-
41 barrage
n. stuwdam; versperring; spervuur--------v. onder spervuur leggenbarrage1[ bæra:zj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stuwdam————————barrage2[ bæra:zj] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
42 battery
n. batterij; accu; aanval[ bætrie] 〈meervoud: batteries〉♦voorbeelden:a battery of specialists • een heel legertje specialisten -
43 besiege
v. belegeren, bestormen[ bissie:dzj]♦voorbeelden:besiege someone with questions about • iemand bestormen met vragen over -
44 bombard
v. bombarderen[ bomba:d]1 bombarderen ⇒ onder granaatvuur leggen, met bommen/granaten beschieten/bestoken; 〈 figuurlijk〉 bestoken, lastig vallen♦voorbeelden: -
45 confine
v. begrenzen, beperken; binnen een grens houden, inbedden, insluitenconfine1[ konfajn] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉————————confine21 beperken ⇒ bepalen, begrenzen♦voorbeelden:1 confine your questions to tonight's subject • wilt u uw vragen beperken tot het onderwerp van vanavond?be confined to bed • het bed moeten houden -
46 day
n. dag[ dee]2 werkdag♦voorbeelden:day of judgement/reckoning • dag des oordeels/der afrekeningday and night/night and day • dag en nachtthe day after tomorrow • overmorgenwork days • overdag werken, dagdienst hebben〈 informeel〉 from day one • meteen, vanaf de eerste dagday in, day out • dag in, dag uitday out • dagje uitday after day • dag in, dag uitday by day, from day to day • dagelijks, van dag tot dagday off • vrije dagsome day • eens, eenmaal, op een keer; bij gelegenheidall in a/the day's work • de normale gang van zakena good day's work • een productief dagjecall it a day • het voor gezien houdenlet's call it a day • laten we er een punt achter zettenmake a day of it • een dagje doorhalenmake someone's day • iemands dag goedmakenname the day • de trouwdag vaststellenone of these (fine) days • een dezer dagenone of those days • zo'n dag waarop alles tegenzitnot (have) one's day • zijn dag niet (hebben)from one day to the next • van vandaag op morgenon one's day • op het toppunt van zijn kunnenshe's thirty if she's a day • ze is op zijn minst dertig2 tijd ⇒ periode, dag(en)♦voorbeelden:(in) olden days • (in) vroeger tijdenhe's had his day • hij heeft zijn tijd gehadthose were the days • dat waren pas/nog eens tijdenat the present day • vandaag de dagin one's day • in iemands tijd/levenin the days of • ten tijde vanquestions of the day • hedendaagse/actuele vraagstukkenthese days • tegenwoordig, vandaag de dag(in) this day and age • vandaag de dagin those days • in die dagento the/a day • op de dag afto this day • tot op de dag van vandaag, tot op hedenthe other day • onlangs, pas geledenIII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:lose the day • de slag verliezenIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden: -
47 distract
-
48 embarrass
-
49 evermore
adv. altijd, voor altijd[ evvəmo:]♦voorbeelden: -
50 fire
n. vuur; brand; brandstichting; vreugdevuur; enthousiasme; schittering; passie--------v. ontslaan; aansteken; vuren; lossen; bakken; aanwakkeren; glinsterenfire1[ fajjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be full of fire • vol vuur/enthousiast zijnblow (up) a fire • een vuur aanblazencatch fire • vlam vattenlay a fire • een vuur aanleggenlight/make a fire • een vuur aanstekenmake up a fire • een vuur opstokenfight fire with fire • vuur met vuur bestrijdenset on fire, set fire to • in brand stekencease/open fire • het vuur staken/openen4 light the fire • de haard/kachel aanstekengo through fire and water • door het vuur gaan, alle gevaren trotserenplay with fire • met vuur spelenfire! • brand!————————fire2♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 oil-fired furnace • olie/petroleumkachelfire off a speech • een speech afstekenfire at/(up)on something • op iets schieten♦voorbeelden:it fired him with enthusiasm • het zette hem in vuur en vlam¶ fire up • bezielen, stimuleren -
51 pelt
n. vacht; huid--------v. (neer)kletteren, (neer)kletsenpelt1[ pelt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vacht ⇒ huid, vel→ full full/————————pelt21 (neer)kletteren ⇒ (neer)kletsen/plenzen4 vuren ⇒ gooien, schieten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 raken♦voorbeelden:1 the journalists pelted the president with questions • de journalisten onderwierpen de president aan een vragenvuur -
52 persecute
v. vervolgen; kwellen, pijnigen, lastig vallen[ pə:sikjoe:t]♦voorbeelden: -
53 phone in
-
54 ply with
ply with♦voorbeelden: -
55 precede
v. voorgaan; voorgang; inleiden[ prissie:d]1 voorgaan ⇒ vooraf (laten) gaan, de voorrang hebben♦voorbeelden:the years preceding his marriage • de jaren voor zijn huwelijkhe preceded his speech with a poem • hij leidde zijn toespraak in met een gedicht -
56 qq.
