-
21 baptiser
baptiser [baatiezee]〈 werkwoord〉1 dopen♦voorbeelden:2 on a baptisé cette école du nom de son fondateur • men heeft die school naar zijn stichter genoemdv1) dopen -
22 bouffée
bouffée [boefee]〈v.〉3 vlaag ⇒ wolk, tocht4 uitbarsting ⇒ aanval, opwelling♦voorbeelden:bouffée de parfum • vleugje parfumpar bouffées • bij vlagen, af en toe, met tussenpozenf1) uitademing2) trekje, haaltje3) vlaag, opwelling4) wolk, tocht, windstoot -
23 bourru
-
24 bouteille
bouteille [boetej]〈v.〉♦voorbeelden:bouteille isolante • thermosflesmettre en bouteilles • bottelen→ sif -
25 cacheter
cacheter [kaasĵtee]〈 werkwoord〉2 verzegelen ⇒ dicht-, toelakken, van een stempel voorzien♦voorbeelden:v1) dichtplakken [brief]2) verzegelen -
26 canon
canon [kaanõ]〈m.〉1 kanon ⇒ vuurmond, (stuk) geschut5 〈 religie〉 canon ⇒ verzameling geschriften die tot de bijbel worden gerekend ⇒ 〈 ook〉 kerkelijke leerstelling♦voorbeelden:canon de marine • scheepskanoncanon à neige • sneeuwkanontir au canon • (het) schieten met de kanonnencanon antiaérien • luchtafweergeschutcanon antichar • antitankgeschuttirer le canon • het kanon afvuren→ chaircanon de soufre • zwavelstok(je)m1) kanon2) loop [vuurwapen]3) buis, pijp4) canon [bijbel]5) beurtzang6) maatstaf -
27 carafe
carafe [kaaraaf]〈v.〉♦voorbeelden:l'acteur reste en carafe • de toneelspeler is zijn tekst kwijtsa moto est restée en carafe • zijn motor is stukgegaanf1) karaf2) kop -
28 cave
cave1 [kaav]II 〈v.〉1 kelder3 kelder ⇒ muziek-, chanson-, jazzkelder4 bar ⇒ drankkast, drankkist♦voorbeelden:fouiller la maison de la cave au grenier • het huis van onder tot boven doorzoeken→ rat————————cave2 [kaav]♦voorbeelden:yeux caves • diepliggende ogen1. f1) kelder2) wijnkelder2. adj1) hol2) lijp, oenig -
29 cercle
cercle [serkl]〈m.〉1 cirkel ⇒ cirkelomtrek, -vlak2 kring ⇒ gebied, omvang, sfeer4 kring ⇒ club, sociëteit, gezelschap♦voorbeelden:décrire un cercle • een cirkel beschrijvenen cercle • in een kring, in het rondm2) kring3) ring, hoepel4) club, gezelschap -
30 cocarde
cocarde [kokkaard]〈v.〉3 (decoratief) strikje ⇒ lintje, rozet♦voorbeelden:f1) kokarde, onderscheidingsteken2) insigne3) lintje, rozet4) kop, knar -
31 comète
-
32 cru
cru1 [kruu]〈m.〉♦voorbeelden:paysan du cru • boer uit de streek zelf————————cru2 [kruu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 rauw ⇒ ongekookt, onbewerkt, ruw3 choquerend ⇒ onbetamelijk, schuin♦voorbeelden:eau crue • hard waterlait cru • rauwe melknouvelle crue • schokkend nieuwsdire la chose toute crue • keihard zeggen waar 't op staatparler cru • recht op de man af spreken————————cru3 [kruu]〈 werkwoord〉 → croire1. m1) wijngaard2) wijnsoort2. adj1) rauw, ongekookt2) ruw, onbewerkt3) onomwonden, grof4) choquerend, onbetamelijk -
33 cruche
cruche [kruusĵ]〈v.〉1 kruik2 domoor ⇒ stommeling, domme gans♦voorbeelden:cruche de vin • kruik wijnf1) kruik2) domoor, gans -
34 digne
digne [dienj]♦voorbeelden:digne d'intérêt • belangwekkendil n'est pas digne de votre attention • hij is uw aandacht niet waarddigne de foi • geloofwaardigadj1) waard, verdienend2) waardig, deftig -
35 doigt
doigt [dwaa]〈m.〉1 vinger3 vingerdikte ⇒ vingerbreedte, beetje♦voorbeelden:1 avoir des doigts de fée • gouden handen hebben, zeer handig zijndoigt de pied • teendoigts boudinés • worstvingerspetit doigt • pinkvous avez mis le doigt dessus • u hebt de spijker op de kop geslagense compter sur les doigts de la main • op de vingers van één hand te tellen zijnconduire qn., mener qn., faire marcher qn. au doigt et à l'oeil • iemand naar zijn pijpen laten dansenl'argent lui coule des doigts • het geld glijdt, vliegt hem, haar door de vingersmon petit doigt me l'a dit • dat hebben de kaboutertjes me verteldêtre comme les deux doigts de la main • innig bevriend, boezemvriend(inn)en zijnne rien faire de ses dix doigts • geen steek uitvoerense ficher, se fourrer, se mettre le doigt dans l'oeil (jusqu'au coude) • het bij het verkeerde eind hebbens'en lécher les doigts • zijn vingers erbij aflikkenne pas lever, ne pas bouger, ne pas remuer le petit doigt • geen vinger uitstekenmettre le doigt dans l'engrenage • niet meer terug kunnenmettre le doigt sur la difficulté • de moeilijkheid vindenmettre le doigt sur la plaie • de vinger op de wonde leggeny mettre les quatre doigts et le pouce • begerig grijpenmontrer du doigt • aanwijzen; met de vinger nawijzense mordre les doigts • zich verbijten, spijt hebben als haren op zijn hoofd (van)obéir, marcher au doigt et à l'oeil • stipt gehoorzamentoucher qc. du doigt • iets duidelijk (laten) zientoucher du doigt le but, la fin • zeer dicht bij het doel zijnà un doigt, deux doigts de • vlak bijêtre à deux doigts de la mort, de sa perte • de dood voor ogen hebben, op sterven na dood zijn; aan de rand van de afgrond staanm1) vinger, teen2) klauw -
36 doux
doux [doe],douce [does]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m., v.〉♦voorbeelden:préférer le doux au sec • de zoete (wijn) prefereren boven de droge2 lumière douce • zacht, gedempt lichtpente douce • licht glooiende hellingprix doux • zacht prijsjeêtre doux au toucher • zacht aanvoelenil fait doux • het is zacht weerla solitude lui est douce • hij houdt van de eenzaamheiddoux à l'oreille • aangenaam voor het oorun doux, une douce • zachtmoedig, vriendelijk mensen douce il a mieux réussi que quiconque • ondertussen heeft hij het wel verder gebracht dan menigeenfiler en douce • 'm piepen, ertussenuit knijpen= douce; adj1) zoet, zacht, flauw2) aangenaam3) zachtaardig, lief -
37 dû
du [duu]〈 lidwoord〉 〈samentrekking van ‘de’ en ‘le’, zie ook ‘de’〉2 〈meestal onvertaald; delend lidwoord〉♦voorbeelden:prends encore du fromage • neem nog wat kaas1. m(het) verschuldigde, wat iemand toekomt2. adj1) verschuldigd2) vereist3) te wijten (aan), veroorzaakt (door) -
38 écorcher
écorcher [eekorsĵee]2 schrammen ⇒ schaven, ontvellen, licht beschadigen♦voorbeelden:il crie comme si on l'écorchait • hij schreeuwt als een mager varkenv1) villen2) schrammen, schaven3) verbasteren [taal] -
39 espèce
espèce [espes]〈v.〉1 soort ⇒ aard, slag♦voorbeelden:ça n'a aucune espèce d'importance • dat heeft geen enkel belangune espèce d'uniforme • een soortement uniformun menteur de la plus belle espèce • een leugenaar van het ergste soortl'espèce humaine • de mensheidun voyou de son espèce • een boef van hetzelfde slag als hijespèce d' idiot • stomme idiootde la même espèce • gelijksoortig3 communier sous les deux espèces • onder beide gedaanten, met brood en wijn communicerenpayer en espèces • contant betalen1. f1) soort, slag2) casus, geval2. espècesf pl1) gedaante2) contant geld -
40 fond
fond [fõ]〈m.〉3 achterste ⇒ binnenste, uiterste5 ondergrond ⇒ achtergrond, fond6 wezen ⇒ kern, grond, inhoud♦voorbeelden:trouver le fond • de bodem rakenà fond • grondig, tot op de bodemdu fond du coeur • uit de grond van zijn hart2 fond de cale • lensruimte, loosgat〈 figuurlijk〉 être à fond de cale • aan de grond zitten, platzak zijnfond d'une culotte • zitvlak van een broektoucher le fond du désespoir • de uiterste wanhoop bereikenmineur de fond • (ondergrondse) mijnwerkerrâcler les fonds de tiroir • zijn laatste centen bij elkaar harken, aansprekenau fond du coeur • diep in zijn hartau fond de • onderinelle vient du (fin) fond de la province • zij is met zeven paarden uit de klei getrokkenau fin fond de • in de verste uithoek vandans le fond de la salle • achterin de zaalfond sonore • achtergrondmuziek, -geluidenfeuilles vertes sur fond rouge • groene blaadjes op een rode achtergrondle fond et la forme • vorm en inhoudremarques sur le fond • opmerkingen over de inhoudle fond historique d'une légende • de historische kern van een legendeau fond • eigenlijk, in wezendans le fond • eigenlijk, in wezen7 faire fond sur qn., qc. • op iemand, iets steunen〈 figuurlijk〉 de fond en comble • van onder tot boven, volledigle fond du panier • het uitschotle fond du sac • het geheimsteà fond de train • in ijltempo, in vliegende vaartm1) bodem, grond2) diepte, waterhoogte3) ondergrond, fundering4) hoofdzaak, wezen, kern5) achtergrond6) uithoudingsvermogen [sport]
См. также в других словарях:
Wijn — Joop Wijn Joop Wijn (* 20. Mai 1969 in Haarlem) ist ein niederländischer Politiker. Wijn war Wirtschaftsminister im Kabinett Balkenende III. Er ist Mitglied der Christen Democratisch Appèl. Nach seiner Schulausbildung studierte Wijn an der… … Deutsch Wikipedia
WIJN — Who Is John Nebthos? The Internet s Greatest Mystery (Internet) … Abbreviations dictionary
wijn — win … Woordenlijst Sranan
Joop Wijn — (* 20. Mai 1969 in Haarlem) ist ein niederländischer Politiker. Wijn war Wirtschaftsminister im Kabinett Balkenende III. Er ist Mitglied des Christen Democratisch Appèl (CDA). Leben Nach seiner Schulausbildung … Deutsch Wikipedia
Joop Wijn — Joannes Gerardus (Joop) Wijn (born 20 May 1969 in Haarlem) was minister of Economic Affairs in the third Balkenende cabinet of The Netherlands. Wijn has a masters degree in both economics and Dutch law from the University of Amsterdam. As a… … Wikipedia
De Wijn-Auberge — (Синт Трёйден,Бельгия) Категория отеля: 3 звездочный отель Адрес: Halingenstraat 76 … Каталог отелей
Jan Wijn — Infobox musical artist Name = Jan Vriend Img capt = Img size = Landscape = Background = Birth name = Alias = Born = 1938, Amsterdam, Netherlands Died = Origin = Instrument = Genre = Contemporary classical music Occupation = Composer, Pianist… … Wikipedia
Piet Wijn — Pieter Cornelis Wijn (17 May 1929) is a prolific Dutch comics creator. His creations include the cartoon versions of Marten Toonder s Tom Puss and Kappie, Gloria van Goes, Douwe Dabbert, and many other cartoons. He was awarded the… … Wikipedia
Wein — 1. Abgelegener Wein macht ungelegene Köpfe. 2. Allezeit Wein oder Wasser trinken ist nicht lustig. – Froschm., BVI. 3. Allkant Wein ist mein Latein, wirfft den Bawren vber die Zäun vnd stosst die Burger an die Schienbein. – Fischart, Gesch., in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Duijker — Hubrecht Duijker Hubrecht Duijker (* 12. Februar 1942 in Amsterdam) ist ein niederländischer Journalist und Weinautor. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Ehrungen … Deutsch Wikipedia
Hubrecht Duijker — (* 12. Februar 1942 in Amsterdam) ist ein niederländischer Journalist und Weinautor. Inhaltsverzeichnis 1 Leben … Deutsch Wikipedia