-
1 welcome
adj. gewenst; graag; verfrissend; hartelijk verwelkomd; vrij (zonder meer toegestaan)--------interj. uitroep gebruikt om een bezoeker of recente aankomst op vriendelijke wijze te begroeten; groet aan een nieuwkomer--------n. receptie, iemand verwelkomen--------v. iemand ontvangen, welkom heten, graag ontvangenwelcome1[ welkəm]1 welkomstgroet ⇒ welkom, verwelkoming♦voorbeelden:¶ welcome! • welkom!1 onthaal♦voorbeelden:bid someone welcome • iemand welkom heten¶ outstay one's welcome • langer blijven dan men welkom is, blijven plakken→ warm warm/————————welcome2〈 welcomeness〉♦voorbeelden:make someone (feel) welcome • iemand het gevoel geven dat hij welkom isII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:you're welcome to the use of my books • je mag mijn boeken gerust gebruiken¶ ‘thank you’ ‘you're welcome’ • ‘dank u’ ‘geen dank/graag gedaan’————————welcome3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 bid
n. bod, prijsopgave, offerte--------v. zegenen, toewensen; een prijs voorstellen; verhandelen; bestellenbid1[ bid] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bod♦voorbeelden:no bid • pas————————bid23 dingen♦voorbeelden:————————bid3♦voorbeelden:bid someone welcome • iemand welkom heten -
3 for\ the\ last\ week
utolsó héten, most az utolsó héten -
4 sizzling
adj. \/ˈsɪzlɪŋ\/1) fresende, susende, sydende2) brennhet, glovarm -
5 every second week
((on or during) alternate weeks, months etc: He comes in every second day.) minden második héten -
6 answer to the name of
-
7 answer to
-
8 bid someone welcome
-
9 extend a warm welcome to someone
-
10 extend
v. bereiken, uitspreiden; verlengen, uitbreiden, vergroten; protesteren, uitreiken[ ikstend]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uitt)rekken ⇒ langer/groter maken, uitbreiden2 uitstrekken ⇒ uitsteken, aanreiken3 (aan)bieden ⇒ verlenen, betuigen, bewijzen♦voorbeelden:extend his leave of absence • zijn verlof verlengenextend an invitation to someone • een uitnodiging aan iemand richtenextend a warm welcome to someone • iemand hartelijk welkom heten -
11 give a warm welcome to
-
12 greet
v. groeten, welkom heten; ontvangen[ grie:t]♦voorbeelden: -
13 warm
adj. warm; warm (van karakter), hartelijk; hard, gevaarlijk, "heet"; opgewonden; in brand staan--------v. verwarmen; opwarmen; opwinden; zich opwinden; aantrekken (zich tot iemand aangetrokken voelen)warm1[ wo:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 warmte♦voorbeelden:1 come in and have a warm! • kom binnen en warm je wat!the warm of his office • de warmte van zijn kantoor————————warm2〈bijvoeglijk naamwoord; warmness〉3 warmbloedig ⇒ hartstochtelijk, vurig♦voorbeelden:keep a place warm for someone • een plaats voor iemand openhoudenyou are getting warm/warmer • je brandt je!, warm! 〈 bij spel, bijvoorbeeld met betrekking tot verstopt voorwerp〉————————warm3♦voorbeelden:1 warm to something • geïnteresseerd raken in iets, de smaak te pakken krijgen van ietswarm to/toward(s) someone • iets gaan voelen voor iemand→ warm up warm up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ warm up warm up/ -
14 accord a hearty welcome
v. een warm welkom geven, van harte welkom heten -
15 bid welcome
iemand welkom heten -
16 his\ case\ comes\ up\ next\ week
English-Hungarian dictionary > his\ case\ comes\ up\ next\ week
-
17 last\ week
múlt hét, múlt héten -
18 next\ week
következő héten, következő hét -
19 past\ week
См. также в других словарях:
verstehen — ›So to verstahn, dat Kind schall Jochen heten!‹ heißt es im Dithmarschen, wenn man erst nach vieler Mühe etwas begriffen hat. Zur Entstehung der Redensart wird in Schleswig Holstein folgende Geschichte erzählt: En jungen Burn sin Fru leg in… … Das Wörterbuch der Idiome
Tag — 1. Alen Doach hîsch, äs mäkest hîsch; un Sangtich hîsch, dâd äs hîsch. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 368. 2. All Dag is ken Joarmarkt. (Strelitz.) 3. All Dage is kîn Sonndag (kîn Karkmess, sün kîn Fangeldage). (Oldenburg.) 4. All Doag wat Nîgs … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Rajon Berehowe — (Берегівський район/Berehiwskyj rajon) … Deutsch Wikipedia
Christi Hort — Das Werk Christi Hort gehört zur religiösen Dichtung des 13. Jahrhunderts. Der Autor ist Gundacker von Judenburg. Es ist eine Kompilation aus alttestamentlicher Geschichte, kanonischen Evangelien, dem Nicodemusevangelium (Acta Pilati und Christi… … Deutsch Wikipedia
Heißen — Heißen, verb. irreg. ich heiße, du heißest, er heißt; Imperf. ich hieß; Mittelw. geheißen; Imper. heiß. es ist in doppelter Gestalt üblich. I. Als ein Activum, welches jetzt nur noch in folgenden Fällen vorkommt. 1. Für nennen, so wohl einen… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
haitan — *haitan germ., stark. Verb: nhd. heißen, rufen; ne. name (Verb), call (Verb); Rekontruktionsbasis: got., an., ae., afries., anfrk., as., ahd.; Vw.: s … Germanisches Wörterbuch
Herumgehen — *1. A gît rem wi a Läamtrater. – Peter, I, 446. *2. A gît rem wî a Toanoalp. – Peter, I, 446. *3. A gît rem wi Poat Lähmsâk. (Oesterr. Schles.) – Peter, I, 446. Gedankenlos, betrübt. *4. A gît rem wi Tripstrill. – Peter, I, 446. Blöde, betrübt,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kuh — 1. A Kü moalkat trog a Hols. (Nordfries.) – Johansen, 72. Die Kuh milcht durch den Hals. 2. A Kuh söüft â méa, ässe vertroa kô. (Henneberg.) Auch eine Kuh säuft wol mehr als sie vertragen kann. Mit Anwendung auf Säufer. 3. A Küh wal t egh wed,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Heat — (h[=e]t), v. t. [imp. & p. p. {Heated}; p. pr. & vb. n. {Heating}.] [OE. heten, AS. h[=ae]tan, fr. h[=a]t hot. See {Hot}.] 1. To make hot; to communicate heat to, or cause to grow warm; as, to heat an oven or furnace, an iron, or the like. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Heated — Heat Heat (h[=e]t), v. t. [imp. & p. p. {Heated}; p. pr. & vb. n. {Heating}.] [OE. heten, AS. h[=ae]tan, fr. h[=a]t hot. See {Hot}.] 1. To make hot; to communicate heat to, or cause to grow warm; as, to heat an oven or furnace, an iron, or the… … The Collaborative International Dictionary of English
Heating — Heat Heat (h[=e]t), v. t. [imp. & p. p. {Heated}; p. pr. & vb. n. {Heating}.] [OE. heten, AS. h[=ae]tan, fr. h[=a]t hot. See {Hot}.] 1. To make hot; to communicate heat to, or cause to grow warm; as, to heat an oven or furnace, an iron, or the… … The Collaborative International Dictionary of English