-
61 baden
1 [een bad nemen] 〈 in kuip〉 bath, Abathe; 〈 in zee〉 (go for a) swim, bathe ⇒ 〈 informeel〉 take a dip3 [geheel gehuld zijn in] be bathed/steeped (in)4 [een overvloed bezitten van] roll (in) ⇒ wallow/swim (in)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een bad geven] bath♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich baden〉1 [zich koesteren] roll (in) ⇒ wallow/swim (in) -
62 binden
2 [boeien] tie (up)4 [in zijn vrijheid beperken] bind5 [boekwezen] bind6 [dik maken] thicken♦voorbeelden:hij weet zijn personeel aan zich te binden • he knows how to hold on to his staffII 〈wederkerend werkwoord; zich binden〉1 [een verplichting op zich nemen] commit oneself (to) ⇒ bind/pledge oneself (to)2 [figuurlijk] [een band smeden] be a bond♦voorbeelden: -
63 krommen
1 [krom maken] bend♦voorbeelden:1 de rug krommen • bend/arch one's backhaar rug begint zich te krommen • her back is beginning to get bent -
64 opknappen
♦voorbeelden:hij zal er erg van opknappen • it'll do him all the good in the worldweer helemaal opgeknapt • (as) right as rainben je opgeknapt van die week vakantie? • did that week off do you any good?II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [gevangenisstraf uitzitten] do (time)4 [opzadelen] shunt/fob off onto♦voorbeelden:het dak moet nodig eens opgeknapt worden • the roof needs fixing/repairingdat zal/kan zij zelf wel opknappen • she'll take care of it herselfhet op zijn eentje opknappen • tackle something aloneIII 〈wederkerend werkwoord; zich opknappen〉1 [zich opfrissen] freshen (oneself) up -
65 scheiden
1 [samenzijn/verbinding tegengaan] separate4 [afzonderen] separate♦voorbeelden:het hoofd van de romp scheiden • sever the head from the bodytwee vechtenden scheiden • separate two fighterswettig gescheiden • (legally) divorcedhet scheiden van koolwaterstoffen is moeilijk • separating hydrocarbons is difficult5 die begrippen zijn niet scherp van elkaar te scheiden • those concepts are hard to distinguish/separate3 [zich losmaken] part4 [formeel] [heengaan] depart (from this life/world) ⇒ pass away♦voorbeelden:scheiden van • part/separate fromals vrienden/in onmin scheiden • part (as) friends/on bad termsIII 〈wederkerend werkwoord; zich scheiden〉1 [losgaan] separate ⇒ come/break off♦voorbeelden: -
66 verbroederen
♦voorbeelden:1 een gemeenschappelijk belang werkt verbroederend • a common interest can bring people closer/together1 [goede vrienden worden] fraternize (with)III 〈wederkerend werkwoord; zich verbroederen〉♦voorbeelden: -
67 verliezen
1 [kwijtraken] lose2 [niet meer kunnen doen gelden] lose, forfeit♦voorbeelden:de macht verliezen • fall from powerterrein verliezen • lose ground2 zijn aanspraken verliezen • lose/forfeit one's claims3 geen tijd verliezen met • lose/waste no time iner is geen tijd te verliezen • there is no time to lose/to be lost1 [de mindere blijken] lose♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich verliezen〉1 [opgaan] lose oneself (in) -
68 voelen
1 [met de tastzin gewaarworden] feel3 [tastend onderzoeken] feel (for/after)♦voorbeelden:dat voel ik! 〈 pijn〉 • that hurts!ik zal het hem eens goed laten voelen • I'll show him (what's what)als je niet wil luisteren, moet je maar voelen • (you'd better) do it or else!voelt u wat ik bedoel? • do you see what I mean?voelen dat er iets op komst is • sense that something is coming〈 informeel〉 voel je (hem)? • get it?II 〈wederkerend werkwoord; zich voelen〉1 [in een toestand verkeren] feel♦voorbeelden:1 zich goed/lekker voelen • feel good/well/on top of the world1 [de genoemde indruk maken] feel♦voorbeelden:1 het voelt hard/ruw/zacht • it feels hard/rough/softik voel er niet veel voor • I don't much like the ideaik voel meer voor Spanje • I prefer the idea of Spainik voel wel iets voor dat plan • I rather like that planik voel er niet veel voor (om) te komen • I don't feel like comingik voel wel iets voor een hapje • I wouldn't mind a bite (to eat) -
69 wenden
1 [draaien, keren] turn (about)♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich wenden〉♦voorbeelden:1 zich tot iemand wenden om raad/hulp • turn to someone for advice/helpzich tot iemand wenden met een verzoek • apply to someone with a requestzich schriftelijk wenden tot • apply in writing to -
70 wijzen
1 [hand uitstrekken; op een punt gericht zijn] point2 [aanduiden] indicate♦voorbeelden:het kompas wijst naar het noorden • the compass points (to the) North〈 figuurlijk〉 iemand wijzen op iets/op het feit dat … • point out to someone that …〈 figuurlijk〉 er moet op worden gewezen dat … • it should be pointed out that …2 alles wijst erop dat … • everything seems to indicate that …niets wijst erop dat … • there is no indication that …dat wijst op een nieraandoening • it is indicative of a kidney conditionII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [tonen] show, point out2 [duidelijk maken] point out♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich wijzen〉1 [blijken] show♦voorbeelden: -
71 bemoeien
〈wederkerend werkwoord; zich bemoeien〉3 [met betrekking tot personen] have (something) to do with (someone)♦voorbeelden:ik wil me er niet mee bemoeien maar … • of course it's none of my business, but …bemoei je niet overal mee! • mind your own business!waar bemoei je je eigenlijk mee? • what's that got to do with you?zich nergens mee bemoeien • keep well out of things/it -
72 aankondigen
1 [algemeen] annoncer♦voorbeelden:een huwelijk aankondigen • faire part d'un mariageiets met veel ophef aankondigen • annoncer qc. en fanfareII 〈wederkerend werkwoord; zich aankondigen〉1 [zich openbaren] se révéler (comme) -
73 afmaken
1 [een einde maken aan] terminer2 [doden] achever3 [vernietigend beoordelen] démolir♦voorbeelden:een werkje afmaken • terminer un travailII 〈wederkerend werkwoord; zich afmaken〉♦voorbeelden:¶ zich van iets afmaken • se débarrasser de qc.hij maakt er zich met een grap van af • il s'en tire avec une pirouettezich snel van iets afmaken • expédier qc. -
74 afzonderen
2 [apart zetten en houden] isoler3 [met een schot afscheiden] séparer par une cloison4 [uit een mengsel, verbinding afscheiden] extraire♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich afzonderen〉♦voorbeelden:zich van een gezelschap afzonderen • s'isolervan de buitenwereld afgezonderd leven • vivre dans l'isolement complet -
75 beklagen
1 [medelijden uiten met; weeklagen over] plaindreII 〈wederkerend werkwoord; zich beklagen〉1 [een klacht indienen] porter plainte2 [ontevredenheid uiten] se plaindre (de)♦voorbeelden: -
76 bekopen
1 [boeten] payer♦voorbeelden:iets met de dood bekopen • payer qc. de sa vieII 〈wederkerend werkwoord; zich bekopen〉1 [te veel betalen voor] se faire rouler♦voorbeelden: -
77 gevoelen
gevoelen1〈 het〉♦voorbeelden:met gemengde gevoelens • agité de sentiments contradictoires————————gevoelen2♦voorbeelden:genegenheid gevoelen voor iemand • éprouver de l'affection pour qn.II 〈wederkerend werkwoord; zich gevoelen〉1 [een gevoel hebben] se sentir♦voorbeelden:zich onwel gevoelen • ressentir un malaise -
78 occuperen
1 [bezetten] occuperII 〈wederkerend werkwoord; zich occuperen〉1 [+ met][zich bezighouden] s'occuper (de) -
79 onderhouden
onderhouden1 [algemeen] entretenir2 [naleven] observer3 [aangenaam bezighouden] amuser♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich onderhouden〉1 [+ met][spreken] s'entretenir (avec qn.) -
80 onderscheiden
1 [(af)scheiden; onderkennen] distinguer2 [orde, decoratie verlenen] décorer♦voorbeelden:2 iemand met een ridderorde onderscheiden • décorer qn. d'un ordre de chevalerieII 〈wederkerend werkwoord; zich onderscheiden〉1 [gekenmerkt worden] se distinguer (par)
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский
met+wederkerend+werkwoord
Страницы