-
1 real-time performance
leveren van prestaties in een real-time proces -
2 comment
n. opmerking, aanmerking; uitleg, verklaring--------v. uitleggen; verklarencomment1[ komment] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (verklarende/kritische) aantekening ⇒ commentaar, toelichting♦voorbeelden:————————comment22 opmerkingen/aanmerkingen maken ⇒ kritiek leverenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (be)commentariëren ⇒ van commentaar voorzien, annoteren -
3 hip-shooter
subst. \/ˈhɪpʃuːtə\/( hverdagslig) en som snakker rett fra leveren (uten å tenke seg om)den nye gutten gjorde seg ikke akkurat populær ved å snakke så rett fra leveren -
4 battle
n. slag, strijd, gevecht--------v. vechten, strijdenbattle1[ bætl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (veld)slag ⇒ gevecht, competitie♦voorbeelden:fight a losing battle • een hopeloze strijd voerenfight someone's battle(s) for someone • voor iemand de kastanjes uit het vuur halengive battle • slag/strijd leverengo into battle • ten strijde trekken————————battle2♦voorbeelden:battle through the crowd • zich een weg banen door de menigteII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 bring forward
naar voren brengen, aanvoerenbring forward1 naar voren brengen ⇒ aanvoeren, leveren♦voorbeelden:1 can you bring forward any proof of this story? • kunt u enig bewijs leveren voor dit verhaal?2 can't we bring forward this meeting to August? • kunnen we die vergadering niet al in augustus houden? -
6 cater for
v. voedsel leverencater for〈 Brits-Engels〉1 maaltijden verzorgen/leveren ⇒ cateren2 in aanmerking nemen ⇒ overwegen, rekening houden met3 zich richten op ⇒ bedienen, inspelen/inhaken op♦voorbeelden:we cater for all tastes • wij bieden voor elk wat wils -
7 deliver the goods
goederen leveren, een belofte houden -
8 evidence
n. getuigenis, bewijs, bewijsstuk--------v. aanduiding; bewijsevidence1[ evviddəns]1 aanduiding ⇒ spoor, teken2 bewijs ⇒ bewijsstuk/materiaal/plaats♦voorbeelden:1 bear/show evidence of • sporen/tekenen dragen van, getuigen vangive evidence of • tekenen vertonen vanconclusive evidence • afdoend bewijsbear evidence that • het bewijs leveren datproduce evidence • bewijs leveren/verschaffen〈 juridisch〉 evidence against • belastend(e) materiaal/feiten ingebracht tegen〈 juridisch〉 evidence for the defence/prosecution • bewijs à decharge/à chargeon the evidence of • op grond van2 duidelijkheid ⇒ zichtbaarheid, opvallendheid♦voorbeelden:call someone in evidence • iemand als getuige oproepen2 be in evidence • zichtbaar zijn/opvallen————————evidence2〈 werkwoord〉1 getuigen van ⇒ blijk geven van, tonen -
9 furnish
v. verschaffen, leveren; uitrusten, meubileren[ fə:nisj]1 verschaffen ⇒ leveren, voorzien van2 uitrusten ⇒ meubileren, inrichten♦voorbeelden: -
10 purvey
v. verschaffen; leveren[ pə:vee]♦voorbeelden: -
11 put
n. kogelwerpen--------v. plaatsen, leggen, zetten; stoppen; stellen; merkenput1[ poet] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → putt putt/————————put2♦voorbeelden:¶ stay put • blijven waar je bent, op zijn plaats blijven————————put32 → putt putt/♦voorbeelden:1 the ship put into the port • het schip voer/stevende de haven binnen〈 voornamelijk Brits-Engels〉 put (up)on someone • iemand last/ongemak bezorgen→ put about put about/, put back put back/, put down put down/, put in put in/, put out put out/, put over put over/, put to put to/, put up put up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉5 werpen ⇒ stoten, jagen7 uitdrukken ⇒ zeggen, stellen8 vertalen ⇒ overbrengen, omzetten♦voorbeelden:put an end to (one's life) • een eind maken (aan zijn leven)put a/one's finger to one's lips • de vinger voor de lippen/mond leggen 〈 als aanmaning tot zwijgen〉put one's hand on something • de hand leggen op ietsput an idea/thought into someone's head • iemand op een idee brengenput a knife between someone's ribs • iemand een mes tussen de ribben stekenput a match to something • iets aansteken/in brand stekenput money in(to) something • geld steken in ietsput pen to paper • pen op papier zettenput pressure (up)on • pressie uitoefenen opput a price on something • een prijskaartje hangen aanput one's signature to something • zijn handtekening plaatsen onder ietsput someone on the train • iemand op de trein zettenput a stop to something • een eind maken aan ietsput one's trust in • zijn vertrouwen stellen inthe death of his son put years on him • de dood van zijn zoon heeft hem ouder gemaaktput oneself into something • zich geheel/zijn beste krachten aan iets gevenput safety above cost • veiligheid boven kosten stellenput someone across the river • iemand overzettenput something before something else • iets prefereren/stellen boven iets andersput behind bars • achter de tralies zettenput something behind oneself • zich over iets heen zetten, met iets brekenput in order • in orde brengenput in an awkward position • in een moeilijk parket brengenput in(to) touch with • in contact brengen metput into circulation • in omloop brengenput into effect • ten uitvoer brengenput into power • aan de macht brengenput someone off his food • iemand de eetlust benemenput someone off his game • iemand van zijn spel afleidenput someone off learning • iemand de zin om te leren ontnemenput someone off smoking • iemand van het roken afbrengenput someone on antibiotics • iemand antibiotica voorschrijvenput someone on his guard • iemand waarschuwenput on the right track • op het goede spoor brengenput out of business • failliet doen gaan, ruïnerenput someone out of temper • iemand uit zijn humeur brengenput a Bill through Parliament • een wetsvoorstel door het parlement krijgenput one's children through university • zijn kinderen universitaire studies laten voltooienput the children to bed • de kinderen naar bed brengenput to death • ter dood brengenput a poem to music • een gedicht op muziek zettenput the children to school • de kinderen op school doenput one's son to a trade • voor zijn zoon een beroep vindenput oneself/someone to work • zich/iemand aan het werk zettenput to good use • goed gebruik maken vanput £100 towards the cost • £100 in de kosten bijdragen〈 informeel〉 put someone through it • iemand een zware test afnemen/zwaar op de proef stellenput to flight/rout • op de vlucht drijvenput someone to (great) inconvenience • iemand (veel) ongerief bezorgenput someone to trouble • iemand last/ongemak bezorgenput £1,000,000 on the taxes • de belastingen met £1.000.000 verhogenput a proposal before/to a meeting • een vergadering een voorstel voorleggenput someone onto someone • iemand aan iemand voorstellen/bij iemand introducerenhow shall I put it? • hoe zal ik het zeggento put it bluntly • om het (maar) ronduit/cru te zeggenbe hard put (to it) to do something • iets nauwelijks aankunnen, het erg moeilijk hebben om iets te doenput under • verdoven, onder narcose brengenput it/one/something across someone • het iemand flikken, iemand beetnemenI put it to him that he was wrong • ik hield het hem voor dat hij het verkeerd hadput oneself to it to do something • zich ertoe zetten iets te doen→ put about put about/, put across put across/, put ahead put ahead/, put aside put aside/, put away put away/, put back put back/, put behind put behind/, put by put by/, put down put down/, put forth put forth/, put forward put forward/, put in put in/, put off put off/, put on put on/, put out put out/, put over put over/, put through put through/, put to put to/, put together put together/, put up put up/ -
12 forthright
(honest and straightforward: He is a very forthright young man.) oppriktig, åpenhjertig, likeframfrimodig--------liketil--------oppriktigIadj. \/ˈfɔːθraɪt\/rett frem, likefrem, direkteIIadv. \/ˈfɔːθraɪt\/rett frem, likefrem -
13 liver
'livə1) (a large organ in the body which purifies the blood.) lever2) (this organ in certain animals used as food.) leverleverIsubst. \/ˈlɪvə\/1) en som lever (et bestemt liv), en som fører et (bestemt) liv2) (spesielt amer.) innbygger, beboera fast liver person som fører et utsvevende liva good liver en gourmand, en lekkermunn en som fører et rettskaffent liva light liver et lettsindig menneskeIIsubst. \/ˈlɪvə\/1) ( anatomi) lever2) ( matlaging) leverhave a touch of liver ( hverdagslig) leveren hans er i ulage, han har problemer med fordøyelsenliver disease leversykdomIIIadj. \/ˈlɪvə\/leverbrun, leverfarget -
14 talk
to:k 1. verb1) (to speak; to have a conversation or discussion: We talked about it for hours; My parrot can talk (= imitate human speech).) snakke, prate, diskutere2) (to gossip: You can't stay here - people will talk!) sladre3) (to talk about: They spent the whole time talking philosophy.) snakke om, drøfte2. noun1) ((sometimes in plural) a conversation or discussion: We had a long talk about it; The Prime Ministers met for talks on their countries' economic problems.) prat, samtale2) (a lecture: The doctor gave us a talk on family health.) foredrag, tale3) (gossip: Her behaviour causes a lot of talk among the neighbours.) sladder4) (useless discussion; statements of things a person says he will do but which will never actually be done: There's too much talk and not enough action.) snakk(ing), prat(ing)•- talking book
- talking head
- talking-point
- talk show
- talking-to
- talk back
- talk big
- talk down to
- talk someone into / out of doing
- talk into / out of doing
- talk someone into / out of
- talk into / out of
- talk over
- talk round
- talk sense/nonsense
- talk shopforedrag--------kåseri--------samtale--------snakke--------taleIsubst. \/tɔːk\/1) samtale, konversasjon2) prat(estund)3) ( hverdagslig) prek, skvalder, skravl• we want action, not talkvi vil ha handling, ikke (tomme) ord4) snakk, prat5) rykter6) foredrag, kåseri7) talemåte, språkbe all talk (and no do) bare prate (og ikke gjøre noen ting)• don't listen to him, he's all talkikke hør på ham, han har det bare i kjeftenbe the talk of the town være det store samtaleemnet, være den alle snakker omget into talks with starte forhandlinger med begynne å snakke med, komme i samtale med, komme i snakk medgive a talk on something holde et foredrag over\/om noe, snakke om noehave a talk (with somebody) about something snakke (med noen) om noetalks forhandlinger, drøftelserIIverb \/tɔːk\/1) snakke (sammen), prate, samtale, resonnere, diskutere2) ( hverdagslig) skravle3) kåsere, holde foredrag4) sladre• people will talk, you knowdet blir jo alltid sladret om slik, vet dudette vil gi folk noe å sladre\/snakke om5) ( overført) gi lyd fra seg, låte6) synge, susebe talking snakke omjeg snakker om mye penger \/ det gjelder mye pengerlook who's talking! som du snakker!, hørt\/sett på maken!, tenke seg til!, det hadde jeg ikke ventet av ham\/henne!talk about snakke om, prate om, diskutere kåsere omtalk about... snakk(er) om...• talk about coincidence!talk at vende seg direkte til snakke til (uten å vente seg svar)hun snakket med ham, men det hun sa, var myntet på megtalk away prate bortsnakke om, gå og snakke, skravle i veitalk back (to\/at somebody) si imot noen, svare tilbaketalk big være stor i kjeften, bruke store ord, ta munnen fulltalk down prate i senk overdøve (med prat), prate slik at andre må være stille fremstille som mindre viktig ( luftfart) snakke ned, gi detaljerte instruksjoner om landingtalk down to bruke en nedlatende tone til, snakke nedlatende til senke nivået (for å tilpasse seg tilhørerne)talking of apropos, når vi snakker omtalk of snakke om, prate omtalk off the top of one's head snakke tøv, ta noe ut av løse luftentalk of the devil når en snakker om solen (så skinner den)• talk of the devil! That's Jane coming right there!talk on snakke om, holde foredrag om, kåsere overtalk oneself hoarse prate seg hestalk out diskutere til bunns, resonnere grundig snakke ut, snakke tydelig snakke ferdig ( i parlamentet) drøye ut med prat, debattere i senktalk out! snakk så vi kan høre deg!, spytt ut!talk over snakke om, behandlediskutere, drøfte, resonnere om(lykkes med å) overtale, få til å endre oppfatningtalk somebody into (doing) something overtale noen til å gjøre noe, få noen med på å gjøre noetalk somebody out of (doing) something få noen fra noe, overtale noen om å la være å gjøre noe, fraråde noen å gjøre noetalk somebody round overtale noen, få noen til å endre oppfatning, snakke noen rundttalk something out snakke ut om noe snakke noe i senktalk the hind leg off a donkey mase\/snakke hull i hodet på noen, snakke kjeven ut av ledd, snakke noen i hjeltalk through the back of one's neck eller talk through one's hat\/arse\/backside preike dritt, komme med vås, komme med visvastalk to snakke med, prate med snakke til, prate til snakke (alvor), snakke til rette• I'll talk to her!talk up skape interesse for, gjøre reklame forsynge ut, si ifra, snakke rett fra leveren snakke ut (høyt og tydelig)talk up to somebody svare (noen) på en nesevis måtetalk wild fantasere, fabletalk with snakke med, henvende seg tilprate med, samtale med, underholde seg med forsøke å overtaleyou can talk! eller you can't talk! som du snakker!, hørt\/sett på maken!, du sier ikke det! -
15 turkey
'tə:ki1) (a kind of large farmyard bird.) kalkun2) (its flesh used as food, eaten especially at Christmas or (in the United States) Thanksgiving: We had turkey for dinner.) kalkun(kjøtt)kalkunsubst. \/ˈtɜːkɪ\/1) ( fuglearten Meleagris gallopavo) kalkun2) ( matlaging) kalkun(kjøtt)3) (amer., slang, spesielt om film, teateroppsetning e.l.) fiasko, flopp, kalkun4) (amer., slang) tosk, tufs, dust, kjedelig person, tørrpinn( som følge av avvenningskur) kraftige abstinenssymptomer ( om person) kald type, kald fisktalk turkey snakke rett fra leveren, gå rett på sak, si det som det er -
16 Dutch
adj. Nederlands/Hollands, betr. Nederland--------n. Nederlands; Nederlanders; Nederlands(e taal)Dutch1[ dutsj]I 〈 eigennaam〉♦voorbeelden:¶ in Dutch • in de penarie/rotzooi→ double double/III 〈meervoud; the〉♦voorbeelden:————————Dutch2〈bijvoeglijk naamwoord; Amerikaans-Engels ook dutch〉♦voorbeelden:1 Dutch cheese • Edammer kaas, boerenkaas¶ Dutch auction • veiling/verkoping bij afslagDutch barn • kapschuurDutch cap • pessarium (occlusivum)Dutch comfort • schrale troostDutch doll • ledenpopDutch door • boerderijdeur, onder- en bovendeurDutch elm disease • iep(en)ziekteDutch fuck • het aansteken van de ene sigaret aan de andereDutch hoe • (duw)schoffelDutch oven • (braad)oven, bakovenDutch treat • feest/uitstapje waarbij ieder voor zich betaalttalk like a Dutch uncle • duidelijk zeggen waar het op staat————————Dutch3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
17 bear evidence that
-
18 beat the Dutch
-
19 can you bring forward any proof of this story?
can you bring forward any proof of this story?kunt u enig bewijs leveren voor dit verhaal?English-Dutch dictionary > can you bring forward any proof of this story?
-
20 cater
Страницы
См. также в других словарях:
Danish phonology — This article is part of the series on: Danish language Use: Alphabet Phonology Grammar Other topics … Wikipedia
liefern — ausgeben; ausrüsten; aushändigen; zuteilen; verteilen; versorgen (mit); einspeisen (von); abliefern * * * lie|fern [ li:fɐn] <tr.; hat … Universal-Lexikon
Lab — 〈n.; s; unz.〉 Enzym im Magen des Kalbes u. des Schafes, bringt Milch zum Gerinnen; Sy Chymosin, Labferment [<ahd. lab „Mittel zum Gerinnenmachen“] * * * Lab [ahd. lab = Mittel zum Gerinnenmachen], das; s, e: aus den Labmägen von Wiederkäuern… … Universal-Lexikon
Socialistische Partij — Sozialistische Partei Parteivorsitzender Jan Marijnissen … Deutsch Wikipedia
Socialistische partij — Vorsitzender Logo (Jan Marijnissen) Wahlspruch: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit „Menschliche Würde, Gleichheit und Solidarität“ Basisdaten Gründungs … Deutsch Wikipedia
ЛЕВЕРЕНСИИ — (от голл. leveren поставлять) натуральные поставки, уплачивавшиеся правителями яванских гос в (Индонезия) голл. Ост Индской компании, согласно заключенным с ней неравноправным договорам. Впервые Л. упоминаются в договоре Матарама с компанией в… … Советская историческая энциклопедия
Норн — Страны: Шетлендские острова, Оркнейские острова Статус: вымер … Википедия
Olcay Gulsen — Olcay Gulsen, also known as OJ Gulsen, (born 20 July 1980, Waalwijk, the Netherlands) is a Dutch fashion designer of Kurdish[1][2][3] descent and owner of the SuperTrash fashion label. Contents 1 Life and career … Wikipedia
Höhrath — ist ein Stadtteil von Solingen. Er liegt südlich von Solingen Burg und westlich von Wermelskirchen Oberwinkelhausen in Nordrhein Westfalen. Bis zur nordrhein westfälischen Gebietsreform, die am 1. Januar 1975 in Kraft trat, gehörte der Ort zu… … Deutsch Wikipedia
Parti Populaire — – PersonenPartij Parteivorsitzender … Deutsch Wikipedia
Lab — Sn erw. fach. (10. Jh.), mhd. lap, ahd. lab, mndd. lip, laff Stammwort. Daneben mit Schwundstufe ahd. kāsilubba f., kāsilubbi, ae. (cӯs )lyb(b), mndl. lebbe, lib(be); wieder anders ndd. slibber, slipper, nhd. (regional) Schlipper(milch)… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