-
57 question
n. vraag; vraagstelling; probleem; vraagteken; kwestie--------v. ondervragen; betwijfelen; vragenquestion1[ kwestsjn]1 vraag2 vraagstuk ⇒ probleem, kwestie3 stemming♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 ask no questions and be told no lies • vraag mij niet, dan lieg ik nietyou should obey your father without question • je moet je vader zonder meer gehoorzamenthe man in question • de man in kwestie/over wie we het hebbenthat is out of the question • er is geen sprake van, daar komt niets van inthat is not the question • daar gaat het niet omthe question is … • waar het om gaat is …that is begging the question • 〈 informeel〉 dat is moeilijkheden ontlopen; 〈 in het bijzonder〉 dat is een vraag met een wedervraag beantwoorden1 twijfel ⇒ onzekerheid, bezwaar♦voorbeelden:there's no question about his credentials • zijn geloofsbrieven zijn betrouwbaarbeyond (all)/without question • ongetwijfeld, stellig, buiten kijf————————question2〈 werkwoord〉1 vragen ⇒ ondervragen, uithoren♦voorbeelden:3 I question whether/if … • ik betwijfel het of … -
58 raise
n. (het) verhogen--------v. oplichten; verheffen; verhogen, bijeenbrengen; grootbrengen; verbouwen; fokkenraise1[ reez] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————raise2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rechtop/overeind zetten ⇒ oprichten; doen opstaan5 bouwen ⇒ opzetten, stichten6 kweken ⇒ produceren, verbouwen8 uiten ⇒ aanheffen; ter sprake brengen, opperen9 doen ontstaan ⇒ beginnen, in het leven roepen♦voorbeelden:raise questions • vragen opwerpenwe'll raise these issues with the staff • we zullen deze kwesties met de staf besprekenthe play raised a storm of applause • het stuk ontketende een storm van toejuichingenthe old wreck was raised to the surface • het oude wrak werd boven water gebracht14 raise money • aan geld komen, geld bij elkaar krijgenraise taxes • belastingen heffen -
59 random
adj. toevallig; bij toeval; doelloos; zonder betekenis--------adv. toevalligrandom1[ rændəm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ask questions at random • zomaar wat vragenchoose at random • willekeurig kiezen————————random21 willekeurig ⇒ toevallig, op goed geluk♦voorbeelden:random selection • willekeurige selectie -
60 set
adj. vast; strak; klaar--------n. set; toestel; groep; houding; serie; bergplaats; plaats waar gefilmd wordt; kant; het hard worden--------v. zetten; vaststellen; neerzetten; veroorzaken; klaarmaken; vast worden; richtenset1[ set]1 stel ⇒ span, servies, set 〈pannen enz.〉; reeks 〈 gebouwen, vertrekken, postzegels〉; serie, suite; set 〈 van liedjes〉2 kring ⇒ gezelschap, groep, kliek4 stek ⇒ loot, jonge plant♦voorbeelden:the smart set • de chic♦voorbeelden:2 the set of public opinion is against tolerance • er is een neiging bij het publiek tegen tolerantie————————set21 vast ⇒ bepaald, vastgesteld; stereotiep, routine-, onveranderlijk♦voorbeelden:1 set formula • stereotiepe/vaste formuleset hours of work • vaste werkurenset phrase • stereotiepe uitdrukkingset price/time • vast(e) prijs/tijdstipset purpose • vast vooropgesteld doelset smile • strakke glimlachset in one's ways • met vaste gewoonten4 ready, set, go • aan de lijn, klaar, start〈 sport〉 (get) set! • klaar!〈 informeel〉 be all set for something/to do something • (helemaal) klaar zijn voor iets/om iets te doenset piece • groot vuurwerk op stellage; doorwrocht(e) stuk/compositie 〈 in kunst en literatuur〉; 〈 toneel〉 zetstuk; zorgvuldig vooraf geplande militaire operatie • 〈Brits-Engels; sport〉 spelhervatting 〈 hoekschop, vrije schop〉set square • tekendriehoekset teeth • op elkaar geklemde tanden♦voorbeelden:1 set dinner • dagschotel, dagmenu♦voorbeelden:her mind is set on pleasure • ze wil alleen plezier makenhe's very set (up)on becoming an actor • hij wil absoluut acteur worden————————set31 vast worden ⇒ stijf/hard worden 〈 van cement, gelei〉; verharden, stollen, een vaste vorm aannemen; bestendig worden 〈 van weer〉3 afnemen ⇒ verminderen, achteruitgaan♦voorbeelden:→ set about set about/, set forth set forth/, set in set in/, set off set off/, set on set on/, set out set out/, set to set to/, set up set up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zetten ⇒ plaatsen, stellen, leggen, doen zitten3 opleggen ⇒ opdragen, opgeven 〈 taak〉; geven 〈 voorbeeld〉; stellen 〈 voorbeeld, probleem〉; opstellen, (samen)stellen 〈vragen e.d.〉4 bepalen 〈 datum〉 ⇒ voorschrijven 〈 de mode〉; aangeven 〈 maat, pas, toon, tempo〉; vaststellen 〈 limiet, tijd, prijs〉5 brengen ⇒ aanleiding geven tot, veroorzaken9 aanhitsen ⇒ aanzetten, ophitsen♦voorbeelden:set free • vrijlaten, bevrijdenset ashore • aan land zettenset something before someone • iemand iets voorzetten/voorleggenset flowers in water • bloemen in water zettenset on the shore • aan land zettenset pen to paper • beginnen te schrijvenset spurs to the horse • het paard de sporen gevenset the alarm clock • de wekker zetten1set eggs • eieren laten uitbroeden1set a hen • een hen op eieren zetten3set a fire • een vuur aansteken3 who will set the examination papers? • wie stelt de examenvragen op?set someone a good example • iemand het goede voorbeeld gevenset a problem • een probleem stellenset questions • vragen stellenset someone a task • iemand een taak opleggenset someone to write a report • iemand een rapport laten opstellenset oneself a difficult task • zichzelf een moeilijke taak opleggenset something in motion • iets in beweging zettenset something in order • iets in orde brengenset the fashion • de mode bepalenset a price on something • de prijs van iets bepalenset a high value on something • veel waarde aan iets hechtenset the wedding-day • de trouwdag bepalenset someone laughing • iemand aan het lachen brengenthat set me thinking • dat bracht me aan het denkenset oneself to do something • zich erop toeleggen/zijn best doen om iets te doenset the table • de tafel dekken9 set a dog at/(up)on someone • een hond tegen iemand ophitsen/op iemand loslaten10 set one's teeth/lips • zijn tanden/lippen op elkaar klemmen13 set jewels • juwelen (in)zetten/kassenset a crown with gems • een kroon met juwelen bezetten18 the novel is set in nineteenth-century London • de roman speelt zich af in het Londen van de negentiende eeuwset little/much by something • iets geringschatten/hoogschatten, weinig/veel geven omset about rumours • geruchten verspreidenset (up)on someone • iemand aanvallen/overvallenagainst that fact you must set that … • daartegenover moet je stellen dat …public opinion is setting against him • de publieke opinie kant zich tegen hemset someone against someone • iemand opzetten tegen iemandset someone beside someone else • iemand met iemand anders vergelijkenset someone over someone • iemand boven iemand (aan)stellenset someone over something • iemand aan het hoofd stellen van iets
См. также в других словарях:
questions — index interrogatories Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
Questions pour un champion — Programme adapté Going for Gold Genre Jeu télévisé Réalisation … Wikipédia en Français
Questions Pour Un Champion — Genre Jeu télévisé Présenté par Julien Lepers Pays … Wikipédia en Français
Questions Internationales — Questions internationales {{{nomorigine}}} Pays … Wikipédia en Français
Questions Internationales (revue) — Questions internationales Questions internationales {{{nomorigine}}} Pays … Wikipédia en Français
Questions of Truth — Author(s) Polkinghorne, John Beale, Nicholas … Wikipedia
Questions internationales — Pays France Langue Français Périodicité Bimestriel Genre Actualités internationales Date de fondation … Wikipédia en Français
Questions de méthode — Auteur Jean Paul Sartre Genre Essai philosophique Pays d origine France Lieu de parution Paris Date de … Wikipédia en Français
Questions (game) — Questions is a game which is played by asking questions. Play begins when the first player serves by asking a question (often Would you like to play questions? ). The second player must respond to the question with another question (e.g. How do… … Wikipedia
Questions and Answers — may refer to: * Questions and Answers (TV series), a topical debate television programme in the Republic of Ireland * Questions and Answers (song), by Biffy Clyro * Questions and Answers (song), by Sham 69 *Questions Answers (album), an album by… … Wikipedia
Questions and Answers (TV series) — Questions and Answers is a topical debate television programme in the Republic of Ireland. It is currently shown on RTÉ One at 22:35 on Mondays, running for approximately one hour. The show is presented by Dr. John Bowman.FormatThe programme,… … Wikipedia