Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

lettre+f+de+la+loi

  • 81 смысл

    м.
    1) sens [sɑ̃s] m

    здра́вый смысл — bon sens, sens commun

    прямо́й смысл — sens propre

    перено́сный смысл — sens figuré

    смысл зако́на — l'esprit de la loi

    в широ́ком смысле — au sens général

    в буква́льном смысле — littéralement; au pied de la lettre

    понима́ть в дурно́м смысле — prendre en mauvaise part

    э́то не име́ет смысла — cela n'a pas le sens (commun), cela ne rime à rien, cela ne tient pas debout

    2) (цель, основание) raison f

    нет смысла туда́ идти́ — il n'y a aucune raison d'y aller; ce n'est pas la peine d'y aller (не сто́ит)

    ••

    в смысле чего́-либо ( в отношении) — du point de vue de qch

    в по́лном смысле сло́ва разг.dans toute la force de ce terme

    вопреки́ здра́вому смыслу — en dépit du bon sens

    * * *
    n
    1) gener. signification, esprit, sens
    2) liter. enjeu
    3) eng. intelligence

    Dictionnaire russe-français universel > смысл

  • 82 cover

    cover [ˈkʌvər]
    ━━━━━━━━━━━━━━━━━
    1. noun
    ━━━━━━━━━━━━━━━━━
    1. noun
       a. (for protection) (over furniture) housse f ; (over merchandise, vehicle) bâche f ; [of lens] bouchon m ; [of book] couverture f ; ( = lid) couvercle m
       b. ( = bedcover) dessus-de-lit m inv
    the covers ( = bedclothes) les couvertures fpl
       c. ( = shelter) abri m
    to break cover [animal] débusquer ; [hunted person] sortir à découvert
    to take cover ( = shelter) s'abriter
       e. ( = means of concealing) couverture f
       f. (Music) reprise f
    to cover for or against sth (Insurance)
    it doesn't cover you for or against flood damage vous n'êtes pas couvert contre les dégâts des eaux
    what does your travel insurance cover you for? que couvre votre assurance voyage ?
       b. ( = point gun at) braquer un revolver sur
    I've got you covered! ne bougez pas ou je tire !
       c. [+ opposing player] marquer
       d. [+ distance] parcourir
    to cover a lot of ground (travelling) faire beaucoup de chemin ; ( = deal with many subjects) traiter un large éventail de questions
       e. ( = be sufficient for) couvrir
       f. ( = deal with) traiter
       g. (Press) couvrir
       a. ( = protect) [+ person] protéger ; (Insurance)
    [+ risk] couvrir
    why would she cover for him if he's trying to kill her? pourquoi le protégerait-elle s'il veut la tuer ?
       b. ( = stand in for) remplacer cover up
       a. se couvrir
       a. [+ object] recouvrir ; [+ child] couvrir
       b. ( = hide) dissimuler ; [+ affair] étouffer
    * * *
    ['kʌvə(r)] 1.
    1) (protective lid, sheath) couverture f; (for duvet, typewriter, cushion) housse f; (for umbrella, blade, knife) fourreau m
    2) ( blanket) couverture f
    3) (of book, magazine) couverture f; ( of record) pochette f

    on the cover — ( of book) sur la couverture; ( of magazine) en couverture

    4) ( shelter) abri m
    5) (for spy, crime) couverture f ( for pour)

    to blow somebody's cover — (colloq) griller (colloq) quelqu'un

    6) Military couverture f
    7) ( replacement) (for teacher, doctor) remplacement m
    8) ( insurance) assurance f ( for pour; against contre)

    to give or provide cover against — garantir contre

    2.
    1) ( conceal or protect) couvrir ( with avec); recouvrir [cushion, sofa, corpse] ( with de)
    2) ( coat) recouvrir [ground, surface, person, cake] ( with de)
    3) ( be all over) [litter, graffiti, bruises] couvrir

    covered in spots/litter — couvert de boutons/papiers

    4) ( travel over) parcourir [distance, area]; ( extend over) s'étendre sur [area]
    5) (deal with, include) [article, speaker] traiter; [term] englober; [teacher] faire; [rule, law] s'appliquer à; [department] s'occuper de; [rep] couvrir
    6) ( report on) [journalist] couvrir
    7) ( pay for) couvrir [costs]; combler [loss]

    £20 should cover it — 20 livres sterling devraient suffire

    8) ( insure) assurer, couvrir [person, possession] (for, against contre; for doing pour faire)
    9) Military, Sport couvrir

    I've got you covered! — ( threat) ne bougez pas ou je tire!

    to cover one's backfig se couvrir

    10) ( conceal) cacher [ignorance]; masquer [smell]
    3. 4. 5.
    covered past participle adjective [market, porch] couvert; [dish] à couvercle
    Phrasal Verbs:

    English-French dictionary > cover

  • 83 ratio

    ratio s.f.inv. 1. raison f., motif m. 2. ( Dir) esprit m.: la ratio e la lettera della legge l'esprit et la lettre de la loi.

    Dizionario Italiano-Francese > ratio

  • 84 passer

    passer [paasee]
    I    onovergankelijk werkwoord 〈vooral + être, ook + avoir〉
    1 gaan (door) ook figuurlijklopen, rijden
    2 voorbijgaanvoorbijkomen, gaan (langs), passeren
    3 voorbijgaan tijdverstrijken, overgaan
    4 gaan (van … naar)overgaan (naar, tot)
    5 doorgaan (voor)gelden (als), passeren (voor)
    voorbeelden:
    1    le café doit passer lentement koffie moet langzaam doorlopen
          le courant ne passe pas er is geen stroom; figuurlijker is geen contact, het klikt niet
          défense de passer geen toegang
          mon dîner ne passe pas mijn avondeten ligt me zwaar op de maag
          cette histoire-là ne passe pas dat verhaal is niet geloofwaardig
          la loi a passé de wet is aangenomen
          cette scène ne passe pas die scène komt niet goed over (bij het publiek)
          laissez passer! maak ruimte!, opzij!
          y passer eraan gaan, doodgaan; ook eraan moeten geloven
          passer avant voorgaan figuurlijk
          informeel〉 un camion lui a passé dessus hij is overreden door een vrachtauto
          passer devant voorgaan letterlijk
          passer outre à qc. geen rekening houden met iets
          je suis passé par dat heb ik ook meegemaakt
          il faut en passer par ses volontés men moet voor zijn wil buigen
          il faudra en passer par er zit niets anders op
          enfin, passe pour lui nu goed, voor hem maken we een uitzondering
          (cela) passe (encore), mais … dat is nog tot daar aan toe, maar …
    2    ne faire que passer niet lang blijven
          passer prendre qn. iemand komen ophalen
          en passant in het voorbijgaan, terloops
          soit dit en passant trouwens, tussen twee haakjes
          passer sur les fautes de qn. iemands fouten door de vingers zien
          passer sur les détails niet stil blijven staan bij details
    3    comme le temps passe! wat gaat de tijd snel!
          faire passer le temps de tijd verdrijven
          faire passer à qn. le goût, l'envie de qc. iemand de lust tot iets doen vergaan
          spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse alles gaat voorbij
          cela lui passera dat gaat wel over
          enfin, passons! nu goed, laten we daar niet meer over praten!
      →  corpsgoûtlettremaître 
    4    est-il passé? waar is hij gebleven?
          passer à l'ennemi naar de vijand overlopen
          passer en deuxième, seconde overschakelen naar de tweede versnelling
          passer en seconde naar de vijfde klas gaan
    5    il passe pour avoir dit cela hij moet dat gezegd hebben
          se faire passer pour zich uitgeven voor
    ¶    il l'a sentie passer, la note dat heeft hij in zijn portemonnee gevoeld
    II   overgankelijk werkwoord 〈+ avoir〉
    1 overstekenover-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door
    2 doorbrengen tijd passeren
    3 voorbijgaanpasseren, overschrijden
    4 aanreikenoverhandigen, aan-, doorgeven
    5 aanschietenaandoen, aantrekken
    6 halen door, langs, overstrijken langs, over, steken door, in, vertonen film draaien plaat
    7 overslaanvoorbij laten gaan, weglaten
    11 opmakenpasseren, verlijden, boeken
    voorbeelden:
    1    passer un mur over een muur klimmen, springen
    2    il ne passera pas la nuit hij haalt de morgen niet
          passer sa vie à manger et à dormir niets anders doen dan eten en slapen
    4    passer le ballon de bal doorspelen
          passer la seconde naar de tweede versnelling gaan
          passer un coup de fil à qn. iemand opbellen
          communicatie(media)〉 je vous passe … ik verbind u door met …
    6    qu'est-ce qu'il lui a passé! hij heeft hem er flink van langs gegeven!
    7    j'en passe noem maar op
          j'en passe et des meilleures! en ik vertel nog niet ééns alles!
          je passe kaartspel ik pas
      →  capchemincolèremarchétourvitesse 
    8    passer qc. à qn. iets door de vingers zien
    1 gebeurenzich afspelen, voorvallen
    4 het stellen zondermissen, ontberen, afzien van
    voorbeelden:
    1    que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? wat gebeurt er?
          ça ne se passera pas comme ça! dat gaat zomaar niet!
          tout se passe comme si het lijkt wel of, alles wijst erop dat
          ne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat
      →  jeunesse 
    4    je me passerais bien volontiers de cette corvée ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komen
          voilà qui se passe de commentaires dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf
    1. v
    2) gaan (van...naar)
    4) uitgezonden worden [film, radio]
    9) passeren, overschrijden
    12) halen door, langs, over
    13) vertonen [film]
    17) zeven
    18) boeken
    2. se passer
    v
    3) missen, afzien (van)

    Dictionnaire français-néerlandais > passer

  • 85 act

    (b) INSURANCE act of God (cas m de) force f majeure
    to act as secretary/chairperson exercer les fonctions de secrétaire/président;
    to act on behalf of or for sb agir au nom de qn, représenter qn
    to act on a letter donner suite à une lettre;
    to act on sb's instructions agir selon les instructions de qn

    English-French business dictionary > act

  • 86 dead

    FINANCE dead account compte m inactif;
    familiar STOCK EXCHANGE dead cat bounce = reprise de courte durée lors de l'effondrement des cours de la Bourse;
    dead freight faux fret m;
    dead letter (that cannot be delivered) lettre f non distribuée; (law) loi f tombée en désuétude;
    FINANCE dead loss perte f sèche;
    dead market marché m mort;
    dead money argent m mort, argent qui dort;
    dead period période f d'inactivité;
    dead season morte-saison f;
    dead weight poids m mort

    What private investors need to see is a sustained improvement in corporate earnings accompanied by a stronger uptrend in stock market indices. This year's rallies have been unsustainable. They have been dead cat bounces - some of the recent examples have been dropped from quite a height.

    English-French business dictionary > dead

  • 87 диктувам

    гл 1. dicter; диктувам писмо, пасаж dicter une lettre, un passage; 2. прен книж dicter, imposer, ordonner; разг faire la loi; диктувам условия за мир dicter des conditions de paix.

    Български-френски речник > диктувам

  • 88 дух

    м 1. филос (ум, разум) esprit m, génie m, raison f; силата на духа la force de l'esprit; 2. (нравствена сила) esprit m, courage m, moral m; духът е понижен le moral est bas; боен дух esprit combatif (de combat); запазвам (губя) присъствието на духа garder, perdre la présence d'esprit; падам духом perdre courage; повдигам духа relever (remonter) le moral; 3. (същина на нещо) esprit m; дух на противоречие esprit de contradiction; 4. esprit m, génie m; зъл дух esprit malin; планински дух lutin m, esprit follet, farfadet m; elfe m; а в духа на dans le sens de; злият дух le démon, l'esprit malin; духът на буквата на закона l'esprit et la lettre de la loi; предавам богу дух rendre l'âme, rendre l'esprit; rendre le dernier soupir; свети дух le saint esprit; добро (лошо) разположение на духа bonne (mauvaise) humeur; войнствен дух esprit belliqueux, humeur belliqueuse; в здраво тяло здрав дух un esprit sain dans un corps sain (âme saine dans un corps sain); продължавам в същия дух continuez dans le même sens.

    Български-френски речник > дух

  • 89 книжник

    м 1. старин (у старите евреи) scribe m (interprétateur de la loi); 2. (учен) lettré m, savant m.

    Български-френски речник > книжник

  • 90 поставям

    гл poser, mettre, placer, présenter; поставям дата на писмо dater une lettre; поставям пиеса mettre une pièce en scène; produire, (présenter) une pièce; поставям нещо, картина в рамка encadrer qch; un tableau; поставям въпрос poser une question; поставям диагноза на болен diagnostiquer un malade, faire le diagnostic; поставям грунд donner la première couche de peinture; поставям клопка tendre un piège; поставям покрив на къща couvrir une maison d'un toit; поставям стъкла на къща, на прозорец vitrer une maison, une fenêtre; garnir une fenêtre de vitres, poser des vitres d'une fenêtre; поставям в скоби mettre en parenthèses; поставям се на разположение se proposer, s'offrir а la disposition; поставям някого вън от закона mettre qn hors la loi; proscrire qn; поставям нещо под съмнение mettre qch en doute (en question); поставям на карта risquer, jouer; поставям наред с ranger (placer, mettre) au rang (au nombre de); поставям в дейстпвие mettre (qch) en њuvre (en action); поставям на земята poser (déposer) а terre; поставям граници mettre (fixer, étabilir, marquer, tracer) des limites, limiter; mettre des bornes, borner; поставям в зависимост от mettre sous la dépendance de; поставям на изпитание mettre (qn, qch) а l'épreuve (а l'essai), faire l'épreuvre de; поставям обява mettre (afficher) une annonce; поставям във връзка mettre en contact (en relation); поставям на подсъдимата скамейка mettre (traduire) au banc (au box) des accusés (des prévenus); поставям в услуга на mettre au service de; поставям си за цел se proposer pour but; поставям условия poser des conditions; поставям основите mettre (poser, établir) les fondations (les fondements) (de); jeter les bases (de); поставям на гласуване (въпрос) mettre (une question) aux voix, aller aux avis; поставям въпрос на доверие poser la question de confiance; поставям на бойна нога mettre sur le pied de guerre; поставям кръст на нещо mettre fin а qch; поставям някого на мястото му mettre qn а sa place; поставям гласа на някого муз placer la voix а qn; поставям се se placer; поставям се добре se bien placer.

    Български-френски речник > поставям

  • 91 текст

    м 1. texte m; текст с илюстрации texte avec illustrations; възстановявам текст restituer un texte; текстът на закона le texte d'une loi; 2. (в официален документ) libellé m (d'une traite, d'une lettre de change); 3. (към музикално произведение) paroles fpl; 4. (към фотография, илюстрация) légende f.

    Български-френски речник > текст

  • 92 esprit

    m
    1. (souffle vital) дух;

    rendre l'esprit — испуска́ть/испусти́ть дух; отдава́ть/отда́ть бо́гу ду́шу

    2. (connaissance) чу́вство; созна́ние;

    perdre ses esprits — лиша́ться/лиши́ться чувств <созна́ния>; теря́ть/по= созна́ние; па́дать/ упа́сть в о́бморок;

    reprendre ses esprits — очну́ться pf.; приходи́ть/прийти́ в себя́ <в чу́вство, в созна́ние>

    3. (être incorporel) дух; привиде́ние;

    l'esprit du mal — злой дух;

    le Saint-Esprit — свято́й дух; esprit, es-tu là? — дух, ∫ слы́шишь ли меня́? <отзови́сь!, яви́сь!>; conjurer les esprits — заклина́ть ipf. ду́хов; une maison hantée par les esprits — дом с привиде́ниями

    4. (faculté psychologique et intellectuelle) дух; душа́; ум;

    le corps et l'esprit — те́ло и дух (душа́);

    il est sain de corps et d'esprit — он здоро́в те́лом и ду́хом; la liberté d'esprit — свобо́да мы́сли; незави́симость <самостоя́тельность> сужде́ний; un homme d'esprit — у́мный <остроу́мный (spirituel)) — челове́к; cultiver son esprit — развива́ть/разви́ть <соверше́нствовать/у=> свой ум; расширя́ть/расши́рить свой кругозо́р; les nourritures de l'esprit — духо́вная пи́ща; les ouvrages (les créations) de l'esprit — творе́ния <созда́ния> ума́ челове́ческого <-oro — ра́зума>; il a de grandes qualités d'esprit — он наделён недю́жинным умо́м; он облада́ет больши́ми спосо́бностями; il a de l'esprit jusqu'au bout des ongles — он бле́щет умо́м <остроу́мием>; se creuser l'esprit — лома́ть/по= го́лову; уси́ленно ду́мать ipf.; напряга́ть/напря́чь ум; troubler les esprits à qn. — сбива́ть/сбить с то́лку кого́-л.; ces événements lui ont troublé l'esprit ∑ — от случи́вшегося его́ ум <рассу́док> помути́лся; il manque d'esprit ∑ — ему́ не хвата́ет жи́вости <бле́ска; ума́; остроу́мия>; он недоста́точно умён; je n'ai pas l'esprit au travail — у меня́ ∫ не лежи́т душа́ к рабо́те <рабо́та не идёт на ум>, ∑ мне не рабо́тается impers; je n'ai pas l'esprit à m'amuser — я не настро́ен весели́ться, ∑ мне не до весе́лья; j'avais l'esprit ailleurs — я ду́мал совсе́м о дру́гом, мы́сли мой бы́ли далеко́; ce n'est qu'un jeu de l'esprit — э́то всего́ лишь игра́ ума́ <воображе́ния>; ce n'est qu'une vue de l'esprit — э́то про́сто ∫ досу́жий до́мысел <плод воображе́ния>; voir qch. en esprit — представля́ть/предста́вить в мы́слях <мы́сленно> что-л.; je suis en esprit avec vous — я мы́сленно с ва́ми; découvrir qch. avec les yeux de l'esprit — постига́ть/пости́чь что-л. ду́хом, уга́дывать/угада́ть что-л. душо́ю ║ il s'est mis dans l'esprit de... ∑ — ему́ взбрело́ на ум + inf; il m'est venu à l'esprit que... — я поду́мал <∑ мне [вдруг] пришла́ мысль>, что...; cela ne m'est pas venu à l'esprit — мне э́то в го́лову не пришло́; une idée me traversa l'esprit — мне пришла́ в го́лову мысль; tourner et retourner une idée dans son esprit — хороше́нько обду́мывать/обду́мать мысль; обмозго́вывать/обмозгова́ть fam.; où aviez-vous l'esprit?— где была́ ва́ша голова́?, о чём же вы ра́ньше ду́мали?; avez-vous perdu l'esprit? — и́ли вы го́лову потеря́ли?, у вас есть голова́ на плеча́х?; qu'aviez-vous dans l'esprit ? — что бы́ло у вас в голове́ <на уме́>?; ce détail m'est resté dans l'esprit — э́та подро́бность ∫ запо́мнилась мне <оста́лась в мое́й па́мяти>; cela m'est sorti de l'esprit — э́то вы́скочило <вы́летело> у меня́ из головы́

    (formes d'esprit, manière de penser):

    un esprit clair (vif) — я́сный <све́тлый> (живо́й) ум;

    il a l'esprit large (étroit) — он мы́слит широко́ (о́чень у́зко); il a l'esprit lent — он тугоду́м; il a très bon esprit — он о́чень доброжела́телен; il a eu le bon esprit de se taire ∑ — ему́ хвати́ло ума́ промолча́ть; elle a l'esprit de travers — у неё мозги́ набекре́нь; il a l'esprit mal tourné — он всё понима́ет в дурно́м смы́сле; ces élèves ont très mauvais esprits — э́ти ученики́ кра́йне недобросо́вестны; les affinités d'esprit — родство́ душ; духо́вная бли́зость; disposition (état) d esprit — умонастрое́ние; накло́нность <скло́нность, склад> ума́; étroitesse d'esprit — у́зость кругозо́ра, ограни́ченность сужде́ний; paresse d'esprit — ле́ность мы́сли <ума́>, у́мственная ле́ность < лень>; petitesse d'esprit — скудоу́мие, у́мственное <духо́вное> убо́жество; la présence d'esprit — прису́тствие ду́ха; il a eu la présence d'esprit de... — ему́ хвати́ло прису́тствия ду́ха + inf; heureux les pauvres d'esprit — блаже́нны ни́щие ду́хом; un simple d'esprit — блаже́нный; простоду́шный; проста́к; дурачо́к; tournure d'esprit — склад ума́; travers d'esprit — стра́нность; чуда́чество; причу́да; при́хоть

    l'esprit d'analyse — аналити́ческий ум <склад ума́>; скло́нность <спосо́бность> мы́слить аналити́чески;

    l'esprit d'à-propos — сообрази́тельность; нахо́дчивость; il a de l'esprit d'à-propos — он сообрази́телен <нахо́дчив>; он уме́ет кста́ти вста́вить сло́во, он за сло́вом в карма́н не ле́зет; ila manqué d'esprit d'à-propos — он не нашёлся, он растеря́лся, ∑ ему́ не хвати́ло сообрази́тельности; l'esprit de chapelle — келе́йность; групповщи́на péj.; l'esprit de clocher — ме́стничество, ме́стнический дух; l'esprit de classe — кла́ссовый дух, кла́ссовость; dans un esprit de conciliation — в ду́хе примире́ния <примире́нчества pej>; — примире́нчески; l'esprit de contradiction — дух противоре́чия; l'esprit de corps — сосло́вный <корпорати́вный> дух; il faut faire preuve d'esprit critique — на́до проявля́ть крити́ческий подхо́д; l'esprit critique — крити́ческий дух; l'esprit d'entreprise — предприи́мчивость; l'esprit d'équipe — дух това́рищества; спа́янность, сплочённость; чу́вство ло́ктя; c'est l'esprit de l'escalier — по́здно спохвати́лся!, ра́ньше на́до бы́ло ду́мать!; l'esprit de famille — семе́йственность, кумовство́; l'esprit de finesse — интуи́ция; l'esprit d'initiative — предприи́мчивость, инициати́вность; l'esprit d'observation — наблюда́тельность; уме́ние ви́деть <наблюда́ть>; l'esprit de parti — парти́йность; l'esprit de révolte — смутья́нство, бунта́рство, непоко́рность; l'esprit de sacrifice — же́ртвенность; самоотверже́нность; l'esprit de solidarité — това́рищество, дух <чу́вство> това́рищества; l'esprit de suite — после́довательность, логи́чность; l'esprit de système — упоря́доченность; системати́чность; педанти́зм (légèrement péj.)

    ║ ( personnes) ум; челове́к;

    c'est un esprit avisé — он сведущий < осведомлённый> челове́к;

    un bel esprit vx. — остроу́мный челове́к; выдаю́щийся <блестя́щий> ум, у́мница; un esprit cultivé — образо́ванный челове́к; un esprit fort — вольноду́мец, свободомы́слящий челове́к; les grands esprits — вели́кие <све́тлые> умы́; ● les grands esprits se rencontrent fig. — что зна́чит све́тлые головы́!; сло́вно сговори́лись fam.!; un petit esprit — узколо́бый челове́к; un des meilleurs esprits du siècle — оди́н из выдаю́щихся умо́в века́; il — а de l'ascendant sur les esprits — он име́ет власть над ума́ми (↓влия́ние на умы́), он власти́тель дум; les esprits sont montés contre lui — все настро́ены про́тив него́, все ополчи́лись на него́; calmer les esprits — успока́ивать/успоко́ить <образу́мить pf.; охлажда́ть/охлади́ть> горя́чие головы́

    dans l'esprit de l'époque — в ду́хе вре́мени;

    l'esprit d'une doctrine — дух <су́щность> уче́ния; l'esprit des lois — дух зако́нов; l'esprit et la lettre de la loi — дух и бу́ква зако́на; tel était l'esprit de son intervention — тако́в был и́стинный смысл его́ ре́чи

    ║ ( intention):

    agir dans un esprit désintéressé — де́йствовать ipf. бескоры́стно;

    il est parti sans esprit de retour — он ушёл с наме́рением не возвраща́ться; dans cet esprit nous avons entrepris... — в том же ду́хе мы предпри́няли...

    6. (humour) остроу́мие;

    il est plein d'esprit — он необыкнове́нно о́строумен;

    un discours plein d'esprit — искря́щаяся остроу́мием речь; faire de l'esprit — остри́ть/с=, говори́ть ipf. остро́ты, остросло́вить ipf.; щего́лять ipf. остроу́мием; mot (trait) d'esprit — о́строе <кра́сное> словцо́, остро́та, о́строумное замеча́ние

    7. chim. спирт ◄G2 pl. -ы►;

    esprit de vin — ви́нный <эти́ловый> спирт;

    esprit de sel — соля́ная кислота́

    8. ling.:

    esprit rude (doux) — знак густо́го (то́нкого) придыха́ния.

    Dictionnaire français-russe de type actif > esprit

  • 93 passer

    v. tableau «Verbes de mouvement»;
    vi. 1. (à côté, à travers, par, devant) le préfixe про-; идти́* ipf., проходи́ть ◄-'дит►/пройти́*; проезжа́ть/прое́хать ◄-е́ду, -ет► (transport); пролета́ть/ пролете́ть ◄-чу, -тит► (avion, oiseaux, etc.); проплыва́ть/проплы́ть ◄-ву, -ёт, -ла► (en nageant); бежа́ть ◄-гу, -жит, -гут►/про=, мча́ться ◄мчу-, -ит-►/про=, мелькну́ть/про= (en coup de vent); пролеза́ть/проле́зть ◄-'зу, -'ет, -лез► (à quatre pattes);

    il n'y a pas moyen de passer — пройти́ <прое́хать> нельзя́;

    défense de passer — прохо́д <прое́зд> запрещён; l'ennemi ne passera pas — враг не пройдёт; il regardait les autos passer — он смотре́л ∫, как проезжа́ют ми́мо маши́ны <на проезжа́ющие маши́ны>; il regardait passer les cigognes — он смотре́л ∫, как пролета́ют ми́мо а́исты <на пролета́ющих а́истов>; un chaland qui passe — проплыва́ющая <плыву́щая ми́мо> ба́ржа́ ║ en passant — на ходу́; мимохо́дом; прое́здом; неча́янно (par inadvertance); j'ai renversé un piéton en passant — я сбил ∫ на ходу́ <неча́янно> пешехо́да; il ne vient qu'en passant — он быва́ет то́лько прое́здом <нае́здами (de temps à autre)); soit dit en passant — ме́жду про́чим ║ passer à la cuisine — пройти́ на ку́хню ║ passer à table — пройти́ к столу́, сади́ться за стол; passer à côté du théâtre — пройти́ (прое́хать) ми́мо теа́тра; il est passé à travers champs — он прошёл (прое́хал) по́лем; passer sous... — пролеза́ть под (+); подлеза́ть/подле́зть под (+ A); passer sous la table — проле́зть под столо́м, подле́зть под стол: passez devant, je vous suis — проходи́те <иди́те вперёд>, ∫ я по́сле вас <я за ва́ми>; passer par le Sud — прое́хать ю́жным направле́нием <ю́гом>; la Moscova passe à Moscou — Москва́-река́ протека́ет че́рез Москву́; la route passe par Orel — доро́га идёт <прохо́дит> че́рез Орёл; un filet de lumière passe sous la porte — из-под двери́ пробива́ется поло́ска све́та; le café passe — ко́фе прохо́дит < идёт> че́рез фильтр

    2. (d'un endroit dans un autre;
    le préf. пере-); переходи́ть/ перейти́; переезжа́ть/перее́хать; переправля́ться/перепра́виться; перебира́ться/перебра́ться ◄-беру́-, -ёт-, -ла-, etc.► (avec difficulté); перелеза́ть/переле́зть (en grimpant);

    passer de France en Espagne — перее́хать из Фра́нции в Испа́нию;

    passer d'une rive à l'autre de la Volga — перепра́виться <перебра́ться> с одного́ бе́рега Во́лги на друго́й; passer de main en main — переходи́ть из рук в ру́ки; passer par la fenêtre — переле́зть че́рез окно́; влезть в окно́

    3. (pour un temps;
    le préfixe за-) заходи́ть/зайти́ (à pied); заезжа́ть/зае́хать (transport); забега́ть/забежа́ть fam.; загля́дывать/загляну́ть ◄-ну, -'ет► fam.;

    je passerai prendre ce livre chez toi — я зайду́ <забегу́> к тебе́ за э́той кни́гой;

    je passe te prendre en voiture — я зае́ду за тобо́й на маши́не; je passe chez vous — я зайду́ <зае́ду, забегу́, загляну́> к вам; je passe chez le docteur — я побыва́ю у врача́; attends-moi, je passe dans dix minutes — подожди́ меня́, я бу́ду че́рез де́сять мину́т; ne faire que passer — загляну́ть <зайти́, зае́хать, забежа́ть> мимохо́дом <на мину́т[к]у>; je ne fais que passer — я то́лько на мину́т[к]у

    comme le temps passe! — как идёт <бежи́т> вре́мя!;

    le temps a passéoù... — прошло́ [то] вре́мя, когда́...; les jours passent vite — дни иду́т <прохо́дят> бы́стро

    5. (être égaré) дева́ться ◄-ва́ю-►/де́ться ◄-'ну-, -'ет-►;

    je ne sais pas où il est passé — я не зна́ю, куда́ он де́лся <подева́лся>

    6. (disparaître) проходи́ть;

    la jeunesse passe — мо́лодость прохо́дит;

    cela vous passer— ега э́то у вас пройдёт; mon mal de tête est passé — головна́я боль <голова́> у меня́ прошла́; sa colère est passée — его́ гнев прошёл; l'envie m'en a passé — жела́ние у меня́ пропа́ло; cette étoffe a (est) passé◄— е► de mode — э́та ткань вы́шла из мо́ды

    7. (perdre ses couleurs) линя́ть/по=, ↑вы-;

    cette étoffe a passé — э́та ткань полиня́ла

    8. (être admis) проходи́ть; быть* при́нятым;

    la loi est passée — зако́н прошёл <был при́нят>;

    cette réplique ne passe pas — э́та ре́плика не сраба́тывает; je suis passé de justesse à l'écrit — я е́ле-е́ле прошёл на пи́сьменном экза́мене; votre devoir peut passer — ва́ша дома́шняя рабо́та удовлетвори́тельна

    9. (spectacle) идти́; проходи́ть;

    passe ce film? — где идёт э́тот фильм?;

    quand passe cette pièce? — когда́ идёт э́та пье́са?

    10. (se manifester un instant) промелькну́ть pf.;

    un souffle d'air froid passer a ∑ — пове́яло <потяну́ло> хо́лодом;

    un éclair de malice passa dans ses yeux — в его́ глаза́х [про]мелькну́ла и́скорка лука́вства

    11.:

    passe pour cette fois — на э́тот раз сойдёт;

    passe encore de + inf [— ну] пусть...; поло́жим...; допу́стим...; ещё куда́ ни шло: passer encore de n'être pas à l'heure — пусть <поло́жим>, он не смог прийти́ во́время; не прийти́ во́время — э́то ещё куда́ ни шло; passons! — не сто́ит <не бу́дем> об э́том [говори́ть]!; нева́жно!

    12. fig. (avec une prép. ou un adv.):
    (à):

    passer à l'ordre du jour — перейти́ к пове́стке дня;

    passer à l'exécution (à l'acte) — перейти́ к исполне́нию (к де́йствию); passer aux ordres — явля́ться/яви́ться за приказа́ниями; passer au point mort — перейти́ в нейтра́льное положе́ние; passer à l'ennemi — переходи́ть (↑перебега́ть/перебежа́ть) на сто́рону проти́вника; passer au second plan — отходи́ть/отойти́ на второ́й <за́дний> план; passer à côté de la question — обходи́ть/обойти́ вопро́с; passer à travers tous les obstacles — проходи́ть че́рез все препя́тствия; passer à la postérité — перехо́дить к <передава́ться/переда́ться> пото́мству ║ (après, avant)*. passer après — сле́довать/по= (за +); идти́ (за +); passer avant — предше́ствовать ipf. (+ D), идти́ до (+ G); faire passer avant qch. — ста́вить/по= вы́ше чего́-л.

    (comme):

    passer comme une lettre à la poste — пройти́ как по ма́слу: пройти́ без сучка́, без задо́ринки

    (dans):

    passer dans les mœurs — входи́ть/войти́ в обы́чай

    (de... à (en)):

    passer de l'état liquide à l'état gazeux — переходи́ть из жи́дкого состоя́ния в газообра́зное;

    passer de seconde en première — переходи́ть из второ́го в пе́рвый класс (école); passer du coq à l'âne — переска́кивать с пя́того на деся́тое; passer de vie à trépas — сконча́ться pf., преста́виться pf. vx.

    (dessus):

    passer dessus — перее́хать pf. кого́-л.;

    le camion lui est passé dessus — его́ перее́хал грузови́к

    (devant):

    passer devant le nez — уходи́ть /уйти́ <уплыва́ть/уплы́ть> из-под но́са;

    passer devant les yeux — проходи́ть <мелькну́ть/ про=> пе́ред глаза́ми

    (en):

    passer en justice (en jugement) — идти́ <попада́ть/попа́сть> под суд;

    il passa en jugement ∑ — его́ суди́ли; passer en première (en code) — включа́ть/ включи́ть пе́рвую ско́рость (фа́ры бли́жнего све́та) auto.

    (outre):

    passer outre — идти́ <проходи́ть> да́льше <ми́мо>;

    passer outre à... — пренебрега́ть/пренебре́чь чём-л.; не счита́ться/не по= с (+); не соблюда́ть/ не соблюсти́ (+ G); не учи́тывать/не уче́сть (+ A); оставля́ть/оста́вить без внима́ния (+ A)

    ║ ( par):

    passer par toutes les couleurs — меня́ться/измени́ться в лице́;

    passer par de rudes épreuves (une rude école) — проходи́ть [че́рез] суро́вые <тя́жкие; испыта́ния (суро́вую шко́лу); il faut en passer par là — че́рез э́то придётся пройти́; passer par la tête — взбрести́ pf. в го́лову, приходи́ть/прийти́ на ум

    passer par-dessus les préjugés — переша́гивать/ перешагну́ть че́рез предрассу́дки

    (pour):

    passer pour... — слыть/про= (+ ; за + A), счита́ться ipf. (+);

    il passe pour un savant — он слывёт учёным челове́ком; se faire passer pour... — выдава́ть/вы́дать себя́ за (+ A); il se fait passer pour un artiste — он выдаёт себя́ за арти́ста; faire passer qn. pour... — выдава́ть кого́-л. за (+ A); il le fait passer pour son neveu — он выдаёт его́ за своего́ племя́нника

    (sous):

    passer sous une voiture — попада́ть/попа́сть под маши́ну;

    passer sous les yeux — прохо́дить <происходи́ть/произойти́> на глаза́х; cela m'est passé sous le nez — э́то у меня́ пря́мо из-под но́са ушло́ <уплы́ло>; sa jupe passe sous son manteau — у неё из-под пальто́ видна́ <выгля́дывает> ю́бка

    (sur):

    passer sur le corps (ventre) de qn. — переша́гивать че́рез кого́-л.;

    je passe rapidement sur les détails — я не бу́ду заде́рживаться <остана́вливаться> на подро́бностях ● j'en passe et des meilleures — о други́х я [уже́] и не говорю́; я мог бы ещё и не то [по]рассказа́ть; у passer

    1) проходи́ть че́рез э́то;

    il n'épargne personne dans ses critiques, tout le monde y passe — он никого́ не щади́т в свое́й кри́тике; всем от него́ достаётся [на оре́хи fam.]

    2) (être consacré à) уходи́ть;

    toute sa fortune va y passer — на э́то уйдёт всё его́ состоя́ние

    3) (mourir):

    il a failli — у passer — он чуть бы́ло ∫ не отпра́вился на тот свет <но́ги не протяну́л, концы́ не отда́л>

    13. (suivi d'un attribut) станови́ться ◄-'вит-►/стать ◄-'ну► (+); получа́ть/получи́ть ◄-'ит► зва́ние milit.; быть произведённым [в чин] vx.;

    il est passé capitaine — он получи́л зва́ние капита́на; ∑ его́ произвела́ ∫ в чин капита́на <в капита́ны> vx.;

    il est passé maître dans l'art... — он стал ма́стером <знатоко́м> (+ G); passer inaperçu — пройти́ незаме́ченным

    vt.
    1. (lieu) переходи́ть; проходи́ть; проезжа́ть; переправля́ться (че́рез + A);

    passer la frontière — перейти́ грани́цу;

    passer la porte — пройти́ в дверь; переступа́ть/переступи́ть [че́рез] поро́г; passer la douane — пройти́ тамо́женный досмо́тр; quand vous aurez passé le pont... — когда́ вы перейдёте (перее́дете) [че́рез] <мину́ете> мост...; passer fa rivière à gué — перейти́ <перепра́виться че́рез> ре́ку вброд; passer la rivière à la nage — переплыва́ть/переплы́ть ре́ку; перепра́виться че́рез ре́ку вплавь; passer le cap

    1) огиба́ть/обогну́ть мыс
    2) перешагну́ть pf. рубе́ж;

    passer son chemin — идти́ ipf. свое́й дорого́й

    2. (temps) composés perfectifs avec le préfixe про-: проводи́ть ◄-'дит-►/провести́*;

    nous passerons la journée ensemble — мы проведём [весь] день вме́сте;

    il a passé trente ans de sa vie à Paris — он про́жил в Пари́же три́дцать лет; il a passé deux mois à l'hôpital — он про́был два ме́сяца в больни́це; il passe son temps à lire (à jouer) — он прово́дит всё вре́мя за чте́нием (за игро́й); il a passé la nuit à lire — он чита́л всю ночь напролёт; il a passé toute la soirée à bavarder — он проболта́л весь ве́чер; il passe sa vie à... — он прово́дит жизнь за (+); он тра́тит жизнь на (+ A); pour passer le temps — для времяпрепровожде́ния; passer un mauvais quart d'heure — пережива́ть/ пережи́ть неприя́тную мину́ту

    (âge):

    il a passé l'âge — он вы́шел из э́того во́зраста;

    il a passé la cinquantaine ∑ — ему́ перевали́ло за пятьдеся́т ║ il ne passera pas l'hiver — он не протя́нет <не дотя́нет> до весны́

    3. (subir un examen) сдава́ть ◄сдаю́, -ёт►/сдать*; держа́ть ◄-жу, -'ит►/вы= (fig. surtout); проходи́ть;

    il a passé l'examen — он сдал <вы́держал> экза́мен;

    quand passes-tu l'oral? — когда́ ты сдаёшь у́стный [экза́мен]?; passer une visite médicale — проходи́ть медици́нский осмо́тр; passer une radio — проходи́ть ∫ рентгенологи́ческое обсле́дование <рентге́н fam.>; де́лать/с= рентге́новский сни́мок

    4. (dépasser) превосходи́ть ◄-'дит-►/превзойти́*; быть вы́ше; переходи́ть; выходи́ть/вы́йти* (за + A);

    cela passe toute attente — э́то превосхо́дит все ожида́ния;

    cela passe mes forces — э́то вы́ше мои́х сил; э́то мне не под си́лу; passer l'entendement — быть вы́ше понима́ния; passer la mesure — перейти́ ме́ру; зарыва́ться/зарва́ться fam.; ● passer la rampe — доходи́ть/дойти́ до зри́телей; производи́ть/произвести́ эффе́кт

    5. (omettre) пропуска́ть/пропусти́ть ◄-'стит►;

    passer une page — пропусти́ть страни́цу;

    laisser passer une occasion — упуска́ть/упусти́ть [благоприя́тный] слу́чай; je passe les détails sous silence — я ∫ опуска́ю подро́бности <ума́лчиваю о подро́бностях>; je vous passe les détails — изба́влю вас от подро́бностей

    6. (mettre) натя́гивать/натяну́ть ◄-'ет► [на себя́]; наки́дывать/наки́нуть, набра́сывать/набро́сить [на себя́] (rapidement);

    passer son pantalon — натяну́ть брю́ки;

    passer sa robe de chambre — набро́сить <наки́нуть> хала́т

    7. (conclure) заключа́ть/заключи́ть;

    passer un contrat (un marché) — заключи́ть контра́кт (сде́лку);

    passer [une] commande — де́лать зака́з

    8. (filtrer) проце́живать/ процеди́ть ◄-'дит-►; просе́ивать/просе́ять ◄-се́ю, -'ет► (tamiser);

    passer de la farine — просе́ять му́ку;

    passer le thé (un bouillon) — процеди́ть чай (бульо́н)

    9. (faire voir) пока́зывать/показа́ть ◄-жу, -'ет►; ста́вить/по=; дава́ть/дать vx.;

    passer un film — пока́зывать (↑демонстри́ровать ipf. et pf.; — крути́ть ipf. fam.) фильм;

    passer une pièce — ста́вить пье́су; passer un disque — ста́вить <крути́ть> пласти́нку

    10. (enclencher) включа́ть;

    passer les vitesses (la troisième) — включи́ть ско́рость (тре́тью ско́рость)

    11. (faire traverser) переправля́ть; перевози́ть ◄-'зит►/перевезти́*;

    passer des marchandises en transit — перево́зить гру́зы транзи́том

    12. (inscrire) переводи́ть ◄-'дит-►/перевести́*; вноси́ть ◄-'сит►/ внести́*:

    passer une somme en compte — перевести́ су́мму на счёт

    13. (à) передава́ть/ переда́ть;

    passer le sel à son voisin (le livre au professeur) — переда́ть соль сосе́ду (кни́гу преподава́телю);

    passer la parole à qn. — переда́ть <предоставля́ть/предоста́вить> сло́во кому́-л.; ● passer la main — слага́ть/сложи́ть с себя́ обя́занности; уступа́ть/уступи́ть ме́сто; passer le rhume à qn. — заража́ть/зарази́ть кого́-л. на́сморком ;

    il a passé le rhume à sa sœur ∑ — сестра́ ∫ зарази́лась от него́ на́сморком <подхвати́ла <подцепи́ла fam.> от него́ на́сморк);

    passer un savon à qn. — устра́ивать/устро́ить кому́-л. головомо́йку; зада́ть pf. кому́-л. нагоня́й; passer de la pommade à qn. — ума́сливать/ума́слить <уле́щивать/улести́ть> кого́-л. (flatter qn.)

    14. (dans, à) высо́вывать/вы́сунуть; просо́вывать/просу́нуть; продева́ть/про деть ◄-'ну►;

    passer la tête à la portière [d'un train] — вы́сунуть го́лову из окна́ [ваго́на];

    passer le doigt dans la fente — засу́нуть pf. па́лец в щель; passer un lacet — проде́ть <вдеть pf.> шнуро́к

    15. ) надева́ть;

    passer une bague au doigt — наде́ть кольцо́ на па́лец

    16. (dans, sur) провести́ по (+ D); гла́дить/по= (по + D);

    passer la main dans les cheveux — провести́ руко́й по волоса́м; пригла́живать/ пригла́дить во́лосы;

    passer la main dans le dos de qn. fig. — гла́дить кого́-л. по шёрстке, льстить/по= (+ D); ● passer l'éponge — проща́ть/прости́ть; не держа́ть ipf. зла pop. élevé.

    17. (à, par) обраба́тывать/обрабо́тать (+);

    passer le parquet à la cire — натира́ть/натере́ть парке́т во́ском;

    passer les légumes à l'eau — промыва́ть/промы́ть о́вощи водо́й <в воде́>; passer qch. au feu — держа́ть/по= restr. что-л. на огне́; passer le linge à l'eau de Javel — полоска́ть, пропола́скивать/прополоска́ть бельё в хлори́рованной воде́; passer le linge au bleu — сини́ть, подси́нивать/ подсини́ть бельё; ● passer au tamis — разбира́ть/разобра́ть по ко́сточкам; passer qn. à tabac — изби́ть pf. кого́-л. [в поли́ции]; passer au fil de l'épée — проткну́ть <пронзи́ть> pf. шпа́гой; passer les troupes en revue — принима́ть/приня́ть [вое́нный] пара́д; производи́ть/произвести́ смотр войска́м vx.; passer qch. en revue — пересма́тривать/пересмотре́ть <просма́тривать/просмотре́ть> что-л.

    18. (sur) класть ◄-ду, -ёт, клал►/положи́ть ◄-'ит► (на + A); покрыва́ть/покры́ть ◄-кро́ю, -'ет►(+);

    passer deux couches de peinture sur le mur — покрыва́ть сте́ну двумя́ слоя́ми кра́ски

    19. (à) проща́ть/прости́ть (+ D), спуска́ть/спусти́ть ◄-'стит► (+ D); потво́рствовать ipf. (+ D); потака́ть ipf. (+ D);

    passer à l'enfant tous ses caprices — потака́ть всем капри́зам ребёнка;

    passez-moi le mot (l'expression) — извини́те за выраже́ние

    20. (satisfaire) удовлетворя́ть/удовлетвори́ть;

    passer son envie — удовлетвори́ть свою́ при́хоть;

    passer sa colère sur qn. — срыва́ть/сорва́ть [свой] гнев на ком-л.

    vpr.
    - se passer
    - passé

    Dictionnaire français-russe de type actif > passer

  • 94 projet

    m
    1. прое́кт; план (plan); за́мысел (dessein); набро́сок (ébauche);

    des projets d'avenir — пла́ны на бу́дущее;

    un projet de budget — прое́кт бюдже́та; un projet de construction — строи́тельный прое́кт < план>; un projet de lettre — предвари́тельный набро́сок пи́сьма; un projetde loi — за ко нопрое́кт; un projet de roman — за́мысел <набро́сок> рома́на; des projets de vacances — пла́ны на о́тпуск; établir (réaliser) un projet — составля́ть/соста́вить (выполня́ть/ вы́полнить <осуществля́ть/осуществи́ть>) план; caresser un projet — леле́ять/вз= за́мысел; former (faire) le projet de... — намеча́ть/наме́тить (разраба́тывать/разрабо́тать (élaborer)) — план (+ G); faire des projets pour... — стро́ить ipf. пла́ны на (+ A); à l'état de projet — в <на> ста́дии прое́кта

    fig.:

    il a des projets sur elle — у него́ есть <он име́ет> на неё ви́ды

    2. (dessin) прое́кт

    Dictionnaire français-russe de type actif > projet

  • 95 tourner

    vt.
    1. (mouvement circulaire) верте́ть ◄-чу, -'тит►/по= restr., крути́ть ◄-'тит►/по= restr., враща́ть ipf. (rotation); воро́чать ipf.; повора́чивать/поверну́ть; перевора́чивать/переверну́ть (sens dessus dessous);

    tourner la manivelle — крути́ть <верте́ть, враща́ть> рукоя́тку;

    tourner la broche — враща́ть <повора́чивать> ве́ртел; tourner la clef dans la serrure (le bouton) — поверну́ть ∫ ключ в замке́ (выключа́тель); tourner le dos à la fenêtre — пове́рнуться спино́й к окну́; tourner la tête — поверну́ть го́лову, оберну́ться pf.; tourner la page (le disque) — переверну́ть страни́цу (пласти́нку); tourner le fer dans la plaie — поверну́ть нож в ра́не; береди́ть/раз= ра́ну; tourner le foin — вороши́ть ipf. се́но; tourner la sauce — переме́шивать/перемеша́ть со́ус; tourner le rôti — повора́чивать ipf. жарко́е

    2. (au tour) точи́ть ◄-'ит►, выта́чивать/ вы́точить, выде́лывать/вы́делать; обта́чивать/обточи́ть;

    tourner un vase d'argile — лепи́ть/вы= на гонча́рном кру́ге гли́няный кувши́н;

    tourner le bois — выта́чивать по де́реву; tourner un obus — обта́чивать снаря́д

    3. (mouvement orienté) обраща́ть/обрати́ть ◄-щу►, устремля́ть/устреми́ть, направля́ть/напра́вить (diriger);

    tourner les yeux (les regards) vers... — обрати́ть (↑устреми́ть) свой взор < взгляд> на (+ A); к (+ D);

    tourner ses pas vers — напра́вить свои́ шаги́ к (+ D); tourner son arme (sa colère) contre qn. — обрати́ть <напра́вить> своё ору́жие (свой гнев) про́тив кого́-л.; tourner la façade de la maison à l'est — обрати́ть дом фаса́дом на восто́к; ● tourner le dos — пове́рнуться спино́й, отвора́чиваться/отверну́ться; tourner les talons — дать pf. тя́гу, навостри́ть pf. лы́жи; tourner bride — поверну́ть наза́д neutre; — поверну́ть огло́бли; tourner casaque (sa veste) — перемётываться/ переметну́ться [на другу́ю сто́рону]; изменя́ть/измени́ть взгля́ды; faire tourner les sangs à qn. — потряса́ть/потрясти́ кого́-л.; faire tourner les choses à son avantage — оберну́ть де́ло в свою́ по́льзу

    4. (contourner) обходи́ть ◄-'дит-►/обойти́*, объезжа́ть/ объе́хать*, огиба́ть/обогну́ть;

    tourner le coin de la rue — обогну́ть у́гол у́лицы;

    tourner la montagne — обогну́ть <объе́хать> го́ру; tourner l'obstacle (la loi, le règlement) — обойти́ препя́тствие (зако́н, установле́ние); tourner l'ennemi — обойти́ проти́вника

    5. cin. снима́ть/снять ◄сниму́, -ет, -ла►, вести́*/ про= съёмку < съёмки>;

    tourner un film — снима́ть фильм;

    tourner un extérieur — вести́ нату́рную съёмку; silence! on tournel — тишина́! иду́т съёмки

    6. (agencer) составля́ть/ соста́вить;

    bien tourner une lettre — краси́во <скла́дно> соста́вить письмо́;

    tourner un compliment — ло́вко <уме́ло> вверну́ть pf. комплиме́нт; il tourne bien ses phrases ∑ — у него́ краси́вые оборо́ты ре́чи; он краси́во говори́т

    7. (transformer) повора́чивать; обраща́ть/обрати́ть;

    tourner en plaisanterie — обрати́ть в шу́тку;

    tourner en raillerie — высме́ивать/вы́смеять, осме́ивать/осмея́ть; tourner en ridicule — поднима́ть/ подня́ть на смех; il tourne tout au tragique — он всё воспринима́ет траги́чески; tourner et retourner une réponse dans sa tête — обду́мывать/обду́мать отве́т с ра́зных сторо́н

    8. кружи́ть ◄-'иг et -ит►/вс=;

    le succès lui a tourné la tête — успе́х вскружи́л ему́ го́лову;

    cette fille lui a tourné la tête — э́та деви́ца вскружи́ла ему́ го́лову; ce vin m'a tourné la tête ∑ — от вина́ у меня́ закружи́лась голова́

    vi.
    1. (être en rotation) враща́ться, верте́ться, повора́чиваться; кружи́ть ipf., кружи́ться (en cercles);

    la Terre tourne — Земля́ враща́ется;

    la Terre tourne autour du Soleil — Земля́ враща́ется <обраща́ется> вокру́г Со́лнца; la porte tourne sur ses gonds — дверь повора́чивается на пе́тлях; l'heure tourne — вре́мя идёт ║ il tourne autour de moi — он хо́дит (↑кружит) вокру́г меня́; je vois tout tourner autour de moi ∑ — всё кру́жится <идёт кру́гом> пе́ред мои́ми глаза́ми; la tête me tourne ∑ — у меня́ кру́жится голова́; il tourne comme un lion en cage — он кру́жится <↑ме́чется> как зверь в кле́тке; nous tournons en rond — мы дви́жемся по кругу́, мы кру́жим <то́пчемся> на [одно́м] ме́сте

    fig. (avoir pour centre) верте́ться/за= inch.;

    tout tourne autour de lui — всё ве́ртится вокру́г него́;

    toute la scène tourne autour de ce quiproquo — вся сце́на строи́тся на э́том недоразуме́нии; ● tourner autour du pot — ходи́ть ipf. <кружи́ть> вокру́г да *о́коло; tourner de l'œil — па́дать/упа́сть <хло́паться/хло́пнуться fam.> в о́бморок

    2. (fonctionner) рабо́тать ipf.;

    l'usine tourne jour et nuit — заво́д рабо́тает круглосу́точно;

    il tourne à vide — он рабо́тает впусту́ю <вхолосту́ю, на холосто́м ходу́>; le moteur tourne à plein régime — мото́р рабо́тает ∫ на по́лную мо́щность <на по́лных оборо́тах>; le moteur tourne rond — мото́р рабо́тает ро́вно (без сбо́ев) ║ ça tourne rond — всё идёт как по ма́слу; qu'est-ce qui ne tourne pas rond? — что не ла́дится?

    3. (changer de direction) повора́чивать; свора́чивать/сверну́ть;

    tournez à droite! — поверни́те <сверни́те> напра́во!;

    la rue tourne à droite — у́лица повора́чивает <свора́чивает> напра́во ║ le vent a tourné — ве́тер перемени́лся <смени́л направле́ние>; la chance a tourné — сча́стье измени́ло, уда́ча измени́ла

    une allée tourne autour du jardin — алле́я огиба́ет сад

    4. fig. (aboutir à) переходи́ть ◄-'дит-►/перейти́* (в + A); принима́ть/приня́ть* [тот и́ли ино́й] оборо́т, меня́ться ipf., перемени́ться pf.;

    tourner à l'aigre — по́ртиться/ис=;

    la discussion tourne à l'aigre — спор перехо́дит в ссо́ру; la discussion tourne à son avantage — спор принима́ет вы́годный ему́ оборо́т; tourner — а la confusion de qn. — оберну́ться к стыду́ кого́-л.; l'affaire tourne au tragique — де́ло принима́ет траги́ческий оборо́т; tourner bien (mal) — принима́ть хоро́ший (плохо́й <дурно́й> оборо́т), конча́ться/ко́нчиться хорошо́ (пло́хо); elle a mal tourné — она́ пошла́ по дурно́й доро́жке; le temps tourne au beau — пого́да нала́живается <устана́вливается>; tourner court [— вдруг] обрыва́ться/ оборва́ться

    5. (devenir aigre) скиса́ть/ ски́снуть;

    le lait a tourné — молоко́ ски́сло <сверну́лось>;

    laisser tourner le lait — дава́ть/ дать молоку́ ски́снуть

    6.:

    faire tourner — крути́ть, верте́ть, враща́ть, faire tourner un disque — крути́ть пласти́нку;

    faire tourner une roue — враща́ть колесо́; la rivière fait tourner le moulin — река́ приво́дит в движе́ние ме́льницу; faire tourner les tables — занима́ться ipf. столоверче́нием; ● il me fait tourner en bourrique — он меня́ совсе́м задёргал; он мне совсе́м го́лову задури́л

    vpr.
    - se tourner

    Dictionnaire français-russe de type actif > tourner

  • 96 naar de letter van de wet

    naar de letter van de wet

    Deens-Russisch woordenboek > naar de letter van de wet

  • 97 before

    A prep
    1 ( earlier than) avant ; the day before yesterday avant-hier ; the day before the interview la veille de l'entretien ; I was there the week before last j'y étais il y a deux semaines ; they hadn't met since before the war ils ne s'étaient pas vus depuis avant la guerre ; it should have been done before now ça aurait dû être fait avant ; phone if you need me before then téléphonez-moi si vous avez besoin de moi avant ; six weeks before then six semaines avant or auparavant ; she became a doctor, like her mother before her elle est devenue médecin comme sa mère ; before long it will be winter ce sera bientôt l'hiver ; before long, he was speaking Spanish fluently très vite, il parlait l'espagnol couramment ; not before time! ce n'est pas trop tôt! ; it was long before your time c'était bien avant ta naissance ;
    2 (in order, sequence, hierarchy) avant ; G comes before H in the alphabet dans l'alphabet le G est avant le H ; your name comes before mine on the list sur la liste ton nom est avant le mien ; the page before this one la page précédente ;
    3 (in importance, priority) avant ; to put quality before quantity placer la qualité avant la quantité ; for him, work comes before everything else pour lui le travail passe avant tout ; should we place our needs before theirs? devrions-nous accorder plus d'importance à nos besoins qu'aux leurs? ; ladies before gentlemen honneur aux dames ;
    4 ( this side of) avant ; turn left before the crossroads tournez à gauche avant le carrefour ;
    5The clock US ( in time expressions) ten before six six heures moins dix ;
    6 ( in front of) devant ; she appeared before them elle est apparue devant eux ; the desert stretched out before them le désert s'étendait devant eux ; before our very eyes sous nos propres yeux ; they fled before the invader ils ont fui devant l'envahisseur ;
    7 ( in the presence of) devant ; he was brought before the king on l'a amené devant le roi ; to appear before a court comparaître devant un tribunal ; to put proposals before a committee présenter des projets à une commission ; to bring a bill before parliament présenter un projet de loi au parlement ;
    8 ( confronting) face à ; they were powerless before such resistance ils étaient impuissants face à une telle résistance ; these are the alternatives before us voici les choix qui s'offrent à nous ; the task before us la tâche qui nous attend.
    B adj précédent ; the day before la veille ; the week/the year before la semaine/l'année précédente ; this page and the one before cette page et la précédente.
    C adv ( at an earlier time) avant ; as before comme avant ; before and after avant et après ; he had been there two months before il y était allé deux mois auparavant ; have you been to India before? est-ce que tu es déjà allé en Inde? ; I've never been there before je n'y suis jamais allé ; haven't we met before? on s'est déjà rencontré, il me semble? ; I've never seen him before in my life c'est la première fois que je le vois ; it's never happened before c'est la première fois que ça arrive ; long before bien avant.
    D conj
    1 ( in time) before I go, I would like to say that avant de partir, je voudrais dire que ; before he goes, I must remind him that avant qu'il parte, il faut que je lui rappelle que ; it was some time before she was able to walk again il lui a fallu un certain temps pour pouvoir marcher de nouveau ; before I had time to realize what was happening, he… avant que j'aie eu le temps de comprendre ce qui se passait, il… ; it will be years before I earn that much money! je ne gagnerai pas autant d'argent avant des années! ; oh, before I forget, did you remember to post that letter? avant que j'oublie, est-ce que tu as pensé à envoyer cette lettre? ;
    2 ( rather than) plutôt que ; he would die before betraying that secret il mourrait plutôt que de révéler ce secret ;
    3 (otherwise, or else) get out of here before I call the police! sortez d'ici ou j'appelle la police! ;
    4 ( as necessary condition) pour que (+ subj) ; you have to show your ticket before they'll let you in il faut que tu montres ton ticket pour qu'ils te laissent entrer.
    before you could say Jack Robinson en moins de temps qu'il ne faut pour le dire, en moins de deux ; before you know where you are… on n'a pas le temps de dire ouf que…

    Big English-French dictionary > before

  • 98 word

    A n
    1 ( verbal expression) mot m ; to say a few words about dire quelques mots sur ; those were his very words ce sont ses propres mots ; to have no words to express sth ne pas trouver les mots pour exprimer qch ; idle/well-chosen words mots en l'air/choisis ; long words mots savants ; in 120 words en 120 mots ; in a word, no en un mot, non ; there is no other word for it il n'y a pas d'autre mot (pour le dire) ; with these words he left sur ces mots il est parti ; in your own words avec tes propres mots ; I don't think ‘aunt’ is quite the right word je ne suis pas sûr que ‘tante’ soit le mot qui convienne ; the last word lit le dernier mot ; fig le dernier cri (in en) ; to get a word in placer un mot ; not in so many words pas exactement ; in other words en d'autres termes ; the spoken word la langue parlée ; the written word la langue écrite ; to put one's feelings ou thoughts into words exprimer ce qu'on ressent ; there's no such word as ‘can't’ ‘impossible’ n'est pas français ; what's the Greek word for ‘table’? comment dit-on ‘table’ en grec? ; a word of warning un avertissement ; a word of advice un conseil ; kind words paroles aimables ; vulgar is hardly the word for it vulgaire est trop peu dire ; lazy is a better word for him je dirais plutôt qu'il est paresseux ; I've said my last word on the subject j'ai dit tout ce que j'avais à dire sur le sujet ; too funny/sad for words trop drôle/triste ; in the words of Washington pour reprendre l'expression de Washington ; I believed every word he said je croyais tout ce qu'il me disait ; I mean every word of it je pense ce que je dis ; a word to all those who… quelques conseils pour tous ceux qui… ; a man of few words un homme peu loquace ;
    2 (anything, something) mot m ; without saying a word sans dire un mot ; I couldn't get a word out of her je n'ai pas réussi à tirer un mot d'elle ; not to believe/hear/understand a word of sth ne pas croire/entendre/comprendre un mot de qch ; not a word to anybody pas un mot à qui que ce soit ; I don't believe a word of it je n'en crois pas un mot ; not to have a good word to say about sb/sth n'avoir rien de bon à dire de qn/sur qch ; I want to say a word about honesty je voudrais dire quelque chose au sujet de l'honnêteté ; I didn't say a word! je n'ai pas ouvert la bouche! ; he won't hear a word against her il ne supporte pas qu'on dise quoi que ce soit contre elle ; the article didn't say a word about it l'article n'en a pas parlé ;
    3 ¢ ( information) nouvelles fpl (about concernant) ; we are waiting for word nous attendons des nouvelles ; there is no word of the missing climbers on est sans nouvelles des alpinistes disparus ; we are hoping for word that all is well nous espérons des bonnes nouvelles ; word got out that… la nouvelle a transpiré que… ; to bring word of sth annoncer qch ; to bring/send word that annoncer/faire savoir que ; he left word at the desk that… il a laissé un message à la réception disant que… ; to spread the word faire circuler la nouvelle ;
    4 (promise, affirmation) parole f ; he gave me his word il m'a donné sa parole ; to keep/break one's word tenir/ne pas tenir parole ; it's his word against mine c'est sa parole contre la mienne ; to hold sb to his/her word obliger qn à tenir parole ; a woman of her word une femme de parole ; to take sb's word for it croire qn sur parole ; to take sb at his/her word prendre qn au mot ; I've only got her word for it je n'ai que sa parole ; to doubt/question sb's word douter/mettre en doute les paroles de qn ; take my word for it! crois-moi! ; to go back on one's word revenir sur sa promesse ; to be as good as one's word tenir parole ; to be better than one's word faire plus que ce qu'on a promis ;
    5 ( rumour) word has it that he's a millionaire on dit qu'il est millionnaire ; word got round ou around that… le bruit a couru que… ;
    6 ( command) ordre m ; to give the word to do donner l'ordre de faire ; if you need anything just say the word si tu as besoin de quoi que ce soit, dis-le ; just say the word and I'll come tu n'as qu'un mot à dire et je viendrai ; at ou on the word of command, present arms à mon commandement, présentez armes ; their word is law ils font la loi ;
    7 ( key word) maître mot m ; the word now is devolution le maître mot est maintenant la décentralisation ;
    8 the Word Relig gen la bonne parole ; ( of Trinity) le Verbe ; to preach the Word prêcher la bonne parole ; the Word of God la parole de Dieu ;
    9 Comput mot m.
    1 ( oratory) paroles fpl ; show your support by deeds not words montrez votre soutien par des actes et non par des paroles ; empty words paroles vides de sens ;
    2 Theat, Mus ( of play) texte m ; ( of song) paroles fpl ; to forget one's words oublier son texte ; I'll sing the words je vais chanter les paroles ; to set the words to music mettre un texte en musique.
    C - worded (dans composés) a carefully-worded letter une lettre soigneusement formulée ; a strongly-worded statement un communiqué ferme ; a sarcastically-worded reply une réponse caustique.
    D vtr formuler [reply, letter, statement].
    my word! ( in surprise) ma parole! ; ( in reproof) tu vas voir! ; right from the word go dès le départ ; to have a word with sb about sth parler (un peu) à qn à propos de qch ; to have words with sb s'accrocher avec qn ; to put in a good word for sb glisser un mot en faveur de qn ; upon my word! ( in surprise) ma parole! ; ( confirming truth) parole d'honneur!

    Big English-French dictionary > word

  • 99 by

    by [baɪ]
    de côté1 (b) près de2 (a) au bord de2 (a) devant2 (b) par2 (c)-(f), 2 (h), 2 (o), 2 (q) à2 (d), 2 (p), 2 (q) en2 (d), 2 (q) de2 (g), 2 (m), 2 (n)
    she drove by without stopping elle est passée (en voiture) sans s'arrêter;
    he managed to squeeze by il a réussi à passer (en se faufilant);
    if you see him, just walk on by si tu le vois, ne t'arrête pas;
    two hours have gone by deux heures ont passé;
    as time went by he became less bitter avec le temps il est devenu moins amer
    (b) (aside, away) de côté;
    to lay or put sth by mettre qch de côté;
    she put some money by for her old age elle a mis de l'argent de côté pour ses vieux jours
    is there a bank close by? y a-t-il une banque près d'ici?;
    she sat or stood by while they operated elle est restée là pendant qu'ils opéraient;
    figurative how can you just sit or stand by while he suffers? comment peux-tu rester là sans rien faire alors qu'il souffre?;
    stand by in case of an emergency ne vous éloignez pas au cas où il y aurait une urgence
    (d) (to, at someone's home)
    I'll stop or drop by this evening je passerai ce soir;
    your mother came by this morning ta mère est passée ce matin
    (a) (near, beside) près de, à côté de;
    by a stream au bord ou près d'un ruisseau;
    by the sea au bord de la mer;
    she parked her car by the kerb elle gara sa voiture au bord du trottoir;
    come and sit by me or my side viens t'asseoir près ou auprès de moi;
    sitting by the fire assis près du feu;
    don't stand by the door ne restez pas debout près de la porte
    (b) (past) devant;
    she walked right by me elle passa juste devant moi;
    I drive by the school every day je passe (en voiture) devant l'école tous les jours
    (c) (through) par;
    she left by the back door elle est partie par la porte de derrière
    (d) (indicating means, method)
    to pay by cheque payer par chèque;
    by letter/phone par courrier/téléphone;
    to go by bus/car/plane/train aller en autobus/voiture/avion/train;
    send it by plane/ship envoyez-le par avion/bateau;
    by land/sea par (voie de) terre/mer;
    by land and sea par terre et par mer;
    it's quicker by train ça va plus vite en train;
    I know her by name/sight je la connais de nom/vue;
    literary he died by his own hand il est mort de sa propre main;
    you must wash it by hand il faut le laver à la main;
    was it made by hand/machine? a-t-il été fait à la main/machine?;
    by candlelight à la lumière d'une bougie;
    by moonlight au clair de lune;
    I can do it by myself je peux le faire (tout) seul;
    I'm all by myself tonight je suis tout seul ce soir
    it was built by the Romans il fut construit par les Romains;
    the house was surrounded by the police la police a cerné la maison;
    I was shocked by his reaction sa réaction m'a choqué;
    she had two daughters by him elle a eu deux filles de lui;
    she has a daughter by her first marriage/husband elle a une fille de son premier mariage/mari
    by chance/mistake par hasard/erreur;
    by working overtime he managed to pay off his debts en faisant des heures supplémentaires il a réussi à rembourser ses dettes;
    I'll lose by doing it j'y perdrai;
    he learned to cook by watching his mother il a appris à faire la cuisine en regardant sa mère
    a book by Toni Morrison un livre de Toni Morrison;
    a quartet by Schubert un quatuor de Schubert
    (h) (indicating part of person, thing held) par;
    carry it by the handle prends-le par la poignée;
    she took her by the hand elle l'a prise par la main;
    he seized him by the collar il l'a saisi par le col
    (i) (not later than, before)
    she'll be here by tonight/five o'clock elle sera ici avant ce soir/pour cinq heures;
    it must be done by tomorrow ça doit être fait pour demain;
    I'll have finished by Friday j'aurai fini pour vendredi;
    by the end of the 21st century illiteracy should be stamped out d'ici la fin du XXIème siècle l'analphabétisme devrait avoir disparu;
    by 1960 most Americans had television sets en 1960 la plupart des Américains avaient déjà un poste de télévision;
    by the time you read this letter I'll be in California lorsque tu liras cette lettre, je serai en Californie;
    by the time the police came the thieves had left le temps que la police arrive ou lorsque la police arriva, les voleurs étaient déjà partis;
    he should be in India by now il devrait être en Inde maintenant;
    she had already married by then à ce moment-là elle était déjà mariée
    by daylight au jour, à la lumière du jour;
    he works by night and sleeps by day il travaille la nuit et dort le jour
    (k) (according to) d'après;
    to call sb by his/her name appeler qn par son nom;
    they're rich, even by American standards ils sont riches même par rapport aux normes américaines;
    it's 6:15 by my watch il est 6 heures 15 à ou d'après ma montre;
    you can tell he's lying by the expression on his face on voit qu'il ment à l'expression de son visage
    (l) (in accordance with) selon, d'après;
    by law selon ou d'après la loi;
    Sport & figurative to play by the rules faire les choses dans les règles
    to do one's duty by sb faire son devoir envers qn;
    she's Canadian by birth elle est canadienne de naissance;
    cheerful by nature gai par nature, d'un naturel gai;
    he's an actor by trade or profession il est acteur de profession;
    familiar it's all right by me moi, je suis d'accord ou je n'ai rien contre;
    familiar if that's okay by you si ça te va, si tu es d'accord
    (n) (indicating degree, extent) de;
    Sport she won by five points elle a gagné de cinq points;
    I missed the train by less than a minute j'ai manqué le train de moins d'une minute;
    she's older than her husband by five years elle est plus âgée que son mari de cinq ans;
    increase your income by half augmentez vos revenus de 50 pour cent;
    they overcharged me by ten percent ils m'ont compté dix pour cent en trop;
    his second book is better by far son deuxième livre est nettement meilleur
    (o) (in calculations, measurements)
    multiply/divide 12 by 6 multipliez/divisez 12 par 6;
    the room is 6 metres by 3 (metres) la pièce fait 6 mètres sur 3 (mètres)
    (p) (indicating specific amount, duration)
    to be paid by the hour/week/month être payé à l'heure/à la semaine/au mois;
    Commerce they only sell by the kilo ils ne vendent qu'au kilo;
    Commerce it sold by the thousand ça s'est vendu par milliers;
    he rents his room by the week il loue sa chambre à la semaine
    little by little peu à peu;
    day by day jour par jour, de jour en jour;
    year by year d'année en année;
    two by two deux par deux
    north by west nord-quart-nord-ouest
    literary bientôt
    à propos
    that's by the by ça n'a pas d'importance

