-
21 je moet de eerste tijd nog rustig aandoen
je moet de eerste tijd nog rustig aandoento begin with/at first you must take it easyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je moet de eerste tijd nog rustig aandoen
-
22 zichzelf geweld aandoen
zichzelf geweld aandoenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zichzelf geweld aandoen
-
23 zijn familie schande aandoen
zijn familie schande aandoendisgrace one's family, bring shame on one's familyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn familie schande aandoen
-
24 zijn kleren aandoen
zijn kleren aandoenget dressed, put on one's clothesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn kleren aandoen
-
25 geweld aandoen
v. violate, do violence to, force, outrage -
26 onrecht aandoen
v. injure, wrong -
27 overlast aandoen
v. molest -
28 proces aandoen
v. go to law -
29 eer
eer1〈de〉♦voorbeelden:de eer redden • save one's facehet is mijn eer te na • I have my prideaan u de eer (om te beginnen) • you have the honour (of starting)iets/het aan zijn eer verplicht zijn • be honour boundin eer en aanzien leven • be held in high esteemiemand in zijn eer herstellen • clear someone's nameiets in ere herstellen • 〈 principe〉 restore (a principle), reinstate (a custom)iemand in ere houden • hold someone's memory dear, cherish someone's memoryeen dag/gebruik in ere houden • observe a (feast) day, keep up a customiemand in zijn eer (aan)tasten • hurt someone's pridenaar eer en geweten antwoorden • answer to the best of one's knowledgeop mijn (woord van) eer • I give you my word (of honour)zijn naam eer aandoen • be a credit to one's familyde tafel eer aandoen • do justice to the mealer is geen eer aan te behalen • 〈 van iemand〉 good advice is thrown away on him; 〈 van iets〉 little (credit) can be gained by iteer behalen met • gain credit byde (over)winnaar eer bewijzen • pay tribute to the winnerde/geen eer van iets hebben • receive credit/no credit for somethinghem komt alle eer toe • he deserves all the crediter een eer in stellen om • consider it an honour tohet zal me een (grote/bijzondere) eer zijn • I will be (greatly) honouredte zijner ere • in his honourter ere van • in honour of (someone/something)dat strekt u niet tot eer • that is not to your creditere zij God • glory to God3 ze heeft haar eer verloren • she lost her honour/virtuein (alle) eer en deugd • in (all) honour and decency————————eer2〈 voegwoord〉 -
30 geweld
♦voorbeelden:grof geweld • brute force/strengthpsychisch geweld • mental crueltyzichzelf geweld aandoen • 〈 zich beheersen〉 restrain oneself; 〈 zich inspannen〉 force oneself; 〈 zijn principes verloochenen〉 act contrary to one's principlesde waarheid geweld aandoen • stretch the truthgeweld gebruiken (tegen) • use force/violence (against)iemand met geweld verwijderen • remove someone by force -
31 aanleggen
1 [aanbrengen tegen/om] apply2 [doen overeenkomstig een doel] contrive ⇒ set/go about3 [bezig zijn tot stand te brengen] construct, build ⇒ 〈 straat ook〉 lay, dig 〈 kanaal〉, lay out 〈 park, tuin〉, install 〈 voorzieningen〉, build up 〈 voorraad〉♦voorbeelden:een verband aanleggen • dress (a wound), bandage2 het zó weten aan te leggen dat … • contrive it so that …het erop aanleggen dat/om … • set out to …hoe leg ik dat aan? • how do I go about this?het met de buurvrouw aanleggen • start carrying on with the woman next doorhet met iemand aanleggen • 〈 zich inlaten met〉 get involved with someone; 〈 gemene zaak maken met〉 join forces with someone3 een spoorweg/weg aanleggen • construct a railway/roadeen verzameling aanleggen • start a collectioneen vuur aanleggen • lay a fireeen nieuwe wijk aanleggen • build a new Bestate/Adevelopment2 [onderweg stilhouden] stop (off)1 [richten] aim♦voorbeelden:1 leg aan! • take aim! -
32 aantrekken
2 [vaster doen sluiten] tighten5 [aandoen] put on♦voorbeelden:een knoop aantrekken • draw a knot tighter3 zich aangetrokken voelen door/tot iemand/iets • feel attracted to someone/somethingdat trekt mij wel aan • that appeals to menieuwe medewerkers aantrekken • take on/recruit new staffik heb niets om aan te trekken • I have nothing to wearII 〈wederkerend werkwoord; zich aantrekken〉♦voorbeelden:zich verwijten aantrekken • take reproaches to hearttrek het je niet aan • don't let that worry youzich alles persoonlijk aantrekken • take everything personallyzich niets aantrekken van • not care aboutze scheen zich van de hele zaak niets aan te trekken • she seemed unconcerned about the whole affair♦voorbeelden: -
33 afstoten
3 [biologie] reject♦voorbeelden:de poes stootte haar jong af • the cat rejected her youngtaken afstoten • give up duties1 [onaangenaam aandoen] repel2 [natuurkunde] repel♦voorbeelden: -
34 boetekleed
♦voorbeelden: -
35 concurrentie
2 [de concurrenten] competition♦voorbeelden: -
36 dwangbuis
♦voorbeelden: -
37 goeddoen
1 [weldoen] do good♦voorbeelden:2 zo'n glas water doet goed • ±I needed that!de berglucht zal hem enorm veel goeddoen • the mountain air will do him a world of good -
38 haven
♦voorbeelden:1 de haven van Antwerpen • the port/harbour of Antwerpde haven van Harlingen • Harlingen harboureen open haven • an open access harbour/porteen haven binnenvallen/binnenlopen/aandoen • put into a portin (het zicht van) de haven schipbreuk lijden/vergaan • 〈 figuurlijk〉 come to grief at the last minute -
39 het
het11 [onzijdig naamwoord] it♦voorbeelden:1 ik denk/hoop het • I think/hope sohet ging allemaal goed • it all/things went wellwie is het? ben jij het? ja, ik ben het • who is it? is that you? yes, it's mezij was het die … • it was she who …ik weet het • I knowals jij het zegt • if you say sohet zijn Engelsen • they're Englishhet kind heeft honger, geef het een boterham • the child is hungry, give him/her a sandwichhet waren moeilijke dagen • they were hard timesII 〈 onbepaald voornaamwoord〉1 [loos onderwerp/lijdend voorwerp] it2 [geslachtsgemeenschap] it♦voorbeelden:hoe gaat het? het gaat • how are you? I'm all right/O.K.wat geeft het, wat zou het • what does it matter, who caresmorgen is het zaterdag • tomorrow is Saturdayhet regent • it's raininghet zij zo • so be it————————het2〈 lidwoord〉1 [bepalend onzijdig lidwoord] the♦voorbeelden:1 dat kost drie gulden het kilo • that costs three guilders a/per kiloin het zwart gekleed • dressed in blackhet roken • smokingzij was er het eerst • she was there first -
40 kleren
1 clothes♦voorbeelden:1 andere/schone kleren aantrekken • change (into something else/clean clothes)zijn beste kleren • one's (Sunday) best〈 figuurlijk〉 dat gaat je niet in je koude/kouwe kleren zitten • a thing like that gets you/leaves its markzijn kleren aandoen • get dressed, put on one's clotheszijn kleren uittrekken • undressin zijn kleren schieten • throw/fling one's clothes onik ben sinds gisteren niet uit de kleren geweest • I haven't seen my bed since yesterday
См. также в других словарях:
Herman Van Rompuy — Pour les articles homonymes, voir Van Rompaey. Herman Van Rompuy Herma … Wikipédia en Français
Dampf — hinter etwas machen: zur Eile antreiben; gemeint ist der Wasserdampf als Treibkraft. Jemandem Dampf machen: ihm Angst einjagen, ihn einschüchtern, ›Ihn unter Druck setzen‹.{{ppd}} Jüngere Redensarten aus dem Anfang des 20. Jahrhunderts sind:… … Das Wörterbuch der Idiome
Schmachtriemen — Den Schmachtriemen anlegen (anziehen, umschnallen, enger schnallen): wenig zu essen haben, sich gegen den peinigenden Hunger wappnen. Vgl. niederländisch ›den smachtriem aandoen‹. Ähnliche Bedeutung hat die verbreitete Redensart ›Den Gürtel enger … Das Wörterbuch der Idiome
Hufeisen — 1. Dem Hufeisen, welches klappert, fehlt ein Nagel. 2. Man muss die Hufeisen dranwagen, um das Pferd zu retten. 3. Vmb eines Huffeysens willen verdirbt offt ein Reitpferd. (S. ⇨ Nagel.) – Lehmann, 263, 39; Eiselein, 323; Simrock, 4961; Braun, I,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schmachtriemen — * Den Schmachtriemen anlegen. Sich gegen das Darben, gegen den Hunger waffnen. Holl.: Den smachtriem aandoen. (Harrebomée, II, 219b.) – Zij zullen den buikriem wat moeten aanhalen. (Harrebomée, I, 103a.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon