-
1 opgaan
3 [zich begeven naar] go4 [examen afleggen] sit (for)5 [opgegeten/opgedronken worden] go, be finished6 [juist zijn] hold good/true ⇒ apply7 [in beslag genomen worden] be wrapped up (in)♦voorbeelden:1 er ging een gemompel op in de zaal • a murmer arose in the hall/roomde trap opgaan • go up/climb the stairsdezelfde kant opgaan • go the same wayals het die kant opgaat met de maatschappij dan … • if that is the way society is going …al zijn geld is opgegaan aan de inrichting van het huis • all his money went to decorating the househet is helemaal opgegaan • it's all gone6 die stelling/vergelijking gaat niet op • that hypothesis/comparison does not hold good/waterdit gaat niet op voor arme mensen • this doesn't apply to/is not true of poor people7 zij gaan op in hun werk • they are wrapped up/absorbed in their workhelemaal opgaan in zichzelf • be totally wrapped up in oneselfbeide teams zijn in elkaar opgegaan • the two teams have mergeddoen opgaan in • merge into -
2 opgaan
1 [stijgen] monter2 [m.b.t. de zon] se lever4 [examen afleggen] se présenter (à un examen)5 [juist zijn] tenir debout6 [+ in][in beslag genomen worden] être absorbé (dans)7 [in elkaar overgaan] fusionner♦voorbeelden:een opgaande weg • une route qui monte→ link=pad pad -
3 opgaan
взойти; раздаться; выйти на; повернуть в (на), свернуть в (на); погрузиться в; смешаться, раствориться в; раствориться* * ** (z)1) подниматься, восходить2) идти в каком-л. направлении3) быть поглощённым (in — чем), погружаться (in — в)in rook ópgaan — исчезнуть как дым
4) подходить к концу, кончаться* * *гл.1) общ. восходить, делиться без остатка, подниматься, приходить к концу, уходить (во что-л.), восход, исчезать, улетучиваться, быть поглощённым (чем-л.)2) перен. соответствовать действительности, сходиться -
4 opgaan
[van toepassing zijn]zutreffen -
5 opgaan
v. go up, ascend, mount -
6 opgaan in
v. be engrossed in, be merged in -
7 opgaan
bestiga -
8 opgaan
ascend, climb, go up -
9 opgaan
подниматься, восходить; идти в каком--либо направлении; быть поглощённым, погружаться; подходить к концу, кончаться ging ope.OVT.imp. gingen opm.OVT.imp. is opgegaanVTT.pref. -
10 opgaan
se soulever -
11 opgaan voor een examen
opgaan voor een examenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opgaan voor een examen
-
12 de trap opgaan
-
13 de boer opgaan
de boer opgaan -
14 de straat opgaan
de straat opgaan -
15 de trap opgaan
de trap opgaan -
16 de verkeerde kant opgaan
de verkeerde kant opgaan -
17 een paar treden opgaan
een paar treden opgaan -
18 helemaal in z'n werk opgaan
helemaal in z'n werk opgaan -
19 in de menigte opgaan
-
20 in rook opgaan
in rook opgaan
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Африкаанс
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский