-
1 baat
♦voorbeelden: -
2 voordeel
3 [tennis] advantage♦voorbeelden:voordeel hebben bij • profit/benefit fromhet heeft het voordeel van dichtbij te zijn • it has the advantage of being close〈 sport〉 3-0 in het voordeel van Nederland • 3-0 for Holland/for the Dutch side/teamde situatie was in zijn voordeel • the situation was to his advantageten voordele van • for the benefit of, in favour ofiemand het voordeel van de twijfel gunnen • give someone the benefit of the doubteen voordeel behalen • gain an advantageer zijn alleen maar voordelen aan verbonden • it can only be to your advantage -
3 profijt
♦voorbeelden:ergens profijt van trekken • profit by/benefit from somethingergens zo veel mogelijk profijt van trekken • make the most of something -
4 baat vinden bij
baat vinden bijVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > baat vinden bij
-
5 beter
beter1〈 het〉1 something/anything better♦voorbeelden:bij gebrek aan beter • for want of anything better————————beter21 [vergrotende trap van ‘goed’] better2 [genezen; minder ziek] better♦voorbeelden:het is beter dat je nu vertrekt • you'd better leave nowze is beter in wiskunde dan haar broer • she's better at maths than her brotheralles is beter dan een bezoek aan haar • anything is preferable to visiting herdat is al beter • that's more like ithuilen maakt het er helemaal niet beter op voor je • crying won't do you any goodbeter maken • improvehij was beter af zonder hun hulp • he'd be better off without their helpergens beter van worden • benefit from somethingbeter worden • improvedaar wordt het niet beter van • that will not make things any betterbij gebrek aan iets beters • for want of anything betterwel wat beters te doen hebben • have better things to dohij is weer helemaal beter • he has completely recoveredbeter maken, weer beter maken • curebeter worden, weer beter worden • recover, get well againbetere kwaliteit (van) koffie • better-quality coffeeII 〈 bijwoord〉1 [vergrotende trap van ‘goed’] better2 [anders] better♦voorbeelden:hij kan zijn geld wel beter gebruiken • he knows better than to spend his money on thatbeter gezegd • (or) ratherje had beter kunnen helpen, je had er beter aan gedaan te helpen • you would have done better to helphet beter hebben (dan vroeger/dan een ander) • be better off (than before/than someone else)de leerling kon beter • the student could do betterom (des te) beter te kunnen zien • (all) the better to seejij kunt beter je mond houden • you'd better keep your mouth shutJohn tennist beter dan ik • John is a better tennis-player than meiets tegen beter weten in doen • do something against one's better judgementze weten niet beter of … • for all they know …des te beter (voor ons) • so much the better (for us)hoe eerder hoe beter • the sooner the betterde volgende keer beter • better luck next timehij weet nu wel beter • he knows better now -
6 ergens beter van worden
ergens beter van wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens beter van worden
-
7 ergens profijt van trekken
ergens profijt van trekkenprofit by/benefit from somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens profijt van trekken
-
8 gerief hebben van
gerief hebben vanenjoy the convenience of, derive benefit fromVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gerief hebben van
-
9 gerief
1 [gemak, genot] convenience(s) ⇒ comfort(s), 〈formeel; in het bijzonder met betrekking tot een woonbuurt〉 amenity (value), 〈formeel; in het bijzonder met betrekking tot een woonbuurt〉 amenities♦voorbeelden:1 gerief hebben van • enjoy the convenience of, derive benefit fromten gerieve van • for the convenience of2 aan zijn gerief komen • find/seek sexual satisfaction -
10 voordeel hebben bij
voordeel hebben bijprofit/benefit fromVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voordeel hebben bij
-
11 Prometheus
n. Prometheus, Titan who stole fire from heaven for the benefit of mankind and was punished for this by the gods (Greek Mythology) -
12 recht
recht1〈 het〉2 [rechtsregels; rechtsgeleerdheid] law3 [rechtspraak] justice4 [proces] court5 [bevoegdheid, voorrecht] right6 [meervoud] [bevoegdheden behorend bij een stand/positie] rights8 [meervoud] [bevoegdheid tot reproductie van een boek/film enz.] (copy)right(s)9 [belasting] duty♦voorbeelden:recht doen aan iets • do justice to something〈 figuurlijk〉 iemand/iets geen recht doen • be unfair to someone/somethinghet recht handhaven • uphold the lawhet recht met voeten treden • trample justice underfootin zijn recht zijn/staan • be within one's rightsje kan je met recht afvragen wat … • you may well wonder what …met recht razend zijn • have good reason to be furiousagrarisch/fiscaal/militair recht • agrarian/fiscal/military lawburgerlijk recht • civil lawhet geschreven recht • written/statute lawhet ongeschreven recht • unwritten/common lawpubliek en privaat recht • public and private lawRomeins recht • Roman lawhet recht in eigen handen nemen • take the law into one's own handsrechten studeren • read/study lawmeester in de rechten • Master of Lawskrachtens recht en gewoonte • by right and customkrachtens/volgens Engels recht • under English lawnaar Nederlands recht • according to Dutch lawrecht doen in een zaak • decide on a caserecht vorderen/zoeken • demand/seek justice4 in rechte iets afdwingen/eisen/vorderen • enforce/demand something in a court of lawhet recht van de sterkste • the law of the jungleaangeboren en verworven rechten • birthrights and acquired rightsdat is mijn goed recht • that is my righthet volste recht hebben om … • have every right to …zijn graad geeft hem het recht om … • his degree qualifies him to …het recht hebben om zijn kinderen te zien • have access to one's childrenniet het recht hebben iets te doen • have no right to do somethingiemand het recht ontzeggen om … • deny someone the right to …evenveel recht van spreken hebben als de rest • have an equal voice with the restgeen recht van spreken hebben • have no right to speakdoor dat te doen had hij geen recht van spreken meer • by doing that he put himself out of courtiedereen heeft het recht om … • everyone has the right to …op zijn recht(en) staan • insist on one's right(s)〈 figuurlijk〉 zijn kwaliteiten komen daar veel beter tot hun recht • he can make far better use of his talents there〈 figuurlijk〉 iemand/iets (niet) tot zijn recht laten komen • do (no) justice to someone/somethingvoor zijn recht(en) opkomen • defend one's right(s)de rechten van de vrouw • women's rightsburgerlijke/politieke rechten • civil/political rightsde oudste rechten hebben • have first claimgeen recht hebben op • have no right/claim tozijn rechten laten gelden • exercise one's rightsrecht hebben/geven op iets • have/give the right to somethingalle rechten voorbehouden • all rights reservedvrij van rechten • free of duties————————recht21 [niet gebogen/bochtig; niet scheef/schuin] straight2 [rechtop] straight (up), upright3 [normaal] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 right 〈 kant van stof〉; direct 〈 evenredigheid〉; 〈 bijwoord〉 directly 〈 evenredig〉♦voorbeelden:op het laatste rechte stuk • on the home straightje bord moet je wel recht houden • you must keep your plate straightde auto kwam recht op ons af • the car was coming straight at usiets recht leggen • put something straightrecht op iemand/iets afgaan • go straight for someone/somethingiets recht snijden • cut something (off) straightrecht omhoog/omlaag • straight up/downiemand recht in de ogen kijken • look someone straight in the eyerecht op zijn doel afgaan • go straight for one's goalrecht van lijf en leden • straight-limbedrecht voor zich uitkijken • look/stare straight aheadrecht op zijn benen staan • stand up straightrecht zitten/staan • sit/stand up straightrecht overeind • straight up, bolt uprightrecht evenredig zijn met • be directly proportional to〈 breien〉 eerst drie averecht, dan drie recht • first three purl, then three plainhet rechte van iets weten • know the ins and outs of somethingII 〈 bijwoord〉1 [formeel] [echt] really2 [precies] straight♦voorbeelden:2 hangt/zit mijn jurk recht? • is my dress straight?ze reden recht op elkaar in • they collided head-onhij woont recht tegenover mij • he lives straight across from merecht tegenover elkaar • face-to-face -
13 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
14 winst
1 [opbrengst boven de bestede kosten] profit ⇒ 〈 vaak meervoud, rendement〉 return, 〈 van bedrijf, ook〉 earning(s), 〈meervoud; speel/gokwinst〉 winning♦voorbeelden:ingehouden winsten • retained profits/earningsnetto winst • net/ 〈 Brits-Engels ook〉nett returns/gain/profitzuivere winst • clear profitwinst behalen/opleveren • gain/make/yield (a) profithet huis bracht winst op • the house realized a profitwinst slaan uit • make money out of, capitalize ontel uit je winst • it can't go wrong, Bob's your uncleer zit winst in • there's money in itmet winst verkopen • sell at a profitmet de winst gaan strijken • reap the profitop winst uit zijn • be out to make a profitop winst spelen • play to winop winst staan • be winningwinst uit onderneming • operating profits, profit from ordinary activities
См. также в других словарях:
benefit from — phr verb Benefit from is used with these nouns as the object: ↑treatment … Collocations dictionary
benefit — ben·e·fit n 1: something that provides an advantage or gain; specif: an enhancement of property value, enjoyment of facilities, or increase in general prosperity arising from a public improvement general benefit: a benefit to the community at… … Law dictionary
Benefit tourism — is the name given to the perceived threat that after May 1, 2004, huge masses of citizens from the European Union s ten new member countries would move to the previous fifteen member states to benefit from their generous social welfare systems… … Wikipedia
derived benefit from — profited from … English contemporary dictionary
benefit — See security proceeds Euroclear Clearing and Settlement glossary * * * ▪ I. benefit ben‧e‧fit 1 [ˈbenfɪt] noun 1. [countable] a good effect or advantage that something has, for example a product or service: • We will focus our marketing message… … Financial and business terms
benefit — ben|e|fit1 W1S3 [ˈbenıfıt] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(advantage)¦ 2¦(money from government)¦ 3¦(extra things)¦ 4 give somebody the benefit of the doubt 5 with the benefit of hindsight/experience 6 benefit concert/performance/match ▬▬▬▬▬▬▬ [Date: 1300 1400; :… … Dictionary of contemporary English
Benefit of clergy — In English law, the benefit of clergy (Law Latin Privilegium clericale) was originally a provision by which clergymen could claim that they were outside the jurisdiction of the secular courts and be tried instead in an ecclesiastical court under… … Wikipedia
benefit — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun 1 advantage ADJECTIVE ▪ considerable, enormous, great, huge, immense, major, real, significant, substantial, tremendous … Collocations dictionary
benefit */*/*/ — I UK [ˈbenɪfɪt] / US [ˈbenəfɪt] noun Word forms benefit : singular benefit plural benefits 1) [countable/uncountable] an advantage you get from a situation The new sports centre will bring lasting benefit to the community. benefit for: Consider… … English dictionary
benefit — ben|e|fit1 [ benəfıt ] noun *** 1. ) count usually plural extra money or other advantages that you get in addition to your salary from your employer as part of your job: The benefits include medical insurance and a company car. a ) money or help… … Usage of the words and phrases in modern English
benefit — [[t]be̱nɪfɪt[/t]] ♦♦ benefits, benefiting, benefited (The forms benefitting and benefitted are also used.) 1) N VAR: oft N of n The benefit of something is the help that you get from it or the advantage that results from it. Each family farms… … English dictionary