-
1 gloss
n. glans; (schone) schijn; kanttekening; commentaar--------v. glanzen, een schone schijn geven, een glimp geven aan, vergoelijken, verbloemen; kanttekeningen maken bij, uitleggengloss1[ glos]1 glos(se) ⇒ verklarende aantekening, toelichting1 glans2 glamour ⇒ bedrieglijke luister, schone schijn♦voorbeelden:————————gloss2〈 werkwoord〉→ gloss over gloss over/
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский