-
1 signaalversterking
• gain• signal gainNederlands-Engels Technisch Woordenboek > signaalversterking
-
2 versterkingsgetal
• gain• power gain -
3 handsterkteregeling
• gain controlNederlands-Engels Technisch Woordenboek > handsterkteregeling
-
4 sterkteregeling
• gain control• volume control -
5 tijdwinst
• gain in time -
6 versterking/bandbreedteproduct
• gain-bandwidth productNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterking/bandbreedteproduct
-
7 versterkingsafname
• gain reductionNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterkingsafname
-
8 versterkingsfunctie
• gain functionNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterkingsfunctie
-
9 versterkingsonderdrukking
• gain suppressionNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterkingsonderdrukking
-
10 versterkingsregelaar
• gain controlNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterkingsregelaar
-
11 versterkingsregeling
• gain controlNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterkingsregeling
-
12 versterkingsstabiliteit
• gain stabilityNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterkingsstabiliteit
-
13 winstdeling
• gain-sharing• profit-sharing -
14 winnen
1 [als overwinnaar te voorschijn komen (uit)] win2 [vorderen, voorkomen] win, gain3 [winst maken] make a profit♦voorbeelden:ik hoop dat mijn nummer deze keer wint • I hope my number will come up this timeop het winnende paard wedden • pick the winnerde slag winnen • carry/save/win the dayde wedstrijd moeiteloos winnen • win the match/competition/race hands down; 〈 bij paardenrennen ook〉 run away with the raceje kan niet altijd winnen • you can't win them allzij wint het steeds in hun ruzies • she always gets the better of their fightswinnen bij het kaarten • win at cardswinnen met 7-2 • win 7-2, win by 7 goals/points to 2met twee lengten winnen • win by two lengthseen goede kans maken om te winnen • have a good chance of winningwinnen op punten • win on points(het) winnen van iemand • beat someone, have the best of someonehij wint het van Sam • he has it over Samaan gewicht winnen • gain weightin/aan duidelijkheid winnen • gain in clearnesshij had tien meter op zijn voorligger gewonnen • he had gained ten metres on the man/car/horse in frontII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 kolen winnen • extract/mine coalland winnen • reclaim/recover landzand winnen • extract sandzout uit zeewater winnen • obtain salt from sea watermetaal uit erts winnen • win metal from oreonze aandelen hebben vijf punten gewonnen • our shares have gained/put on five pointsstemmen winnen • pull voteshij heeft er niet veel bij gewonnen • he hasn't gained much by itdrie zetels op de Conservatieven winnen • win three seats from the Conservativesiemand voor zich winnen • win someone overiemand winnen voor een plan • win someone over to one's plan -
15 winst
1 [opbrengst boven de bestede kosten] profit ⇒ 〈 vaak meervoud, rendement〉 return, 〈 van bedrijf, ook〉 earning(s), 〈meervoud; speel/gokwinst〉 winning♦voorbeelden:ingehouden winsten • retained profits/earningsnetto winst • net/ 〈 Brits-Engels ook〉nett returns/gain/profitzuivere winst • clear profitwinst behalen/opleveren • gain/make/yield (a) profithet huis bracht winst op • the house realized a profitwinst slaan uit • make money out of, capitalize ontel uit je winst • it can't go wrong, Bob's your uncleer zit winst in • there's money in itmet winst verkopen • sell at a profitmet de winst gaan strijken • reap the profitop winst uit zijn • be out to make a profitop winst spelen • play to winop winst staan • be winningwinst uit onderneming • operating profits, profit from ordinary activities -
16 gambiet
n. gambit, tactic in which a piece is sacrificed to gain an advantage (Chess); maneuver by which one seeks to gain an advantage -
17 gewinnen
v. win, be victorious; gain; obtain; arrive with great effort; succeed; acquire; gain trust (or approval, favor, etc.) -
18 antenneversterking
• aerial gain• antenna gainNederlands-Engels Technisch Woordenboek > antenneversterking
-
19 bevechten
♦voorbeelden:de zwaar bevochten positie • the hard-won position -
20 opdoen
2 [oplopen] catch3 [op iets zetten] put on6 [rechtop, overeind zetten] set/stand on end♦voorbeelden:ervaring/inspiratie opdoen • gain experience/inspirationkennis opdoen • acquire knowledge4 waar heb je dat opgedaan? • where did you hear/learn that?
См. также в других словарях:
gain — gain … Dictionnaire des rimes
gain — [ gɛ̃ ] n. m. • XIIe; de gagner 1 ♦ Littér. Action de gagner. Le gain d une bataille. ⇒ succès, victoire. Le gain d un procès. Cour. Avoir, obtenir gain de cause. Absolt Chances égales de gain et de perte. 2 ♦ Ce qu on gagne; profit, bénéfice… … Encyclopédie Universelle
gain — n 1: an increase in value, capital, or amount compare loss capital gain: a gain realized on the sale or exchange of a capital asset (as a stock or real estate) ca·su·al·ty gain: a gain realized by an insured because property insurance benefits… … Law dictionary
gain — GAIN. s. m. Profit, lucre. Grand gain. petit gain. gain mediocre. gain sordide, illicite, deshonneste. travailler pour le gain. faire à moitié de gain. entrer avec quelqu un à moitié de gain & de perte. à perte & à gain. apporter grand gain.… … Dictionnaire de l'Académie française
Gain — Gain, v. t. [imp. & p. p. {Gained} (g[=a]nd); p. pr. & vb. n. {Gaining}.] [From gain, n. but. prob. influenced by F. gagner to earn, gain, OF. gaaignier to cultivate, OHG. weidin[=o]n, weidinen to pasture, hunt, fr. weida pasturage, G. weide,… … The Collaborative International Dictionary of English
Gain — (g[=a]n), n. [OE. gain, gein, ga[yogh]hen, gain, advantage, Icel. gagn; akin to Sw. gagn, Dan. gavn, cf. Goth. gageigan to gain. The word was prob. influenced by F. gain gain, OF. gaain. Cf. {Gain}, v. t.] 1. That which is gained, obtained, or… … The Collaborative International Dictionary of English
gain — gain1 [gān] n. [ME < OFr gaaigne < gaaignier: see GAIN1 the vt.] 1. an increase; addition; specif., a) [often pl.] an increase in wealth, earnings, etc.; profit; winnings b) an increase in advantage; advantage; improvement 2. the act of… … English World dictionary
Gain — Gain, v. i. To have or receive advantage or profit; to acquire gain; to grow rich; to advance in interest, health, or happiness; to make progress; as, the sick man gains daily. [1913 Webster] Thou hast greedily gained of thy neighbors by… … The Collaborative International Dictionary of English
Gain — ist das englische Wort für Verstärkung (Physik), wird in der Technik verwendet die Eingangsverstärkung, etwa bei einem Mischpult oder Gitarrenverstärker der Gain (Mawddach), Quellfluss des Mawddach in Wales eine Namensvariante der… … Deutsch Wikipedia
gain — ► VERB 1) obtain or secure. 2) reach or arrive at. 3) (gain on) come closer to (a person or thing pursued). 4) increase the amount or rate of (weight, speed, etc.). 5) increase in value. 6) (gain in) improve o … English terms dictionary
Gain — Gain, a. [OE. gein, gain, good, near, quick; cf. Icel. gegn ready, serviceable, and gegn, adv., against, opposite. Cf. {Ahain}.] Convenient; suitable; direct; near; handy; dexterous; easy; profitable; cheap; respectable. [Obs. or Prov. Eng.]… … The Collaborative International Dictionary of English