-
1 vin
vin [vẽ]〈m.〉1 wijn♦voorbeelden:vin d'honneur • erewijnvin du patron • huiswijnvin de, du pays • landwijnvin baptisé • met water aangelengde wijnvin courant, ordinaire • eenvoudige wijnvin cuit •〈 wijn van ingedampte most〉avoir le vin gai, lugubre, méchant, triste • een vrolijke, sombere, kwade, droeve dronk hebbenvin pétillant • licht mousserende wijnpetit vin • landwijn(tje)il a le vin tendre • van drinken wordt hij aanhaligcuver son vin • zijn roes uitslapenêtre pris de vin • beneveld zijn(sou)tirer le vin • de wijn tappentenir (bien) le vin • goed tegen wijn kunnen〈 spreekwoord〉 (quand) le vin est tiré, il faut le boire • wie a zegt, moet ook b zeggenvin en perce • wijn uit het vatêtre entre deux vins • aangeschoten zijnm -
2 vineux
-
3 blanc
blanc1 [blã]〈m.〉♦voorbeelden:blanc d'oeuf • eiwitblanc de poulet • kippenborst, kipfiletblanc de zinc • zinkwitbattre des blancs d'oeufs en neige • eiwit stijfkloppentirer à blanc • met los kruit schietenà blanc • zonder gevolgen, proef-en blanc • open, onbeschreven, onbedruktchèque en blanc • blanco chequepeint en blanc • wit geverfdnoir sur blanc • zwart op wit————————blanc2 [blã],blanche [blãsĵ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 wit ⇒ blank, bleek, blanco3 schijn- ⇒ proef-, zonder resultaat♦voorbeelden:1 bois blanc • wit hout, vurenhoutcheveux blancs • grijs haarespace blanc • opengelaten ruimteproduit blanc • merkloos productêtre blanc • bleek zijn, er wit uitzienun blanc, une blanche • blankeblanc comme neige • onschuldig als een lammariage blanc • schijnhuwelijk, platonisch huwelijkvoix blanche • klankloze stem1. m1) (het) wit2) witte wijn4) doelwit, roos2. blanc/blanchem/f3. blanc/blancheadj1) wit, blank, bleek2) onbeschreven, blanco3) schoon4) onschuldig5) schijn-6) proef- -
4 bordeaux
bordeaux [bordoo]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1. m 2. adj -
5 bouquet
-
6 champagne
champagne1 [sĵãpaanj]I 〈m.〉♦voorbeelden:champagne frappé • (in ijs) gekoelde champagnechampagne nature • stille champagnebattre son champagne • in de champagne roeren————————champagne2 [sĵãpaanj]♦voorbeelden:1. m 2. f -
7 degré
degré [dəgree]〈m.〉2 graad ⇒ rang, niveau, stadium3 gradatie ⇒ overgang, nuance♦voorbeelden:les degrés de comparaison • de trappen van vergelijkingles degrés de l'échelle sociale • de sporten van de maatschappelijke ladderenseignement du premier degré • basisonderwijsdegrés de la gamme • toontrapdegré de longitude • lengtegraadvin de 12 degrés • wijn met 12% alcoholdegré alcoolique d'un vin • alcoholgehalte van een wijnà un certain degré • tot op zekere hoogteau plus haut degré • in de hoogste mateparvenir au plus haut degré de la gloire • op het toppunt van zijn roem komen3 de degré en degré, par degré(s) • trapsgewijs, geleidelijkm1) trap, sport2) graad, niveau3) gradatie, nuance -
8 eau
eau [oo]〈v.〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 s'en aller, tourner en eau de boudin • als een nachtkaars uitgaan, op niets uitdraaien〈 figuurlijk〉 eau du ciel • hemelwater, regeneau de Javel • bleekwaterun point d'eau • een tappunteau de roche • bergwatereau de rose • rozenwatereau de Seltz • sodawatereau de toilette • reukwater, eau de toilettec'est de l'eau claire • dat zijn banaliteiteneau courante • stromend watereau dentifrice • mondwatereau grasse • afwaswatereau plate • tafelwater zonder prikeau potable • drinkwatereau rougie • water met een scheut rode wijneau salée • zout watereau souterraine • grondwatereau thermale • water van warmwaterbronnenen disant cela, tu apportes de l'eau à son moulin • wat je daar zegt is koren op zijn molenen avoir l'eau à la bouche • ervan watertandenn'avoir pas inventé l'eau chaude • het buskruit niet hebben uitgevondenil coulera, passera de l'eau sous le(s) pont(s) • er zal nog veel water door de Rijn stromencuire qc. à l'eau • iets kokenêtre comme l'eau et le feu • water en vuur zijnêtre à l'eau, être dans l'eau • in het honderd gelopen zijnfaire venir l'eau à la bouche de qn. • iemand het water in de mond doen lopense jeter à l'eau • in het water springen 〈ook m.b.t. zelfmoord〉; 〈 figuurlijk〉 de sprong (in het duister) wagense jeter à l'eau de peur de la pluie • van de regen in de drup komenmettre l'eau à la bouche • doen watertandenpasser l'eau • het water overstekenporter de l'eau à la mer, à la rivière • water naar de zee dragen, uilen naar Athene dragentâter l'eau • z'n voelhoorns uitstekenaller à l'eau • het water ingaanaller sur l'eau • een boottochtje makenaller aux eaux, prendre les eaux • gaan kurenl'eau d'une perle • de helderheid van een parelbasses eaux • laagwatergrandes eaux • waterpartijenhautes eaux • hoogwatereaux industrielles • industrieel afvalwatereaux mortes • dood tijeaux résiduaires, usées • afvalwaternager entre deux eaux • de kool en de geit sparen, beide partijen te vriend houden1. f 2. eauxf pl1) kielwater2) vruchtwater3) kuur(oord)4) waterwerken [park] -
9 générosité
générosité [zĵeeneeroozietee]〈v.〉2 vrijgevigheid ⇒ gulheid, mildheid4 giftf1) edelmoedigheid, grootmoedigheid2) vrijgevigheid, gulheid3) volheid [wijn]4) gift -
10 mélanger
mélanger [meelãzĵee]〈 werkwoord〉2 met elkaar verwarren ⇒ overhoop gooien, door elkaar halen♦voorbeelden:mélanger une chose et une autre chose • twee dingen met elkaar verenigen, combineren→ carte1. v2) combineren3) versnijden [wijn]4) kruisen [dieren]2. se mélangerv2) neuken -
11 porto
-
12 primeur
primeur [priemur]〈v.〉2 primeur ⇒ nieuwtje, nieuwigheid♦voorbeelden:1 vin (dans sa) primeur • jonge wijn, de eerste wijndes légumes de primeur, dans la primeur • eerste jonge groenten van de oogst2 avoir la primeur de qc. • als eerste iets hebben, weten1. fprimeur, nieuwigheid2. primeursf pl -
13 rouge
rouge1 [roezĵ]〈m.〉♦voorbeelden:rouge à lèvres • lippenstift————————rouge2 [roezĵ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉♦voorbeelden:voir rouge • zeer kwaad worden→ chapeau1. m1) rood2) lippenstift3) rode wijn4) communist2. adj1) rood2) roodgloeiend -
14 sec
sec1 [sek]〈m.〉♦voorbeelden:rivière à sec • drooggevallen riviermettre un étang à sec • een vijver droogleggenmettre au sec • op een droge plaats leggen, hangen————————sec2 [sek],sèche [sesĵ]2 mager3 hard4 bars ⇒ bits, kort♦voorbeelden:mur de pierres sèches • stapelmuurn'avoir plus un poil de sec • sterk transpireren, nat van het zweet zijnstyle sec • dorre stijlmettre à sec • droogleggen3 un coup sec • een snelle, korte slagregarder d'un oeil sec • onbewogen (toe)kijkenrépondre d'un ton sec • kortaf antwoordenen cinq sec • in een handomdraai, 'n ommezien————————sec3 [sek]〈 bijwoord〉2 hard♦voorbeelden:2 conduire, démarrer sec • hard rijden, wegrijdenfrapper sec • hard slaanaussi sec • zonder aarzelen, meteen= sèche; adj1) droog, dor2) puur3) mager4) hard5) bits, vinnig -
15 chopine
-
16 vin primeur
vin (dans sa) primeurjonge wijn, de eerste wijn -
17 additionner
additionner [aadiesjonnee]2 toevoegen (aan) ⇒ bijvoegen, bijmengen, aanvullen♦voorbeelden:v2) toevoegen (aan), aanvullen -
18 apprécier
-
19 arroser
arroser [aaroozee]〈 werkwoord〉3 drinken op ⇒ klinken op, vieren♦voorbeelden:arroser son repas (de vin) • wijn bij het eten drinken3 ça s'arrose!, on va arroser ça! • daar moet op gedronken worden!v1) (be)sproeien, (be)gieten2) stromen (door) [rivier]3) drinken (op)4) omkopen5) bombarderen [leger, media] -
20 baisser
baisser [beesee]1 dalen ⇒ zakken, verminderen, afnemen♦voorbeelden:les jours baissent • de dagen worden korterla mer baisse • het wordt eble vin a baissé • de wijn is goedkoper gewordenbaisser de 10% • dalen met 10%II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerlaten ⇒ naar beneden laten, laten zakken♦voorbeelden:baisser la tête • het hoofd buigenbaisser la vitre • het raampje naar beneden draaienbaisser les yeux • de ogen neerslaanfaire baisser les yeux à qn. • iemand beschaamd doen staan→ ton♦voorbeelden:1. v1) dalen, verminderen2) laten zakken3) verlagen4) zachter afstellen [radio]2. se baisserv
См. также в других словарях:
Wijn — Joop Wijn Joop Wijn (* 20. Mai 1969 in Haarlem) ist ein niederländischer Politiker. Wijn war Wirtschaftsminister im Kabinett Balkenende III. Er ist Mitglied der Christen Democratisch Appèl. Nach seiner Schulausbildung studierte Wijn an der… … Deutsch Wikipedia
WIJN — Who Is John Nebthos? The Internet s Greatest Mystery (Internet) … Abbreviations dictionary
wijn — win … Woordenlijst Sranan
Joop Wijn — (* 20. Mai 1969 in Haarlem) ist ein niederländischer Politiker. Wijn war Wirtschaftsminister im Kabinett Balkenende III. Er ist Mitglied des Christen Democratisch Appèl (CDA). Leben Nach seiner Schulausbildung … Deutsch Wikipedia
Joop Wijn — Joannes Gerardus (Joop) Wijn (born 20 May 1969 in Haarlem) was minister of Economic Affairs in the third Balkenende cabinet of The Netherlands. Wijn has a masters degree in both economics and Dutch law from the University of Amsterdam. As a… … Wikipedia
De Wijn-Auberge — (Синт Трёйден,Бельгия) Категория отеля: 3 звездочный отель Адрес: Halingenstraat 76 … Каталог отелей
Jan Wijn — Infobox musical artist Name = Jan Vriend Img capt = Img size = Landscape = Background = Birth name = Alias = Born = 1938, Amsterdam, Netherlands Died = Origin = Instrument = Genre = Contemporary classical music Occupation = Composer, Pianist… … Wikipedia
Piet Wijn — Pieter Cornelis Wijn (17 May 1929) is a prolific Dutch comics creator. His creations include the cartoon versions of Marten Toonder s Tom Puss and Kappie, Gloria van Goes, Douwe Dabbert, and many other cartoons. He was awarded the… … Wikipedia
Wein — 1. Abgelegener Wein macht ungelegene Köpfe. 2. Allezeit Wein oder Wasser trinken ist nicht lustig. – Froschm., BVI. 3. Allkant Wein ist mein Latein, wirfft den Bawren vber die Zäun vnd stosst die Burger an die Schienbein. – Fischart, Gesch., in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Duijker — Hubrecht Duijker Hubrecht Duijker (* 12. Februar 1942 in Amsterdam) ist ein niederländischer Journalist und Weinautor. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Ehrungen … Deutsch Wikipedia
Hubrecht Duijker — (* 12. Februar 1942 in Amsterdam) ist ein niederländischer Journalist und Weinautor. Inhaltsverzeichnis 1 Leben … Deutsch Wikipedia