-
61 страдательный залог
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > страдательный залог
-
62 abash
-
63 account for
v. rekenschap geven, verantwoordelijk zijn {voor daden}account for2 verklaren ⇒ uitleggen, veroorzaken♦voorbeelden:3 the U.S.A. account for 35% of the world consumption of meat • de USA nemen 35% van de wereldconsumptie van vlees voor hun rekening4 native speakers of English account for 300 millions of the world population • Engelstaligen maken 300 miljoen van de wereldbevolking uit5 the rest of the passengers still have to be accounted for • de overige passagiers worden nog steeds vermist -
64 addict
n. verslaafde; drugverslaafde--------v. verslaven, verslaving veroorzakendaddict1[ ædikt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————addict2♦voorbeelden: -
65 allege
v. aanvoeren; beweren♦voorbeelden:he is alleged to have committed ten murders • hij zou tien moorden gepleegd hebben -
66 articulate
adj. vloeiend sprekend, bespraakt; met duidelijk en onderscheiden lettergrepen uitsprekend; in staat te spreken; bestaande uit opvallende onderdelen of delen; in verbonden eenheid geordend; opvallend gemaakt--------n. levend schepsel door gewrichten verbonden--------v. zich goed kunnen uitdrukken, zich duidelijk kunnen uitdrukkenarticulate1[ a:tikjoelət] 〈bijvoeglijk naamwoord; articulateness〉1 zich goed/duidelijk uitdrukkend 〈 persoon〉4 geleed ⇒ met gewrichten, scharnierend♦voorbeelden:————————articulate2[ a:tikjoeleet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:articulated lorry • truck met oplegger -
67 attire
-
68 back
adj. van achter, achter--------adv. achteruit; terug; achter--------n. rug; leuning; eind; verdediger (bij basketbal)--------v. bijstaan; naar achter leidenback1[ bæk]2 achter(hoede)speler ⇒ verdediger, back♦voorbeelden:(flat) on one's back • (ziek) in bedhave broken the back of something • het grootste deel/ergste van iets achter de rug hebben〈 informeel〉 get/put someone's back up • iemand irriteren/kwaad makenpat oneself on the back • tevreden zijn over zichzelfpat someone on the back • iemand een goedkeurend klopje gevenput one's back into something • ergens de schouders onder zettenglad to see the back of someone • iemand liever zien gaan dan komenstab someone in the back • iemand een dolk in de rug steken, iemand verradenturn one's back on • de rug toekeren〈 informeel〉 be on someone's back • veel/altijd kritiek hebben op iemand→ scratch scratch/II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 achterkant/zijde ⇒ keerzijde, rug♦voorbeelden:the back of a book/hand • de rug van een boek/handat the back • achterintalk through the back of one's neck • uit zijn nek kletsen————————back22 terug-♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 get in through/by the back door • een baan krijgen via kruiwagens/dank zij oneerlijke manipulaties————————back3→ back away back away/, back down back down/, back off back off/, back onto back onto/, back out back out/, back up back up/1 achteruit bewegen ⇒ achteruitrijden, (doen) achteruitgaan♦voorbeelden:back the car out of the garage • de auto achteruit uit de garage rijdenback (one's car) into another car • achteruitrijden tegen een andere auto♦voorbeelden:→ back up back up/————————back4〈 bijwoord〉6 achterom♦voorbeelden:back in 1975 • (nog/reeds/destijds) in 1975 -
69 bar
n. stang; tralie; tussenschot; wegversperring; salon; bar--------prep. zonder; behalve---------v. op slot doen, sluiten; versperrenbar1[ ba:]♦voorbeelden:bar of gold • baar goudbar of soap • stuk zeep4 a medal with a bar on the ribbon • een medaille met een balk/gesp op het lint→ horizontal horizontal/, parallel parallel/♦voorbeelden:be tried at (the) bar • in openbare terechtzitting berecht wordenIII 〈zelfstandig naamwoord; meestal Bar; the; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:————————bar2〈werkwoord; barred〉♦voorbeelden:2 bar oneself in/out • zichzelf binnen/buitensluiten————————[ ba:ring] 〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:all bar one • alle(n) op één nabar none • zonder uitzondering -
70 bathe
n. bad nemen--------v. (zich) baden, bettenbathe1♦voorbeelden:————————bathe2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 baden ⇒ onderdompelen; bespoelen♦voorbeelden:bathed in/with tears • badend in tranen -
71 becalm
-
72 benumb
v. verkleumen, doen verstijven, verdoven[ binnum]1 gevoelloos maken ⇒ doen verstijven, verkleumen♦voorbeelden: -
73 beset
v. omringen; insluiten; aanvallen, overvallen; het (iemand) lastig maken, in het nauw drijven, belagen2 insluiten ⇒ versperren, bezetten♦voorbeelden:beset by temptations • door verleidingen omringd -
74 black out
n. het uitdoen van alle lichten, verduistering; tijdelijke bewusteloosheid; tijdelijke onderbreking van elektriciteit--------v. bewustzijn verliezen; tijdelijk het geheugen verliezen; onderdrukken van een geheugen naar het onderbewuste; uitdoen van alle lichen op het toneel; een elektrische stroomuitvalblack outII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
75 blanket
adj. dekkend--------n. deken--------v. met een deken bedekken, overdekkenblanket1[ blængkit] 〈 zelfstandig naamwoord〉→ wet wet/————————blanket21 allesomvattend ⇒ algemeen geldig, op iedereen/alles van toepassing♦voorbeelden:a blanket rule • een algemene regel————————blanket3〈werkwoord; voornamelijk passief〉1 (geheel) bedekken ⇒ onderstoppen, afsluiten♦voorbeelden: -
76 bode
v. voorspelling, een teken zijn van-bode1♦voorbeelden:bode well/ill for • een goed/slecht voorteken zijn voor————————bode2→ bide bide/ -
77 build up
v. opbouwen {iets nieuws}build up1 aangroeien ⇒ toenemen, zich opstapelen♦voorbeelden:tension was building up to a climax • de situatie was gespannen en het dreigde tot een uitbarsting te komenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opbouwen ⇒ ontwikkelen, tot bloei brengen3 ophemelen ⇒ loven, prijzen♦voorbeelden:build up a firm from scratch • een bedrijf van de grond af opbouwen -
78 carry away
-
79 cast out
v. weggooien; verstoten, verjagen, uitdrijven uit een groep of gemeenschapcast out1 verstoten ⇒ verjagen, uitdrijven -
80 chop
n. slag; hakbijl; gehakt vlees; stempel; commercieel merk--------v. hakken; afhakkenchop1[ tsjop]1 houw ⇒ hak, slag♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————chop2〈 chopped〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:1 chop at something/someone • naar iemand/iets uithalen2 chop and change • erg veranderlijk zijn, vaak van mening veranderenwhy do you chop about so much? • waarom ben je toch zo veranderlijk?the wind chopped about/around • de wind schiftte voortdurendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:chop down trees • bomen omhakkenchop off branches • takken afhakken
См. также в других словарях:
Elections in the Netherlands — Netherlands This article is part of the series: Politics and government of the Netherlands … Wikipedia
Passiv — Sn eine Diathese des Verbs erw. fach. (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus spl. passīvum leidende Handlungsweise zu l. patī leiden (Passion). Im Plural als Verbindlichkeiten , Gegenwort zu Aktiva (aktiv). Auch als Adjektiv verwendet; Abstraktum:… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache