-
1 moedeloos
adj. heartless, crestfallen, despondent, dispirited, cheerless, depressed, depressing, mopish, sick--------adv. out of heart, dispiritedly, cheerlessly -
2 hart
1 [spier, hartstreek; innerlijk gemoed] heart2 [gezindheid, vriendschap] heart4 [als voedsel; iets met hartvorm] heart♦voorbeelden:in de grond van mijn hart • in my heart of heartsuit de grond van zijn hart • from the bottom of one's hearthij is een jager in hart en nieren • he is a hunter in heart and soulde stem van zijn hart volgen • follow (the voice of) one's heartmet hart en ziel • with all one's heart, with heart and soulzich met hart en ziel wijden aan iets • put one's heart and soul into something, devote one's heart and soul to somethingmet een gerust hart • with an easy mindhet komt uit een goed hart • it's meant wellhet heilig hart • the Sacred Hearteen zwak hart hebben • have a weak heartiemands hart breken • break someone's heart〈 figuurlijk〉 ik hield mijn hart vast • my heart missed a beat, my heart was in my mouth〈 figuurlijk〉 je houdt je hart vast bij de gedachte dat • it's just too awful to think what might happen ifmet kloppend hart • with pounding heart〈 figuurlijk〉 het hart klopte hem in de keel • his heart was in his throat/mouthje kunt je hart ophalen • you can enjoy it to your heart's contenthaar hart stond even stil/sloeg over • her heart missed a beatzijn hart uitstorten • pour out/unburden/open one's heart (to someone)zijn hart aan iemand verloren hebben • have lost one's heart to someonezijn hart aan iets verpanden • lose one's heart to somethinghet aan het hart hebben • have a heart conditioniemand na aan het hart liggen • be very dear to someone hearthet gaat mij toch aan het hart • it really touches medat gaat hem aan het hart • it (really) hurts/grieves him(diep) in zijn hart hield hij nog steeds van haar • in his heart (of hearts) he still loved herdat is een man naar mijn hart • he's a man after my heartiets op zijn hart hebben • have something on one's mindiemand iets op het hart drukken • impress something on someone('s mind)zeg maar wat je op het hart hebt • get it off your chesthet hart op de tong hebben/dragen • wear one's heart on one's sleevemet de hand over het hart strijken • show mercyvan zijn hart geen moordkuil maken • make no disguise of one's feelingsdat moet mij toch van het hart • I just have to get this off my chest〈 spreekwoord〉 waar het hart van vol is, loopt de mond van over • what the heart thinks, the tongue speaksiemand geen kwaad hart toedragen • bear someone no ill williets een warm hart toedragen • be well disposed towards somethinghart voor een zaak hebben • have one's heart in a matterde harten van de mensen veroveren • capture people's hearts3 heb het hart eens! • don't you dare!, just you try it!iemand een hart onder de riem steken • hearten someone, buck someone uphet hart zonk hem in de schoenen • he lost heart, his heart sank into his bootsde schrik sloeg hem om het hart • his heart missed a beat/was in his mouth5 in het hart(je) van de stad wonen • live in the heart/centre of the cityiets van ganser harte doen • do something wholeheartedlyhet ging niet van ganser harte • it was only halfheartedlyiets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • not find it in one's heart to do somethingiets ter harte nemen • take something to heartdat gaat mij zeer ter harte • I have that very much at heartvan harte gefeliciteerd • my warmest congratulationshij deed het, maar het ging niet van harte • he did it, but his heart wasn't in it -
3 moed
♦voorbeelden:de euvele moed hebben om … • have the nerve/audacity to …al zijn moed bijeenrapen/verzamelen • muster up/summon up/pluck up one's couragedaar heeft hij de moed niet toe • he doesn't have the nerve/heart to do thatzich moed indrinken • give oneself Dutch couragedat gaf me weer nieuwe moed • that gave me new hearthou(d) moed! • keep your spirits up!, cheer up!iemand moed inspreken/geven • put courage/fresh heart into someonede moed niet laten zakken • bear upde moed opgeven • lose heartmoed putten uit • draw/derive courage fromhet ontneemt mij de moed om … • it discourages/disheartens me to …het werd hem bang te moede • he felt faint at heart -
4 buiten
buiten1〈 het〉————————buiten2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:hij woont buiten • he lives in the countrynaar buiten gaan • 〈 buitenshuis〉 go outside/outdoors; 〈 naar het platteland, de stad uit〉 go into the country/out of town; 〈 scheepvaart〉 put to seanaar buiten opengaan • open outwardshij ging zijn bevoegdheid te buiten • he exceeded his authorityzich te buiten gaan (aan) • overindulge (in)zich aan eten/drinken/roken te buiten gaan • eat/drink/smoke to excessvan buiten • from/on the outsidevan buiten komen • 〈 van het platteland〉 come from the country; 〈 van buiten naar binnen〉 come from outsidehulp/invloeden van buiten • outside help/influenceseen gedicht van buiten leren/kennen • learn/know a poem by heart————————buiten3〈 voorzetsel〉2 [niet betrokken bij] out of3 [behalve] except (for)4 [zonder] without♦voorbeelden:buiten gevaar • out of dangerhij was buiten zichzelf van angst/woede • he was beside himself with fear/angeriemand buiten gevecht stellen • put someone out of actionbuiten werking/gebruik • out of order/useer buiten blijven • stay out of itzich ergens buiten houden • stay out of somethinghij staat buiten alles • 〈 neemt nergens deel aan〉 he is always on the outside; 〈 is er niet bij betrokken〉 he's not involved't is buiten mijn medeweten gebeurd • it happened without my knowledgeik kan er niet/moeilijk buiten • I cannot do without ithij heeft de zaak buiten mij om beslist • he decided the matter without (consulting) me -
5 licht
licht1〈 het〉♦voorbeelden:waar zit de knop van het licht? • where's the light-switch?licht en schaduw • light and shade〈 figuurlijk〉 het groene licht geven/krijgen • give/get the green light/the go-aheadgroot licht • full beam〈 figuurlijk〉 we moeten dat in het juiste licht proberen te zien • we must try to put that in the proper light/perspective〈 figuurlijk〉 iets in een nieuw/ander licht zien • see something in a new/another lightdoor rood licht rijden • drive/go through a red lighthet licht aan-/uitdoen • put/ 〈 schakelaar ook〉turn the light on/offer brandde nog licht op de studeerkamer • there was still (a) light (on) in the studymet gedimde lichten • with dimmed (head)lights〈 figuurlijk〉 zij gunnen elkaar het licht in de ogen niet • they wouldn't give each other the time of dayhij is geen licht • he's no geniushet licht staat op rood • the light's redje hoeft geen licht te zijn om … • you don't have to be a genius to …met de lichten knipperen • flash (one's (head)lights)ga eens uit mijn licht • move out of my light pleaseeen fietser zonder licht • a cyclist without (any) lightsin het licht van de gebeurtenissen • in the light of eventsin het licht daarvan • such being the casein dat licht gezien • viewed in that light————————licht21 [niet zwaar] light4 [soepel] light7 [makkelijk verteerbaar] light9 [met betrekking tot stemgeluiden] soft♦voorbeelden:veel te licht zijn • be considerably underweighteen kilo te licht • a kilogram underweight3 lichte ogen • light/pale eyeslicht blauw • light blue6 lichte lectuur/muziek • light reading/musiceen lichte blessure • a minor injuryeen lichte buiging • a slight boween lichte hartaanval • a mild heart attackeen lichte verkoudheid/griep(aanval) • a slight cold, a touch of (the) flulichte vorst • (s)light frostII 〈 bijwoord〉2 [enigszins] slightly3 [gemakkelijk, gauw] easily4 [zeer] highly♦voorbeelden:licht slapen • sleep lightlicht opgemaakt • lightly made-up3 licht verteerbaar • (easily) digestible, lightje moet daar niet te licht over denken • you mustn't think (too) lightly of thatzoiets wordt licht vergeten/over het hoofd gezien • that sort of thing is easily forgotten/overlooked -
6 binnenste
1 [het meest naar binnen gelegen deel] inside ⇒ in(ner)most/inner part♦voorbeelden:1 het binnenste buiten keren • turn (everything) inside out; 〈 figuurlijk ook〉 turn the place upside down2 in zijn binnenste had hij er spijt van • deep down (in his heart)/in his heart (of hearts) he regretted it -
7 hartje
1 [klein hart; hartvormig iets] (little) heart♦voorbeelden:hij heeft alles wat zijn hartje begeert • he has everything he could possibly wish for; 〈met betrekking tot luxe/weelde ook〉 he is living in the lap of luxury2 hartje winter/zomer • the dead of winter, the height of summerin het hartje van de stad • in the heart/centre of the city -
8 raken
1 [treffen] hit2 [beroeren] affect, hit4 [aanraken] touch♦voorbeelden:zijn tegenstander hard raken • hit one's opponent hardzaken die ons ten zeerste raken • things that concern us very closelydie cirkels raken elkaar • these circles touch/meet2 [aanraken] touch3 [+ aan] [krijgen] get (hold of)♦voorbeelden:1 betrokken raken bij/in • get/become involved ingewend raken aan • get used tozij raken er niet over uitgepraat • they can't stop talking about itergens in verzeild raken • get mixed up in somethingachterop raken • get/fall behindop raken • 〈 benzine, geld, voorraden〉 run out/down/short, be/get/run low; 〈 voorraden ook〉 become depleted/exhausted; 〈figuurlijk; geduld〉 run out, snapvast raken (in) • get stuck (in)buiten zichzelf/buiten zinnen raken • 〈 gek〉 lose one's mind; 〈 enthousiast, kwaad〉 get beside oneselfuit zijn humeur raken • get in(to) a bad moodde satelliet is uit zijn baan geraakt • the satellite has gone off coursevan de weg raken • go off the road -
9 stem
1 [vermogen geluid voort te brengen] voice2 [voortgebracht geluid] voice3 [zangpartij] part, voice4 [kiesstem] vote♦voorbeelden:goed bij stem zijn • be in good voiceniet bij stem zijn • be out of voice〈 figuurlijk〉 de stem van de natuur/het hart • the voice of nature/of one's hearthij sprak met gebroken stem • his voice broke as he spokemet gedempte stem spreken • speak in an undertoneeen hoog stemmetje • a high voicemet luide stem • out louder gaan stemmen op dat … • more and more people are saying that …, there is a growing body of (public) opinion that …zijn stem doen/laten horen • make one's voice heardhaar stem sloeg over van woede • her voice broke with angerzijn stem verdraaien • disguise one's voicezijn stem verheffen tegen • raise one's voice (in protest) against, speak out againsteen stem als een klok • a voice as clear as a bellmet algemene stemmen • by common consentde meeste stemmen gelden • the majority rulesschriftelijke stem • absentee ballotzwevende stemmen • the floating votezijn partij heeft stemmen gewonnen • his party has gained voteshij kreeg maar 100 stemmen • he got only 100 votesde stemmen staken • there is a tiede stemmen tellen • count the voteszijn stem uitbrengen • cast one's vote, votezijn stem uitbrengen op iemand • vote for someonestemmen werven • canvassde stemmen zijn verdeeld • opinions varyhij heeft de meeste stemmen • he heads the pollhij heeft de minste stemmen • he's at the bottom of the pollstem hebben in een vergadering • 〈 een stem mogen uitbrengen〉 have a vote in a meeting; 〈 mogen spreken〉 have a voice in the meetingeen stem in het kapittel hebben • have a say in the matter -
10 hartklep
n. heart valve, membrane that controls the flow of blood in and out of the heart -
11 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as -
12 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:buiten/zonder mijn weten • without my knowledgenaar/bij mijn (beste) weten • to (the best of) my knowledge————————weten2♦voorbeelden:1 dat weet zelfs een kind! • even a fool knows that!zij die het kunnen weten zeggen … • the well-informed say …ik had het kunnen weten • I might have knownik zal het u laten weten • I'll let you knowzij weet met iedereen om te gaan • she has a way with everyoneweten te ontkomen • manage to escapezich weten te redden • cope, managehij wil (graag) weten, dat hij communist is • he makes no secret about being a communistniets van iemand willen weten • not want to have anything to do with someoneik zou wel eens willen weten waarom hij dat zei • I'd like to know why he said thatje zou eens moeten weten …, als je eens wist … • if only you knewdaar weet ik alles van • I know all about itmet haar weet je het nooit • you never know with herik weet het! • I've got it!het is maar dat u het weet • I thought you ought to know, just so you knowweet je het al, hij is failliet • have you heard the news, he's gone bankruptik ga hier weg; nu weet je het! • I'm leaving this place; so there!voor je het weet, ben je er • you're there before you know itze hebben het geweten • they found out (to their cost)hij wou er niets van weten • he wouldn't hear of itnu weet ik nóg niets! • I'm no wiser than I was (before)!ik weet wat …, weet je wat … • I know what …, you know what …hij weet (niet) wat hij wil • he doesn't know his own mindweten wat je doet • beware what you are