-
1 to expound
verklaren -
2 declare
v. verklaren; opgeven; aangeven[ dikleə]1 een verklaring afleggen ⇒ een aankondiging/bekendmaking doen2 〈+against/for〉stelling nemen (tegen/voor) ⇒ zich (openlijk) uitspreken (tegen/voor)♦voorbeelden:¶ I (do) declare! • heb je (nou toch) ooit!, (wel) nu nog mooier!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken ⇒ aankondigen, afkondigen♦voorbeelden:¶ declare oneself • zijn ware aard/bedoeling tonen -
3 transfigure
transitive verb* * *trans·fig·ure[træn(t)sˈfɪgəʳ, AM -ˈfɪgjɚ]vt* * *[trns'fɪgə(r)]vtverklären; (= transform) verwandeln* * *1. umgestalten, -formen ( beide:into in akk, zu)2. REL und fig verklären:transfigured with verklärt vor (dat)* * *transitive verb* * *v.umgestalten v. -
4 certify
v. toestaan; toelaten; verlenen van een akad. of andere graad; iemand als niet klaar van zinnen verklaren[ sə:tiffaj] 〈 certified〉1 〈+to〉getuigen (over, betreffende)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (officieel) verklaren ⇒ attesteren, certificeren♦voorbeelden:certify a copy • een afschrift voor eensluidend waarmerkencertify someone's death • iemands dood (officieel) vaststellenthis is to certify that … • met dezen verklaart ondergetekende dat … -
5 clean
adj. schoon; rein; zuiver--------adv. zuiver--------n. schoonmaak, reiniging--------v. schoonmaken; reinigen; zuiverenclean1[ klie:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————clean2〈bijvoeglijk naamwoord; cleanness〉2 〈 benaming voor〉 welgevormd ⇒ sierlijk; glad, gestroomlijnd 〈 vliegtuig〉; regelmatig; duidelijk, helder 〈 stijl〉3 compleet ⇒ finaal, helemaal4 oprecht ⇒ eerlijk, sportief5 onschuldig ⇒ netjes, fatsoenlijk, kuis6 〈 slang〉 schoon ⇒ clean, eraf, 〈 in het bijzonder〉 geen drank/drugs gebruikend, droog; geen verboden wapens/drugs hebbend♦voorbeelden:1 give someone a clean bill of health • iemand kerngezond verklaren, iemand in orde verklaren 〈 ook figuurlijk〉; verklaren dat iemand er financieel goed voorstaatmake a clean sweep • schoon schip makenhit the ball cleanly • de bal vol rakencatch a ball cleanly • een bal in een keer vangencome clean • voor de draad komen, eerlijk bekennena clean record • een blanco strafbladkeep it clean • hou 't netjesmake a clean breast of something • iets bekennen, ergens schoon schip mee makenkeep one's nose clean • zich nergens mee bemoeienshow a clean pair of heels • z'n hielen lichten, de benen nemenclean as a new pin/as a whistle • brandschoon, zo schoon als watwipe the slate clean • met een schone lei beginnen————————clean3♦voorbeelden:→ clean up clean up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schoonmaken ⇒ reinigen, zuiveren♦voorbeelden:have a coat cleaned • een jas laten stomenclean down • schoonborstelen, schoonwassen————————clean4〈 bijwoord〉1 volkomen ⇒ helemaal, compleet, finaal♦voorbeelden:I'm clean out of sugar • ik zit helemaal zonder suikercut clean through • helemaal/finaal doorgesneden -
6 give someone a clean bill of health
iemand kerngezond verklaren, iemand in orde verklaren 〈 ook figuurlijk〉; verklaren dat iemand er financieel goed voorstaatEnglish-Dutch dictionary > give someone a clean bill of health
-
7 nullify
v. krachteloos maken, ongeldig verklaren[ nulliffaj] 〈nullified; zelfstandig naamwoord: nullification〉 -
8 witness
n. getuige; ooggetuige; getuigenis--------v. getuigen; verklaren dat-; verklaring afleggen; ooggetuige zijn; toeschouwenwitness1[ witnis]♦voorbeelden:witness for the prosecution • getuige à charge2 getuigenis ⇒ (ken)teken, bewijs♦voorbeelden:2 in witness of • als blijk/bewijs van¶ bear witness of/to • staven, bewijzen————————witness22 getuigen ⇒ als bewijs dienen, pleiten♦voorbeelden:witness to something • getuige zijn van ietswitness to having seen something • getuigen/als getuige verklaren dat men iets gezien heeft2 witness against/for someone • tegen/voor iemand pleitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 getuigen van ⇒ een teken/bewijs zijn van♦voorbeelden:¶ 〈 formeel〉 this is a dangerous stretch, witness the number of accidents here this year • dit is een gevaarlijk stuk weg, getuige het aantal ongelukken hier dit jaar -
9 mythologize
my·tholo·gize[mɪˈθɒləʤaɪz, AM -ˈθɑ:-]I. vt▪ to \mythologize sth etw glorifizieren [o verklären]to \mythologize the past die Vergangenheit verklärenII. vi▪ to \mythologize about sth etw verklären* * *mythologize v/t mythologisieren:a) mythologisch erklärenb) einen Mythos oder eine Sage machen aus -
10 mythologize
my·tholo·gize [mɪʼɵɒləʤaɪz, Am -ʼɵɑ:-] vtto \mythologize sth etw glorifizieren [o verklären];to \mythologize the past die Vergangenheit verklären vito \mythologize about sth etw verklären -
11 adjudicate
-
12 assert
v. verklaren; er op staan dat; beweren[ əsə:t]♦voorbeelden:assert oneself • op zijn recht staan, zich laten gelden -
13 beatify
v. zalig maken; zalig verklaren[ bi▪ætiffaj] 〈beatified; zelfstandig naamwoord: beatification〉 -
14 canonize
v. heilig verklaren, heilige worden; als heilig persoon behandelen, iemand aanbidden; officieel aanvaard makencanonize, canonise[ kænənajz] 〈zelfstandig naamwoord: canonization〉 -
15 clear
adj. helder, duidelijk--------adv. duidelijk; in het geheel; op afstand--------n. wissen; het wissen van een bepaald teken--------v. verhelderen; reinigen; ophelderenclear1[ kliə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————clear2〈bijvoeglijk naamwoord; clearness〉1 helder ⇒ schoon, doorzichtig, klaar2 duidelijk ⇒ ondubbelzinnig, uitgesproken4 compleet ⇒ volkomen, absoluut5 vrij ⇒ open, op een afstand, veilig, onbelemmerd♦voorbeelden:get that clear • begrijp dat goedmake oneself clear • duidelijk maken wat men bedoeltbe clear about/as to/on something • iets zeker weten, iets vast in zijn hoofd/voor ogen hebbennext month is still clear • de volgende maand is nog vrijkeep clear • vrijhouden, niet versperrenclear of guilt • vrij van schuldout of a clear (blue) sky • totaal onverwachtI cannot see my way clear to getting the money • ik zie niet goed hoe ik aan het geld moet komen————————clear3♦voorbeelden:clear away • optrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 helder maken ⇒ schoonmaken, ophelderen, verhelderen4 zuiveren ⇒ onschuldig verklaren, betrouwbaar verklaren♦voorbeelden:clear the table • de tafel afruimenclear the road of debris • de weg puinvrij makenclear something out of the way • iets uit de weg ruimen/wegruimen6 clear goods through customs • goederen in/uitklaren7 clear expenses • de kosten eruit halen/kunnen dekken————————clear4〈 bijwoord〉1 duidelijk ⇒ helder, klaar2 volkomen ⇒ helemaal, totaal4 op voldoende afstand ⇒ een eindje, vrij♦voorbeelden:3 you can see clear to the other side of the lake • je kunt helemaal naar de overkant van het meer kijken4 keep/stay/steer clear of • uit de weg gaan, (proberen te) vermijden -
16 condemn
v. afkeuren, berispen; veroordelen[ kəndem]♦voorbeelden:the suspect was condemned (to death) for that crime • de verdachte is voor die misdaad (ter dood) veroordeeldcondemn violence • geweld veroordelen/afwijzencondemned to spend one's life in poverty • gedoemd zijn leven lang armoede te lijdenthe loss of both her legs condemned her to a wheelchair • het verlies van beide benen veroordeelde haar tot de rolstoelcondemn an old house • een oud huis onbewoonbaar verklaren -
17 construe
v. interpreteren, verklaren[ kənstroe:]1 interpreteren ⇒ opvatten, verklaren♦voorbeelden:construe from • afleiden uit -
18 declare war on
-
19 disallow
v. niet toestaan, ongeldig verklaren[ dissəlau]2 ongeldig verklaren ⇒ verwerpen, afkeuren♦voorbeelden:disallow a goal • een doelpunt afkeuren -
20 explain
v. uitleggen[ ikspleen]1 (nader) verklaren ⇒ uitleggen, uiteenzetten, toelichten; verantwoorden, rechtvaardigen♦voorbeelden:explain oneself • zich nader verklarenexplain away • wegredeneren, goedpraten
См. также в других словарях:
Verklären — Verklären, verb. regul. act. klar machen. 1. Eigentlich, klar, helle, heiter machen, in welchem Verstande es doch nur noch zuweilen in der dichterischen Schreibart vorkommt. Den unwirthbaren Sitz Verklärt, doch selten nur, ein rother schneller… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
verklären — V. (Aufbaustufe) etw. einen beseligten Ausdruck geben Beispiele: Ein Lächeln hat ihr Gesicht verklärt. Als er sie sah, verklärten sich seine Augen. verklären V. (Aufbaustufe) etw. schöner oder glücklicher erscheinen lassen Synonyme: beschönigen,… … Extremes Deutsch
verklären — ↑idealisieren, ↑romantisieren … Das große Fremdwörterbuch
verklären — ↑ klar … Das Herkunftswörterbuch
verklären — 1. einen beseligten Ausdruck verleihen, erhellen, glücklich machen, leuchten lassen. 2. beschönigen, glorifizieren, hochstilisieren, schönen, schönfärben, überhöhen, verherrlichen; (geh.): vergolden; (bildungsspr.): idealisieren, romantisieren;… … Das Wörterbuch der Synonyme
verklaren — ver|kla|ren 〈V.; hat〉 I 〈V. tr.; nddt.〉 etwas verklaren erklären II 〈V. intr.〉 über einen Schiffsunfall unter Eid aussagen * * * ver|kla|ren <sw. V.; hat [mniederd. vorklaren] (nordd. ugs.): [mühsam] erklären, klarmachen: das muss man ihm erst … Universal-Lexikon
verklären — ver|klä|ren 〈V. tr.; hat〉 1. ins Überirdische erhöhen 2. 〈fig.〉 schöner, leuchtender, besser erscheinen lassen ● die Erinnerung verklärt das Vergangene; →a. verklärt * * * ver|kla|ren <sw. V.; hat [mniederd. vorklaren] (nordd. ugs.): [mühsam]… … Universal-Lexikon
verklären — ver·klä̲·ren; verklärte, hat verklärt; [Vt] 1 etwas verklärt etwas etwas gibt jemandes Gesicht einen glücklichen Ausdruck <ein verklärter Blick>; [Vr] 2 etwas verklärt sich etwas bekommt einen glücklichen Ausdruck <jemandes Blick,… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
verklaren — verklarenv jmetwverklaren=jmetwerklären,klarmachen.Nordwestdeutschseitdem19.Jh … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
verklaren — verklore … Kölsch Dialekt Lexikon
verklären — verklöre … Kölsch Dialekt Lexikon