-
1 explain away
uitleggenexplain awaywegredeneren, goedpraten -
2 explain
v. uitleggen[ ikspleen]1 (nader) verklaren ⇒ uitleggen, uiteenzetten, toelichten; verantwoorden, rechtvaardigen♦voorbeelden:explain oneself • zich nader verklarenexplain away • wegredeneren, goedpraten -
3 explicate
v. verklaren, uitleggen[ eksplikkeet] 〈zelfstandig naamwoord: explication〉1 expliceren ⇒ uitleggen, (gedetailleerd) verklaren -
4 interpret
v. tolken; interpreteren, uitleggen, opvatten; vertolken; (mondeling) vertalen[ intə:prit]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 interpreteren ⇒ uitleggen, opvatten3 (mondeling) vertalen ⇒ om/overzetten -
5 read
n. lezen--------v. lezen; voorlezen; begrijpen; leren; uitleggenread1[ rie:d] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:that book is a terrific read • dat is een heerlijk boek om te lezen————————read22 zich laten lezen ⇒ lezen, ken3 moeten worden gelezen ⇒ gaan, lopen♦voorbeelden:Ibsen's plays read easily • de stukken van Ibsen lezen gemakkelijk♦voorbeelden:1 read over/through • doorlezen, overlezen1 lezen ⇒ begrijpen, weten te gebruiken4 aangeven ⇒ tonen, laten zien♦voorbeelden:read music • muziek lezen2 this poem may be read in various ways • dit gedicht kan op verschillende manieren geïnterpreteerd wordenwidely read • zeer belezenread up • bestuderenhe read more into her words than she'd ever meant • hij had meer in haar woorden gelegd dan zij ooit had bedoeld -
6 account for
v. rekenschap geven, verantwoordelijk zijn {voor daden}account for2 verklaren ⇒ uitleggen, veroorzaken♦voorbeelden:3 the U.S.A. account for 35% of the world consumption of meat • de USA nemen 35% van de wereldconsumptie van vlees voor hun rekening4 native speakers of English account for 300 millions of the world population • Engelstaligen maken 300 miljoen van de wereldbevolking uit5 the rest of the passengers still have to be accounted for • de overige passagiers worden nog steeds vermist -
7 clear up
opklaren; opruimen, ophelderenclear upII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 verklaren ⇒ uitleggen, ophelderen -
8 comment
n. opmerking, aanmerking; uitleg, verklaring--------v. uitleggen; verklarencomment1[ komment] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (verklarende/kritische) aantekening ⇒ commentaar, toelichting♦voorbeelden:————————comment22 opmerkingen/aanmerkingen maken ⇒ kritiek leverenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (be)commentariëren ⇒ van commentaar voorzien, annoteren -
9 detail
n. detail; eenheid--------v. tot in bijzonderheden, uitvoerigdetail1[ die:teel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 detail ⇒ bijzonderheid, kleinigheid2 kleine versiering/decoratie ⇒ detail♦voorbeelden:explain something in detail • iets tot in detail(s) uitleggenin (great/much) detail • uitvoerigdetails, details/but that is a detail • een kniesoor die daarop let————————detail2〈 werkwoord〉 -
10 explain something in detail
-
11 expound
v. uiteenzetten, verklaren[ ikspaund]1 uiteenzetten ⇒ verklaren, uitleggen, toelichten♦voorbeelden: -
12 gloss
n. glans; (schone) schijn; kanttekening; commentaar--------v. glanzen, een schone schijn geven, een glimp geven aan, vergoelijken, verbloemen; kanttekeningen maken bij, uitleggengloss1[ glos]1 glos(se) ⇒ verklarende aantekening, toelichting1 glans2 glamour ⇒ bedrieglijke luister, schone schijn♦voorbeelden:————————gloss2〈 werkwoord〉→ gloss over gloss over/ -
13 hit off
-
14 lay open
v. blootleggen, onthullen, uitleggenlay open♦voorbeelden:¶ lay oneself open to • zich blootgeven, zich blootstellen aan 〈kritiek e.d.〉———————— -
15 let down
teleurgesteldlet down1 neerlaten ⇒ laten zakken, laten vallen♦voorbeelden:let down the sails • de zeilen strijken -
16 misinterpret
v. verkeerd uitleggen, vals verklaren ; misinterpreteren[ missintə:prit] -
17 put the situation to someone
-
18 put
n. kogelwerpen--------v. plaatsen, leggen, zetten; stoppen; stellen; merkenput1[ poet] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → putt putt/————————put2♦voorbeelden:¶ stay put • blijven waar je bent, op zijn plaats blijven————————put32 → putt putt/♦voorbeelden:1 the ship put into the port • het schip voer/stevende de haven binnen〈 voornamelijk Brits-Engels〉 put (up)on someone • iemand last/ongemak bezorgen→ put about put about/, put back put back/, put down put down/, put in put in/, put out put out/, put over put over/, put to put to/, put up put up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉5 werpen ⇒ stoten, jagen7 uitdrukken ⇒ zeggen, stellen8 vertalen ⇒ overbrengen, omzetten♦voorbeelden:put an end to (one's life) • een eind maken (aan zijn leven)put a/one's finger to one's lips • de vinger voor de lippen/mond leggen 〈 als aanmaning tot zwijgen〉put one's hand on something • de hand leggen op ietsput an idea/thought into someone's head • iemand op een idee brengenput a knife between someone's ribs • iemand een mes tussen de ribben stekenput a match to something • iets aansteken/in brand stekenput money in(to) something • geld steken in ietsput pen to paper • pen op papier zettenput pressure (up)on • pressie uitoefenen opput a price on something • een prijskaartje hangen aanput one's signature to something • zijn handtekening plaatsen onder ietsput someone on the train • iemand op de trein zettenput a stop to something • een eind maken aan ietsput one's trust in • zijn vertrouwen stellen inthe death of his son put years on him • de dood van zijn zoon heeft hem ouder gemaaktput oneself into something • zich geheel/zijn beste krachten aan iets gevenput safety above cost • veiligheid boven kosten stellenput someone across the river • iemand overzettenput something before something else • iets prefereren/stellen boven iets andersput behind bars • achter de tralies zettenput something behind oneself • zich over iets heen zetten, met iets brekenput in order • in orde brengenput in an awkward position • in een moeilijk parket brengenput in(to) touch with • in contact brengen metput into circulation • in omloop brengenput into effect • ten uitvoer brengenput into power • aan de macht brengenput someone off his food • iemand de eetlust benemenput someone off his game • iemand van zijn spel afleidenput someone off learning • iemand de zin om te leren ontnemenput someone off smoking • iemand van het roken afbrengenput someone on antibiotics • iemand antibiotica voorschrijvenput someone on his guard • iemand waarschuwenput on the right track • op het goede spoor brengenput out of business • failliet doen gaan, ruïnerenput someone out of temper • iemand uit zijn humeur brengenput a Bill through Parliament • een wetsvoorstel door het parlement krijgenput one's children through university • zijn kinderen universitaire studies laten voltooienput the children to bed • de kinderen naar bed brengenput to death • ter dood brengenput a poem to music • een gedicht op muziek zettenput the children to school • de kinderen op school doenput one's son to a trade • voor zijn zoon een beroep vindenput oneself/someone to work • zich/iemand aan het werk zettenput to good use • goed gebruik maken vanput £100 towards the cost • £100 in de kosten bijdragen〈 informeel〉 put someone through it • iemand een zware test afnemen/zwaar op de proef stellenput to flight/rout • op de vlucht drijvenput someone to (great) inconvenience • iemand (veel) ongerief bezorgenput someone to trouble • iemand last/ongemak bezorgenput £1,000,000 on the taxes • de belastingen met £1.000.000 verhogenput a proposal before/to a meeting • een vergadering een voorstel voorleggenput someone onto someone • iemand aan iemand voorstellen/bij iemand introducerenhow shall I put it? • hoe zal ik het zeggento put it bluntly • om het (maar) ronduit/cru te zeggenbe hard put (to it) to do something • iets nauwelijks aankunnen, het erg moeilijk hebben om iets te doenput under • verdoven, onder narcose brengenput it/one/something across someone • het iemand flikken, iemand beetnemenI put it to him that he was wrong • ik hield het hem voor dat hij het verkeerd hadput oneself to it to do something • zich ertoe zetten iets te doen→ put about put about/, put across put across/, put ahead put ahead/, put aside put aside/, put away put away/, put back put back/, put behind put behind/, put by put by/, put down put down/, put forth put forth/, put forward put forward/, put in put in/, put off put off/, put on put on/, put out put out/, put over put over/, put through put through/, put to put to/, put together put together/, put up put up/ -
19 red
adj. rood--------n. rood; ; rode (socialist); rode bal (bij biljart); de rode cijfersred1[ red] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 iets roods ⇒ rode verf; rode kleren♦voorbeelden:¶ Reds under the bed(s) • het (vermeende) alomtegenwoordige ‘rode gevaar’be in the red • rood staanget into the red • in de rode cijfers komen————————red2〈bijvoeglijk naamwoord; redder; redness〉1 rood♦voorbeelden:1 red (blood) cell/corpuscule • rode bloedcel, rood bloedlichaampjeRed Cross • Rode Kruisred currant • rode aalbesred flag • rode vlag, gevarenvlagred light • rood (verkeers)lichtred meat • rood vleeslike a red rag to a bull • als een rode lap op een stierred setter • rode setter〈 spreekwoord〉 red sky at night, shepherd's delight; red sky in the morning, shepherd's warning • avondrood, mooi weer/licht in de boot; morgenrood, water in de slootred with shame • rood van schaamteroll out the red carpet for someone • de (rode) loper voor iemand uitleggen 〈 voornamelijk figuurlijk〉red ensign • Britse koopvaardijvlag〈 voornamelijk Brits-Engels〉 Red Indian • indiaan, roodhuidred lead • (rode) menie〈informeel; pejoratief〉 red tape • (administratieve) rompslomp, (bureaucratische) formaliteitensee red • buiten zichzelf raken (van woede), witheet zijn/worden -
20 represent
v. vertegenwoordigen; symboliseren; beschrijven[ reprizzent]1 voorstellen ⇒ weergeven, afbeelden3 aanvoeren ⇒ beweren, voorgeven, meedelen4 verklaren ⇒ uitleggen, duidelijk maken5 symboliseren ⇒ staan voor, betekenen♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Patricia Remak — Infobox Politician name = Patricia Remak caption = birth date =Birth date and age|1965|7|16|df=y birth place =Amsterdam, Netherlands residence = Amsterdam death date = death place = office = Independent member of the States Provincial of Noord… … Wikipedia
Утлегарь — (нидерл. uitleggen букв. удлинять) добавоч … Википедия
УТЛЕГАРЬ — Второе колено бушприта для переднего треугольного паруса (кливера). Словарь иностранных слов, вошедших в состав русского языка. Чудинов А.Н., 1910. утлегарь (гол. uitlegger) мор. рангоут нов дерево на парусных судах, служащее про должением… … Словарь иностранных слов русского языка
Henne — 1. A blindi Henn findt ja oft a Woazkearndl. – Schöpf, 313; für Franken: Frommann, VI, 317, 185. 2. A lafedi Hon kriagt mêr, wi a hockedi. (Franken.) – Frommann, VI, 328, 186. Eine laufende Henne kriegt (findet) mehr als eine hockende oder… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon