-
81 ja
ja1〈 het〉♦voorbeelden:1 nee heb je, ja kun je krijgen • nothing ventured, nothing gainedzijn ja tegen mijn nee • it's his word against minede vraag met ja beantwoorden • answer in the affirmative————————ja21 [met betrekking tot bevestiging/toestemming] yes ⇒ 〈 informeel〉 yeah, 〈 bevestiging, inwilliging ook〉 all right, 〈 bevestiging, inwilliging ook〉 OK, 〈 bij stemprocedures ook〉 yea2 [met betrekking tot berusting/toegeving] oh, well3 [als aanknoping] oh, yes6 [met betrekking tot ergernis/ongeduld] well♦voorbeelden:en zo ja • and if soja en amen zeggen • agree with everything (that is said)heeft zij dat gezegd?, ja zeker!/o ja! • did she say that? oh yes!ja! 〈 na klop op de deur〉 • come in!kan ik binnenkomen? ja • may I come in? yes, you may2 het is niet geweldig, maar ja, wat wil je? • it's not fantastic, but then what do you expect?ja, maar … • yes, but …het is niet leuk, maar ja • it's no joke, but there it isnou ja, als ze van hem houdt • (oh) well, if she loves himwel ja, lach er maar om • go on, laugh〈 ironisch〉 ja, ja, eerst zulke verhalen en nu … • well, well, first all this big talk and now …3 o ja, nu ik je toch spreek … • oh, yes, by the way …4 ja nog mooier, hij wilde niet meer naar huis • what's more/worse, he didn't want to go home any moreje zei het net zelf! ja? • you just said so yourself! did I?6 doe me een lol, ja! • knock it off, will you! -
82 klaarkomen
-
83 komend
♦voorbeelden:komende week • next week -
84 land
1 [wat boven water uitsteekt] land2 [bouwland] land3 [platteland] country(side)4 [staat] country5 [vaderland] country6 [streek] land♦voorbeelden:land betreden • set foot ashoreaan land komen • land, come ashoreaan land gaan • go ashorehij kon nog naar het land zwemmen • he was still able to swim to the shoregoederen over land vervoeren • transport goods overlandte land en ter zee • on land and sealand (in zicht)! • land ho!land in zicht krijgen • come in sight of land, sight land3 een kind van het land • a country boy/girlop het land wonen • live in the countryin ons land • in this countryover het hele land • throughout the country〈 spreekwoord〉 in het land der blinden is eenoog koning • in the country of the blind, the one-eyed man is kinghet land dienen/verdedigen • serve/defend one's countrywaren uit/van eigen land • domestic goodshier te lande • hereabouts, in these partsergens het land over hebben • be annoyed about something -
85 langskomen
1 [ergens voorbij komen] come past/by, pass by2 [op bezoek komen] come round/over ⇒ drop by/in -
86 lengte
1 [langste zijde] length3 [afmeting; tijdsduur] length4 [aardrijkskunde, sterrenkunde] longitude♦voorbeelden:een plank in de lengte doorzagen • saw a board lengthways/lengthwise2 totale/volle lengte • total/full lengthhij lag in zijn volle lengte op de grond • he lay full length upon the groundhij heeft de lengte niet • he is not tall enoughhij viel op door zijn lengte • his height made him conspicuouszich in zijn volle lengte oprichten • draw oneself up to one's full heightin de lengte groeien • grow in lengthmet twee lengtes verschil winnen • win by two lengths3 een snelweg van 500 km lengte • a 500 km long Bmotorway/ Ahighwaywat is de lengte van het verhaal? • how long is the story?op de goede lengte afknippen • cut off to the exact lengthover een lengte van 60 meter • for a distance of 60 metrestot in lengte van dagen • for years to come -
87 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
88 licht
licht1〈 het〉♦voorbeelden:waar zit de knop van het licht? • where's the light-switch?licht en schaduw • light and shade〈 figuurlijk〉 het groene licht geven/krijgen • give/get the green light/the go-aheadgroot licht • full beam〈 figuurlijk〉 we moeten dat in het juiste licht proberen te zien • we must try to put that in the proper light/perspective〈 figuurlijk〉 iets in een nieuw/ander licht zien • see something in a new/another lightdoor rood licht rijden • drive/go through a red lighthet licht aan-/uitdoen • put/ 〈 schakelaar ook〉turn the light on/offer brandde nog licht op de studeerkamer • there was still (a) light (on) in the studymet gedimde lichten • with dimmed (head)lights〈 figuurlijk〉 zij gunnen elkaar het licht in de ogen niet • they wouldn't give each other the time of dayhij is geen licht • he's no geniushet licht staat op rood • the light's redje hoeft geen licht te zijn om … • you don't have to be a genius to …met de lichten knipperen • flash (one's (head)lights)ga eens uit mijn licht • move out of my light pleaseeen fietser zonder licht • a cyclist without (any) lightsin het licht van de gebeurtenissen • in the light of eventsin het licht daarvan • such being the casein dat licht gezien • viewed in that light————————licht21 [niet zwaar] light4 [soepel] light7 [makkelijk verteerbaar] light9 [met betrekking tot stemgeluiden] soft♦voorbeelden:veel te licht zijn • be considerably underweighteen kilo te licht • a kilogram underweight3 lichte ogen • light/pale eyeslicht blauw • light blue6 lichte lectuur/muziek • light reading/musiceen lichte blessure • a minor injuryeen lichte buiging • a slight boween lichte hartaanval • a mild heart attackeen lichte verkoudheid/griep(aanval) • a slight cold, a touch of (the) flulichte vorst • (s)light frostII 〈 bijwoord〉2 [enigszins] slightly3 [gemakkelijk, gauw] easily4 [zeer] highly♦voorbeelden:licht slapen • sleep lightlicht opgemaakt • lightly made-up3 licht verteerbaar • (easily) digestible, lightje moet daar niet te licht over denken • you mustn't think (too) lightly of thatzoiets wordt licht vergeten/over het hoofd gezien • that sort of thing is easily forgotten/overlooked -
89 loslaten
3 [met rust laten] let go (of)♦voorbeelden:laat me los! • let go of me!, let me go!2 zij wil niets loslaten over het programma • she will not reveal/give away anything about the programme1 [losgaan] come/peel off ⇒ come loose/unstuck/untied, give way♦voorbeelden:1 de zolen laten los • the soles are coming loose/off -
90 loswerken
♦voorbeelden: -
91 lukken
♦voorbeelden:1 het is mij gelukt • I did it, I managedhet is niet gelukt • it didn't work/didn't go through, it was no gohet lukte hem te ontsnappen • he managed to escapehet wil niet erg lukken, nietwaar? • it's not working, is it?de cake is goed gelukt • the cake turned out welldie foto is goed gelukt • that photo has come out welldat lukt je nooit • you'll never manage that/bring it offhet zal wel lukken • it'll work -
92 meevragen
1 [vragen mee te gaan] invite/ask to come along2 [uitnodigen] invite/ask to come too/as well -
93 met iets voor de dag komen
met iets voor de dag komen〈 een voorstel doen〉 come forward/up with something; 〈 zich presenteren〉 come forward, present oneselfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met iets voor de dag komen
-
94 naar voren komen
naar voren komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar voren komen
-
95 nakomen
1 [later komen] come/arrive later ⇒ come after(wards)♦voorbeelden:nagekomen berichten • messages received laterII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:bij het niet nakomen van de verbintenis • in case of non-observance of the agreement -
96 nauwelijks was hij thuis of de telefoon ging
nauwelijks was hij thuis of de telefoon ginghardly/scarcely had he come in when the telephone rang, no sooner had he come home than the telephone rangVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > nauwelijks was hij thuis of de telefoon ging
-
97 omkomen
-
98 ons
ons1〈 het〉♦voorbeelden:————————ons21 us♦voorbeelden:ons kent ons • like knows likebij ons zijn er geen bergen • there are no mountains where we come fromhij bevindt zich onder ons • he is one of usonder ons gezegd • just between ourselvesdit blijft onder ons • this must remain between usdat is van ons • that's ours, that belongs to usdat is niet voor ons • that's not for (the likes of) us1 [met betrekking tot eigendom] our2 [met betrekking tot het deel uitmaken van] our♦voorbeelden:uw boeken en die van ons • your books and oursde onzen • our people/party/team -
99 oplopen
1 [naar boven lopen] go/run/walk up3 [op weg gaan] walk on/along5 [botsen op] bump/run into♦voorbeelden:1 de trap oplopen • run/go/walk up the stairstegen de dijk oplopen • run up the dikeeen rekening laten oplopen • run up a bill/an accountal die kleine bedragen bij elkaar, dat loopt flink op • all those small sums put together, it mounts uphet kan oplopen tot ettelijke miljoenen • it may run/amount to several millions3 de straat oplopen • walk/come into the streetsamen (een eindje) oplopen • walk some/part of the way together4 de straat loopt op • the street rises/climbs5 tegen iemand oplopen • bump/run into into someonetegen een mooi huis/goede baan oplopen 〈 figuurlijk〉 • run into a nice house/good jobII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opdoen] catch, get2 [scheepvaart] [inhalen] overtake♦voorbeelden:schade/een verlies oplopen • sustain/suffer/receive damage/a losseen verkoudheid oplopen • catch a cold -
100 oppervlakte
1 [bovenste vlakte] surface, face2 [oppervlak van het water] surface3 [buitenvlakken van een lichaam] surface (area)4 [grootte in m²] (surface) area♦voorbeelden:1 aan de oppervlakte komen • surface, come to the surface〈 figuurlijk〉 aan de oppervlakte blijven • be/stay superficial2 aan de oppervlakte komen om adem te halen • come up for air/to breathe4 de oppervlakte van iets berekenen • calculate/compute the (surface) area of something
См. также в других словарях:
Come — Come, v. i. [imp. {Came}; p. p. {Come}; p. pr & vb. n. {Coming}.] [OE. cumen, comen, AS. cuman; akin to OS.kuman, D. komen, OHG. queman, G. kommen, Icel. koma, Sw. komma, Dan. komme, Goth. giman, L. venire (gvenire), Gr. ? to go, Skr. gam.… … The Collaborative International Dictionary of English
Come — Come, v. i. [imp. {Came}; p. p. {Come}; p. pr & vb. n. {Coming}.] [OE. cumen, comen, AS. cuman; akin to OS.kuman, D. komen, OHG. queman, G. kommen, Icel. koma, Sw. komma, Dan. komme, Goth. giman, L. venire (gvenire), Gr. ? to go, Skr. gam.… … The Collaborative International Dictionary of English
come — ► VERB (past came; past part. come) 1) move, travel, or reach towards or into a place thought of as near or familiar to the speaker. 2) arrive. 3) happen; take place. 4) occupy or achieve a specified position in space, order, or priority: she… … English terms dictionary
come — [kum] vi. came, come, coming [ME comen < OE cuman, akin to Goth qiman, Ger kommen < IE base * gwem , *gwā , to go, come > L venire, to come, Gr bainein, to go] 1. to move from a place thought of as “there” to or into a place thought of… … English World dictionary
Come On — may refer to: Come On (How I Met Your Mother), an episode of the sitcom How I Met Your Mother Come On (game), a video game for the Vii A sexual advance or flirtatious remark A catch phrase frequently used by the character Gob Bluth in the TV… … Wikipedia
Come to Me — «Come to Me» Сингл Дидди при участии Николь Шерз … Википедия
Come To Me — «Come to Me» Сингл Diddy при участии Nicole Scherzinger c альбома «Press Play» Выпущен … Википедия
come on — {v.} 1. To begin; appear. * /Rain came on toward morning./ * /He felt a cold coming on./ 2. To grow or do well; thrive. * /The wheat was coming on./ * /His business came on splendidly./ 3. or[come upon]. To meet accidentally; encounter; find. *… … Dictionary of American idioms
come on — {v.} 1. To begin; appear. * /Rain came on toward morning./ * /He felt a cold coming on./ 2. To grow or do well; thrive. * /The wheat was coming on./ * /His business came on splendidly./ 3. or[come upon]. To meet accidentally; encounter; find. *… … Dictionary of American idioms
come — O.E. cuman come, approach, land; come to oneself, recover; arrive; assemble (class IV strong verb; past tense cuom, com, pp. cumen), from P.Gmc. *kwem (Cf. O.S. cuman, O.Fris. kuma, M.Du. comen, Du. komen, O.H.G. queman, Ger. kommen, O.N. koma,… … Etymology dictionary
come of — 1. To be a descendant of 2. To be the consequence of, arise or result from 3. To become of • • • Main Entry: ↑come * * * ˈcome of [transitive] [present tense I/you/we/they come of … Useful english dictionary