-
1 import
n. geïmporteerd (ook in computers); betekenis, belang, bedoeling; (in computers) het importeren van een bestand dat van het ene naar het andere programma--------v. importeren; aanhalen; bevelen; belang hebben bij-import1[ impo:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————import2[ impo:t] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 mean
adj. gemiddeld; door middel; gemeen, verachtelijk; armoedig, arm, pover; bedelaar; minderwaardig--------n. middelmaat, middenweg; gemiddelde (waarde)--------v. bedoelen; menen; weten; betekenenmean1[ mie:n]II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:by means of • door middel/bemiddeling vanby no means, not by any (manner of) means • in geen gevala means to an end • een middel om een doel te bereikenlive beyond one's means • boven zijn stand leven→ fair fair/————————mean2〈 meanness〉♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:mean price • middenprijs————————mean3♦voorbeelden:1 mean ill/well (to/towards/by someone) • het slecht/goed menen (met iemand)II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bedoelen4 menen6 betekenen ⇒ beduiden, neerkomen op♦voorbeelden:2 what do you mean by that? • wat bedoel je daarmee?; wat heeft dat te betekenen?he means you no harm/no harm to you • hij wil je geen kwaad doenI mean to leave tomorrow • ik ben van plan morgen te vertrekken4 get out, and I mean it! • eruit, en ik meen het! -
3 nod someone out
nod someone outiemand beduiden/wenken weg te gaan -
4 nod
n. knik; knikkebol--------v. knikken, knikkebollennod1[ nod] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 on the nod • op de pof, op krediet; zonder discussie/formele stemming〈 spreekwoord〉 a nod is as good as a wink (to a blind horse) • een goed verstaander heeft maar een half woord nodig————————nod2〈 nodded〉3 suffen ⇒ niet opletten, een fout maken♦voorbeelden:1 have a nodding acquaintance with someone/something • iemand/iets oppervlakkig kennenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 door knikken/wenken te kennen geven 〈 goedkeuring, groet, toestemming〉♦voorbeelden:nod someone out • iemand beduiden/wenken weg te gaan -
5 portend
v. voorspellen (nare voorspelling; een waarschuwing)[ po:tend] 〈 formeel〉 -
6 signify
v. van belang zijn; belangrijk zijn; aangeven; bevel geven; toespelen; mededelen; doorgeven[ signiffaj] 〈 signified〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉
См. также в других словарях:
beduiden — bodoy … Woordenlijst Sranan
Bedeuten — Es hat nichts zu bedeuten. Holl.: T heeft niet te beduiden. (Sprenger II, 11.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Dreck — 1. Alten Dreck soll man nicht aufrühren. – Eiselein, 126; Grimm, II, 1356. Gewöhnlich in Bezug auf Streitigkeiten, welche die Zeit in Vergessenheit gebracht hat, auch wol von veralteten Gebräuchen, welche man wieder einzuführen sucht. Jüd.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gleichniss — 1. Alle Gleichnisse hinken. – Parömiakon, 2311; Simrock, 3696; Braun, II, 511. Die Vergleichung passt nicht in allen Beziehungen. Frz.: Il n y n point de comparaison qui ne cloche. Holl.: Alle gelijkenissen gaan mank. (Harrebomée, I, 225.) Lat.:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon