-
1 toe the line
bevelen uitvoeren; recht vooruitgaan op de weg die voor je klaar ligt; zich voor de start klaarmaken -
2 issue orders
bevelen geven -
3 printer commands
bevelen aan printer -
4 order
n. volgorde, orde; stand; bevel; bestelling--------v. ordenen; bestellen; bevelen; leidenorder1[ o:də]1 orde 〈 ook biologie, natuurkunde, wiskunde〉 ⇒ stand, rang, (sociale) klasse/laag; 〈 formeel〉 soort, aard2 (klooster/ridder)orde♦voorbeelden:clerical order • geestelijke stand/cleruspoetry of a high order • eersteklas poëzie〈 Brits-Engels〉 in/of/ 〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • in de orde (van grootte) van, ongeveer, om en (na)bij¶ 〈 Brits-Engels〉 an order to view • een bezichtigingsbriefje 〈 van makelaar gekregen, tot bezichtiging van huis〉take (holy) orders • (tot) priester (gewijd) worden〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • zoals, in de stijl van3 bestelling ⇒ order, levering(sopdracht)♦voorbeelden:make/issue an order • een bevel uitvaardigenobey orders • een bevel/bevelen gehoorzamen/opvolgentake one's orders from • zijn bevelen krijgen van/uitby order of • op bevel/in opdracht vanon doctor's orders • op doktersvoorschriftbe under orders to • bevel (gekregen) hebben teunder the orders of • onder bevel/aanvoering vanorder to pay • betalingsmandaatorder to transfer • (giro-)overschrijvingorder for payment • assignatie, betalingsopdrachtissue an order for the payment of • opdracht/order geven tot uitbetaling vancheque to order • cheque aan orderpayable to the order of • betaalbaar aan de order van3 two orders of French fries • twee porties friet/patatplace an order for something • iets bestellenbe on order • in bestelling/besteld zijn→ tall tall/1 (rang/volg)orde ⇒ op(een)volging2 ordelijke schikking/inrichting/toestand ⇒ orde(lijkheid), ordening; geregeldheid, netheid; 〈 leger〉 opstelling; stelsel, (maatschappij)structuur4 orde ⇒ tucht, gehoorzaamheid5 bedoeling ⇒ doel, intentie♦voorbeelden:in order of importance • volgens/in (volg)orde van belangrijkheidout of order • niet in/op volgordethe order of things • de orde der dingenin good order • piekfijn/netjes in ordeleave one's affairs in order • orde op zaken stellenput/set something in order • orde scheppen in ietsout of order • defect, buiten gebruik/werking3 Order! (Order!) • Tot de orde!rise to a point of order • een procedurekwestie stellencall someone to order • iemand tot de orde roepencall (a meeting) to order • een vergadering voor geopend verklaren〈 formeel〉 in order • in orde, in overeenstemming met de regels, geoorloofdbe out of order • buiten de orde/het reglement van orde gaan 〈 van spreker〉; (nog) niet aan de orde zijn 〈 van voorstel, zaak enz.〉keep order • de orde bewaren/handhavenin order to • om, teneinde————————order21 bevelen ⇒ het bevel hebben/voerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ordenen ⇒ in orde brengen, (rang)schikken2 (een) bevel/order/opdracht geven ⇒ het bevel geven (tot); verordenen, gelasten; verzoeken om; voorschrijven 〈 van dokter〉♦voorbeelden:order someone a month's rest • iemand een maand rust voorschrijvenhe ordered the troops to open fire • hij gaf de troepen bevel het vuur te openen¶ order someone about/around • iemand (steeds) commanderen/voortdurend de wet voorschrijvenorder home • naar huis/het vaderland (terug)sturenorder someone off • van/uit het veld sturen 〈 van scheidsrechter〉order round • laten komen/halen→ order out order out/ -
5 decree
n. decreet, verordening, besluit--------v. verordenen, bevelendecree1[ dikrie:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 decreet ⇒ verordening, besluit♦voorbeelden:1 by decree • bij/per decreet————————decree2〈 werkwoord〉1 decreteren ⇒ verordenen, bevelen♦voorbeelden: -
6 command
COMMAND.COM bestand; een bestand dat de benodigde DOS opdrachten uitvoert na het starten van de computercommand1[ kəma:nd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 commando ⇒ leiding, militair gezag2 bevel ⇒ order, gebod3 legeronderdeel ⇒ commando, legerdistrict4 beheersing ⇒ controle, meesterschap♦voorbeelden:1 have/take command of • het bevel hebben/nemen overat/by his command • op zijn bevelbe in command of • het bevel voeren overbe in command of the situation • de zaak onder controle hebbenunder command of • onder het bevel vanhe is at my command • hij staat te mijner beschikking→ high high/————————command22 het bevel/gezag voeren/hebbenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bevelen ⇒ gebieden, commanderen2 het bevel/commando voeren over♦voorbeelden: -
7 enjoin
-
8 obey orders
-
9 prescribe
v. voorschrijven (recept v.d. dokter); voorschrijven; aanbevelen[ priskrajb]1 voorschriften geven ⇒ richtlijnen/bevelen gevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 voorschrijven ⇒ opleggen, bevelen -
10 recommend
v. aanbevelen; aanstellenrecommend1→ recommendation recommendation/————————recommend2[ rekkəmend] 〈 werkwoord〉1 aanbevelen ⇒ aanraden, adviseren3 toevertrouwen ⇒ overgeven, (aan)bevelen♦voorbeelden: -
11 bellow
n. Bellow (sol, een joodse amerikaanse schrijver,ontvanger van de nobelprijs)bellow1[ belloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gebrul ⇒ geloei, gebulk————————bellow2〈 werkwoord〉1 bulken ⇒ loeien, brullen♦voorbeelden: -
12 bid
n. bod, prijsopgave, offerte--------v. zegenen, toewensen; een prijs voorstellen; verhandelen; bestellenbid1[ bid] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bod♦voorbeelden:no bid • pas————————bid23 dingen♦voorbeelden:————————bid3♦voorbeelden:bid someone welcome • iemand welkom heten -
13 bidding
n. bod; gebod[ bidding]♦voorbeelden: -
14 charge
n. prijs; verantwoordelijkheid; lading; beschuldiging--------v. rekenen (ook bij een betaling); gebieden; beginnen; opladen (ook van geweer); declarerencharge1[ tsja:dzj]3 prijs ⇒ kost(en), schuld4 iets/iemand waarvoor men verantwoordelijk is ⇒ pupil, beschermeling♦voorbeelden:face a charge of theft • terechtstaan wegens diefstalarrest someone on a charge of murder • iemand arresteren op beschuldiging van moord1 zorg ⇒ hoede, leiding♦voorbeelden:I've got charge of this class • ik heb de leiding in deze klastake charge of • de leiding nemen over, zich belasten metin charge of • verantwoordelijk voorin/under the charge of • onder de hoede van————————charge22 opladen ⇒ laden, vullen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bevelen ⇒ opdragen, instrueren♦voorbeelden:charge something (up) to/against one's account • iets op zijn rekening laten schrijven -
15 direct
adj. rechtstreeks, direct; onmiddellijk; openhartig--------adv. rechtstreeks, duidelijk; op een onomwonden manier, op openhartige wijze--------v. instruëren, toelichten, aanduiden; toezien, kontroleren, inspekteren; kommanderendirect1[ dirrekt, daj-]1 direct ⇒ rechtstreeks, onmiddellijk, openhartig♦voorbeelden:direct contact • rechtstreeks contactbe a direct descendant • in een rechte lijn van iemand afstammendirect drive • directe aandrijvingdirect evidence • bewijs uit de eerste handa direct flight • een rechtstreekse vluchta direct hit • een voltrefferthe direct road • de kortste wegdirect taxes • directe belastingenbe direct • er geen doekjes om winden〈 Brits-Engels〉 direct grant • rijkssubsidie 〈 voor scholen in tegenstelling tot subsidie van plaatselijke overheid〉direct mail • direct mail, postreclame 〈 (persoonlijk gerichte) reclame via de brievenbus〉II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 absoluut ⇒ exact, precies♦voorbeelden:————————direct21 het bevel voeren ⇒ aanwijzingen geven, opdracht geven2 richten3 de weg wijzen ⇒ leiden, gidsen4 bestemmen ⇒ toewijzen, aanwijzen5 leiden ⇒ de leiding hebben over, besturen♦voorbeelden:he directed a blow at his brother • hij sloeg naar zijn broerhis remarks were directed at all of us • zijn opmerkingen waren voor ons allemaal bedoeld3 would you direct me to the town hall? • zou u mij kunnen zeggen hoe ik bij het stadhuis moet komen?————————direct3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she came direct to Paris • ze kwam rechtstreeks naar Parijs -
16 do someone's bidding
-
17 import
n. geïmporteerd (ook in computers); betekenis, belang, bedoeling; (in computers) het importeren van een bestand dat van het ene naar het andere programma--------v. importeren; aanhalen; bevelen; belang hebben bij-import1[ impo:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————import2[ impo:t] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
18 instruct
v. instrukties geven; instrueren; les geven; leiding geven; onderleiden; opdracht geven; laten weten[ instrukt]1 onderwijzen ⇒ onderrichten, instrueren -
19 library
n. bibliotheek; (in computers) een verzameling programma's en bevelen waaruit in programmeertaal een origineel programma wordt samengesteld[ lajb(rə)rie] 〈meervoud: libraries〉1 bibliotheek ⇒ (openbare) leeszaal; 〈 bij uitbreiding〉 uitleenverzameling 〈 van films, platen e.d.〉 -
20 ordain
v. bevoegdheid geven; bepalen (van een wet); toeschrijven; bevelen[ o:deen] 〈zelfstandig naamwoord: ordainment〉1 〈 religie〉(tot geestelijke/priester) wijden♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
bevelen — komanderi / gi orda … Woordenlijst Sranan
Promulgation — Sur les autres projets Wikimedia : « Promulgation », sur le Wiktionnaire (dictionnaire universel) En droit public, la promulgation est l acte par lequel le chef de l État constate qu une loi a été régulièrement adoptée par le… … Wikipédia en Français
Raid on the Medway — Part of the Second Anglo Dutch War Attack on the Medway, June 1667 by Pieter Corn … Wikipedia
Raid sur la Medway — 51° 24′ 14″ N 0° 31′ 55″ E / 51.4039, 0.531944 … Wikipédia en Français
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden — Der Hauptautor der Verfassung von 1814: Gijsbert Karel van Hogendorp. Bildnis am Beurs World Trade Center in seiner Geburtsstadt Rotterdam … Deutsch Wikipedia
Niederländische Verfassung — Der Hauptautor der Verfassung von 1814: Gijsbert Karel van Hogendorp. Bildnis am Beurs World Trade Center in seiner Geburtsstadt Rotterdam … Deutsch Wikipedia
Verfassung der Niederlande — Der Hauptautor der Verfassung von 1814: Gijsbert Karel van Hogendorp. Bildnis am Beurs World Trade Center in seiner Geburtsstadt Rotterdam … Deutsch Wikipedia
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français
Verbes irréguliers néerlandais — Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog Bedrogen … Wikipédia en Français
befehlen — Vst. std. (8. Jh.), mhd. bevelhen, ahd. bifel(a)han. Stammwort. Wie ae. befeolan, afr. bifela Präfigierung zu g. * felh a Vst., dies auch in gt. filhan, anord. fela, ae. feolan, afr. fela. Die Bedeutung ist bei intransitivem Gebrauch (nur im… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache