-
1 gehalte
-
2 peil
1 [niveau] level, standard2 [bepaalde stand] mark, level3 [hoogtemerk] mark4 [maat] gauge♦voorbeelden:een hoog peil van beschaving • a high level of civilizationhet debat stond op een laag peil/op een hoog peil • the debate was of a low/high standardhet peil van de conversatie daalde • the level of conversation droppedde leraren klagen dat het peil zakt • teachers are complaining that standards are fallinghet onderwijs staat er op een hoog peil • their standard of education is highdat is beneden peil • that is below the markhaar gedrag is beneden alle peil • her behaviour is disgracefulop peil brengen • bring up to (the required) standardzijn conditie op peil brengen/houden • get oneself into condition, keep fit/in shape3 boven Normaal Amsterdams Peil • above Amsterdam ordnance datum/zero4 er is geen peil op te trekken • there is no telling/knowing what will happenop hem is geen peil te trekken • he is quite unpredictable -
3 een onderzoek van laag/hoog gehalte
een onderzoek van laag/hoog gehaltelow-/high-quality researchVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een onderzoek van laag/hoog gehalte
-
4 het debat stond op een laag peil/op een hoog peil
het debat stond op een laag peil/op een hoog peilthe debate was of a low/high standardVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het debat stond op een laag peil/op een hoog peil
-
5 het slechte/goede moreel van de troepen
het slechte/goede moreel van de troepenthe low/high morale of the troopsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het slechte/goede moreel van de troepen
-
6 inzetten
3 [in actie laten komen] bring into action♦voorbeelden:de achtervolging inzetten • set off in pursuiter de pas inzetten • walk at a brisk pace3 troepen inzetten • bring troops into action, deploy troops2 [met betrekking tot een veiling] start♦voorbeelden:zijn geld inzetten op (rood) • stake/put one's money on (red)2 de veilingmeester zette in op vijftig gulden • the auctioneer started the bidding at fifty guilderste hoog/te laag inzetten • start too low/high1 [beginnen] set in♦voorbeelden:IV 〈wederkerend werkwoord; zich inzetten〉1 [zijn best doen] do one's best♦voorbeelden: -
7 moreel
moreel1〈 het〉1 morale♦voorbeelden:1 het slechte/goede moreel van de troepen • the low/high morale of the troopshet moreel hoog houden • keep up morale————————moreel21 moral♦voorbeelden:een morele verplichting • a moral duty -
8 te hoog/te laag inzetten
te hoog/te laag inzettenstart too low/highVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > te hoog/te laag inzetten
-
9 LH-band
• low-noise high-output band: LH band -
10 prijs
2 [prijskaartje] price (tag)♦voorbeelden:een vaste prijs • a fixed/set price; 〈 vast tarief〉 a flat fare/ratevoor een zacht prijsje • at a bargain pricede prijs bepalen op • fix the price ateen hoge prijs maken • fetch a high priceeen prijs noemen • name a pricedat is nogal/stevig aan de prijs • that is a bit steep/rather costlybij de prijs inbegrepen • included (in the price)hoog/laag in prijs • high-/low-pricedbrandstof is in prijs gestegen/gedaald • (the price of) fuel is up/downonder/beneden de prijs verkopen • undersell〈 figuurlijk〉 tot elke prijs • at any price/cost, at all costsde prijs voor een retourtje • the return fareop dit lot is een prijs gevallen • this number has come up for a prizeeen prijs uitloven • put up a prizealtijd raak! altijd prijs! • everyone's a winner!in de prijzen vallen • be among the winnershij viel niet in de prijzen • he drew a blankmet de eerste prijs gaan strijken • carry off first prize -
11 aanslaan
2 [de waarde bepalen van] estimate ⇒ assess 〈onroerendgoedbelasting e.d.〉, tax 〈inkomstenbelasting e.d.〉♦voorbeelden:1 een toets/snaar aanslaan • strike a key, touch a string2 iemand hoog aanslaan • 〈 waarderen〉 think highly of someone; 〈 belasting〉 assess/tax someone at a high rate1 [met betrekking tot een motor] start3 [beslaan] steam up, mist up/over 〈 ruit〉♦voorbeelden: -
12 dunk
1 [mening] opinion2 [basketbal] dunk (shot)♦voorbeelden:1 een geringe/lage/slechte dunk hebben van iemand • have a poor/low/bad opinion of someoneeen goede/hoge dunk hebben van iemand • have a good/high opinion of someoneeen hoge dunk van zichzelf hebben • have a high opinion of oneself -
13 hoogte
1 [verticale afmeting] height3 [vrije ruimte boven iets anders] height4 [met betrekking tot klanken] pitch5 [wiskunde] height6 [aardrijkskunde] level ⇒ 〈 latitude〉 latitude, 〈 met betrekking tot hemellichaam〉 elevation, 〈 met betrekking tot hemellichaam〉 altitude♦voorbeelden:op gelijke hoogte met de vloer • level/flush with the floorop geringe/grote hoogte vliegen • fly at (a) high/low altitude〈 figuurlijk〉 tot op zekere hoogte hebt u gelijk • to some/a certain extent you're right〈 figuurlijk〉 Nederland is leuk tot op zekere hoogte • Holland is nice as/so far as it goesop een hoogte van 7000 m • at a height/an altitude of 7000 m.ter hoogte van zijn schouders • at shoulder height〈 figuurlijk〉 de prijzen gingen de hoogte in • prices went up/rose; 〈 sterker〉 prices rocketed/soared5 lengte, breedte en hoogte • length, breadth and heighter staat een file ter hoogte van Woerden • there is a Atraffic jam near Woerdeniemand op de hoogte brengen/stellen • acquaint someone with something, inform someone about/of something; 〈 informeel〉 fill someone in on somethingvolledig van iets op de hoogte zijn • be well informed about/acquainted with something; 〈 informeel〉 be well up on somethingindien u verhinderd bent wordt u verzocht ons hiervan op de hoogte te stellen • please let us know if you are unable to come -
14 water
1 [vloeistof] water3 [vaarwater] water 〈voornamelijk territoriale wateren; voornamelijk meervoud〉; 〈 waterweg〉 waterway4 [in algemeen zin als element] water6 [vloeistof die er als water uitziet] water8 [doorzichtigheid] water♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 op water en brood zitten/leven • be/live on bread and waterdat kan al het water van de zee niet afwassen • nothing can get rid of the shame/guilt (of it) 〈enz.〉; all the water of the sea couldn't wash that off/awaymet warm en koud stromend water • with hot and cold (running) waterzwaar water • heavy waterbang zijn zich aan (koud) water te branden • get cold feetwater bij de wijn doen • 〈 letterlijk〉 water the wine; 〈 figuurlijk〉 compromise, moderate one's demandsde bloemen water geven • water the flowers〈 met betrekking tot een schip〉 water maken/innemen • make/take in waterwater uit de bron/pomp/zee • well water, water from the pump, seawatereen smal/diep/ondiep water • a narrow/deep/shallow waterwayde Zeeuwse wateren • the waters/estuaries of Zeelandbij hoog water • at high water/tidebij laag water • at low water/tidestil water • dead/slack waterstromend water • running waterboven water komen • 〈 letterlijk〉 surface, come up for air; 〈 ook figuurlijk〉 (re)surface; 〈 figuurlijk ook〉 turn up (again)iets boven water halen • 〈 figuurlijk〉 unearth/dig up somethingeen schip te water laten • launch a shipiemands water bekijken • check someone's urinezijn water laten lopen • wet oneself/one's pantswater in de knie hebben • have water on the knee6 iets op sterk water zetten 〈 ook figuurlijk〉 • 〈 letterlijk〉 preserve something in formalin/alcohol; 〈 figuurlijk〉 keep something on icediamant van het zuiverste water • diamond of the first/purest water -
15 allerwegen
adv. everywhere, in every location, high and low -
16 cycloon
n. cyclone, twister, type of storm characterized by high winds rotating around a low pressure area -
17 overal
adv. everywhere, anywhere, high and low, throughout -
18 (hout) van goede/slechte kwaliteit
(hout) van goede/slechte kwaliteithigh-/low-quality (wood)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (hout) van goede/slechte kwaliteit
-
19 aan de hoge/lage kant
aan de hoge/lage kantrather high/low 〈 bijvoorbeeld van prijzen〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan de hoge/lage kant
-
20 aflopen
1 [+ op] [zich begeven naar] make for3 [met betrekking tot wekkers] go off4 [wegstromen] run/flow down5 [naar beneden lopen] run/go/walk down6 [zich naar beneden uitstrekken] slope (down/away)♦voorbeelden:dit jaar loopt het huurcontract af • the lease expires this yearen daar is de zaak mee afgelopen • and that's the end of the matterde operatie is goed afgelopen • the operation was successfulhet verhaal liep goed af • the story had a happy endinghet loopt af met hem • he is sinking fast/is near the endniet van je plaats aflopen • not leave your placeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verslijten] wear out♦voorbeelden:in hoeveel tijd kan men die weg aflopen? • how long does it take to walk it?
См. также в других словарях:
High/Low — álbum de estudio de Nada Surf Publicación 18 de junio de 1996 Grabación diciembre de 1995 Género(s) indie, post grunge Duración 36:31 … Wikipedia Español
High/Low — Album par Nada Surf Sortie Le 18 juin 1996 Enregistrement En 1995 Durée 36 min et 31 sec Genre(s) Pop rock … Wikipédia en Français
high — ► ADJECTIVE 1) of great vertical extent. 2) of a specified height. 3) far above ground or sea level. 4) extending above the normal level. 5) great in amount, value, size, or intensity. 6) (of a period or movement) at its peak. 7) great in r … English terms dictionary
High-low — n. A laced boot, ankle high. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
high — high1 W1S1 [haı] adj comparative higher superlative highest ↑high, ↑low ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(from bottom to top)¦ 2¦(above ground)¦ 3¦(large number)¦ 4¦(good standard)¦ 5¦(containing a lot)¦ 6¦(rank/position)¦ … Dictionary of contemporary English
high*/*/*/ — [haɪ] adj I 1) large in size from the top to the ground Ant: low Kilimanjaro is the highest mountain in Africa.[/ex] The fence is too high to climb over.[/ex] 2) in a position that is a long way above the ground Ant: low high clouds[/ex] the… … Dictionary for writing and speaking English
high — 1. adjective 1) a high mountain Syn: tall, lofty, towering, soaring, elevated, giant, big; multistory, high rise Ant: short, low 2) a high position in the government … Thesaurus of popular words
high and low — adverb everywhere (Freq. 1) searched high and low * * * EVERYWHERE, all over, all around, far and wide, here, there, and everywhere, extensively, thoroughly, widely, in every nook and cranny; informal all over the place; Brit. informal … Useful english dictionary
Low Noise Block Converter — Als rauscharmer Signalumsetzer (engl. low noise block converter [ləʊ nɔɪz blɒk kənˈvɜːtə], kurz LNB) wird die erste, im Brennpunkt einer Parabolantenne befindliche elektronische Baugruppe einer Satellitenempfangsanlage bezeichnet. Sie setzt die… … Deutsch Wikipedia
high — [[t]haɪ[/t]] adj. and adv. er, est, n. 1) having a great or considerable height; lofty; tall: a high wall[/ex] 2) having a specified height: The tree is now 20 feet high[/ex] 3) situated above the ground or some base; elevated: a high ledge[/ex]… … From formal English to slang
high — /haɪ/ adjective 1. large, not low ● High overhead costs increase the unit price. ● High prices put customers off. ● They are budgeting for a high level of expenditure. ● High interest rates are crippling small businesses. ♦ high sales a large… … Dictionary of banking and finance