzte Ausgabe/neueste Auflage
2. nouncurrent affairs — Tagespolitik, die; aktuelle Fragen
1) (of water, air) Strömung, dieair/ocean current — Luft-/Meeresströmung, die
swim against/with the current — gegen den/mit dem Strom schwimmen
3) (running stream) Strömung, die* * *1. adjective(of or belonging to the present: current affairs; the current month; the current temperature.) gegenwärtig2. noun•- academic.ru/17914/currently">currently- current account* * *cur·rent[ˈkʌrənt, AM ˈkɜ:r-]to dress according to the \current fashion sich akk modisch kleidenthe \current issue die letzte [o aktuelle] Ausgabe\current liabilities ECON laufende Verbindlichkeitenin \current use gebräuchlichthe \current vogue die aktuelle [o herrschende] Modethe \current year dieses Jahrthe \current yield der derzeitige ErtragII. n1. (of air, water) Strömung f\current of air Luftströmung focean \currents Meeresströmungen plto swim against/with the \current gegen/mit dem Strom schwimmen a. figthe \current of events der Strom der Ereignisse\current of fashion Modetrend mthe \current of opinion der Meinungstrend* * *['kʌrənt]1. adj(= present) augenblicklich, gegenwärtig; policy, price aktuell; research, month, week laufend; edition letzte(r, s); (= prevalent) opinion verbreitet; spelling, word gebräuchlichto be no longer current — nicht mehr aktuell sein; (coins) nicht mehr in Umlauf sein
a current rumour — ein Gerücht, das zurzeit in Umlauf ist
current affairs — Tagespolitik f, aktuelle Fragen pl, Aktuelle(s) nt
2. nwith/against the current — mit dem/gegen den Strom
air/ocean current — Luft-/Meeresströmung f or -strom m
to go against the current of popular opinion — gegen den Strom or die Strömung der öffentlichen Meinung anschwimmen
to go with the current of popular opinion —
if you try to go against the current of events — wenn Sie versuchen, gegen den Strom der Ereignisse anzuschwimmen
the current of public feeling is now in favour of/against... — die öffentliche Meinung tendiert zur Befürwortung/Ablehnung von...
a politician who ignores the current of popular opinion — ein Politiker, der die Tendenz(en) der öffentlichen Meinung or den Trend (in) der öffentlichen Meinung unbeachtet lässt
* * *1. laufend (Jahr, Monat etc):current business laufende Geschäfte pl2. gegenwärtig, jetzig, augenblicklich, aktuell:current value WIRTSCH gegenwärtiger Marktwert3. umlaufend, kursierend (Geld, Gerücht etc):be current kursieren, in Umlauf sein4. allgemein bekannt oder verbreitet5. üblich, geläufig, gebräuchlich:not in current use nicht allgemein üblich;the word is no longer in current use das Wort wird nicht mehr verwendet7. WIRTSCHa) (markt)gängig (Ware)b) gültig (Geld)c) kurs-, verkehrsfähig8. obs fließend, flüssig, leichtB s1. Strömung f, Strom m (beide auch fig):against the current gegen den Strom;2. figa) Trend m, Tendenz fb) (Ver)Lauf m, Gang m3. ELEK Strom mcur. abk2. currentP/C abk* * *1. adjective1) (in general circulation or use) kursierend, umlaufend [Geld, Geschichte, Gerücht]; verbreitet [Meinung]; gebräuchlich [Wort]; gängig [Redensart]2) laufend [Jahr, Monat]3) (belonging to the present time) aktuell [Ereignis, Mode]; Tages[politik, -preis]; gegenwärtig [Krise, Aufregung]current issue/edition — letzte Ausgabe/neueste Auflage
2. nouncurrent affairs — Tagespolitik, die; aktuelle Fragen
1) (of water, air) Strömung, dieair/ocean current — Luft-/Meeresströmung, die
swim against/with the current — gegen den/mit dem Strom schwimmen
3) (running stream) Strömung, die4) (tendency of events, opinions, etc.) Tendenz, die; Trend, der* * *adj.aktuell adj.derzeitig (jetzig) adj.gegenwärtig adj.geläufig adj.gängig adj.jetzig adj.laufend adj.momentan adj. n.Lauf -e m.Strom ¨-e m.Strömung -en f. -
74 violence
n1) сила; ярость2) насилие; принуждение; произвол; вооруженное столкновение; ожесточенность•to appeal for an end to the violence — призывать / обращаться с призывом положить конец насилию
to attack an enemy with violence — ожесточенно нападать на противника / врага
to condone violence — попустительствовать насилию; закрывать глаза на насилие
to curb violence — ограничивать насилие; сдерживать волну насилия
to curtail increased violence by extremists — обуздывать распространившиеся акты насилия со стороны экстремистов
to defuse political violence — разряжать обстановку и уменьшать число вооруженных политических стычек
to do violence to smth — грубо нарушать что-л.
to end violence — положить конец насилию; прекращать насилие
to halt violence — положить конец насилию; прекращать насилие
to quell violence — положить конец насилию; прекращать насилие
to smother the propaganda of those advocating violence — препятствовать пропаганде тех, кто выступает за насилие
to stamp out / to stem violence — положить конец насилию; прекращать насилие
to touch off a new wave of ethnic violence — служить толчком к новой волне насилия на этнической / национальной основе
to use violence — применять силу / меры принуждения
to use violence as political tactics — применять силу в качестве политического средства / как политическое орудие
- actual violenceto use violence to extract confessions from prisoners — прибегать к насилию для того, чтобы вырвать признание у арестованных
- alcohol-related violence
- antigovernment violence
- armed violence
- background for the violence
- cessation of violence
- challenged violence
- communal violence
- continuing wave of violence
- crime-related violence
- curb to violence
- deadlocked violence
- domestic violence
- drugs-related violence
- election-related violence
- electoral violence
- end to violence
- escalation of the violence
- ethnic violence
- explosion of violence
- extremist violence
- factional violence
- gang violence
- gruesome violence
- gun violence
- high level of violence
- incitement to violence
- intercommunal violence
- interethnic violence
- massive violence
- mounting campaign of violence
- mounting political violence
- mounting toll of violence
- naked violence
- nationalist violence
- official violence
- on the brink of violence
- organized violence
- outbreak of violence
- outburst of violence
- paramilitary violence
- personal violence
- police violence
- politically motivated violence
- pre-election violence
- pretext for violence
- public violence
- racial violence
- recourse to violence
- renewal of violence
- renewed violence
- renunciation of violence
- right wing violence
- rising tide of violence
- sectarian violence
- selective violence
- senseless violence
- separatist violence
- several months free of violence - sporadic violence
- stifle of violence
- street violence
- student violence
- surge in violence
- suspension of violence
- terrorist violence
- the day was marred by violence
- tribal violence
- upsurge of violence
- use of violence for political reasons
- violence against human rights
- violence blighted the nation for so many years
- violence broke out
- violence claimed 30 lives
- violence continues unabated
- violence erupted
- violence escalates
- violence flared in various parts of the country
- violence from the right
- violence goes on unabated
- violence has died down
- violence is growing by the day
- violence is widespread
- violence of invective
- violence rises
- violence subsided
- wave of violence
- week of violence
- widespread violence -
75 end
end 1. noun1) (the last or farthest part of the length of something: the house at the end of the road; both ends of the room; Put the tables end to end (= with the end of one touching the end of another); ( also adjective) We live in the end house.) ende, slutt, avslutning, endestykke2) (the finish or conclusion: the end of the week; The talks have come to an end; The affair is at an end; He is at the end of his strength; They fought bravely to the end; If she wins the prize we'll never hear the end of it (= she will often talk about it).) ende, avslutning, slutt3) (death: The soldiers met their end bravely.) endelikt, død4) (an aim: What end have you in view?) mål5) (a small piece left over: cigarette ends.) ende, stump2. verb(to bring or come to an end: The scheme ended in disaster; How does the play end?; How should I end (off) this letter?) ende, (av)slutte, opphøre- ending- endless
- at a loose end
- end up
- in the end
- make both ends meet
- make ends meet
- no end of
- no end
- on end
- put an end to
- the endende--------mål--------slutt--------slutteIsubst. \/end\/1) ende, utgang, slutt, endelikt, død, avslutning, opphør, siste (i en rad e.l.), ende-endevognen \/ den siste vognen2) ende, endestykke, stump, tamp3) mål, hensikt, formål, øyemedbe at an end være slutt, være til ende, være forbi, være over, være fullførtbe at an idle end være (arbeids)ledig, være ubeskjeftiget, være uvirksomat somebody's end borte hos noen• how is the weather at your end?at the end på slutten, ved enden\/avslutningenat the end of something i slutten av noe, etter noeat the end of the day ( overført) når alt kommer til alt, til sjuende og sist, til sluttat the further end ytterst, på den ytterste endenat the very end helt mot\/på sluttenbring to an end avslutte, få (en) slutt påchange ends ( sport) bytte banehalvdelcome to an end stoppe, stanse, slutte, opphøre, ta sluttcome to a sticky\/bad end få en tragisk avslutning, ende med en voldelig dødan end in itself et mål i seg selvthe end justifies the means hensikten helliger middeletthe end of somebody\/something slutten på noen\/noe• when the earthquake started, I thought that was the end of the ball gamethe end of the line\/road slutten (situasjon der alt håp er ute)end on med kortsiden fremend to end etter hverandre (uten mellomrom), ende mot ende, med kortsidene mot hverandrefrom end to end fra ende til annen, fra begynnelse til sluttgain\/attain\/achieve one's end(s) nå sitt målgo off the deep end ( hverdagslig) bli rasende\/hissig, gå fra konseptene, la sinnet løpe av med segin the end til slutt, til sjuende og sist, når alt kommer til alt• in the end, blood is thicker than waternår alt kommer til alt, er blod tykkere enn vannit's not (wouldn't be) the end of the world det er ingen katastrofe, det er ikke verdens undergangkeep one's end up ( hverdagslig) klare seg, hevde seg, holde standlike something no end ( hverdagslig) like noe veldig godtmake an end of something\/someone gjøre slutt på noe\/noen, ta livet av noe\/noenmake (both) ends meet få endene til å møtes, få pengene til å strekke tilbe nearing one's end ligge for dødennever hear the end of something komme til å høre noe lengedet vil du komme til å høre\/svi for lengeno end ( hverdagslig) svært, i høyeste gradhan er en alle tiders fyr\/karno end of something ( hverdagslig) forferdelig\/uendelig mye av noeon end på høykanti trekk, på radprivate ends private\/personlige interesserpublic ends offentlige interesserput an end to sette en stopper for, gjøre slutt på• he's the end!( hverdagslig) herlighan kommer til å ta livet av meg\/gjøre kål på megthere is an end to everything alt har en ende, alt tar slutt en gangthere is no end to det fins ingen grenser for, det er ingen ende påthere's an end of it! eller that's the end of it! dermed er saken avgjort!, dermed basta!think no end of oneself ( hverdagslig) ha høye tanker om seg selvto no end forgjevesto the bitter end til den bitre slutt, til det sisteto the ends of the earth til verdens\/jordens endeto this\/that end med det(te) som formål, i den(ne) hensiktwithout end endeløs, evig, grenseløs, uten endeIIverb \/end\/1) avslutte, ende, slutte, sette en stopper for, få en slutt på2) slutte, opphøre, ta slutt, avsluttes, endeall's well that ends well når enden er god, er allting godtend in ende medend (up) in smoke ( hverdagslig) gå opp i røykend up (by) doing something ende (opp) med å gjøre noeend up ende, havnehan havnet i fengsel til slutt, han endte i fengselthere the matter ends dermed basta -
76 enjoin
befale--------påleggeverb \/ɪnˈdʒɔɪn\/, \/enˈdʒɔɪn\/( litterært) pålegge, foreskrive, anbefale noen å gjøre noeenjoin someone from doing something ( jus) forby noen å gjøre noeenjoin (up)on somebody to do something tvinge noen til å gjøre noe, pålegge noen å gjøre noe, gi noen ordre om å gjøre noe -
77 first
fə:st 1. adjective, adverb(before all others in place, time or rank: the first person to arrive; The boy spoke first.) først, som nummer én/den første2. adverb(before doing anything else: `Shall we eat now?' `Wash your hands first!) først3. noun(the person, animal etc that does something before any other person, animal etc: the first to arrive.) den første- firstly- first aid
- first-born
- first-class
- first-hand
- first-rate
- at first
- at first hand
- first and foremost
- first of allførst--------førsteIsubst. \/fɜːst\/1) (den\/det\/de) første2) begynnelse3) førsteutgave, førsteopplag4) ( sport) førsteplass, første5) ( universitet) beste karakter6) ( motorteknikk) førstegir, førsteat first først, i begynnelsenan easy first en god nummer enfirst but one nest best, nummer to, andre rekkefrom first to last hele tiden, fra begynnelse til sluttfrom the first helt fra begynnelsen, fra starten avIIadj. \/fɜːst\/1) ( tallord) første2) høyeste, høyst3) ( handel) best, primafirst floor andre etasje (britisk), første etasje (amer.)IIIadv. \/fɜːst\/1) først2) før, heller3) første gang• when did you first see her?• when we were first married I earned £280 a weekda vi var nygifte, tjente jeg 280 pund i uken4) første klassefirst and last første og siste, først og sist, først og fremst alt i alt, i bunn og grunn, i det store og helefirst come first served se ➢ come, 2first of all først og fremst, aller førstfirst off (amer., hverdagslig) først, i begynnelsenfirst or last før eller senerefirst up (austr.) på første forsøk først av alt -
78 good
ɡud 1. comparative - better; adjective1) (well-behaved; not causing trouble etc: Be good!; She's a good baby.)2) (correct, desirable etc: She was a good wife; good manners; good English.)3) (of high quality: good food/literature; His singing is very good.)4) (skilful; able to do something well: a good doctor; good at tennis; good with children.)5) (kind: You've been very good to him; a good father.)6) (helpful; beneficial: Exercise is good for you.; Cheese is good for you.)7) (pleased, happy etc: I'm in a good mood today.)8) (pleasant; enjoyable: to read a good book; Ice-cream is good to eat.)9) (considerable; enough: a good salary; She talked a good deal of nonsense.)10) (suitable: a good man for the job.)11) (sound, fit: good health; good eyesight; a car in good condition.)12) (sensible: Can you think of one good reason for doing that?)13) (showing approval: We've had very good reports about you.)14) (thorough: a good clean.)15) (healthy or in a positive mood: I don't feel very good this morning.)2. noun1) (advantage or benefit: He worked for the good of the poor; for your own good; What's the good of a broken-down car?) gode, vel, beste2) (goodness: I always try to see the good in people.) det gode3. interjection(an expression of approval, gladness etc.) godt!; flott!- goodness4. interjection((also my goodness) an expression of surprise etc.) gode Gud!; for Guds skyld!; gudskjelov!- goods- goody
- goodbye
- good-day
- good evening
- good-for-nothing
- good humour
- good-humoured
- good-humouredly
- good-looking
- good morning
- good afternoon
- good-day
- good evening
- good night
- good-natured
- goodwill
- good will
- good works
- as good as
- be as good as one's word
- be up to no good
- deliver the goods
- for good
- for goodness' sake
- good for
- good for you
- him
- Good Friday
- good gracious
- good heavens
- goodness gracious
- goodness me
- good old
- make good
- no good
- put in a good word for
- take something in good part
- take in good part
- thank goodness
- to the goodbra--------erfaren--------frisk--------god--------gyldig--------kyndig--------snill--------sunnIsubst. \/ɡʊd\/1) gode, velferd, nytte, gagn, vel• what good will it do?alt er til ditt eget beste\/det er for din skyld2) (det) gode, godtdo good handle riktig, gjøre godt, gjøre gode gjerninger gagne, gjøre nytte• eat fruit, it will do you goodspis frukt, det har du godt av• it does one good to...det er sunt å...for good (and all) for godt, én gang for alle, for alltid• I thought Michael wanted to visit us for a week, now it seems he's staying for goodfor good and ill på godt og vondtfor the good of the cause for en god sakis it any good? er det noen vits?, har det noe for seg?, har det noen hensikt?much good may it do you! ( ironisk) vel bekomme!, vær så god!be no good være ubrukelig, ikke være noe tesshan er ikke noe å samle på, han duger ikke til noedet er ingen vits, det hjelper ikke, det tjener ikke til noe, det har ingen hensiktnothing but good can come of it det kan ikke skadethe public good samfunnets vel, samfunnets besterender good for evil gjengjelde ondt med godtrepay good for evil gjengjelde ondt med godtthe supreme good det høyeste godethrough good and ill i gode og onde dagerbe to some good være til nytte, komme til nyttebe to the good være en fordel for, være et pluss forha til gode• I am £100 to the goodbe up to no good holde på med noe muffens, ha ondt i sinneIIadj. \/ɡʊd\/1) god, bra, pen• very good!bra!, kjempefint!• isn't that good enough?2) sunt, bra, velgjørende, godt, nyttig3) fersk, frisk, bra, god, godt4) spiselig• is it good enough to eat?5) flink, dyktig, god6) frisk, uskadd7) deilig, godt, behagelig• did you have a good night?• it's good to see you!8) snill, god, vennlig, hyggelig, lydig• will you be good enough to shut the door?9) skikkelig, grundig, real10) drøy11) god, morsom, gøyal, festlig• that's a good one!12) pålitelig, sikker, bra, solid14) ekte15) gyldig, god16) fin, fornem, god17) passende, rimelig18) ( ofte ironisk) god• how's your good man?and a good thing, too! ( hverdagslig) heldigvis!, takk og pris!as good as så godt som, nesten, praktisk taltbe good for være god for• he is good for £50,000• the cheque is good for £100orke, greie• are you good for a ten kilometres' walk?i stand til, kunnevære gyldigha god virkning på, være sunt forenough is as good as a feast se ➢ feast, 1feel good ha det bra, føle seg velfor good (and all) for alltid, definitivtgood breeding dannelse, takt og tone, god folkeskikkbe good enough to være så snill ågood faith god trogood for you! eller good on you! ( også ironisk) så fint!, det var bra!, så deilig!, godt gjort!, bra for deg!a good half godt og vel halvpartengood humour godt humør, godt lynne, elskverdighetgood looks pent utseende, skjønnhet, pent ytrea good many en hel del, ganske myegood offices vennetjenester, bona officiagood oil (austr., hverdagslig) pålitelig informasjonthe good people alvene, feenegood sense sunn fornuft, god dømmekraftthe Good Shepherd Jesusgood soil god jordgood to snill motgood 'un! ( hverdagslig) den var god!in good time i god tid til sin tidit's not all that good ( hverdagslig) så bra er det virkelig ikke, det er da ikke så braknow a good thing when one sees it forstå seg på hva som er bravery good utmerket -
79 know
nəupast tense - knew; verb1) (to be aware of or to have been informed about: He knows everything; I know he is at home because his car is in the drive; He knows all about it; I know of no reason why you cannot go.) vite2) (to have learned and to remember: He knows a lot of poetry.) kunne3) (to be aware of the identity of; to be friendly with: I know Mrs Smith - she lives near me.) kjenne4) (to (be able to) recognize or identify: You would hardly know her now - she has become very thin; He knows a good car when he sees one.) kjenne igjen•- knowing- knowingly
- know-all
- know-how
- in the know
- know backwards
- know better
- know how to
- know the ropeskunneIsubst. \/nəʊ\/vitenbe in the know vite om, være informertII1) vite, være klar overhan ville ikke vite det \/ han var døv på det øret2) kunne, forstå, ha greie påkunne et språk \/ beherske et språk3) kjenne, kjenne igjen4) vite om, kjenne til5) være med på, oppleve6) (bibelsk, juridisk, gammeldags) kjenne, ha seksuell omgang med, ha kroppslig omgang medas far as I know eller for all I know så vidt jeg vetbefore you know where you are før man vet ordet av detcome\/get to know få vite, erfaredon't I know it ( hverdagslig) det skal være visst, ja visst er det det• A: it sure is hot today! B: yeah, don't I know it!A: det er jammen varmt i dag! B: ja, det skal være sikkert!don't know about