-
21 de mist ingaan
de mist ingaan〈 van dingen, zaken e.d.〉 go wrong/fail completely; 〈 met betrekking tot grap ook〉 fall flat; 〈 van personen〉 go wrong, screw up -
22 dwaalspoor
〈 figuurlijk〉♦voorbeelden:1 iemand op een dwaalspoor brengen • mislead/misguide someone; 〈 op de verkeerde weg〉 lead someone astray; throw someone off the scent 〈 achtervolger〉op een dwaalspoor raken/zijn • go/be on the wrong track; 〈 honden〉 lose the scent; go astray 〈 ook figuurlijk〉 -
23 een verkeerde weg inslaan
een verkeerde weg inslaantake the wrong path/turning, go the wrong wayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verkeerde weg inslaan
-
24 foutief
-
25 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
26 haperen
1 [blijven steken] stick, get stuck2 [mankeren] have something wrong/the matter with oneself ⇒ be out of order♦voorbeelden:mijn pen hapert • my pen's acting upzijn stem haperde • his voice faltered/wavereder hapert iets aan de motor • there's something wrong with the engine -
27 hebben
2 [getroffen zijn door] have, be3 [in genoemde omstandigheden verkeren] have, be4 [(gevoelens) koesteren] have ⇒ be5 [beschikken over] have (got)6 [krijgen] have8 [met betrekking tot iets dat gedaan kan/moet worden] have9 [aantreffen] be, have11 [verdragen] stand, take12 [+ aan] [nut ondervinden van] be of use (to)♦voorbeelden:1 heb jij een auto? • have you got a car?ze heeft een boetiekje/reclamebureau • she has a boutique/an advertising agencyiemands hele hebben en houden • all someone's belongingsiets moeten hebben • need somethingiets willen hebben • want somethinghet heeft er veel van dat … • it looks very much as if …iets bij zich hebben • be carrying something, have something with oneiets vrolijks over zich hebben • make a cheerful impression, have a certain cheervan wie heeft hij dat? • who/where has he got that from?veel van iemand/iets hebben • look very much/be very like someone/somethingik heb het niet van mezelf • I haven't thought/dreamt that up myselfwat heb je? • what's the matter/wrong with you?wat heb je toch? • what's come over you?iets aan de voet hebben • have something wrong with one's foot/foot trouble3 ik hoop dat je mooi weer hebt • I hope you'll have good weather/the weather will be finehet koud/warm hebben • be cold/hothoe heb ik het nu met je? • what's up with you?ik wist niet hoe ik het had • I didn't know what to make of ithoe heb je het gehad? • did you have a good time?, how did you get on?hebben jullie wel eens wat met elkaar? • is there anything between you?hij heeft iets tegen mij • he has grudge against mehij heeft er niets op tegen • he has no objectionshoe wilt u het hebben? • how would you like it? 〈 bijvoorbeeld bij bank, met betrekking tot geld〉ze heeft het helemaal • she's really got itik heb al veel plezier gehad van mijn nieuwe p.c. • my new pc has given me a lot of pleasureik heb het • I've got itvan wie heb je dat? • who told/gave you that?ik heb nooit Spaans gehad • I've never learned Spanishik moet nog een tientje van hem hebben • he still owes me ten guilders〈 beledigend〉 wat moet je (van me) hebben? • what do you want (from me)?ik moet er niets van hebben • I want nothing to do with itdat heb je ervan • that's what you getzo, dat hebben we ook weer gehad • well, that's that(het) met iemand te doen hebben • be/feel sorry for someonedagelijks met iemand te doen hebben • see someone every daydaar heb je het al • I told you soje hebt/men heeft ook groene • there are/you get green ones as wellwat zullen we nu hebben • hey, what's this?(kijk eens) wie we daar hebben • look who's here!zo wil ik het hebben • that's how I want itiets (gedaan) willen hebben • want (to see) something donedaar heb ik je • (I've) got you thereik heb hem zover • I've managed to persuade himeen klap van heb ik jou daar • a stunning blow/mighty thump11 hij kan veel/niet veel hebben • he can take a lot, he can't take much〈 ironisch〉 nou, daar heb ik veel aan! • oh, a (fat) lot of good that will do menu weten we tenminste wat we aan elkaar hebben • at least now we know where we standwat heb je aan een mooie auto als je niet kunt rijden? • what's the use of a beautiful car if you can't drive?¶ 〈 sport〉 die had je makkelijk kunnen hebben • that one should have been yours 〈met betrekking tot bal terugslaan/stoppen enz.〉ik moest je net hebben • you're just the person I want/have been looking formoet je net Freek hebben • you can imagine Freek's reaction!iedereen heeft het erover • everybody's talking about ithij had het niet meer • it was all just too much for himwel heb ik ooit! • well, I never!ik heb het niet op hem • I don't like/trust himik zal het er met hem over hebben • I'll talk to him about itik weet niet waar je het over hebt • I don't know what you're talking aboutdaar heb ik het straks nog over • I'll come (back) to that later on/in a momentnu we het daar toch over hebben • now that you mention it …daar wil ik het nu niet over hebben • I won't go into that nowik heb het tegen jou • I'm talking to youiemand als vriend hebben • be friends with someoneII 〈 hulpwerkwoord〉1 [ter aanduiding van de voltooide tijd bij werkwoord] have♦voorbeelden:1 gelachen dat we hebben • did we have a laugh!had ik dat maar geweten • if (only) I had known (that)had dat maar gezegd • if only you'd told me (that)ik heb met hem op school gezeten • I went to school with himhij had gezwommen • he had been swimming -
28 inslaan
2 [in voorraad nemen] stock (up on/with)4 [aanbrengen in] stamp in/on♦voorbeelden:1 iemand de hersens inslaan • bash/beat someone's brains ineen ruit inslaan • smash a window♦voorbeelden:nieuwe wegen inslaan • break new ground, blaze a (new) trailop iemand blijven inslaan • hit someone repeatedlyzijn nieuwe plaat sloeg enorm in • his new record was a smash hithet nieuws sloeg in als een bom • the news came as a bombshell♦voorbeelden: -
29 je bent bij hem/mij aan het verkeerde adres
je bent bij hem/mij aan het verkeerde adresyou've got the wrong man/person; 〈met ‘mij’ ook〉 you've come to the wrong placeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je bent bij hem/mij aan het verkeerde adres
-
30 misgaan
-
31 mislopen
mislopen1 [iemand/iets niet treffen] miss2 [iets niet krijgen] miss (out on)♦voorbeelden:1 je kunt hem niet mislopen met zijn oranje hoed • you can't miss him/there's no mistaking him with that orange hat of his2 hij is zijn promotie misgelopen • he missed (out on) his promotion/was passed overdie straf ben je mooi misgelopen • you certainly managed to wriggle out of that punishment♦voorbeelden:1 het plan liep mis • the plan miscarried/was a failuredat loopt mis! • that's going to turn out wrong/badlyhet liep mis met haar • she came to grief/a sad end -
32 mislukken
1 fail, be unsuccessful ⇒ go wrong, 〈plan/poging ook〉 fall through, break down 〈 onderhandelingen, huwelijk〉♦voorbeelden:1 een mislukte advocaat/genie • a failed lawyer/geniushet feest mislukte • the party was a failure/ 〈 informeel〉flopped/bombedeen mislukte onderneming • an unsuccessful business/operationeen mislukte oogst • a crop failurehet plan mislukte totaal • the plan was a total disaster/failuremijn taarten mislukken altijd • my pies always go wrongal mijn vakantiefoto's zijn mislukt • none of my holiday snaps came outeen project doen mislukken • wreck a projecteen poging zien mislukken • be defeated in an attempttot mislukken gedoemd zijn • have the cards/odds stacked against one/something, be doomed to fail(ure) -
33 missen
1 [doel niet treffen] miss2 [mislopen] miss3 [met betrekking tot afwezigheid van iets of iemand] go without ⇒ 〈 het stellen zonder ook〉 spare, afford 〈 voornamelijk met betrekking tot geld〉, 〈 ontberen〉 lack, 〈 ontberen〉 lose4 [betreuren van afwezigheid] miss♦voorbeelden:de maatregelen misten hun doel • the measures didn't work/were ineffectivezijn woorden misten hun uitwerking • his words didn't have the intended effect/; 〈 vonden geen gehoor〉 fell on deaf earsje kunt het niet missen • you can't miss itkun je je fiets een paar uurtjes missen? • can you spare your bike for a couple of hours?hij mist gevoel voor humor • he lacks a sense of humourzij moest een oog missen • she had to lose an eyeovertuiging missen • be unconvincing/lacking in convictionik mis mijn portemonnee • I've lost/mislaid my pursewe missen een van onze vliegtuigen • one of our planes is missinghij kan best wat missen • he can (well) afford itkun je er een missen? • can you spare one?ze kunnen elkaar niet missen • they can't get along without one anotherik zou het voor geen geld willen missen • I wouldn't part with/do without it for the worldaan die reünie heb je niks gemist • you didn't miss much by not going to the reunion1 [ontbreken] be missing2 [niet raak schieten] miss♦voorbeelden:¶ dat kan niet missen • that can't go wrong/fail, that's bound to work/happen -
34 mist
♦voorbeelden:1 flarden mist • patches of/patchy fogdichte mist • (a) thick foglichte mist • mist〈 figuurlijk〉 de mist ingaan • 〈 van dingen, zaken e.d.〉 go wrong/fail completely; 〈 met betrekking tot grap ook〉 fall flat; 〈 van personen〉 go wrong, screw uper komt mist (opzetten) • it's getting/growing foggy/mistyde mist trekt op • the fog's liftingde mist werd dichter • the fog thickenedbij mist • in fog(gy weather) -
35 miszeggen
♦voorbeelden:1 heb ik daaraan iets miszegd? • have I said/did I say something wrong? -
36 miszitten
-
37 onrecht
♦voorbeelden:er werd haar groot onrecht aangedaan door … • she suffered grievous wrongs at the hands of …ten onrechte • wrongly -
38 op het verkeerde been gezet worden
op het verkeerde been gezet worden〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op het verkeerde been gezet worden
-
39 scheef
1 [niet recht] crooked 〈 rug, boomstam〉 ⇒ 〈 schuin〉 oblique, leaning 〈 toren〉, slanting 〈 oppervlak〉, sloping 〈 oppervlak〉2 [asymmetrisch] crooked♦voorbeelden:iemand scheef aankijken • look enviously at someonehet schilderij hangt scheef • the picture is crookedje houdt het scheef! • you're not holding it level/straightiets scheef snijden/knippen • cut something slantwiseeen scheve neus hebben • have a crooked noseeen scheve voorstelling van iets geven • misrepresent somethingde zaak gaat/loopt scheef • things are going wrong -
40 slecht
♦voorbeelden:slecht betaald • badly/low paiddat is niet slecht • that is not badjij kent haar maar slecht • you do not know her wellslechter worden 〈van kwaliteit e.d.〉 • worsen, deteriorateslecht ter been zijn • have difficulty walkingde zaken staan slecht • things look badeen slechte vrouw • a woman of ill repute5 een slechte dag hebben • have a bad/an off dayhet loopt nog eens slecht met je af • you will come to no gooder slecht aan toe zijn • be in a bad wayII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 [bijna niet] hardly, scarcely ⇒ badly♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Wrong — Single par Depeche Mode extrait de l’album Sounds of the Universe Face A Wrong Face B Oh Well Sortie 24 février 2009 Enregistrement … Wikipédia en Français
Wrong — «Wrong» Sencillo de Depeche Mode del álbum Sounds of the Universe Lado B Oh Well Formato Disco de vinilo de 7 y 12 , CD y Descarga digital Grabación 2008 … Wikipedia Español
Wrong — «Wrong» Сингл Depeche Mode … Википедия
wrong — 1 n 1: a violation of the rights of another; esp: tort 2: something (as conduct, practices, or qualities) contrary to justice, goodness, equity, or law the difference between right and wrong wrong 2 vt: to do a wrong to … Law dictionary
wrong — [rôŋ] adj. [ME, crooked, twisted, wrong < OE wrang < ON rangr, wrangr, wrong, twisted: for IE base see WRING] 1. not in accordance with justice, law, morality, etc.; unlawful, immoral, or improper 2. not in accordance with an established… … English World dictionary
Wrong — (?; 115), a. [OE. wrong, wrang, a. & n., AS. wrang, n.; originally, awry, wrung, fr. wringan to wring; akin to D. wrang bitter, Dan. vrang wrong, Sw. vr[*a]ng, Icel. rangr awry, wrong. See {Wring}.] [1913 Webster] 1. Twisted; wry; as, a wrong… … The Collaborative International Dictionary of English
wrong — wrong; wrong·er; wrong·ful; wrong·ly; wrong·ness; wrong·ous; wrong·ful·ly; wrong·ful·ness; wrong·head·ed·ly; wrong·head·ed·ness; wrong·heart·ed·ness; wrong·ous·ly; … English syllables
Wrong — Wrong, n. [AS. wrang. See {Wrong}, a.] That which is not right. Specifically: (a) Nonconformity or disobedience to lawful authority, divine or human; deviation from duty; the opposite of moral {right}. [1913 Webster] When I had wrong and she the… … The Collaborative International Dictionary of English
wrong — ► ADJECTIVE 1) not correct or true; mistaken or in error. 2) unjust, dishonest, or immoral. 3) in a bad or abnormal condition; amiss. ► ADVERB 1) in a mistaken or undesirable manner or direction. 2) with an incorrect result. ► … English terms dictionary
wrong — [adj1] incorrect amiss, askew, astray, at fault, awry, bad, counterfactual, defective, erratic, erring, erroneous, fallacious, false, faulty, fluffed, goofed*, inaccurate, in error, inexact, miscalculated, misconstrued, misfigured, misguided,… … New thesaurus
wrong — like right, exists as an adverb alongside the regularly formed word wrongly. It is mostly used with a limited number of words and means roughly ‘incorrectly’, or ‘astray’, as in We guessed wrong and I said it wrong. In these cases wrongly can… … Modern English usage