    Un panorama unique de l'anglais et du français > by

  • 100 clear

    clear [klɪə(r)]
    transparent1 (a) clair1 (a)-(f) vif1 (c) net1 (d), 1 (h), 1 (l) évident1 (f) certain1 (g) libre1 (i), 1 (k) tranquille1 (j) distinctement2 (a) entièrement2 (c) débarrasser4 (a), 4 (b) clarifier4 (c) autoriser4 (d) innocenter4 (e) franchir4 (f) finir4 (h) s'éclaircir5 (a), 5 (b)
    (a) (transparent → glass, plastic) transparent; (→ water) clair, limpide; (→ river) limpide, transparent; (→ air) pur;
    clear honey miel m liquide;
    clear soup (plain stock) bouillon m; (with meat) consommé m
    (b) (cloudless → sky) clair, dégagé; (→ weather) clair, beau (belle);
    on a clear day par temps clair;
    the sky grew clearer le ciel se dégagea;
    as clear as day(light) clair comme le jour ou comme de l'eau de roche
    (c) (not dull → colour) vif; (→ light) éclatant, radieux; (untainted → complexion) clair, frais (fraîche);
    clear blue bleu vif;
    to have (a) clear skin avoir la peau nette
    (d) (distinct → outline) net, clair; (→ photograph) net; (→ sound) clair, distinct; (→ voice) clair, argentin;
    Television the picture was very clear l'image était très nette;
    make sure your writing is clear efforcez-vous d'écrire distinctement ou proprement;
    the lyrics are not very clear je ne distingue pas très bien les paroles de la chanson;
    the sound was as clear as a bell on entendait un son aussi clair que celui d'une cloche
    (e) (not confused → mind) pénétrant, lucide; (→ thinking, argument, style) clair; (→ explanation, report) clair, intelligible; (→ instructions) clair, explicite; (→ message) en clair;
    I want to keep a clear head je veux rester lucide ou garder tous mes esprits;
    a clear thinker un esprit lucide;
    clear thinking is essential il est essentiel de garder un esprit lucide;
    he is quite clear about what has to be done il sait parfaitement ce qu'il y a à faire;
    I've got the problem clear in my head je comprends ou saisis le problème;
    to make one's meaning or oneself clear se faire comprendre;
    now let's get this clear - I want no nonsense comprenons-nous bien ou soyons clairs - je ne supporterai pas de sottises
    (f) (obvious, unmistakable) évident, clair;
    a clear indication of a forthcoming storm un signe certain qu'il va y avoir de l'orage;
    it is a clear case of favouritism c'est manifestement du favoritisme, c'est un cas de favoritisme manifeste;
    it's clear that he's lying il est évident ou clair qu'il ment;
    it's clear from her letter that she's unhappy sa lettre montre clairement qu'elle est malheureuse;
    it becomes clearer every day cela devient plus évident chaque jour;
    it's far from clear who will win the election on ne peut vraiment pas dire qui va gagner les élections;
    it was not clear who had won on ne savait pas exactement qui avait gagné;
    it is clear to me that he is telling the truth pour moi, il est clair qu'il dit la vérité;
    he was unable to make his meaning clear il n'arrivait pas à s'expliquer;
    we want to make it clear that… nous tenons à préciser que…;
    to make it clear to sb that… bien faire comprendre à qn que…;
    she made it quite clear to them what she wanted elle leur a bien fait comprendre ce qu'elle voulait;
    it is important to make clear exactly what our aims are il est important de bien préciser quels sont nos objectifs;
    is that clear? est-ce que c'est clair?;
    do I make myself clear? est-ce que je me fais bien comprendre?, est-ce que c'est bien clair?;
    humorous as clear as mud clair comme l'encre
    (g) (free from doubt, certain) certain;
    she seems quite clear about what she wants elle sait très bien ce qu'elle veut;
    I want to be clear in my mind about it je veux en avoir le cœur net
    (h) (unqualified) net, sensible;
    it's a clear improvement over the other c'est nettement mieux que l'autre, il y a un net progrès par rapport à l'autre;
    they won by a clear majority ils ont gagné avec une large majorité
    (i) (unobstructed, free → floor, path) libre, dégagé; (→ route) sans obstacles, sans danger; (→ view) dégagé;
    the roads are clear of snow les routes sont déblayées ou déneigées;
    clear of obstacles sans obstacles;
    I left the desk clear j'ai débarrassé le bureau;
    his latest X-rays are clear ses dernières radios ne montrent rien d'anormal;
    clear space espace m libre;
    we had a clear view of the sea nous avions une très belle vue sur la mer;
    to be clear of sth être débarrassé de qch;
    we're clear of the traffic nous sommes sortis des encombrements;
    we were clear of the last checkpoint nous avions passé le dernier poste de contrôle;
    once the plane was clear of the trees une fois que l'avion eut franchi les arbres;
    to be clear of debts être libre de dettes;
    figurative can you see your way clear to lending me £5? auriez-vous la possibilité de me prêter 5 livres?;
    all clear! (there's no traffic, no one is watching) vous pouvez y aller, la voie est libre; Military fin d'alerte!
    (j) (free from guilt → conscience) tranquille;
    is your conscience clear? as-tu la conscience tranquille?;
    I can go home with a clear conscience je peux rentrer la conscience tranquille
    (k) (time) libre;
    his schedule is clear il n'a rien de prévu sur son emploi du temps;
    I have Wednesday clear je n'ai rien de prévu pour mercredi;
    we have four clear days to finish nous avons quatre jours pleins ou entiers pour finir
    (l) (net → money, wages) net;
    he brings home £300 clear il gagne 300 livres net;
    a clear profit un bénéfice net;
    a clear loss une perte sèche;
    clear of taxes net d'impôts
    (m) Linguistics antérieur
    (a) (distinctly) distinctement, nettement;
    Radio reading you loud and clear je te reçois cinq sur cinq;
    I can hear you as clear as a bell je t'entends très clairement
    (b) (away from, out of the way)
    to get clear of sb échapper à qn;
    when we got clear of the town quand nous nous sommes éloignés de la ville;
    when I get clear of my debts quand je serai débarrassé de mes dettes;
    we pulled him clear of the wrecked car/of the water nous l'avons sorti de la carcasse de la voiture/de l'eau;
    she was thrown clear of the car elle a été éjectée de la voiture;
    stand clear! écartez-vous!;
    stand clear of the entrance! dégagez l'entrée!;
    stand clear of the doors! attention à la fermeture automatique des portes!;
    to keep or steer clear of sth éviter qch;
    Nautical to steer clear of a rock passer au large d'un écueil
    (c) (all the way) entièrement, complètement;
    you can see clear to the mountain on peut voir jusqu'à la montagne;
    they went clear around the world ils ont fait le tour du monde;
    the thieves got clear away les voleurs ont disparu sans laisser de trace
    3 noun
    (idiom) to be in the clear (out of danger) être hors de danger; (out of trouble) être tiré d'affaire; (free of blame) être blanc comme neige; (above suspicion) être au-dessus de tout soupçon; (no longer suspected) être blanchi (de tout soupçon); Sport être démarqué
    (a) (remove → object) débarrasser, enlever; (→ obstacle) écarter; (→ weeds) arracher, enlever;
    clear the papers off the desk enlevez ces papiers du bureau, débarrassez le bureau de ces papiers;
    she cleared the plates from the table elle a débarrassé la table
    (b) (remove obstruction from → gen) débarrasser; (→ entrance, road) dégager, déblayer; (→ forest, land) défricher; (→ streets, room) faire évacuer; (→ pipe) déboucher;
    it's your turn to clear the table c'est à ton tour de débarrasser la table ou de desservir;
    to clear one's desk (tidy) débarrasser son bureau; (complete pending tasks) régler les affaires en suspens;
    to clear one's throat se racler la gorge;
    this land has been cleared of trees ce terrain a été déboisé;
    clear the room! évacuez la salle!;
    the judge cleared the court le juge a fait évacuer la salle;
    the police cleared the way for the procession la police a ouvert un passage au cortège;
    figurative the talks cleared the way for a ceasefire les pourparlers ont préparé le terrain ou ont ouvert la voie pour un cessez-le-feu;
    also figurative to clear the ground déblayer le terrain;
    to clear the decks (prepare for action) se mettre en branle-bas de combat; (make space) faire de la place, faire le ménage
    (c) (clarify → liquid) clarifier; (→ wine) coller, clarifier; (→ skin) purifier; (→ complexion) éclaircir;
    open the windows to clear the air ouvrez les fenêtres pour aérer;
    figurative his apology cleared the air ses excuses ont détendu l'atmosphère;
    I went for a walk to clear my head (from hangover) j'ai fait un tour pour m'éclaircir les idées; (from confusion) j'ai fait un tour pour me rafraîchir les idées ou pour me remettre les idées en place
    (d) (authorize) autoriser, approuver;
    the plane was cleared for take-off l'avion a reçu l'autorisation de décoller;
    the editor cleared the article for publication le rédacteur en chef a donné son accord ou le feu vert pour publier l'article;
    the investigators cleared him for top secret work après enquête, il a été autorisé à mener des activités top secret;
    you'll have to clear it with the boss il faut demander l'autorisation ou l'accord ou le feu vert du patron
    (e) (vindicate, find innocent) innocenter, disculper;
    to clear sb of a charge disculper qn d'une accusation;
    he was cleared of having been drunk in charge of a ship accusé d'avoir tenu les commandes (d'un navire) en état d'ivresse, il a été disculpé;
    the court cleared him of all blame la cour l'a totalement disculpé ou innocenté;
    give him a chance to clear himself donnez-lui la possibilité de se justifier ou de prouver son innocence;
    to clear one's name se justifier, défendre son honneur
    (f) (avoid touching) franchir; (obstacle) éviter;
    to clear a ditch sauter ou franchir un fossé;
    the horse cleared the fence with ease le cheval a sauté sans peine par-dessus ou a franchi sans peine la barrière;
    the plane barely cleared the trees l'avion a franchi les arbres de justesse;
    hang the curtains so that they just clear the floor accrochez les rideaux de façon à ce qu'ils touchent à peine le parquet
    she cleared 10 percent on the deal l'affaire lui a rapporté 10 pour cent net ou 10 pour cent tous frais payés;
    I clear a thousand pounds monthly je fais un bénéfice net de mille livres par mois
    (h) (dispatch → work) finir, terminer; Commerce (→ stock) liquider;
    he cleared the backlog of work il a rattrapé le travail en retard;
    we must clear this report by Friday il faut que nous nous débarrassions de ce rapport avant vendredi
    (i) (settle → account) liquider, solder; (→ cheque) compenser; (→ debt) s'acquitter de; (→ dues) acquitter
    (j) (of customs officer → goods) dédouaner; (→ ship) expédier
    to clear customs (person) passer la douane; (shipment) être dédouané;
    the bill cleared the Senate le projet de loi a été voté par le Sénat
    (l) Medicine (blood) dépurer, purifier; (bowels) purger, dégager
    to clear the ball dégager le ballon
    (n) Technology (decode) déchiffrer
    to clear the screen vider l'écran
    (a) (weather) s'éclaircir, se lever; (sky) se dégager; (fog) se lever, se dissiper;
    it's clearing le temps se lève, le ciel se dégage
    (b) (liquid) s'éclaircir; (skin) devenir plus sain; (complexion) s'éclaircir; (expression) s'éclairer;
    her face cleared son visage s'est éclairé
    (c) (cheque) être encaissé;
    it takes three days for the cheque to clear il y a trois jours de délai d'encaissement
    (d) (obtain clearance) recevoir l'autorisation
    (remove) enlever, ôter; (one's things) ranger;
    we cleared away the dishes nous avons débarrassé (la table) ou desservi
    (a) (tidy up) débarrasser, desservir
    (b) (disappear → fog, mist) se dissiper
    familiar filer;
    clear off! dégage!, fiche le camp!
    (a) (get rid of → debt) s'acquitter de; Commerce (→ stock) liquider
    (b) (remove) retirer, enlever
    (a) (tidy) nettoyer, ranger; (empty → cupboard) vider; (→ room) débarrasser
    (b) (throw out → rubbish, old clothes) jeter;
    he cleared everything out of the house il a fait le vide dans la maison;
    to clear everyone out of a room faire évacuer une pièce
    (c) familiar (leave without money) nettoyer, plumer;
    that last game cleared me out je me suis fait plumer dans cette dernière partie;
    I'm cleared out je suis fauché ou à sec
    (d) familiar (goods, stock) épuiser
    familiar (leave building, room etc) filer, déguerpir; (leave home → spouse, partner) se tirer;
    he was clearing out when I arrived il faisait ses valises quand je suis arrivé;
    he told us to clear out il nous a ordonné de disparaître;
    clear out (of here)! dégage!, fiche le camp!
    (a) (settle → problem) résoudre; (→ misunderstanding) dissiper; (→ mystery) éclaircir, résoudre;
    can you clear up this point? pouvez-vous éclaircir ce point?;
    let's clear this matter up tirons cette affaire au clair
    (b) (tidy up) ranger, faire du rangement dans;
    clear up that mess in the garden, will you? range-moi ce fouillis dans le jardin, d'accord?;
    I have a lot of work to clear up j'ai beaucoup de travail à rattraper
    (a) (weather) s'éclaircir, se lever; (fog, mist) se dissiper, se lever;
    it's clearing up le temps se lève
    (b) (spots, rash) disparaître;
    his cold is clearing up son rhume tire à sa fin
    (c) (tidy up) ranger, faire le ménage;
    I'm fed up with clearing up after you j'en ai assez de faire le ménage derrière toi

    Un panorama unique de l'anglais et du français > clear

См. также в других словарях:

  • Loi Création et Internet — Titre Loi n°2009 669 du 12 juin 2009 favorisant la diffusion et la protection de la création sur internet Abréviation LCI Pays  France Type …   Wikipédia en Français

  • Loi HADOPI — Loi Création et Internet Loi Création et Internet Titre Loi n°2009 669 du 12 juin 2009 favorisant la diffusion et la protection de la création sur internet Abréviation LCI Pays  France Type …   Wikipédia en Français

  • Loi Hadopi — Loi Création et Internet Loi Création et Internet Titre Loi n°2009 669 du 12 juin 2009 favorisant la diffusion et la protection de la création sur internet Abréviation LCI Pays  France Type …   Wikipédia en Français

  • Loi Hadœpi — Loi Création et Internet Loi Création et Internet Titre Loi n°2009 669 du 12 juin 2009 favorisant la diffusion et la protection de la création sur internet Abréviation LCI Pays  France Type …   Wikipédia en Français

  • Loi favorisant la diffusion et la protection de la création sur internet — Loi Création et Internet Loi Création et Internet Titre Loi n°2009 669 du 12 juin 2009 favorisant la diffusion et la protection de la création sur internet Abréviation LCI Pays  France Type …   Wikipédia en Français

  • Loi hadopi — Loi Création et Internet Loi Création et Internet Titre Loi n°2009 669 du 12 juin 2009 favorisant la diffusion et la protection de la création sur internet Abréviation LCI Pays  France Type …   Wikipédia en Français

  • lettre — [ lɛtr ] n. f. • Xe; lat. littera I ♦ 1 ♦ (XIIe) Signe graphique qui, employé seul ou combiné avec d autres, représente, dans la langue écrite (écriture alphabétique, syllabique), un phonème ou un groupe de phonèmes. ⇒ caractère, graphème . Les… …   Encyclopédie Universelle

  • lettré — lettre [ lɛtr ] n. f. • Xe; lat. littera I ♦ 1 ♦ (XIIe) Signe graphique qui, employé seul ou combiné avec d autres, représente, dans la langue écrite (écriture alphabétique, syllabique), un phonème ou un groupe de phonèmes. ⇒ caractère, graphème …   Encyclopédie Universelle

  • Loi Française Du 23 Février 2005 Portant Reconnaissance De La Nation Et Contribution Nationale En Faveur Des Français Rapatriés — Loi du 23 février 2005 Titre Loi n° 2005 158 du 23 février 2005 portant reconnaissance de la Nation et contribution nationale en faveur des Français rapatriés Code NOR : DEFX0300218L Pays …   Wikipédia en Français

  • Loi du 23 février — Loi française du 23 février 2005 portant reconnaissance de la Nation et contribution nationale en faveur des Français rapatriés Loi du 23 février 2005 Titre Loi n° 2005 158 du 23 février 2005 portant reconnaissance de la Nation et contribution… …   Wikipédia en Français

  • Loi du 23 février 2005 — Loi française du 23 février 2005 portant reconnaissance de la Nation et contribution nationale en faveur des Français rapatriés Loi du 23 février 2005 Titre Loi n° 2005 158 du 23 février 2005 portant reconnaissance de la Nation et contribution… …   Wikipédia en Français

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»