-
1 mitrailler
mitrailler [mietraajee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:¶ les touristes ne cessent de mitrailler ce monument • toeristen nemen onophoudelijk foto's van dit monumentvbeschieten, bestoken -
2 assaillir
-
3 bombarder
-
4 arroser
arroser [aaroozee]〈 werkwoord〉3 drinken op ⇒ klinken op, vieren♦voorbeelden:arroser son repas (de vin) • wijn bij het eten drinken3 ça s'arrose!, on va arroser ça! • daar moet op gedronken worden!v1) (be)sproeien, (be)gieten2) stromen (door) [rivier]3) drinken (op)4) omkopen5) bombarderen [leger, media] -
5 attaquer
attaquer [aataakee]1 aanvallen ⇒ bestoken, bestormen, overvallen, aanranden2 aanvallen ⇒ bestrijden, aanvechten3 beginnen ⇒ aanpakken, aansnijden, aanvatten♦voorbeelden:attaquer qn. en justice • iemand een proces aandoenattaquer qn. par la vanité • op iemands ijdelheid spelen1 aanvallen ⇒ bestrijden, te lijf gaan2 aanpakken ⇒ zich werpen (op), zich wagen (aan)♦voorbeelden:1. v1) aanvallen, overvallen2) bestrijden, aanvechten3) aanpakken4) inzetten [muziek]5) aantasten, aanvreten [scheikunde]2. s'attaquer (à)v1) aanvallen2) aanpakken, zich werpen (op) -
6 harcèlement
-
7 harceler
-
8 tourmenter
-
9 canarder
canarder [kaanaardee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 *harcèlement
*harcèlement ['aarselmã]〈m.〉♦voorbeelden: -
11 *harceler
-
12 larder
-
13 mitrailler qn. de questions
mitrailler qn. de questionsDictionnaire français-néerlandais > mitrailler qn. de questions
-
14 tourmenter qn. de questions
tourmenter qn. de questionsDictionnaire français-néerlandais > tourmenter qn. de questions
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский