-
1 act
n. handeling; daad; akte; wet; nummer, bedrijf--------v. handelen, optreden; zich gedragen, toneelspelen, een rol spelenact1[ ækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 handeling ⇒ daad, werk♦voorbeelden:act of war • oorlogshandeling2 〈 Amerikaans-Engels〉 act of Congress, 〈 Brits-Engels〉act of Parliament • wet van het Congres/Parlementgo into one's act • zijn bekende grapjes uithalenput on an act • komedie spelenact of God • straffe Gods; 〈 verzekeringswezen〉overmacht, force majeure 〈 met betrekking tot natuurgeweld〉catch/take someone in the (very) act • iemand op heterdaad betrappen〈 slang〉 get one's act together • orde op zaken stellen, zijn zaakjes voor elkaar krijgensteal the act • uitbenI was in the (very) act of writing a letter • ik was net een brief aan het schrijven————————act22 handelen ⇒ optreden, iets doen6 komedie spelen ⇒ zich aanstellen, veinzen♦voorbeelden:he acts like a fool • hij gedraagt zich als een dwaas2 why don't the police act? • waarom grijpt de politie niet in?the chairman asked her to act for him • de voorzitter vroeg haar om hem te vervangen¶ Ayckbourn's plays act well • de stukken van Ayckbourn zijn goed speelbaar/bekken goedII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitbeelden ⇒ spelen, uitspelen♦voorbeelden:act out one's emotions • zijn gevoelens uitspelen/naar buiten brengen -
2 cue
n. teken; wenk, aanduiding; voorbeeld; biljartstok--------v. aangeven, aantekenen; toespelencue1[ kjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aansporing ⇒ wenk, hint3 richtsnoer ⇒ voorbeeld, leidraad♦voorbeelden:————————cue2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 exit
n. uitgang--------v. er uit gaan, naar buiten gaan,weg gaanexit1[ eksit, egzit] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 vertrek♦voorbeelden:————————exit2〈 werkwoord〉2 heengaan ⇒ overlijden, sterven♦voorbeelden: -
4 miscast
v. verkeerde acteurs samenstellen; misrekenenmiscast1 verkeerd optellen/berekenen -
5 off
adj. gesloten; afgezegd; aan de kant (weg); vrij (vrije dag); aan de rechterkant van de weg--------adv. verder; weg; af--------interj. verder!--------n. dicht--------prep. van; opoff1[ of] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 minder (goed) ⇒ slecht(er), teleurstellend♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:4 off chance • kleine/geringe kans4 van de baan ⇒ afgelast, uitgesteld5 weg ⇒ vertrokken, gestart6 uit(geschakeld) ⇒ buiten werking, niet aan♦voorbeelden:this sausage is off • dit worstje is bedorven3 a bit off • niet in de haak, niet zoals het hoort5 be/get off to a good/bad start • goed/slecht beginnen(be) off with you • maak dat je wegkomt6 the water is off • het water is afgesloten/niet aangesloten————————off2〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈 verwijdering of afstand in ruimte of tijd〉 verwijderd ⇒ weg, (er)af, ver, hiervandaan; 〈 dramaturgie〉 achter de coulissen2 〈 einde, voltooiing of onderbreking〉af ⇒ uit, helemaal, ten einde♦voorbeelden:chase the dog off • de hond wegjagenrun a few pounds off • er een paar pondjes afrennensend off a letter • een brief versturenfar off in the mountains • ver weg in de bergenoff with his head • maak hem een kopje kleineroff with it • weg ermeeoff with you • maak dat je wegkomtkill off • uitroeienturn off the radio • zet de radio af3 5% off • met 5% korting¶ off and on • af en toe, nu en danbe well/badly off • rijk/arm zijn————————off3〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting met betrekking tot een beweging; ook figuurlijk〉 van ⇒ van af, vandaan, verwijderd van2 〈 bron〉op ⇒ van, met, uit4 〈ligging met betrekking tot een plaats; ook figuurlijk〉van … af ⇒ naast, opzij van, uit♦voorbeelden:she fell off the chair • zij viel van de stoeltake your hands off me • hou je handen thuisit bounced off the wall • het ketste van de muur terugI bought it off a gypsy • ik heb het van een zigeuner gekochtI got this information off John • ik heb deze informatie van John gekregenlive off the land • van het land leven3 off duty • vrij (van dienst), buiten dienstI've gone off fish • ik lust geen vis meera house off the road • een huis opzij van de wegan alley off the square • een steegje dat op het plein uitkomta year or two off sixty • een jaar of wat onder de zestig -
6 producer
n. fabrikant; producent[ prədjoe:sə] -
7 tryout
n. proef♦voorbeelden: -
8 understudy
n. plaatsvervanger, invaller--------v. een rol instuderen om als vervanger van een der spelers te kunnen optreden; vervangen (een acteur of actrice)understudy1[ - studdie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: understudies〉————————understudy2〈 werkwoord〉 〈 dramaturgie〉 -
9 dramatic
adjective(lit. or fig.) dramatischdramatic art — Dramatik, die
* * *[drə'mætik]1) (of or in the form of a drama: a dramatic performance.) Schauspiel-...2) (vivid or striking: a dramatic improvement; She made a dramatic entrance.) dramatisch3) ((of a person) showing (too) much feeling or emotion: She's very dramatic about everything.) dramatisch* * *dra·mat·ic[drəˈmætɪk, AM -t̬-]1. (in theatre) Theater-\dramatic production Bühnenbearbeitung f, Inszenierung f\dramatic work [Theater]stück nt\dramatic irony LIT tragische Ironie\dramatic monologue LIT dramatischer Monolog\dramatic poetry LIT dramatische Dichtung2. (action-filled) dramatisch\dramatic climax dramatischer Höhepunkt\dramatic spectacle dramatisches Schauspielshe looked rather \dramatic sie wirkte ziemlich theatralisch\dramatic gesture theatralische Gestethere's been a \dramatic rise in unemployment die Arbeitslosigkeit ist drastisch angestiegen* * *[drə'mtɪk]1. adj1) dramatisch; change einschneidend, dramatischthere was a dramatic improvement (in it) — es verbesserte sich dramatisch
dramatic works — dramatische Werke pl, Dramen pl
his dramatic ability — seine schauspielerischen Fähigkeiten
dramatic art — Theater nt
dramatic film — Filmdrama nt
2. n dramatics3. pl1) (= theatricals) Theater nt2)(= histrionics)
his/her etc dramatics — sein/ihr etc theatralisches Getue* * *dramatic [drəˈmætık]A adj (adv dramatically)1. dramatisch, Schauspiel…: → academic.ru/78501/unity">unity 12. Schauspiel(er)…, Theater…:dramatic critic Theaterkritiker(in);dramatic rights Aufführungs-, Bühnenrechte3. bühnengerecht4. MUS dramatisch (Sopran etc):dramatic tenor Heldentenor m5. fig dramatisch, spannend, auf-, erregend6. figa) drastisch, einschneidend (Veränderungen etc): their number has increased dramatically hat sich drastisch erhöhtb) aufsehenerregend (Rede, Schrift etc)c) drastisch, besonders anschaulich (Beispiel)B spl1. (auch als sg konstruiert) Dramaturgie f (Lehre von den Regeln für die äußere Bauform und die Gesetzmäßigkeiten der inneren Struktur des Dramas)* * *adjective(lit. or fig.) dramatischdramatic art — Dramatik, die
* * *adj.dramatisch adj. -
10 OTT
-
11 alienation
n. vervreemding; onteigening; verwijdering[ eeliəneesjn] -
12 aside
adv. opzij,terzijde--------n. een zijdelinge opmerking van een acteuraside1[ əsajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————aside2〈 bijwoord〉1 terzijde ⇒ opzij, zijwaarts♦voorbeelden: -
13 backstage
-
14 curtain call
-
15 down
n. Down (johan lengdon hayden, engelse dokter,down syndroom een ziekte genoemd naar zijn naam)down1[ daun]♦voorbeelden:¶ have a down on someone • de pest/een hekel hebben aan iemand1 dons ⇒ haartjes, veertjesIII 〈meervoud; Down〉♦voorbeelden:1 the North/South Downs • de noordelijke/zuidelijke heuvelrug in Zuid-Engeland————————down21 neergaand ⇒ naar onder/beneden leidend2 beneden♦voorbeelden:2 it's 7.030, but no one is down yet • het is 7.30, maar er is nog niemand beneden¶ cash down • contante betaling, handje contantjedown payment • contante betaling————————down3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 down an aeroplane • een vliegtuig neerschieten/halen————————down4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:bend down • bukken, vooroverbuigencome down (in life) • aan lager wal (ge)rakenthe sun goes down • de zon gaat ondergo down (south) • naar het zuiden trekkengo down in price • goedkoper wordengo down three to one • met drie-een verliezenkeep down • onder de duim houden, onderdrukkenkeep down one's food • zijn eten binnenhoudenput down in writing • opschrijventhe wind went/died down • de wind ging liggenup and down • op en neerdown on your knees! • op de knieën!down with the president! • weg met de president!down! • liggen!, koest!, af! 〈 tegen hond〉go down to the country • het platteland bezoekentrack someone down • iemand opsporen〈 Amerikaans-Engels〉 down south • in/naar de zuidelijke staten¶ eight down and two to go • acht gespeeld, nog twee te spelendeep down inside, down under • in zijn binnenstedown under • bij de tegenvoeters, in Australië en Nieuw-Zeeland————————down5〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:roll down (the) hill • (van) de berg (af)rollendown (the) river • de rivier af, verder stroomafwaartsdown South • zuidwaarts, in het zuidenhe went down the street • hij liep de straat doordown town • de stad in, in het centrum -
16 dramatics
-
17 dresser
-
18 enact
v. bepalen, vaststellen; tot wet verheffen; opvoeren[ inækt] -
19 ensemble
n. geheel; stel; groep[ onsombl] -
20 enter
v. binnengaan, binnenkomen; gaan in; opgeven; boeken[ entə]♦voorbeelden:1 gaan in/op/bij ⇒ zich begeven in, zijn intrede doen in2 in/bijschrijven ⇒ opschrijven, noteren 〈 in boek, notulen〉; boeken 〈 in kasboek〉; opnemen, plaatsen 〈 in boek〉; intypen, invoeren 〈 gegevens〉6 inzenden♦voorbeelden:enter against • op rekening schrijven van
См. также в других словарях:
dramaturgie — [ dramatyrʒi ] n. f. • 1775; autre sens 1668; gr. dramatourgia ♦ Didact. Art de la composition dramatique. Dramaturgie et scénographie. Traité de composition dramatique. Adj. DRAMATURGIQUE , 1777 . ● dramaturgie nom féminin (de dramaturge) Art de … Encyclopédie Universelle
dramaturgie — DRAMATURGÍE s.f. 1. Totalitatea operelor dramatice care aparţin unui popor, unei epoci, unei şcoli literare, unui scriitor etc. 2. Arta de a scrie piese de teatru, de a le pune în scenă şi de a le interpreta. – Din fr. dramaturgie. Trimis de… … Dicționar Român
Dramaturgīe — (Dramaturgik, griech.), bei den Griechen Bezeichnung für die Darstellung eines Dramas sowie für die Abfassung eines solchen, während sie Schriften über dramatische Dichtungen und deren Aufführung Didaskalien nannten. In neuerer Zeit hat das Wort… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Dramaturgie — ist die gesammte Wissenschaft aller, auf die dramatische Kunst, sowohl auf Dichtung als Darstellung, bezüglichen Gesetze. Dramaturg ist der ästhetische Leiter eines Theaters. Lessing s Dramaturgie; A. W. Schlegel s Ansichten hierüber, wie L.… … Damen Conversations Lexikon
Dramaturgie — Dramaturgīe (grch.), Lehre vom Wesen der dramat. Poesie und Darstellung. Dramatúrg, Schriftsteller über dramat. Dichtkunst und Bühnenaufführungen; auch der kunstverständige Beirat einer Schauspieldirektion. – Vgl. Prölß (2. Aufl. 1899), Bluthaupt … Kleines Konversations-Lexikon
Dramaturgie — Dramaturgie, griech., die Kunst, Dramen zu dichten und aufzuführen, im engern Sinne die Dramaturgik oder Wissenschaft der Regeln, nach welchen ein Drama oder die Aufführung eines solchen beurtheilt werden soll. Schöpfer der D. ist Lessing durch… … Herders Conversations-Lexikon
Dramaturgie — Die Dramaturgie (von griechisch dramaturgein „ein Drama verfassen“) bezeichnet: einerseits das Kompositionsprinzip eines Theaterstücks, das je nach Epoche variiert, oder auch die Kunst, im Bereich Literatur, Theater, Tanz, Filmkunst, Fernsehen… … Deutsch Wikipedia
Dramaturgie — La dramaturgie (du grec δρᾶμα (action) et du suffixe désignant la science) est tout d abord l’étude ou l’art de la composition théâtrale. Elle est devenue par extension, similaire au storytelling (technique) qui est l art de raconter des… … Wikipédia en Français
Dramaturgie — Dra|ma|tur|gie 〈f. 19; unz.; Theat.〉 1. Wissenschaft vom Drama u. seiner Gestaltung auf der Bühne, Schauspielkunde 2. Tätigkeit des Dramaturgen 3. dramatische Gestaltung, Dramatik 4. Sammlung von Theaterkritiken, z. B. Lessings Hamburgische… … Universal-Lexikon
dramaturgie — (dra ma tur jie) s. f. Art de la composition des pièces de théâtre. Manie de composer des pièces de théâtre. Ce mot, comme dramaturge, se prend presque toujours en mauvaise part. ÉTYMOLOGIE Dramaturge. SUPPLÉMENT AU DICTIONNAIRE… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Dramaturgie — die Dramaturgie (Mittelstufe) Lehre von der Struktur des Dramas Beispiel: Er hat eine Schule für Dramaturgie absolviert … Extremes Deutsch