-
1 nose
n. neus; bek; snuit--------v. zich (voorzichtig) een weg banen (v. schip, auto); zich banen/voortbewegennose1[ nooz] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:cut off one's nose to spite one's face • (in een woedebui) zijn eigen glazen/ruiten ingooienfollow one's nose • rechtuit gaan, zijn instinct volgenhave a nose for something • ergens een fijne neus voor hebbenhave/hold/keep one's nose to the grindstone • zwoegen, voortdurend hard werkenkeep one's nose out of someone's affairs • zich met zijn eigen zaken bemoeienlook down one's nose at someone • de neus voor iemand ophalen, neerkijken op iemandpoke/stick one's nose into someone's affairs • zijn neus in andermans zaken steken〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 put someone's nose out of joint • iemand voor het hoofd stoten; iemand jaloers maken〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 rub someone's nose in it/the dirt • iemand iets onder de neus wrijventurn up one's nose at something/someone • zijn neus ophalen voor iets/iemand(win) by a nose • een neuslengte vóór zijn————————nose2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 met de neus/snoet openduwen♦voorbeelden:¶ nose into something • zijn neus steken in iets, zich bemoeien met andermans zaken -
2 thread
n. draad, lont; (in computers) een serie Internet artikelen die over een bepaald onderwerp gaan; (in computers) het uitvoeren van een bepaalde procedure, onderdeel van een applicatie--------v. de draad steken in; aanrijgen; manoeuvreren doorthread1[ θred] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 garen♦voorbeelden:take up/pick up the threads • de draad weer opnemen————————thread2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 way
adv. hoe dan ook; op grote wijze--------n. weg; manier, wijze; kant; richting; afstandway1[ wee]4 richting5 opzicht♦voorbeelden:that's the way (it is/goes) • zo gaat het nu eenmaallose the/one's way • verdwalen, de weg kwijtraken〈 figuurlijk〉 pave the way (for something/someone) • de weg banen/effenen (voor iets/iemand)〈 figuurlijk〉 pay one's way • geen schulden maken, zonder verlies werkenpay one's way through college • zelf zijn universiteitsstudie (kunnen) betalenwork one's way through college • werkstudent zijnway home • thuisreisway in • ingangbetter weather is on the way • er is beter weer op komstwe're on our/the way • we komen eraan, we zijn onderwegout of the way • ver weg, afgelegenout of one's way • niet op de routeway of thinking • denkwijzeto her way of thinking • naar haar mening, volgens haarfall into evil/bad ways • slechte gewoontes krijgengo the right/wrong way about something • iets op de juiste/verkeerde wijze aanpakkendo something a certain way • iets op een bepaalde manier doen〈 figuurlijk〉 find a way • een manier vinden, er raad op wetenhave a way of doing something • er een handje van hebben iets te doenmend one's ways • zijn leven beterenset in one's ways • met vast(geroest)e gewoontesone way and another • alles bij elkaar (genomen)one way or another/the other • op de een of andere manierin its way • in zijn soortin this way • op deze manier, zoit's only his way • zo is hij nu eenmaalthere are no two ways about it • er is geen twijfel (over) mogelijkstep this way, please • hierheen, graagthe other way around/about • andersomin no way • helemaal nietno way better • in geen enkel opzicht beterin more ways than one • in meerdere opzichten6 a long way away/off • een heel eind weg, ver wegyour birthday is still a long way off • je bent nog lang niet jarigall the way • helemaal, tot het (bittere) eindego all the way • het echt doen, met iemand neukenways and means • geldmiddelenhave ways and means of getting something • de juiste wegen weten om iets (gedaan) te krijgenthat's the way of the world • zo gaat het nu eenmaal (in de wereld)cut both ways • goede en slechte gevolgen hebbenget one's (own) way, have (it) one's (own) way • zijn zin krijgen, doen wat men wilgo out of one's/the way to … • zijn (uiterste) best doen om …have a way with elderly people • met ouderen om weten te gaanyou can't have it both ways • óf het een óf het andersee one's way (clear) to doing something • zijn kans schoon zien om iets te doenwind one's way into someone's affections • bij iemand in de gunst proberen te komenby the way • terloops, trouwens, à proposthey had done nothing out of the way • zij hadden niets bijzonders/extreems/verkeerds gedaanany way • in ieder geval, hoe dan ookeither way • hoe dan ook〈Amerikaans-Engels; informeel〉 every which way • overal, in alle hoeken en gaten〈Amerikaans-Engels; informeel〉 no way! • geen sprake van!1 (voort)gang ⇒ snelheid, vaart♦voorbeelden:gather/lose way • vaart krijgen/minderen 〈 van schip〉negotiations are well under way • onderhandelingen zijn in volle ganggive way • toegeven, meegeven 〈 ook figuurlijk〉; wijken, voorrang geven; doorzakken, bezwijkengive way to • toegeven aan, wijken voormake way for • plaats/ruimte maken voorput someone in the way of something • iemand op weg helpen (met iets), iemand aan iets helpenstand in the way • in de weg staanget something out of the way • iets uit de weg ruimen, iets afhandelenput someone out of the way • iemand uit de weg ruimenmake one's (own) way (in life/the world) • in de wereld vooruitkomenhe's by way of being a musician • hij is om zo te zeggen een muzikantby way of Brighton • via Brightonby way of illustration/example • als illustratie/voorbeeld♦voorbeelden:————————way2〈 bijwoord〉1 ver ⇒ lang, een eind♦voorbeelden:1 way back • ver terug, (al) lang geleden〈 Amerikaans-Engels〉 someone from way back • iemand uit een afgelegen gebied/ver verleden -
4 beat
adj. verslagen, geklopt--------n. slag; ritme; klop; gong; weg--------v. slaan; smeden; verslaan, overwinnenbeat1[ bie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag2 (vaste) ronde/route 〈 voornamelijk van politieagent〉5 klop/drijfjacht♦voorbeelden:be on one's beat • zijn ronde doen————————beat21 slaan ⇒ bonzen, beuken; woeden; kloppen 〈 van hart, bloed〉; trommelen; tikken 〈 van klok〉; fladderen 〈 van vleugel〉2 een klop/drijfjacht houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉6 afzoeken♦voorbeelden:the recipe to beat all recipes • het recept dat alles slaatbeat flat • platslaanbeat back • terugslaan/drijvenbeat the door in • de deur intrappenbeat someone's head in • iemand de hersens inslaanbeat something into someone's head • iemand iets inhameren〈 informeel〉 can you beat that? • heb je ooit zoiets gehoord/gezien?he beat me to it • hij was me voor -
5 blaze a trail
v. de weg leiden〈 figuurlijk〉de weg banen, baanbrekend werk verrichten————————een pad banen/markeren, een nieuwe weg inslaan -
6 blaze
n. laaiend vuur, vlammenzee--------v. opvlammen, in lichte laaien staan; adverterenblaze1[ bleez] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉1 vlammen(zee) ⇒ (verwoestend) vuur, brand2 uitbarsting ⇒ plotselinge uitval/aanval♦voorbeelden:the house was in a blaze • het huis stond in lichterlaaie¶ go to blazes! • loop naar de hel!go like blazes • zeer snel gaan, als de weerlicht gaan————————blaze21 (fel) branden ⇒ gloeien, in lichterlaaie staan; 〈 ook figuurlijk〉 in vuur en vlam staan 〈bijvoorbeeld van woede/opwinding〉2 (fel) schijnen ⇒ verlicht zijn, schitteren♦voorbeelden:the petrol-station blazed up • de vlammen sloegen uit het benzinestationthe quarrel blazed up • de ruzie laaide op→ blaze away blaze away/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 blaze a trail • een pad banen/markeren, een nieuwe weg inslaan -
7 cleave
v. kloven; kleven--------v. kloven; zich hechten aan; bijzonder toegewijd zijn aan[ klie:v] 〈verleden tijd ook cleft [ kleft], clove [ kloov], voltooid deelwoord ook cleft [ kleft], cloven [kloovn]〉→ cleave to cleave to/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 elbow
n. elleboog--------v. met de ellebogen dringen/duwen/werkenelbow1[ elboo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:at someone's elbow • naast iemand, bij iemand in de buurtup to one's elbows in work • tot over zijn oren in het werk————————elbow2〈 werkwoord〉1 zich (een weg) banen ⇒ met de ellebogen dringen/duwen/werken♦voorbeelden:1 they had to elbow their way out of the shop • ze moesten zich met de ellebogen een weg uit de winkel banen -
9 force a passage through the crowd
een weg door de menigte banenEnglish-Dutch dictionary > force a passage through the crowd
-
10 inch
n. inch(meetmaat), duim; beetje--------v. langzaam voortbewegeninch1[ intsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:every inch a gentleman • op-en-top een heer¶ give him an inch and he'll take an ell/a mile • als je hem een vinger geeft neemt hij de hele hand〈 spreekwoord〉 give him an inch and he'll take a yard/a mile • als men hem een vinger geeft, neemt hij de hele handinch by inch • beetje bij beetjewe came within an inch of death • het scheelde maar weinig/een haar of we waren dood geweest————————inch21 schuifelen ⇒ langzaam/moeizaam voortgaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 langzaam/moeizaam verplaatsen♦voorbeelden: -
11 olympic size swimming pool
n. Olympisch zwembad, zwembad dat in Olympische Spelen wordt gebruikt (lengte: 50 meter, breedte: 25 meter, diepte: minimum van 2.0 meter) met 8 banen met wijdte van baan 2.5 meter (twee lege banen aan de buitenzijde) -
12 battle through the crowd
battle through the crowd -
13 battle
n. slag, strijd, gevecht--------v. vechten, strijdenbattle1[ bætl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (veld)slag ⇒ gevecht, competitie♦voorbeelden:fight a losing battle • een hopeloze strijd voerenfight someone's battle(s) for someone • voor iemand de kastanjes uit het vuur halengive battle • slag/strijd leverengo into battle • ten strijde trekken————————battle2♦voorbeelden:battle through the crowd • zich een weg banen door de menigteII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
14 beat/clear a path
beat/clear a path -
15 beetle
adj. overhangend; vooruitspringend, uitpuilend--------n. kever; hamer--------v. ergens snel heengaan; als een bewegen, vooruitgaan, een weg banen; dribbelen, zich haasten (Brits- Engels gebruik); kever pletten[ bie:tl] -
16 bore
n. boorgat; kaliber; diameter; vervelend persoon--------v. boren; doordringen; vervelenbore1[ bo:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 boorgat ⇒ geboord gat, boring3 boor————————bore21 (een gat) boren ⇒ drillen, een put slaan♦voorbeelden:1 doordringen ⇒ zich (een weg) banen, moeizaam vooruitkomen♦voorbeelden:1 they bored (their way) through the jungle/the crouwd • ze baanden zich moeizaam een weg door het oerwoud/de menigte2 vervelen♦voorbeelden:————————bore3→ bear bear/ -
17 break a path/way
break a path/way -
18 break new ground
nieuwe horizonnen zoeken -
19 break
n. onderbreking; doorbraak; pauze; inbraak; kans; wijziging; (in computers) overbrugging, stoppen en starten van een nieuw deel in een document--------v. breken; stuk slaan; verbreken; inbreken; stoppen, aflastenbreak1[ breek]♦voorbeelden:there was a break in the weather • het weer sloeg omwithout a break • onophoudelijk, zonder te stoppen4 bad break • pech, tegenvallerlucky break • geluk, meevallergive someone a break • iemand een kans geven (om zichzelf te bewijzen), iemand een plezier doen→ clean clean/♦voorbeelden:2 break of day • dageraad, ochtendgloren————————break23 pauzeren♦voorbeelden:his voice broke • hij kreeg de baard in zijn keelthe box broke open • de doos barstte open2 break free/loose • ontsnappen, losbreken4 the frost broke • het hield op met vriezen, het ging dooienbreak into a gallop • plotseling gaan galopperenbreak forth • uitbarsten, losbarsten 〈 in woede〉break into a tenner • een briefje van tien aanbrekenthis extra work breaks into my evenings • dit extra werk slokt mijn avonden opbreak over • overheen golven, overheen spoelen→ break away break away/, break down break down/, break in break in/, break off break off/, break out break out/, break through break through/, break up break up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 break a blow • een klap opvangen/brekenbreak camp • het kamp opbrekenbreak cover • uit de schuilplaats komenbreak someone of a habit • iemand een gewoonte aflerenbreak the law • de wet overtreden/brekenbreak a path/way • een weg banenbreak prison/jail • uitbrekenbreak a record • een record verbeteren/brekenbreak a strike • een staking breken -
20 burrow
n. hol--------v. een hol graven; rustig wachten; nagaanburrow1[ burroo] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————burrow22 schuilen/wonen in een leger/holletje3 boren ⇒ wroeten, graven, zich (een weg) banen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 nestelen ⇒ begraven, wegdrukken♦voorbeelden:3 the cat burrowed its head into her shoulder • de poes nestelde zich met haar kop tegen haar schouder
См. также в других словарях:
Banèn — Nèn ou Banèn population installée dans le centre du Cameroun (env. 80 000 personnes). Ils parlent une langue bantoue, le tunèn. Banèn V. Nèn … Encyclopédie Universelle
Af banen — Infobox Film name = Af banen director = Martin Hagbjer producer = Søren Juul Petersen writer = Audrey Castañeda Morten Dragsted starring = Lars Bom Camilla Bendix Bjarne Henriksen Claus Bue Nicolas Bro music = Martin Hagbjer cinematography = Lars … Wikipedia
Centre Province — Geobox|Province name = Centre Province country = Cameroon country capital = Yaoundé map caption = Location of Centre Province within Cameroon coordinates type = adm1st lat d = 4 |lat m = 45 |lat NS = N long d = 12 |long m = 00 |long EW = E area … Wikipedia
OS MX3000 — MX3000 An MX3000 at Bergkrystallen In service 2007–present Manufacturer Siemens … Wikipedia
Gasolin' 2 — Infobox Album Name = Gasolin 2 Type = studio Longtype = Artist = Gasolin Border = yes Released = start date|1972|11|15 Recorded = Mid 1972 at Rosenberg Studio, Copenhagen Genre = Rock Length = 39:05 Language = Danish Label = CBS Producer =… … Wikipedia
Norges Statsbaner — Die Norges Statsbaner (NSB) ist die staatliche Bahngesellschaft in Norwegen. Von 1883 bis 1996 betrieben die NSB fast den gesamten Eisenbahnverkehr in Norwegen und waren auch Bauherr und Eigentümer des Streckennetzes. Heute fährt die NSB nur… … Deutsch Wikipedia
AS Oslo Sporveier — Autobus public de la ville d Oslo AS Oslo Sporveier (Transport public d Oslo, parfois appelé Oslo Public Transport) est la compagnie publique de transport de la commune d Oslo, en Norvège, fondée en 1925 Elle gère notamment les autobus, les… … Wikipédia en Français
Oslo Public Transport — AS Oslo Sporveier Autobus public de la ville d Oslo AS Oslo Sporveier (Transport public d Oslo, parfois appelé Oslo Public Transport) est la compagnie publique de transport de la commune d Oslo, en Norvège, fondée en 1925 Elle gère notamment les… … Wikipédia en Français
Ende — 1. Alles hat ein Ende. Holl.: Aan alles komt een einde. – Alle begonnen werk neemt een eind. (Harrebomée, I, 179.) 2. Am End die Wahrheit wird erkent. – Eyering, I, 558. Lat.: In fine videbitur cujus toni. – Spondyla fugiens pessime pedit.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Michael Gravgaard — Personal information Full name Michael Jul … Wikipedia
Nydalen (station) — For the railway station, see Nydalen Station. Nydalen Location Place Nydalen, Nordre Aker Municipality … Wikipedia