abouthij weet wel wat een goede fles wijn is! • he knows a good bottle of wine when he sees one!je weet wie het zegt • look who's talkingwie weet • who knowsje moet het zelf (maar) weten • it's your decisionhij weet niet beter of het hoort zo • he doesn't know any betterje zou beter moeten weten • you should know better (than that), you should have known betterik weet niet beter dan dat hij morgen komt • as far as I know he's coming tomorrowhij weet ervan • he's aware of itik weet het niet meer • I really can't rememberik zou het niet weten • I wouldn't knowhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • he couldn't get away fast enoughals dat geen zwendel is dan weet ik het niet (meer) • if that isn't a fraud I don't know what isik zou niet weten waarom (niet) • I don't see why (not)ik weet nog zo net niet of ik kom • I don't know if I'll comehij heeft ik-weet-niet-hoeveel huizen • he owns I don't know how many housesweet je wel, je weet wel • you knowzeker weten! • no buts about it!weet je het zeker? • are you (absolutely) sure?iets zeker weten • be sure about somethingvoor zover ik weet • as far as I knownaar ik weet • to my knowledgeergens iets op weten • have an answer to somethingte weten • namelyiets te weten komen • find out somethingik weet van niks • I know nothing about itwat weet jij nu van tuinieren? • much you know about gardeningvan geen wijken (willen) weten • stick to one's gunsvan geen ophouden weten • not know when to stopkinderen weten van geen vermoeidheid • children know no fatiguezonder dat iemand het wist, had hij … • unknown to anyone, he had …als je dat maar weet! • keep it in mind!hij wil niet weten dat hij ziek is • he won't admit to being illniet dat ik weet • not that I knowweet je nog? • (do you) remember?〈 informeel〉 weet ik veel! • search me!〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • what the eye doesn't see the heart doesn't grieve overje weet wel beter • you know better (than that)ik vermoeid? dat weet ik nog zo (zeker) niet! • me tired? I don't knowik wist niet wat ik zag! • I couldn't believe my eyes!je weet ('t) maar nooit • you never know -
13 hartstimulator
n. pacemaker, pacesetter; one who sets the example; device inserted into the body which mechanically regulates the heartbeat (Medicine); muscle of the heart which regulates the heartbeat by sending out rhythmic electrical impulses (Anatomy) -
14 aan
aan11 [zich aan het lichaam bevindend] on3 [in werking, brandend] on4 [aan de gang] on♦voorbeelden:daar is niets aan • 〈 gemakkelijk〉 there's nothing to it; (it's a) piece of cake; 〈 saai〉 it's a waste of time; 〈 niet stuk〉 there's nothing the matter with itII 〈 bijwoord〉1 [na plaatsaanduidend bijwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉2 [in samengestelde werkwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉3 [op genoemde wijze] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉♦voorbeelden:daar zijn we nog niet aan toe • we haven't got that far yet2 stel je niet zo aan! • stop carrying on like that!3 rustig aan! • calm down!, take it easy!¶ er goed/beroerd aan toe zijn • be (doing) well, be in a bad wayvan nu af aan • from now onvan voren af aan • from the beginningvan jongs af aan • from childhoodjij kunt ervan op aan dat … • you can count on it that …————————aan2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een fysieke verbondenheid] on ⇒ at, by2 [met betrekking tot een figuurlijk verbondenheid] by, with3 [bij werkwoord die een beweging aanduiden] to4 [tengevolge van] of, from5 [wat betreft] of6 [in de macht van] up to♦voorbeelden:aan een krant werken • work on a newspaperKoen stond aan het raam • Koen stood at the windowaan zee/de kust/een gracht wonen • live by the sea/on the coast/on a canaldoen aan • do, go in fortwee aan twee • two by twohij geeft les aan de universiteit • he lectures at the universityer is geen beginnen aan • that's impossibleaan wal gaan • go ashoreaan het werk gaan aan iets • go to work on somethinghoe kom je aan dat spul? • how did you get hold of that stuff?6 het is aan mij ervoor te zorgen dat … • it's up to me to see that …hij heeft het aan zijn hart • he's got heart troublehij is aan het joggen • he's out jogginghij is aan het strijken • he's (busy) ironingze zijn aan vakantie toe • they could do with a holiday -
15 breken
1 [in stukken vaneenscheiden; een breuk doen oplopen] break ⇒ 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 fracture2 [een einde maken aan] break3 [van een geheel scheiden] break♦voorbeelden:vaatwerk/zijn been breken • break crockery, break/fracture one's legiets in tweeën breken • break something in two/in halftovermacht/verzet breken • break a spell/resistance3 er een uurtje uit breken • take an hour's break, break (off) for an hour2 [een doorgang/scheiding forceren] break♦voorbeelden:2 door/uit iets breken • break through/out of something -
16 hartenlust
♦voorbeelden:de kinderen zongen naar hartenlust • the children sang their hearts out -
17 hartverscheurend snikken
hartverscheurend snikkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hartverscheurend snikken
-
18 hartverscheurend
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hartverscheurend
-
19 kennen
2 [geleerd hebben] know3 [+ in] [raadplegen] consult4 [herkennen] recognize, know♦voorbeelden:ik wil eerst de feiten kennen • first I want to know the factsgeen gevaar kennen • be oblivious to dangerje kent Jan toch wel! • you must know John!geen medelijden kennen • know no pitygeen schaamte kennen • have no shamede Engelse wet kent dat onderscheid niet • English law does not make that distinctiongeen zorgen kennen • be carefreezich doen kennen als • prove/show oneself to be〈 figuurlijk〉 laat je niet kennen ! • give 'em hell!zich van zijn beste kant laten kennen • show oneself at one's best〈 figuurlijk〉 hij wilde zich niet laten kennen en deed toch mee • he didn't want to be thought badly of and joined iniemand leren kennen • get to know someone, make someone's acquaintanceelkaar (beter) leren kennen • become/get (better) acquainted, get to know each other (better)ken je deze al? • have you heard this one?ik ken haar al jaren • I've known her for yearszo ken ik je helemaal niet • I've never known you like this beforesinds ik jou ken … • since I met you …dan ken je me nog niet • you haven't seen anything yetdat kennen we hier niet • we don't have that sort of thing hereiemand van gezicht/van naam kennen • know someone's face/someone by namehij kent de omgeving als zijn broekzak • he knows the area like the back of his handiemand door en door kennen • know someone inside out2 een taal kennen • know/speak a languageons kent ons • we know what to expectiets van buiten/uit zijn hoofd kennen • know something by heart¶ te kennen geven dat … • indicate that …een wens te kennen geven • express a desirezijdelings te kennen geven • intimate, hint -
20 long
♦voorbeelden:1 ijzeren long • iron lung, cuirasssterke longen hebben • have good lungsover de longen roken • inhalezich de longen uit het lijf hoesten • cough one's heart out
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Out of heart — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English
pour out your heart — open your heart or pour out your heart to tell someone everything that you are thinking about, especially something that has made you unhappy … English dictionary
heart — [ hart ] noun *** ▸ 1 organ that pumps blood ▸ 2 area of chest with heart ▸ 3 your feelings ▸ 4 inner central part ▸ 5 shape representing love ▸ 6 suit of playing cards ▸ 7 most important part ▸ + PHRASES 1. ) count the organ in your chest that… … Usage of the words and phrases in modern English
Heart — (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r. [root]277. Cf … The Collaborative International Dictionary of English
Heart and hand — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English
Heart and soul — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English
Heart bond — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English
heart cockle — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English
Heart hardness — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English
Heart heaviness — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English
Heart point — Heart Heart (h[aum]rt), n. [OE. harte, herte, heorte, AS. heorte; akin to OS. herta, OFies. hirte, D. hart, OHG. herza, G. herz, Icel. hjarta, Sw. hjerta, Goth. ha[ i]rt[=o], Lith. szirdis, Russ. serdtse, Ir. cridhe, L. cor, Gr. kardi a, kh^r.… … The Collaborative International Dictionary of English