-
81 push
n. druk; compressie; aanval; initiatief; hulp--------v. duwen; wegduwen; drukken; initiatief nemen; hasjiesj verkopenpush1[ poesj]1 duw ⇒ stoot, zet, ruk♦voorbeelden:〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 at a push • als het echt nodig is, in geval van nood2 druk ⇒ nood, crisis♦voorbeelden:1 to get a job like that you need a lot of push • om zo'n baan te krijgen moet je heel wat aankunnen2 if/when it comes/came to the push • als het erop aankomt/aankwam————————push21 duwen ⇒ stoten, schuiven, dringen2 vorderingen maken ⇒ vooruitgaan, doorgaan, verder gaan3 zich (uitermate) inspannen ⇒ doorzettingsvermogen/ondernemingslust hebben♦voorbeelden:2 push ahead/along/forward/on • (rustig) doorgaan/verder gaanpush by/past someone • iemand voorbijdringenpush ahead/along/forward/on with • vooruitgang boeken/opschieten metII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 stimuleren ⇒ bevorderen, promoten, voorthelpen, pushen3 druk uitoefenen op ⇒ lastig vallen, aandringen bij♦voorbeelden:1 push the button • op de knop/bel drukkenpush the car • de auto aanduwenpush a door open • een deur openduwenhe pushes the matter too far • hij drijft de zaak te ver doordon't push your sister to take that decision • zet je zus niet aan tot dat besluitpush one's way through a crowd • zich een weg banen door een menigteI pushed myself to do it • ik dwong mezelf het te doen〈informeel; figuurlijk〉 push someone about/around • iemand ruw/slecht behandelen; iemand commanderen, iemand met minachting behandelenthey pushed our work aside • ze schoven ons werk terzijde; 〈 figuurlijk〉 ze gaven ons werk geen kanspush back one's hair • zijn haar naar achteren strijkenpush back the enemy • de vijand terugdringenhe was pushed down • hij werd ondergeduwdpush oneself forward • zich op de voorgrond dringenpush someone forward as a candidate • iemand als kandidaat naar voren schuivenpush over a lady • een dame omverlopenpush over a table • een tafel omgooienthat pushed prices up • dat joeg de prijzen omhoogpush someone into action • iemand tot actie dwingenthe disaster pushed all other news off the front pages • de ramp verdrong al het andere nieuws van de voorpagina'spush one's work onto someone else • zijn werk op iemand anders afschuiven/aan iemand anders opdringenshe pushed him to the verge of suicide • ze dreef hem bijna tot zelfmoordpush oneself • zichzelf promoten, zichzelf weten te verkopen3 don't push your luck (too far)! • stel je geluk niet te veel op de proef!he is pushed (for time/money) • hij heeft bijna geen tijd/geld, hij zit krap (in zijn tijd/geld)he pushed me for money • hij probeerde geld van mij los te krijgen¶ push home • uitvoeren, toedienen, krachtig ondernemen/uiteenzettenthe attack was pushed home with considerable force • de aanval werd met veel kracht uitgevoerd -
82 regard
n. eer; hoogachting; consideratie--------v. beschouwen; bekijken; waarderenregard1[ riga:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 betrekking ⇒ verband, opzicht♦voorbeelden:hold someone in high regard • iemand hoogachten/respecterenin regard of/to • betreffendehave/pay regard to • in acht nemenleave out of regard • buiten beschouwing latenhave little regard for • weinig rekening houden metwithout regard for/to • zonder zich te storen aan/te letten opkind regards to you all • ik wens jullie allemaal het beste————————regard2〈 werkwoord〉3 betreffen ⇒ betrekking hebben op, aangaan♦voorbeelden:1 regard someone as • iemand aanzien/houden voorregard someone with admiration • voor iemand bewondering hebben -
83 save
n. redding, save (v. keeper)--------prep. buiten--------v. redden; sparen; passen op, letten opsave1[ seev] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————save22 sparen ⇒ zuinig/spaarzaam zijn4 〈 religie〉verlossing/heil brengen ⇒ redden, verlossen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 redden ⇒ bevrijden, verlossen3 overbodig maken ⇒ voorkomen, besparen♦voorbeelden:1 save the situation • de situatie redden, een fiasco voorkomensave someone from danger • iemand uit het gevaar reddensave time • tijd (uit)sparensave a seat for me • hou een plaats voor mij vrij〈 voornamelijk Brits-Engels〉 this will save me going into town • dat bespaart me een rit naar het dorp¶ God save the Queen • God beware/behoede de koningin————————save3♦voorbeelden: -
84 turn
n. draai, bocht; beurt; ommekeer--------v. draaien; omslaan; omkeren; worden; veranderen; omzetten; wendenturn1[ tə:n]3 wending ⇒ draai, (verandering van) richting4 beurt7 〈 benaming voor〉 korte bezigheid ⇒ wandelingetje, ommetje; ritje, tochtje; nummer(tje) 〈 in circus, show〉; 〈 bij uitbreiding〉 artiest 〈 in show〉♦voorbeelden:turn of the tide • getijwisseling, kentering 〈 ook figuurlijk〉the tide is on the turn • het tij keertthe next right turn • de volgende afslag rechts4 is it my turn to cook tonight? • moet ik vanavond koken?take turns at something • iets om beurten doen, elkaar aflossen met ietswait one's turn • zijn beurt afwachtenturn and turn about • om en om, om de beurtby turns • om en om, om de beurtin turn • om de beurt, achtereenvolgens; op zijn beurttake it in turn(s) to do something • iets om beurten doenin one's turn • op zijn beurtyour turn • jij bentbe of a musical turn (of mind) • muzikaal aangelegd zijnat every turn • bij elke stap/gelegenheid, overaldone to a turn • perfect klaargemaakt, precies gaar genoeg→ good good/♦voorbeelden:————————turn23 〈 benaming voor〉 van richting veranderen ⇒ afslaan, draaien, een bocht/draai maken; (zich) omkeren, (zich) omdraaien; een keer nemen, kenteren 〈 van getijde〉♦voorbeelden:his thoughts turned to his mother • hij dacht aan zijn moederturn aside (from) • zich afwenden (van)turn to a book • een boek raadplegenturn to drink • aan de drank rakenthe car turned left, right, and then turned into Bond Street • de auto sloeg saf, rechtsaf, en draaide toen Bond Street inturn about • zich omkerenabout turn! • rechtsom(keert)! 〈 bevel aan troepen〉turn (a)round • zich omdraaien 〈 van iemand〉; een ommekeer maken 〈 bijvoorbeeld van economie〉; van gedachten/mening veranderenturn back • terugkeren, omkerenturn down a side street • een zijstraat inslaanwe turned off the M1 at Hatfield • we gingen van de M1 af bij Hatfieldhe turned to teaching • hij switchte naar (het) onderwijsturn into • veranderen in, wordenthe success of a film turns on many factors • het succes van een film hangt van vele factoren afwater turns to ice • water wordt ijsturn (up)on someone • iemand aanvallen, zich tegen iemand keren→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/2 〈 benaming voor〉 omdraaien ⇒ (doen) omkeren; omploegen, omspitten; omslaan, keren 〈 kraag〉; omvouwen4 verzuren ⇒ zuur worden/maken♦voorbeelden:the wheels turn fast • de wielen draaien snelshe turned the car • zij keerde de autoshe turned my old coat • zij keerde mijn oude jas (binnenstebuiten)turn the collar • de kraag omslaanturn the page • de bladzijde omslaanturn about • omkeren, omdraaienturn (a)round • ronddraaien; omkeren, omdraaienturn back • omvouwen, omslaanturn back the sheets • de lakens omslaan/open slaanturn something inside out • iets binnenstebuiten keren; 〈 figuurlijk〉grondig doorzoeken, overhoophalenit seemed as if the world had turned topsy-turvy • het leek wel de omgekeerde wereldturn upside down • ondersteboven kerenturn to page seven • sla bladzijde zeven opturn a phrase • iets mooi zeggenthe warm weather turned the milk • door het warme weer verzuurde de melk4 (doen) veranderen (van) ⇒ omzetten, verzetten; (ver)maken; een wending geven aan 〈 gesprek〉; bocht/draai laten maken, draaien; afwenden, omleiden♦voorbeelden:1 turn a circle • een cirkel maken/beschrijventurn the conversation • een andere wending aan het gesprek geventurn a stream • een stroom omleidenturn the switch • de wissel omzettenturn into • veranderen in, (ver)maken tot; omzetten in〈 figuurlijk〉 the terrible hangover turned him off drink for some time • door de enorme kater had hij een tijdje geen enkele interesse in drankturn the conversation to something different • het gesprek op iets anders brengenturn a gun on someone • een geweer op iemand richtenshe turned her face away from the corpses • zij wendde haar hoofd af van de lijkenturn a child against his parents • een kind tegen zijn ouders opstoken〈 Amerikaans-Engels〉 turn loose • los/vrijlatenmy wife is/has turned fifty • mijn vrouw is de vijftig gepasseerd/is vijftig gewordenit is/has turned six o'clock • het is zes uur geweestturn away • wegsturen, wegjagen, ontslaan; 〈 figuurlijk〉verwerpen, afwijzenwe were turned back at the entrance • bij de ingang werden we teruggestuurdturn someone into the street • iemand op straat zetten→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/IV 〈 koppelwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:her skin turned brown • haar vel werd bruinhis wife turned Catholic • zijn vrouw werd katholiekthe milk turned sour • de melk werd zuur -
85 watch
n. horloge; klok; bewaking; aflossing; wacht; bewaker; waakzaamheid, oplettendheid; uitzicht, zicht--------v. kijken naar, gadeslaan; letten op; attentie bieden; bewaken; oppassen op; oppassen voor; opmerkzaam zijnwatch1[ wotsj]♦voorbeelden:II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉1 wacht ⇒ waakzaamheid, hoede♦voorbeelden:keep (a) (close/careful) watch on • (nauwlettend) in de gaten houdenon the watch for • wachtend op, op zijn hoede voorkeep/stand watch • op wacht staanIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 wacht ⇒ bewaking, uitkijk————————watch22 wachten5 waken♦voorbeelden:3 watch out • uitkijken, oppassenwatch (out) for • uitkijken naar, loeren opII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:watch one's weight • op zijn gewicht lettenwatch it! • pas op!, voorzichtig!watch yourself • pas op! -
86 while
conj. tijd; terwijl; hoewel--------n. tijd; tijdsperiode; klein uurtje; moeite--------prep. terwijl--------v. tijd genieten; tijd doen laten omgaanwhile1[ wajl] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉♦voorbeelden:worth while • de moeite waardthey will make it worth your while • je zult er geen spijt van hebben(every) once in a while • af en toe, een enkele keerwe haven't seen her for a long while • wij hebben haar lang niet gezienin a little while • binnenkort(for) a while • een tijdje, een ogenblikall the while • de hele tijd————————while2♦voorbeelden:2 while her classmates played games she would go for walks in the countryside • terwijl haar klasgenoten spelletjes deden, ging zij meestal wandelenwhile she has the talent she does not have the perseverance • hoewel ze het talent heeft, zet ze niet door3 the house was tidy while the garden was in perfect order • het huis was netjes en de tuin was ook perfect in orde -
87 attention
n. aandacht; attentie; legerhouding: ''opgelet''[ ətensjn]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 attention Mr J. Smith • ter attentie van dhr. J. Smithattract someone's attention • iemands aandacht trekkenthis plant needs a lot of attention • deze plant vergt veel zorgpay attention • oplettenfor the attention of • ter attentie vanI am all attention • ik ben één en al aandachtattention! • geef acht!be/stand at attention • in de houding staan -
88 by
adv. door; bij; met--------pref. langs, voorbij; bij, vlakbij, naast--------prep. door; met, per; bijby12 nabij ⇒ dichtbij, in de buurt♦voorbeelden:he drove by in a red car • hij reed voorbij in een rode autoin years gone by • in vervlogen jaren2 be by • erbij/in de buurt zijnby and large • over 't algemeen————————by2[ baj] 〈 voorzetsel〉3 〈 tijd〉 tegen ⇒ vóór, niet later dan; 〈 bij uitbreiding〉 op, om 〈 bepaald tijdstip〉; in 〈 bepaald jaar〉5 〈 duidt een relatie van betrokkenheid, vergelijking aan〉 ten opzichte van ⇒ met betrekking tot, ten aanzien van, wat … betreft♦voorbeelden:North by East • noord ten oostenhe sat by the river • hij zat aan de kant van de riviera house by the sea • een huis aan zeesit by my side • kom naast mij zittenI keep it by me all the time • ik heb het altijd bij meby oneself • alleenhe went by the motorway • hij ging via de autowegtaught by radio • via de radio geleerdshe dropped by Sheila's • zij ging bij Sheila langsby 1980 it had become clear that … • (al) in 1980/zo tegen 1980 was het duidelijk geworden dat …by now • nu (al)two meters by fifty centimeters • twee meter bij vijftig centimeterby sheer chance • door zuiver toevalby force • met gewelddeceived by his friend • bedrogen door zijn vriendthey came by the hundreds • ze kwamen met honderdenhe missed by an inch • hij miste op een paar centimeterI can tell by your looks • ik kan het aan je (uiterlijk) zienknown by the name of Jack • bekend onder de naam Jackhe died by the sword • hij sneuvelde door het zwaarddivide four by two • deel vier door tweea daughter by his first wife • een dochter van zijn eerste vrouwhe began by tidying up • hij begon met op te ruimenI did it all by myself • ik heb het helemaal alleen gedaanpaid by the hour • per uur betaaldby profession • van beroepplay by the rules • volgens de regels spelenit's eight o'clock by my watch • het is acht uur op mijn horlogethat's fine by me • ik vind het/wat mij betreft is het goed/bestby day • overdagby night • 's nachtshe got worse by the hour • hij ging van uur tot uur achteruitlittle by little • beetje bij beetje -
89 card
n. kaart (ook in computers); (speel)kaart; anzichtskaart; (in computers) uitbreidingskaart; ponskaart; zeef--------n. kaartenvoorraad, hoeveelheid van stijf papier in verschillende dikte verkrijgbaar--------v. op kaartsysteem brengen, ficheren; schiftencard1[ ka:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kaart3 〈meervoud; werkwoord soms enkelvoud; Brits-Engels; informeel〉 werknemerspapieren 〈 beheerd door de werkgever〉5 scorestaat/kaart 〈 bijvoorbeeld van cricket, golf〉♦voorbeelden:card-carrying member • geregistreerd/stemgerechtigd lid 〈 bijvoorbeeld van politieke partij, vakbond, e.d.〉hold/keep/play one's cards close to one's/the chest • zich niet in de kaart laten kijken, terughoudend zijnread (the) cards • de kaart leggenwin a fortune at cards • met kaarten een vermogen verdienen3 ask for/be given one's cards • zijn ontslag nemen/krijgenqueer card • rare kwibushave a card up one's sleeve • (nog) iets achter de hand/in petto hebbencount (up)on one's cards • de toekomst vol vertrouwen tegemoet zienhave all the cards • alle troeven in handen hebbenhe played his cards right/well • hij heeft zijn kansen goed benutput (all) one's cards on the table • open kaart spelen————————card2〈 werkwoord〉 -
90 dash
n. ietsje; scheutje (drank); slag, dreun; spurt, uitval; (100 m.) sprint--------v. (vooruit)stormen, denderen; (met grote kracht) slaan, smijten, beukendash1[ dæsj]1 ietsje, tik(kelt)je ⇒ scheutje; snu(i)fje2 (snelle, krachtige) slag ⇒ dreun3 spurt ⇒ sprint, uitval5 penne/penseelstreek♦voorbeelden:dash of pepper • snufje peperthe prisoners made a dash for freedom • de gevangenen deden een snelle uitbreekpoging1 elan ⇒ zwier, durf————————dash21 (vooruit)stormen ⇒ (zich) storten, denderen♦voorbeelden:dash along/past • voorbijstuivendash away • wegstormen, zich uit de voeten makendash off • er (als de gesmeerde bliksem) vandoor gaandash up • komen aansnellen1 (met grote kracht) slaan ⇒ smijten, beuken♦voorbeelden:dash down • neersmijtenthe waves dashed against the rocks • de golven beukten tegen de rotsen2 (be)spatten ⇒ besmeuren, (be)sprenkelen3 snel/gehaast doen♦voorbeelden:dash one's/someone's brains out • zijn hersenpan kraken, iemand de hersens inslaan2 dash mud over something, dash something with mud • iets met modder bespatten/besmeuren3 dash something down/off • iets nog even gauw eruit stampen/opschrijven4 dash it (all)! • verdraaid!, nondeju! -
91 end
n. eind; slot; beëindiging; dood--------v. beëindigen; stoppen; eindigenend1[ end] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 einde ⇒ afsluiting, besluit2 einde ⇒ uiteinde, eind5 einde ⇒ vernietiging, dood♦voorbeelden:1 come/draw to an end • ten einde lopen, ophoudenput an end to • een eind maken aan, afschaffenthey are at the end of their resources • hun mogelijkheden zijn uitgeputin the end • ten slotte, op het laatst; uiteindelijkfor weeks on end • weken achtereenplace on end • rechtop/overeind zetten¶ at the end of the day • uiteindelijk, als puntje bij paaltje komtthe end of the line • laatste fase, kritiek stadiumbe at the end of one's tether • aan het eind van zijn krachten/geduld/mogelijkheden zijnkeep one's end up • volhoudenmake (both) ends meet • de eindjes aan elkaar knopensee an end of/to • een einde zien komen aancollide end on • frontaal botsenno end • heel erg, in grote mateno end of time • zeeën van tijdthe end • het summum→ bad bad/, big big/, bitter bitter/, dead dead/, deep deep/, dirty dirty/, east east/, loose loose/, thick thick/, thin thin/, wrong wrong/————————end21 eindigen♦voorbeelden:our efforts ended in a total failure • onze pogingen liepen op niets uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beëindigen ⇒ een eind maken aan, ophouden met2 conclusie/einde vormen van♦voorbeelden:end off something (with) • iets besluiten (met)3 end it (all) • er een eind aan maken, zelfmoord plegen¶ a novel/victory to end all novels/victories • een roman/overwinning die alle andere overbodig maakt/in de schaduw stelt -
92 game
adj. moedig; klaar; mank lopen; invalide--------n. spel; pret; wild; wedstrijd--------v. spelen, dobbelengame1[ geem]♦voorbeelden:1 game of chance • kans/hazardspelplay a good/poor game • goed/slecht spelenhave the game in one's hands • de wedstrijd controlerenplay a losing game • de (wed)strijd verliezenplay the game • eerlijk (spel) spelen, zich aan de regels houdenplay a waiting game • een afwachtende houding aannemenplay a winning game • de (wed)strijd winnen, de bovenhand krijgenit's all in the game • het hoort er (allemaal) bijbe off one's game • uit vorm/niet op dreef zijngame and (set) • game en setgive the game away • het plan(netje) verklappentwo can play (at) that game • dat spelletje kan ik ook spelennone of your (little) games! • geen kunstjes!the game is up • het spel is uit, nu hangen wij/julliebe up to some game • iets in zijn schild voerenit's your game • jij wintwhat a game! • wat een komedie!1 grap(je) ⇒ geintje, pret(je)2 bedrijf ⇒ gebeuren, -wezen♦voorbeelden:make game of • spotten metthe game was to tell how many • het was de kunst/het ging erom te zeggen hoeveel♦voorbeelden:¶ 1 points is game • wie 21 punten heeft, wint→ fair fair/IV 〈 meervoud〉————————game21 dapper ⇒ kranig, f♦voorbeelden:I am game • ik doe meebe game for something • tot iets bereid zijn, ergens zin in hebben————————game3————————game4〈 werkwoord〉1 gokken ⇒ spelen, dobbelen -
93 hour
n. uur; tijdstip[ auə]1 uur♦voorbeelden:after hours • na sluitings/kantoortijdfor hours • urenlangon the hour • op het hele uurout of hours • buiten de normale uren/kantoorurenat all hours • de gehele tijd, voortdurendtill all hours • tot diep in de nachtat the eleventh hour • ter elfder ure2 the hour has come • de tijd is gekomen, het is zover -
94 most
adj. meer; "at"- hoogstens, hooguit; - "at all" vooral--------adv. meer; belangrijk; (spreektaal) bijna--------n. meest; belangrijkstemost1[ moost] 〈voornaamwoord; overtreffende trap van much en many〉♦voorbeelden:this is the most I can do • meer kan ik niet doenhis work is better than most • hij werkt beter dan de meeste mensen→ make make/————————most2〈bijwoord; in betekenis 0.1 en 0.2 overtreffende trap van much〉1 meest ⇒ hoogst, zeer♦voorbeelden:1 most enjoyable • zeer/hoogst vermakelijkmost probably he won't come • hoogstwaarschijnlijk komt hij nietmost of all I like books • bovenal/voor alles houd ik van boekenmost favoured nation • meest begunstigde natiemost every evening • bijna elke avond————————most3〈determinator; overtreffende trap van much and many〉1 meeste♦voorbeelden:for the most part • grotendeels -
95 right
n. rechts, de conservatieven (politiek); rechterhand, -kant; recht; recht op voorrangright1[ rajt]1 recht ⇒ voorrecht, (gerechtvaardigde) eis♦voorbeelden:rights and duties • rechten en plichtenright of entry • recht van toegangright of primogeniture • eerstgeboorterechtthe right of free speech • het recht op vrije meningsuitingstand on one's rights • op zijn recht(en) staanall rights reserved • alle rechten voorbehoudenby rights • eigenlijkby right of • krachtens, uit rechte van, op grond van(as) of right • rechtmatig, op grond van een gerechtigde eishe has a right to the money • hij heeft recht op het geldwithin one's rights • in zijn recht→ own own/♦voorbeelden:he is in the right • hij heeft gelijk/heeft het recht aan zijn kantput someone in the right • iemand in het gelijk stellenon/to the/your right • aan de/je rechterkantIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 the rights (and wrongs) of the case • de rechte/ware toedracht van de zaak¶ put/set to rights • in orde brengen, rechtzetten————————right2〈 rightness〉1 juist ⇒ correct, rechtmatig♦voorbeelden:1 what's the right time? • hoe laat is het precies?he got the answers right • hij heeft de vragen juist (beantwoord)you were right to tell her • je deed er goed aan het haar te vertellenput/set the clock right • de klok juist/gelijk zettenstrike the right note, touch the right chord • de juiste toon aanslaan/vindenon the right side of fifty • nog geen vijftig (jaar oud)keep on the right side of the law • zich (keurig) aan de wet houdenlet's get this right • laten we de dingen even op een rijtje zettenput/set something right • iets in orde brengenput/set someone right again • iemand genezen/op de been helpennot in one's right mind • niet wel/helemaal bij (zijn) zinnenMister Right • de ware Jakob〈 informeel〉 (as) right as rain • perfect/helemaal in orde, kerngezondput/set someone right • iemand terechtwijzensee someone right • zorgen dat iemand aan zijn trekken komt/recht wordt gedaanall right • (erg) goed, primathat's right • dat klopt, ja zekerright (you are)!, 〈 Brits-Engels〉right oh! • komt in orde, doen weII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:it's a right mess • het is een puinzooi¶ right arm/hand • rechterhand, assistentkeep on the right side • rechts houden1 gelijk♦voorbeelden:how right you are! • gelijk hebt u!————————right3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:————————right4〈 bijwoord〉2 juist ⇒ vlak, regelrecht♦voorbeelden:1 right and left • aan alle kanten, overal, s en rechtsright, left and centre, left, right, and centre • aan alle kanten2 right ahead • recht/pal vooruitright behind you • vlak achter jeright, let's go • okay, laten we gaan -
96 walk
n. wandeling, loop; voettocht; weggetje; doorgang; trottoir; manier van lopen; beroep, baan; loopbaan--------v. lopen, wandelen; voettocht maken; leiden; brengen; gedragenwalk1[ wo:k]5 wandelgang ⇒ promenade; voetpad♦voorbeelden:a ten-minute walk • een wandeling van tien minuten4 walk of life • beroep, roeping; (maatschappelijke) rang/standall walks of life • elke rang en stand♦voorbeelden:————————walk21 lopen♦voorbeelden:¶ walk away from 〈 informeel〉 • er ongedeerd afkomen bij 〈 ongeluk〉; 〈 sport〉 met gemak achter zich latenwalk off • opstappen, er vandoor gaanwalk out 〈 informeel〉 • het werk onderbreken, staken; opstappen, weglopen 〈 bijvoorbeeld bij overleg〉walk tall • het hoofd hoog dragen, trots zijnwalk up! • kom erin!, komt dat zien! 〈 bijvoorbeeld bij circus〉walk up to someone • op iemand afgaanwalk into a job • gemakkelijk aan een baan komen〈 informeel〉 walk over • met gemak achter zich laten/overwinnenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 lopen over/door/langs/op ⇒ bewandelen♦voorbeelden:→ learn learn/ -
97 weather
n. weer; stormachtig weer--------v. aan de lucht blootstellen; te boven komen; doorstaan (storm); verwerenweather1[ weðə]1 weer♦voorbeelden:→ heavy heavy/II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:in all weathers • weer of geen weer————————weather21 verwerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
98 write
v. schrijven; opschrijven; op schrift stellen, componeren♦voorbeelden:write a form • een formulier invullenwrite a legible hand • een leesbaar handschrift hebbenwrite one's thoughts • zijn gedachten opschrijvena wall written all over • een volgeschreven muurwrite back • terugschrijven, antwoordenwrite about/on a subject • over een onderwerp schrijvenwrite away for • over de post bestellenenvy was written all over his face • de jaloezie stond hem op het gezicht te lezen→ write down write down/, write in write in/, write off write off/, write out write out/, write up write up/ -
99 around
adv. rondom; in de omgeving--------prep. om, rond; ongeveeraround12 in het rond ⇒ aan alle kanten, verspreid♦voorbeelden:a way around • een omwegthe year around • het jaar rondbring around • tot een andere mening brengen, overredenhis turn came around • het was zijn beurtpeople gathered around to see • mensen verzamelden zich om te kijkenit measures five metres around • het heeft een omtrek van vijf meterpass it around • geef het rond/doorturn around • (zich) omdraaiengrope around • om zich heen tastenlook around for • uitkijken naar/voorscattered around • her en der verspreidfor miles around • kilometers in de omtrekI'll be around • ik zal daar (ergens) zijnstay around • blijf in de buurthe's around sixty • hij is rond de zestigaround fifty people • om en nabij de vijftig mensen————————around2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:around the corner • om de hoekhe ran around the green • hij liep rond het plantsoena chain around his neck • een ketting om zijn halsthe dog hung around the door • de hond bleef bij de deur rondhangenonly those around him • alleen zijn naaste medewerkersall around the land • door het hele land -
100 be up
be up2 op zijn ⇒ opstaan, wakker zijn3 op zijn ⇒ over/voorbij/om zijn6 aan de gang/hand zijn ⇒ gaande zijn♦voorbeelden:the river is up • de rivier staat hoogthe sun is up already • de zon is al ophis sleeves were up • hij had zijn mouwen opgestroopt〈 sport〉 be one up on someone • een punt voorstaan op iemand; 〈 figuurlijk〉 iemand een slag voor zijn〈 informeel〉 it's all up with him • het is met hem gedaan/afgelopen4 Mary/Mary's case is up (in court) this afternoon • Maria/Maria's zaak komt vanmiddag voorbe up for discussion • ter discussie staanbe up for election • verkiesbaar zijnmy son is up at Oxford • mijn zoon studeert in Oxfordwhat's up with you? • wat is er met jou aan de hand?7 who's up? • wie is er aan de beurt?〈 informeel〉 be up against it • in de puree/rats zittenbe well up in something • goed op de hoogte zijn van iets
См. также в других словарях:
All-for-Ireland League — group portrait of five of its Independent Members of Parliament, in the Cork Free Press July 30th 1910. These are: Patrick Guiney (North Cork), James Gilhooly (West Cork), Maurice Healy (North east Cork), D. D. Sheehan (Mid Cork) and … Wikipedia
All for one — may refer to:* All for One (Raven album) , a 1983 album by Raven * All for One (Screaming Jets album), a 1991 album by The Screaming Jets *All 4 One, an R B group *Clan All For One (AFO), a large group of individuals spanning across several… … Wikipedia
All for One (Screaming Jets album) — For the King Missile song No Point , see No Point (song). All for One Studio album by The Screaming Jets … Wikipedia
All for Love — may refer to:In music: * All for Love (song), a song by Bryan Adams, Rod Stewart, and Sting * All for Love (Beatles song), a Beatles song * All for Love (album), an album by New Edition * All for Love (Planetshakers album), an album by… … Wikipedia
All for You — may refer to:* All for You (album), a 2001 album by Janet Jackson ** All for You (song), a song from the album above * All for You (Annihilator album), a 2004 album by Annihilator * All for You (Namie Amuro song), a 2004 song by Namie Amuro * , a … Wikipedia
All for One (Raven album) — All for One Studio album by Raven Released August 1983 … Wikipedia
All for Love (film) — All for Love Theatrical release poster Hangul 내 생애 가장 아름다운 일주일 … Wikipedia
All for our country — * All for Our Country , the motto of Nevada, a U.S. state * All for Our Country , a 2003 episode of the American TV show CSI:Crime Scene Investigation … Wikipedia
All for Love (play) — All for Love or, the World Well Lost, is a heroic drama by John Dryden written in 1677. Today, it is Dryden’s best known and most performed play Fact|date=February 2007. It is a tragedy written in blank verse and is an attempt on Dryden s part to … Wikipedia
All for Victory — ( Todos por la Victoria ) is a political party in Peru. At the legislative elections of 8 April 2001, the party won 2.0 % of the popular vote and 1 out of 120 seats in the Congress of the Republic. Its presidential candidate at the elections of… … Wikipedia
All for You (song) — Infobox Single Name = All for You Artist = Janet Jackson Album = All for You Released = March 26, 2001 Format = CD single, CD maxi single, 12 single Recorded = 2000 at Flyte Tyme Studios (Edina, Minnesota) Genre = Dance pop, R B Length = 5:30 (CD … Wikipedia