that er ikke så sikker på det, vet ikke heltdon't you know vet du, ikke sant• she is very sweet, don't you knowhun er veldig søt, ikke sant?give somebody to know la noen få vite, meddele noennot know somebody to speak to (litterært, gammeldags) ikke kjenne en personlig (men vite hvem det er)jeg kjenner ham ikke personlig, men vet hvem han erI don't know that I agree with you jeg er ikke så sikker på om jeg er enig med degI know (amer., hverdagslig) ja, ikke sant?I wouldn't know ( hverdagslig) jeg har ingen anelse, jeg vet ikkeknow about kjenne til, vite om• oh yes, I know all about thatjo, det kjenner jeg godt tilfå vite omknow a good thing when one sees it kunne skille mellom bra og dårlig, vite hva som er braknow how to do something vite hvordan noe skal gjøresknow it from oneself vite det av egen erfaringknow no fear ikke vite hva frykt vil siknow of kjenne til, vite om, vitejeg kjenner til ham \/ jeg har hørt om hamknow one's business kunne sine ting, vite hva man snakker omknow oneself kjenne seg selvknow one's own mind vite hva man vil, ikke vingle eller vakleknow someone by name kjenne noen ved navnknow someone by sight kjenne noen av utseendeknow someone for what he\/she is vite hva noen (egentlig) står for, kjenne noens sanne ansiktknow someone to be a friend vite at en er en vennknow something by heart kunne noe utenat, kunne noe på ramsknow what one is about vite hva man gjørknow what's what ( hverdagslig) ikke være tapt bak en vogn, ha god greie på tinglet somebody know si fra, gi noen beskjedsi fra når du er klar, gi beskjed når du er klarnot if I know it ( hverdagslig) ikke så lenge jeg har noe jeg skulle ha sagtone never knows man kan aldri vitethat's all you know about it ( spøkefullt) det er hva du tror, du skulle bare visst du snakker som du har vett tilwhat do you know about that ( hverdagslig) det må jeg si, ser man detwho knows hvem vet, si detyou know (som) du vet, vet du, skjønner du, forstår du• he's a bit stupid, you know...han er litt dum, skjønner du• I was ill, you know -
80 make
meik 1. past tense, past participle - made; verb1) (to create, form or produce: God made the Earth; She makes all her own clothes; He made it out of paper; to make a muddle/mess of the job; to make lunch/coffee; We made an arrangement/agreement/deal/bargain.) lage, skape, forme2) (to compel, force or cause (a person or thing to do something): They made her do it; He made me laugh.) tvinge, få til å3) (to cause to be: I made it clear; You've made me very unhappy.) gjøre4) (to gain or earn: He makes $100 a week; to make a profit.) tjene, innbringe5) ((of numbers etc) to add up to; to amount to: 2 and 2 make(s) 4.) være, utgjøre6) (to become, turn into, or be: He'll make an excellent teacher.) bli7) (to estimate as: I make the total 483.) anslå8) (to appoint, or choose, as: He was made manager.) gjøre til, utnevne9) (used with many nouns to give a similar meaning to that of the verb from which the noun is formed: He made several attempts (= attempted several times); They made a left turn (= turned left); He made (= offered) a suggestion/proposal; Have you any comments to make?) gjøre, komme med2. noun(a (usually manufacturer's) brand: What make is your new car?) merke, fabrikat, modell- maker- making
- make-believe
- make-over
- makeshift
- make-up
- have the makings of
- in the making
- make a/one's bed
- make believe
- make do
- make for
- make it
- make it up
- make something of something
- make of something
- make something of
- make of
- make out
- make over
- make up
- make up for
- make up one's mind
- make up tobygge--------gjøre--------lage--------merke--------nå--------produsere--------rekke--------skape--------utgjøreIsubst. \/meɪk\/1) merke, fabrikat2) arbeid, tilvirkning, form, støpning (om person), stil, typeon the make ( om sosial mobilitet) på vei oppover på sjekkerenput the make on (amer.) forsøke å sjekke oppII1) lage, tilberede, fremstille, produsere, skape, danne2) ( om klær e.l.) sy, strikke3) ( om noe skriftlig) skrive4) ( om seng) re (opp)5) ( med adjektiv) gjøre, få til å bli6) gjøre til, utnevne til, utpeke til7) tvinge til, få til, la8) tjene, tjene inn, innbringe9) bli, være, danne, utgjøre10) ( om beregning eller tolkning) anslå til, tolke som, forstå som• what do we make of this?11) fastsette til, bestemme til, sette til, beramme til12) ( om distanse) tilbakelegge, kjøre, gå13) nå (i tide), rekke, komme frem til14) (amer., hverdagslig) bli, avansere til15) ( om tidevann) komme inn, sette inn, tiltabe as... as they make them være så...som man kan få blittbe made of money ( hverdagslig) være laget av pengerbe made up of bestå avhave (got) it made ( hverdagslig) være sikret suksessmake after ( gammeldags) sette etter, følge ettermake against være en ulempe for, tale imotmake as if eller make as though late som om, gjøre mine til å...make a speech holde en talemake at løpe motangripe, slå etter, hytte tilmake away stikke, dramake away with stikke av med, forsvinne medgjøre ende på, kvitte seg med, rydde av veien, ta livet avmake believe late sommake do klare seg, greie segmake do and mend klare seg med det man harmake down clothes ( hverdagslig) sy om klærmake for søke seg til, dra til, styre mot, begi seg til, gå til, skynde seg til, løpe motoverfalle, angripe, gå løs påfremme, bidra til, støtte, lede tilmake good innfri, virkeliggjøre, gjøre alvor av, gjennomføreholde\/innfri et løftekomme seg unna\/unnslippe(amer.) godtgjøre, erstatte, dekke, gjøre opp for (seg), betale for seg( hverdagslig) lykkes, gjøre det bra, ha hellet med seg, gjøre suksess, gjøre det stort• he went to Canada, where he soon made goodhan dro til Canada, hvor han raskt gjorde suksessmake into ( om forandring) gjøre (om) til, forvandle til, omarbeide tilmake it lykkes, klare segmake it up (with) forsones (med), bli venner igjen (med), gjøre opp (med)make it with somebody ( slang) ligge med noenmake light of bagatellisere, ta lett på, slå bortmake like (amer.) late sommake off stikke av, rømmemake or break være eller ikke være, briste eller bæremake out skrive ut, utstedetyde, oppfatte, skjelne, seforstå, fatte, begripe, forstå seg på, bli klok påpåstå, hevde, fremstille som, gi seg ut forklare seg, lykkes, trivesmake peace slutte fredmake short of long kort sagtmake someone's day gi noen en fin dag, gi noen en minneverdig dag gjøre noen glad, glede noenmake the most of få mest mulig ut av, utnytte så godt som mulig, dra størst mulig nytte av, gjøre (et) stort nummer (ut) avmake time finne tid, ta seg tidmake time with (amer.) flørte medmake to gjøre tegn til å...make towards gå til, føre til, lede til, styre mot, begi seg til, skynde seg til, løpe motmake up utgjøre, danne, skape sette sammen, lage (i stand), sette opp, opprette, skrivefinne på, dikte opp, lyve opplage (i stand), tilberede, gjøre ferdig, sette sammen, røre sammenpakke innsminke, maskere (teater)gjøre opp, avsluttefylle ut, komplettere, dekke(amer., universitet) gå om igjen, kontinuere, ta (om) igjen ( typografi) brekke om gjøre opp, bli venner igjenmake up (for) erstatte, godtgjøre, ta igjen, oppveiemake up one's mind bestemme segmake up to somebody smiske for noen
См. также в других словарях:
Gang week — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
gang week — noun Etymology: gang (I) + week : rogation week … Useful english dictionary
gang-week — Rogation week; that is, the week in each year when the boundaries of parishes and manors were surveyed … Ballentine's law dictionary
Gang-week — … Useful english dictionary
Gang — Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang board — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang cask — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang cultivator — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang days — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang drill — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang master — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English