-
1 hit
I 〈 de (mannelijk)〉1 [muziek] [tophit] hit (record)♦voorbeelden:1 een hit hebben (met het nummer ‘Relax’) • have a hit (with the song ‘Relax’)II 〈 de (vrouwelijk)〉 -
2 hit
-
3 hit
n. hit, success, popular event or production; miniature breed of horse -
4 hit
-
5 hit
mtube m, chanson f à succès -
6 een hit met stip
een hit met stip -
7 een hit hebben (met het nummer ‘Relax’)
een hit hebben (met het nummer ‘Relax’)have a hit (with the song ‘Relax’)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hit hebben (met het nummer ‘Relax’)
-
8 een hit met stip
een hit met stipVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hit met stip
-
9 transiënte verstoring
• hitNederlands-Engels Technisch Woordenboek > transiënte verstoring
-
10 treffer
• hit -
11 hitcode
• hit code -
12 trefcode
• hit code -
13 vliegende afdrukmachine
• hit-on-the-fly printerNederlands-Engels Technisch Woordenboek > vliegende afdrukmachine
-
14 treffen
treffen1〈 het〉2 [samenkomst] meeting3 [sport] [wedstrijd] encounter♦voorbeelden:————————treffen21 [raken] hit2 [ontmoeten, aantreffen] meet3 [met betrekking tot gevoelens] touch, affect4 [betreffen, aangaan] concern, affect5 [met ‘het’] [boffen] be lucky/in luck6 [met betrekking tot iets onaangenaams] hit, strike7 [tot stand brengen] make♦voorbeelden:1 het schot trof doel • the shot hit its mark/ 〈 van een bal ook〉went home/ 〈 figuurlijk〉 struck homegetroffen door de bliksem • struck by lightningde kogel trof haar in de borst • the bullet hit her in the chest5 je treft het (goed) • you're lucky/in luckhij had het slechter kunnen treffen met zijn werk • he could have fared worse/been worse off with his workde zwaar getroffen ouders • the distressed parentsgetroffen worden door • meet with 〈 ongelukken, rampen〉; be visited by 〈 ziekten, epidemieën〉; be involved in 〈 een faillissement〉voorbereidingen treffen • make preparations1 [(goed) uitkomen] turn out (well)♦voorbeelden:1 dat treft (goed) • what luck!, how fortunate! -
15 raken
1 [treffen] hit2 [beroeren] affect, hit4 [aanraken] touch♦voorbeelden:zijn tegenstander hard raken • hit one's opponent hardzaken die ons ten zeerste raken • things that concern us very closelydie cirkels raken elkaar • these circles touch/meet2 [aanraken] touch3 [+ aan] [krijgen] get (hold of)♦voorbeelden:1 betrokken raken bij/in • get/become involved ingewend raken aan • get used tozij raken er niet over uitgepraat • they can't stop talking about itergens in verzeild raken • get mixed up in somethingachterop raken • get/fall behindop raken • 〈 benzine, geld, voorraden〉 run out/down/short, be/get/run low; 〈 voorraden ook〉 become depleted/exhausted; 〈figuurlijk; geduld〉 run out, snapvast raken (in) • get stuck (in)buiten zichzelf/buiten zinnen raken • 〈 gek〉 lose one's mind; 〈 enthousiast, kwaad〉 get beside oneselfuit zijn humeur raken • get in(to) a bad moodde satelliet is uit zijn baan geraakt • the satellite has gone off coursevan de weg raken • go off the road -
16 slaan
3 [door slagen op, van de plaats, in een toestand brengen] beat (up)4 [door slagen doen ontstaan] 〈zie voorbeelden 4〉6 [met betrekking tot het oog, de blik] turn8 [verslaan] beat♦voorbeelden:met de koppen tegen elkaar slaan • bang their heads togethereen paal in de grond slaan • drive a stake into the groundeen put slaan • sink a well, bore a wellgeld slaan • mint coins5 een fles rum achterover slaan • sink/tuck away a bottle of rumeen mantel om iemand heen slaan • wrap a coat round someonede armen om de hals van iemand slaan • fling one's arms around someone's neckde armen/benen over elkaar slaan • fold one's arms, cross one's legs6 acht slaan op • take heed/notice of something2 [met betrekking tot hart, pols] beat3 [door slagen geluid voortbrengen] strike5 [+ op] [betreffen] refer to6 [begin maken met] 〈zie voorbeelden 6〉7 [plotseling op een plaats/in een toestand komen] 〈zie voorbeelden 7〉♦voorbeelden:met de deur slaan • slam the doorwild om zich heen slaan • lash outde golven slaan over het dek • the waves are breaking over the decker maar op los slaan • hit wildly/blindly at someone5 waar slaat dit nu weer op? • what is the meaning of this?dat slaat op mij • that is meant for/aimed at medat slaat nergens op • that makes no sense at allde vlam sloeg in de pan • the pan caught firede rook slaat op je keel • the smoke gets you in the throatover de kop slaan • overturn -
17 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
18 inslaan
2 [in voorraad nemen] stock (up on/with)4 [aanbrengen in] stamp in/on♦voorbeelden:1 iemand de hersens inslaan • bash/beat someone's brains ineen ruit inslaan • smash a window♦voorbeelden:nieuwe wegen inslaan • break new ground, blaze a (new) trailop iemand blijven inslaan • hit someone repeatedlyzijn nieuwe plaat sloeg enorm in • his new record was a smash hithet nieuws sloeg in als een bom • the news came as a bombshell♦voorbeelden: -
19 klapper
♦voorbeelden:ergens een klapper mee maken • score a hit with something -
20 raak
1 [het doel treffend] home4 [geslaagd in de gelijkenis] true to life♦voorbeelden:raak slaan • hit/strike homeieder schot was raak • every shot went homehet was bijna raak • it was a near miss〈 ironisch〉 het is weer raak • they're at it again 〈 ze doen het weer〉; here we go again 〈 het begint weer〉3 rake woorden • apt/well-chosen wordsiemand raak typeren • give an apt description of someonedie was raak, zeg! • that's telling him!raak van toon • just the right tonemaar raak slaan • hit right and leftklets maar raak • say what you likevraag maar raak • fire away
См. также в других словарях:
hit — hit … Dictionnaire des rimes
hit — [hit] vt. hit, hitting [ME hitten < OE hittan < ON hitta, to hit upon, meet with < IE base * keid , to fall > Welsh cwydd, a fall] 1. to come against, usually with force; strike [the car hit the tree] 2. to give a blow to; strike;… … English World dictionary
hit — ► VERB (hitting; past and past part. hit) 1) direct a blow at (someone or something) with one s hand or a tool or weapon. 2) propel (a ball) with a bat, racket, etc. 3) accidentally strike (part of one s body) against something. 4) (of a moving… … English terms dictionary
Hit — and the acronym HIT may refer to:;Science/Engineering * Homogeneous Isotropic Turbulence, Fluid Dynamics ;Sport * Hit (baseball) * High intensity training, a form of strength training;Music * Hit (album), by Peter Gabriel * Hits (disambiguation) … Wikipedia
Hit — Hit, v. t. [imp. & p. p. {Hit}; p. pr. & vb. n. {Hitting}.] [OE. hitten, hutten, of Scand. origin; cf. Dan. hitte to hit, find, Sw. & Icel. hitta.] 1. To reach with a stroke or blow; to strike or touch, usually with force; especially, to reach or … The Collaborative International Dictionary of English
Hit — Hit, v. t. [imp. & p. p. {Hit}; p. pr. & vb. n. {Hitting}.] [OE. hitten, hutten, of Scand. origin; cf. Dan. hitte to hit, find, Sw. & Icel. hitta.] 1. To reach with a stroke or blow; to strike or touch, usually with force; especially, to reach or … The Collaborative International Dictionary of English
Hit — Hit, n. 1. A striking against; the collision of one body against another; the stroke that touches anything. [1913 Webster] So he the famed Cilician fencer praised, And, at each hit, with wonder seems amazed. Dryden. [1913 Webster] 2. A stroke of… … The Collaborative International Dictionary of English
Hit 'Em Up — «Hit Em Up» Sencillo de 2Pac con Outlawz del álbum Greatest Hits Formato 12 Grabación 1996 Género(s) Rap, West coast rap … Wikipedia Español
Hit — puede referirse a: En inglés en el ámbito musical, se denomina hit a un sencillo exitoso. En este sentido, One hit wonder (en español: maravilla de un éxito) es un artista que generalmente sólo es conocido por un solo sencillo exitoso. 100… … Wikipedia Español
Hīt — Arabic: هيت … Wikipedia
Hit FM — 225px Localización Madrid, España Eslogan Música Non Stop, 20.000 canciones sin publicidad Frecuencia Nacional Primera … Wikipedia Español