-
21 afgeven
1 [kleurstof loslaten] run2 [+ op] run down♦voorbeelden:2 op iemand/iets afgeven • run someone/something downII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:een pakje bij iemand afgeven • leave a parcel with someoneIII 〈wederkerend werkwoord; zich afgeven〉♦voorbeelden:zich afgeven met vrouwen • play around with women -
22 bezighouden
♦voorbeelden:het houdt me bezig • it occupies my mindII 〈wederkerend werkwoord; zich bezighouden〉1 [zich ophouden met] occupy/busy oneself with ⇒ engage (oneself) in♦voorbeelden:1 zich met iemand/iets bezighouden • occupy oneself with someone/somethingzich niet bezighouden met • be unconcerned withik zal me vooral bezighouden met de volgende problemen • I will be chiefly concerned with the following problems -
23 denken
♦voorbeelden:1 het doet denken aan • it reminds one of …dit doet sterk aan omkoperij denken • this savours strongly of briberyik zat net te denken • I was just thinkingwaar zit je aan te denken? • what's on your mind?er anders over gaan denken • change one's mind (about it)denk er nog eens over • give it some more thought, think it overik denk er niet aan • I wouldn't dream of itik moet er niet aan denken • I can't bear to think about itdenk er (maar eens) om! • don't forget!ik denk er net zo over • I feel just the same about itik zal eraan denken • I'll bear it in mindnu ik eraan denk • (now I) come to think of itdenk erom dat het niet weer gebeurt • mind that it doesn't occur againeven denken, hoor • let me seehardop denken • think aloudmin denken over • take a dim view ofaan iets/iemand denken • think/be thinking of something/someoneik probeer er niet aan te denken • I try to put it out of my mindlaten we er niet meer aan denken • let's forget about itik moest er steeds maar aan denken • I couldn't get it out of my headzonder te denken aan het gevaar • without realizing the dangerdaar heb ik geen moment aan gedacht • that never (even) crossed my mind; 〈 vergeten〉 I forgot all about itjij kan alleen maar aan geld denken • all you can think of is moneydaar denken wij in de verste verte niet aan • nothing could be further from our thoughtshij dacht nooit aan zichzelf • he never thought of himselfiemand aan het denken zetten • set someone thinkingik dacht bij mezelf • I thought/said to myselfdenken in geld • think in terms of moneydenk om je hoofd • mind your headals je er goed over denkt, dan … • when one comes to think of it, (then) …er verschillend/anders over denken • take a different view (of the matter)zij denkt er nu anders over • she feels differently (now)stof tot denken geven • give (someone) food for thoughtdat had ik niet van hem gedacht • I should never have thought it of himdat geeft te denken • that makes you thinkwat denk je ervan? hoe denk je erover? • well, what do you think?ik denk er ernstig over om … • I'm seriously thinking of …¶ geen denken aan! • it's out of the question!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:zou je (dat) denken? • (do) you (really) think so?wat denk je ervan? • what do you think (about/of it)?het zijne ervan denken • have one's own ideas about itwat dacht je van een ijsje? • what would you say to an ice cream?dat dacht je maar, dat had je maar gedacht • that's what you think! 〈klemtoon op ‘you’〉ik dacht van wel/van niet • I thought it was/wasn'twie denk je wel dat je bent? • (just) who do you think you are?wat denk je (eigenlijk) wel! • who do you think you are?2 wat denk je daarmee te bereiken? • what do you hope to achieve by that?wie had dat kunnen denken • who would have thought it?u moet niet denken (dat) … • you mustn't suppose/think (that) …hij denkt te slagen • he expects to/thinks he'll passdat dacht ik al • I thought sodenk dat maar niet • don't you believe itik heb het altijd wel gedacht • I always thought soik zou denken dat • I'm inclined to think thatdacht ik het niet! • just as I thought!…, denk ik • …, I think/supposede beste arts die men zich maar kan denken • the best (possible) doctorje moet maar denken dat het slechts voor heel kort is • try to remember it is only for a short perioddat laat zich denken • I can imaginedenk eens (aan) • imagine!, just think of it!ik dacht bij mezelf dat … • I thougt/said to myself that …ik had zo gedacht … als jij morgen eens naar B. ging • I was thinking … if you went to B. tomorrow4 wat denk je nu te doen? • what do you intend to do now?III 〈wederkerend werkwoord; zich denken; met een bepaling van gesteldheid〉1 [peinzen] think (oneself), imagine♦voorbeelden:denkt u zich eens in mijn positie • put yourself in my position -
24 inlaten
1 [binnenlaten] let/allow in ⇒ admit2 [in laten stromen] let inII 〈wederkerend werkwoord; zich inlaten〉1 [zich bemoeien] meddle (with/in) ⇒ concern oneself (with)♦voorbeelden:met zulke kleinigheden laat ik mij niet in • I won't concern myself with such trivialitieszich inlaten met dergelijke mensen • associate with such peoplezich met politiek inlaten • meddle in politicszich met niemand inlaten • keep (oneself) to oneself -
25 opwerken
1 [naar boven brengen] raise, lift ⇒ work up2 [hoog doen opkomen] emboss, raise♦voorbeelden:3 gebruikte splijtstofelementen opwerken • reprocess/recycle used/spent nuclear fuel elementsII 〈wederkerend werkwoord; zich opwerken〉♦voorbeelden:2 [met betrekking tot vaartuigen] work one's way♦voorbeelden: -
26 richten
1 [in een rechte lijn brengen] line up, align♦voorbeelden:gericht op • aimed/directed at, oriented towardszijn gedachten op iets richten • turn one's mind to somethingop de klant gerichte informatie • customer-oriented informationzijn ogen op iets richten • focus one's eyes on somethingde camera op iemand richten • train the camera on someonehet plan was gericht op een spoedig herstel • the plan aimed at a quick recoveryeen motie gericht tegen het regeringsvoorstel • a vote aimed against the government proposalzijn ogen ten hemel richten • turn one's eyes to heaveneen vraag richten tot de voorzitter • direct a question to the chairmanhet woord tot iemand richten • address someone1 [in bepaalde richting brengen] align2 [met betrekking tot vuurwapens] aim (at)♦voorbeelden:naar het oosten gericht • facing eastIII 〈wederkerend werkwoord; zich richten〉1 [+ tot] [zich wenden tot] address (oneself to)2 [+ naar] [als voorbeeld nemen] conform to3 [+ op] [zich concentreren op] concentrate on♦voorbeelden:2 zich richten naar de mode • follow/be guided by fashionzich richten naar de omstandigheden • be guided by circumstances -
27 uitbreiden
2 [uitstrekken] spread♦voorbeelden:een campagne uitbreiden • step up a campaignzijn kennis uitbreiden • extend one's knowledgezijn werkzaamheden uitbreiden • expand one's activitieszijn collectie uitbreiden met een nieuwe plaat • add a new record to one's collectionhet aantal bestuursleden uitbreiden tot acht • increase the number of board members to eightII 〈wederkerend werkwoord; zich uitbreiden〉1 [vergroten] expand, enlarge♦voorbeelden: -
28 voegen
1 [verbinden] join2 [verenigen met] join (up)3 [toevoegen] add4 [opvullen met specie] point♦voorbeelden:zich bij iemand voegen • join someonedit gegeven, gevoegd bij … • this fact, combined with …II 〈wederkerend werkwoord; zich voegen〉1 [zich in vorm aanpassen] adjust (oneself)3 [Algemeen Zuid-Nederlands] [zich passend gedragen] behave (properly)♦voorbeelden:2 zich naar iemand/iets voegen • comply with someone's wishes/something1 [betamen] become2 [gelegen komen] suit ⇒ be convenient for/to♦voorbeelden: -
29 wagen
wagen1〈de〉1 [voertuig] 〈boeren/circus/goederenwagen〉 wa(g)gon; 〈door hond/paard/hand getrokken〉 cart ⇒ 〈bestel/goederenwagen〉 van, 〈poppen/kinderwagen〉 pram2 [auto] car3 [met betrekking tot een schrijfmachine] carriage♦voorbeelden:2 luxe wagen • Bsaloon, Asedanmet de wagen komen • come by car————————wagen21 [op het spel zetten] risk♦voorbeelden:1 het erop wagen • chance/risk it〈 spreekwoord〉 wie niet waagt, die niet wint • nothing ventured, nothing gainedzijn kans wagen • try one's luckeen poging wagen • have a go/try at somethingwaag het eens! • just you dare!waag het niet om te lachen • don't you dare laughII 〈wederkerend werkwoord; zich wagen〉♦voorbeelden:¶ daar waag ik me niet aan • 〈 met betrekking tot voorspelling〉 you won't catch me sticking out my neck; 〈 met betrekking tot taak〉 I think I'll steer clear of that one; 〈 dat doe ik niet〉 you won't catch me doing thatzich aan iets wagen • venture to do somethingzich aan een voorspelling wagen • hazard a prophecyzich op het ijs wagen • venture onto the ice -
30 bezighouden
1 [de aandacht in beslag nemen; werk verschaffen] occuper♦voorbeelden:iemand aangenaam bezighouden • distraire qn.II 〈wederkerend werkwoord; zich bezighouden〉1 [+ met][zich ophouden met] s'occuper (de)♦voorbeelden:zich met te veel zaken tegelijk bezighouden • se disperser -
31 afmaken
2 [doden] kill♦voorbeelden:een werkje afmaken • finish/complete a bit of workze hebben de hond moeten laten afmaken • they had to have the dog put downII 〈wederkerend werkwoord; zich afmaken〉♦voorbeelden:zich van iemand afmaken • dispose of someonezich er wat al te gemakkelijk van afmaken • shrug something off too lightlyzich met een paar woorden van iets afmaken • dismiss something in two words -
32 afzonderen
1 [op een afzonderlijke plaats zetten] separate (from)2 [apart zetten en houden] isolate ⇒ place/set apart3 [met een schot afscheiden] partition off4 [apart nemen voor een doel] put/set aside♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich afzonderen〉1 [met betrekking tot personen] separate/seclude oneself (from) ⇒ retire/withdraw (from)2 [met betrekking tot zaken] separate (out)♦voorbeelden:zich van de wereld afzonderen • withdraw from the world -
33 verbinden
1 [samenvoegen] join (together) ⇒ connect (to/with)3 [omzwachtelen] bandage4 [door een overeenkomst/band koppelen aan] connect, attach ⇒ join (up)♦voorbeelden:1 verbinden met • join to, connect to/with, link (up) to/wither zijn geen kosten aan verbonden • there are no expenses involvedeen man met een vrouw in de echt verbinden • join a man to a woman in marriagehet verbindt u tot niets • it does not commit you to anythingkunt u mij met de heer X. verbinden? • could you put me through to Mr X?II 〈wederkerend werkwoord; zich verbinden〉1 [zich verplichten] commit oneself (to)2 [scheikunde] combine (together)♦voorbeelden:1 zich verbinden om werk te doen • undertake/agree to do workzich voor twee jaar aan een baan verbinden • tie oneself to a job for two years -
34 stoten
2 [aanstoot geven] offend♦voorbeelden:1 zijn zinnen stoten • his sentences are halting/awkwardhet schip stootte op een klip • the ship struck a rockop een vreemd woord stoten • come across a foreign wordop moeilijkheden stoten • run into difficultiesop elkaar stoten • collide, run into each otherop/tegen iets stoten • bump into somethingtegen elkaar stoten • bump/knock against each otherII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 niet stoten! • handle with care!iemand uit de groep/de partij stoten • throw someone out of the group/partyeen vaas van de kast stoten • knock a vase off the sideboard1 [gewichtheffen] press2 [biljart] play/shoot (a ball)♦voorbeelden:IV 〈wederkerend werkwoord; zich stoten〉1 [botsen] bump (oneself)2 [zich ergeren] take offence♦voorbeelden: -
35 hullen
1 [+ in][omhullen met] envelopper (de)II 〈wederkerend werkwoord; zich hullen〉1 [+ in][zich omhullen met] s'envelopper (de)♦voorbeelden: -
36 mengen
3 [betrekken bij] mêler (à)♦voorbeelden:het mengen • le mélangeII 〈wederkerend werkwoord; zich mengen〉1 [+ in][zich inlaten met] se mêler (de)♦voorbeelden:zich mengen in een twist • s'entremettre dans une querelle -
37 verbijten
1 [met moeite inhouden] réprimer♦voorbeelden:zijn tranen verbijten • réprimer ses larmesII 〈wederkerend werkwoord; zich verbijten〉1 [zich met moeite inhouden] se contenir♦voorbeelden: -
38 verbinden
2 [in samenhang brengen; door een overeenkomst, band koppelen aan] rattacher3 [omzwachtelen] panser4 [telefonisch aansluiten] mettre en communication♦voorbeelden:2 zijn naam aan iets verbinden • associer son nom à qc.woorden tot zinnen verbinden • unir des mots pour former des phrasesaan de proefles zijn geen kosten verbonden • la leçon d'essai est gratuiteaan een instelling verbonden zijn • être rattaché à une institutioniemands wonden verbinden • panser les blessures de qn.kunt u mij met de heer X verbinden? • pouvez-vous me passer monsieur X?II 〈wederkerend werkwoord; zich verbinden〉1 [zich verplichten] s'engager2 [scheikunde] se combiner♦voorbeelden:zich tot iets verbinden • s'engager à faire qc. -
39 verblijden
1 [een genoegen doen] réjouir♦voorbeelden:bijzonder verblijd zijn • être transporté de joieiemand met iets verblijden • faire à qn. la surprise de qc.verblijdend • réjouissantII 〈wederkerend werkwoord; zich verblijden〉♦voorbeelden:1 zich over iets verblijden • se réjouir (à l'idée) de qc. -
40 aanstellen
1 [in dienst stellen/nemen] appoint♦voorbeelden:iemand op proef aanstellen • place someone on probationII 〈wederkerend werkwoord; zich aanstellen〉♦voorbeelden:1 zich kinderachtig/belachelijk aanstellen • act childishly, make a fool of oneselfstel je niet aan! • 〈 met betrekking tot kinderachtigheid〉 act your age!, stop behaving like a child!; 〈 met betrekking tot overdrevenheid〉 stop playacting!
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский
met+wederkerend+werkwoord
Страницы