-
21 beef
n. (Slang) klacht, dispuut, gemopper--------n. rundvlees; kracht; vetgemeste stier--------v. klagen (slang)beef1[ bie:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————beef2〈zelfstandig naamwoord; meervoud: Brits-Engels beeves〉 〈 vaak meervoud〉1 (gemest/geslacht) rund ⇒ mest/slachtvee, 〈 in het bijzonder〉 os————————beef31 kankeren ⇒ mopperen, zeuren -
22 bloom
n. bloem; bloei; gloed; poeder--------v. ontbloeien; glinsterenbloom1[ bloe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bloei(tijd) ⇒ kracht, hoogste ontwikkeling4 blos ⇒ gloed, ongereptheid♦voorbeelden:in the bloom of one's youth • in de kracht van zijn jeugd————————bloom2〈 werkwoord〉1 bloeien ⇒ in bloei zijn/staan3 floreren ⇒ gedijen, tieren5 zich ontwikkelen ⇒ (op)bloeien, uitgroeien♦voorbeelden: -
23 by itself
alleen, op eigen krachtby itselfalleen, op eigen kracht -
24 centripetal
-
25 dash
n. ietsje; scheutje (drank); slag, dreun; spurt, uitval; (100 m.) sprint--------v. (vooruit)stormen, denderen; (met grote kracht) slaan, smijten, beukendash1[ dæsj]1 ietsje, tik(kelt)je ⇒ scheutje; snu(i)fje2 (snelle, krachtige) slag ⇒ dreun3 spurt ⇒ sprint, uitval5 penne/penseelstreek♦voorbeelden:dash of pepper • snufje peperthe prisoners made a dash for freedom • de gevangenen deden een snelle uitbreekpoging1 elan ⇒ zwier, durf————————dash21 (vooruit)stormen ⇒ (zich) storten, denderen♦voorbeelden:dash along/past • voorbijstuivendash away • wegstormen, zich uit de voeten makendash off • er (als de gesmeerde bliksem) vandoor gaandash up • komen aansnellen1 (met grote kracht) slaan ⇒ smijten, beuken♦voorbeelden:dash down • neersmijtenthe waves dashed against the rocks • de golven beukten tegen de rotsen2 (be)spatten ⇒ besmeuren, (be)sprenkelen3 snel/gehaast doen♦voorbeelden:dash one's/someone's brains out • zijn hersenpan kraken, iemand de hersens inslaan2 dash mud over something, dash something with mud • iets met modder bespatten/besmeuren3 dash something down/off • iets nog even gauw eruit stampen/opschrijven4 dash it (all)! • verdraaid!, nondeju! -
26 effect
n. effect; uitwerking, resultaat, gevolg--------v. effectereneffect1[ iffekt]♦voorbeelden:1 of no effect • vruchteloos, tevergeefsjust for effect • alleen maar om indruk te maken¶ in effect • in feite, eigenlijk♦voorbeelden:a message to the effect that • een berichtje (dat erop neerkomt) datcome into effect, take effect • van kracht worden♦voorbeelden:————————effect2〈 werkwoord〉1 bewerkstelligen ⇒ teweegbrengen, veroorzaken♦voorbeelden:effect one's purpose • zijn doel verwezenlijken -
27 energy
n. energie; kracht[ ennədzjie] 〈meervoud: energies〉♦voorbeelden:devote all one's energies to • al zijn krachten wijden aan -
28 flat out
flat out -
29 flat
adj. plat, vlak; vierkant; standaard; verschaald; mat; te laag; flat, etage; mol--------adv. plat; compleet; zeker; precies; zonder rente--------n. flat, woning; een plat voorwerp; oppervlak; vlakte; platte band, beland; mineur (in muziek)flat1[ flæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 flat ⇒ etage, appartement3 platte kant ⇒ vlak, hand(palm)4 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉lekke/lege band♦voorbeelden:————————flat2〈flatter; flatness〉♦voorbeelden:¶ be in/go into a flat spin • in de war/opgewonden zijn/rakenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:1 fall flat • mislukken, geen effect oogsten1 rond ⇒ op de kop af, exact♦voorbeelden:————————flat3〈 bijwoord〉1 plat ⇒ vlak, uitgestrekt♦voorbeelden: -
30 flush
adj. vloed, (plotselinge) stroom; (water)spoeling; weelderig groei; opwinding, roes; blos; flush (kaartspel); rijkelijk voorzien; doorspoelen, doortrekken (v. toilet); kleuren, blozen; onder water zetten--------n. rood aangelopen (van blozen); wegspoeling, afspoeling; verlossing; stroom water; vooruitstrevenheid; enthousiasme, opwinding; kracht--------v. blozen; rood worden; weg stromen (met water), doortrekken (toilet), snel stromend; ophitsen; (in computers) een deel van het geheugen vrijmaken, het geheugen schonen (legen)flush1[ flusj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vloed ⇒ (plotselinge) stroom, vloedgolf2 (water)spoeling ⇒ het door/om/schoonspoelen5 opwinding ⇒ uitgelatenheid, roes6 frisheid ⇒ bloei, kracht7 blos♦voorbeelden:→ royal royal/————————flush2〈bijvoeglijk naamwoord; voornamelijk predicatief〉♦voorbeelden:————————flush33 op/wegvliegen♦voorbeelden:2 flush up • kleuren, blozenflush with shame • rood worden van schaamteII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (schoon)spoelen ⇒ om/uit/doorspoelen3 doen kleuren/blozen4 opwinden ⇒ opgetogen maken, aanvuren5 doen op/wegvliegen ⇒ op/verjagen♦voorbeelden:flushed with victory • in een overwinningsroes————————flush4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 fit flush into • gelijk vallen/zijn met, één vlak vormen met -
31 freshen
v. in kracht toenemen; zich verfrissen[ fresjn] 〈 meteorologie〉 -
32 impetus
n. impuls, stimulans, aansporing, prikkel, voortstuwende kracht, aandrang, aandrift, vaart[ impittəs]2 drijvende kracht ⇒ drijf/stuwkracht, drijfveer -
33 intensity
n. kracht, intensiteit; moed, sterkte; (in computers) duidelijkheid (van het beeld), de hoeveelheid (helderheid) van het licht dat door het scherm wordt uitgestraald[ intensətie]1 intensiteit ⇒ sterkte, (mate van) hevigheid/kracht -
34 invigorate
-
35 kick
n. trap; schop; terugstoot; genot (spreektaal); gekheid die weer overgaat; kracht--------v. schoppen; eruit schoppen; eruit gooien; tijdelijk iemand van het internet verwijderen (in computers); aanmoedigen; laden (van een geweer); tegenstand bieden; klagen (slang); spartelenkick1[ kik]♦voorbeelden:3 do something for kicks • iets voor de lol/sensatie doen1 kracht ⇒ fut, energie♦voorbeelden:this martini has a lot of kick in it • deze martini is heel koppig————————kick2♦voorbeelden:3 kick against/at • protesteren/rebelleren tegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schoppen ⇒ trappen, wegtrappen♦voorbeelden:kick back • terugschoppenkick out • eruit schoppen/trappen, verstoten, ontslaan -
36 might
n. macht, kracht; het indrukwekkend zijn--------v. kan, kun, kunt; het is mogelijk; misschienmight1[ majt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————might2〈werkwoord; verleden tijd van may; ontkennende verkorting mightn't [majntnt]〉3 〈 voornamelijk na uitdrukkingen van hoop, vrees, wens enz.; voornamelijk onvertaald〉 mocht(en) ⇒ moge(n)♦voorbeelden:1 might I ask you a question? • zou ik u een vraag mogen stellen?it might be a good idea to … • het zou misschien goed zijn te …I might have known • ik had het kunnen weten -
37 muscle
n. spier; kracht--------v. zich indringen bij; inbreuk maken op[ musl]1 spier♦voorbeelden:not move a muscle • geen spier vertrekken2 put some muscle into your attitude! • toon eens wat meer ruggengraat! -
38 potency
n. (seksuele) potentie, vermogen, kracht[ pootnsie] 〈meervoud: potencies〉1 potentie(el) ⇒ (seksueel) vermogen, kracht♦voorbeelden: -
39 practitioner
n. beoefenaar, beroeps(kracht) (in de geneeskunde of advocatuur)[ præktisjənə]1 beoefenaar ⇒ practicus, beroeps(kracht)♦voorbeelden:→ general general/ -
40 retroactive
adj. (met) terugwerkend(e kracht)[ retrooæktiv]
См. также в других словарях:
Kracht — steht für: einen Ortsteil von Lennestadt im Sauerland Kracht ist der Familienname folgender Personen: Christian Kracht (* 1966), schweizerischer Schriftsteller und Journalist Christian Kracht (senior) (1921–2011), deutscher Journalist und… … Deutsch Wikipedia
Kracht — 1. Übername zu mnd. kracht »Kraft« für einen starken Menschen. 2. Aus dem gleich bedeutenden niederdeutschen Rufnamen Crachto hervorgegangener Familienname … Wörterbuch der deutschen familiennamen
kracht — powa, krakti … Woordenlijst Sranan
Kracht (Lennestadt) — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Christian Kracht — (2007) Christian Kracht (* 29. Dezember 1966 in Saanen) ist ein schweizerischer Schriftsteller und Journalist. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Christian Kracht — Christian Kracht, né le 29 décembre 1966 à Saanen, est un écrivain suisse de langue allemande. Christian Kracht Sommaire 1 … Wikipédia en Français
Christian Kracht — (German pronunciation: [ˈkʁaxt]; born 29 December 1966) is a Swiss novelist and journalist. Christian Kracht Contents 1 … Wikipedia
Ernst Kracht — (* 15. April 1890 in Neumünster; † 5. Februar 1983 in Flensburg) war vor 1933 ein deutschnationaler, von 1933 bis 1945 ein nationalsozialistischer Politiker sowie SS Sturmbannführer. Nach 1945 wurde er Chef der Staatskanzlei in Schleswig Holstein … Deutsch Wikipedia
Felix Kracht — (* 13. Mai 1912 in Krefeld; † 3. Oktober 2002 in Kirchweyhe bei Bremen) war ein deutscher Ingenieur, Pilot und Luftfahrtpionier. Ihm gelang 1937 erstmals der vollständige Überflug der Alpen in einem selbstkonstruierten Segelflugzeug. Er ist der… … Deutsch Wikipedia
Pierre Kracht — Deutschland Pierre Kracht Personenbezogene Informationen Geburtsdatum 13. Januar 1986 Geburtsort Iserlohn, Nordrhein Westfalen, Deutsch … Deutsch Wikipedia
Hildebrand von Kracht — Unterschrift … Deutsch Wikipedia