-
1 wipe
veeg -
2 tailing
veegvegenvlaggen -
3 lick
n. lik; veeg; klap (slang); uitbarsting van energie, krachtsexplosie--------v. aflikken, likken aan, lekken; (af)ranselen; verslaan; onder de knie krijgenlick1[ lik]1 lik♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————lick2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 likken♦voorbeelden:1 lick (something) off/out/up • (iets) af/uit/oplikkenlick bad habits out of someone • slechte gewoontes er bij iemand uit rammen -
4 sideswipe
n. veeg (uit de pan); iemand een veeg (uit de pan) geven; harde klap aan de zijkant--------v. schampensideswipe1〈 zelfstandig naamwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉————————sideswipe2〈 werkwoord〉 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 -
5 swipe
n. harde slag (cricket); veeg (uit de pan)--------v. hard slaan; gappen (slang); weggrissenswipe1[ swajp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:swipe round the ear • oorveeg————————swipe2♦voorbeelden:1 gappen ⇒ jatten, stelen -
6 swoop
n. plotselinge duik; haal, veeg; razzia--------v. neerduiken op, afschieten opswoop1[ swoe:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 duik♦voorbeelden:————————swoop2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 wipe
n. veeg--------v. afvegen; schoonmaken; snuiten; protesteren; uitwissen; wrijvenwipe1[ wajp] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 veeg♦voorbeelden:1 give something a wipe • iets even afvegen/nemen————————wipe2〈 werkwoord〉1 (af)vegen ⇒ (weg)wrijven, (uit/weg)wissen♦voorbeelden:wipe one's feet/shoes • zijn voeten vegenwipe away • wegvegen/wrijvenwipe a sentence off the board • een zin op het bord uitvegenmy remark wiped the smile off his face • mijn opmerking deed de glimlach van zijn gezicht verdwijnen -
8 cut
adj. gesneden; verkorting, gedeelte; in prijs verlaagd--------n. snee; snijwond; gedeelte; dracht (van kleding)--------v. snijden; verkorten; verlagen; knippencut1[ kut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉slag/snee met scherp voorwerp ⇒ (mes)sne(d)e, keep, insnijding, snijwond; hak, houw; striem, (zweep)slag5 coupure ⇒ weglating, in/verkorting8 〈 benaming voor〉in/doorsnijding ⇒ geul, kloof, kanaal, doorgraving; kortere weg♦voorbeelden:cut and thrust • (woorden)steekspel, vinnig debat————————cut21 〈 benaming voor〉scheid/bewerkbaar zijn met scherp voorwerp ⇒ (zich laten) snijden/knippen/maaien, te snijden/knippen/hakken/maaien zijn2 〈 benaming voor〉een inkeping/scheiding maken ⇒ snijden; knippen; hakken, kappen, kerven; maaien4 rennen7 〈 informeel〉een plaat maken/opnemen♦voorbeelden:1 the butter/grass cuts easily • de boter/het gras snijdt/maait gemakkelijk→ cut across cut across/, cut at cut at/, cut down cut down/, cut down on cut down on/, cut in cut in/, cut into cut into/, cut out cut out/, cut through cut through/, cut up cut up/♦voorbeelden:→ cut back cut back/1 snijden in ⇒ verwonden; stuksnijden2 〈 benaming voor〉 scheiden door middel van scherp voorwerp ⇒ (af/door/los/weg)snijden/knippen/hakken; (om)hakken/kappen/zagen3 〈 benaming voor〉 maken met scherp voorwerp ⇒ kerven; slijpen; (bij)snijden/knippen/hakken; boren; graveren; snijden 〈 grammofoonplaat〉; 〈 bij uitbreiding〉 opnemen, maken 〈 grammofoonplaat〉5 〈 benaming voor〉 inkorten ⇒ snijden (in), couperen 〈 boek, film e.d.〉; afsnijden 〈 route, hoek〉; besnoeien (op), inkrimpen, bezuinigen6 〈 benaming voor〉 stopzetten ⇒ ophouden met; afsluiten, afsnijden 〈 water, energie〉; uitschakelen, afzetten9 negeren ⇒ veronachtzamen, s laten liggen♦voorbeelden:cut the tape • het lint doorknippencut free • lossnijden/kappen/hakken; bevrijdencut someone loose • iemand lossnijden/losmakencut open • openhalen/rijtencut away • wegsnijden/hakken/knippen; snoeiencut in half/two • doormidden/in tweeën snijden/knippen/hakkencut into halves/thirds/pieces • doormidden/in drieën/in stukken snijden/knippen/hakkencut a way through the jungle • zich een weg banen door de jungle3 cut a record • een plaat maken/opnemencut one's initials into something • zijn initialen ergens in kervenmy wage was cut • mijn loon is verlaagd9 cut someone dead/cold • iemand niet zien staan, iemand straal negeren -
9 indelible pencil
onuitwisbare potlood (speciale potlood waarvan het geschrevene onmogelijk is uit te vegen)veeg/watervast potlood -
10 indelible
-
11 scrabble
n. gekrabbel; krabbelen; veeg; ; scharrelen--------v. krabbelen; grabbelen; scharrelenscrabble1[ skræbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————scrabble2〈 werkwoord〉1 graaien ⇒ grabbelen, scharrelen♦voorbeelden:1 scrabble about for something • naar iets graaien/grabbelen, in het wilde weg rondtasten naar iets -
12 smear
n. vlek, smet, veeg; uitstrijkje (geneeskundig onderzoek) ; laster--------v. besmeren; smeren; besmeurensmear1[ smiə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————smear22 afgevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 besmeren -
13 splodge
-
14 sweep
n. beurt, opruiming; veger, stoffer; zwaai, slag, draai, bocht; schoorsteen/ straatveger--------v. vegen; opvegen; voeren; schrijdensweep1[ swie:p]2 veger ⇒ bezem, stoffer4 veeg ⇒ haal (met een borstel), streek5 zwaai ⇒ slag, houw, riemslag; zwier, draai, bocht6 〈 benaming voor〉gebogen traject/lijn♦voorbeelden:make a clean sweep • schoon schip maken5 sweep of the eye • oogopslag, blikwide sweep • wijde draai/bochtmake a sweep • een bocht maken, draaienat one/a sweep • in één klap¶ sweep of mountain country • stuk bergland, berglandschapclean sweep • verpletterende overwinning3 beweging ⇒ stroom, golving♦voorbeelden:beyond/within the sweep of • buiten/binnen het bereik van————————sweep21 zich (snel) (voort)bewegen ⇒ spoeden, vliegen♦voorbeelden:sweep by/past • voorbijschietensweep down on • aanvallensweep on • voortijlensweep round • zich (met een zwaai) omdraaiensweep from/out of the room • de kamer uit stuivensweep into power • aan de macht komena wave swept over the ship • een golf sloeg over het schip1 vegen ⇒ aan/af/op/wegvegen2 (laten) slepen ⇒ slepen over, strijken langs/over♦voorbeelden:sweep the house clean/clear of dirt • het huis schoonvegen〈 figuurlijk〉 sweep the seas • de zeeën schoonvegen/zuiveren van piratensweep the dirt away • het vuil wegvegensweep up • aan/uitvegen, bijeenvegen2 mee/wegsleuren ⇒ meevoeren, afrukken3 doorkruisen ⇒ teisteren, razen over4 afzoeken ⇒ aftasten, afvissen♦voorbeelden:sweep someone a bow/curtsey • statig buigen voor iemand2 sweep along • meesleuren/slepenbe swept off one's feet • omvergelopen worden; 〈 figuurlijk〉 overdonderd worden; versteld staan, hals over kop verliefd wordenbe swept out to sea • in zee gesleurd wordena new fashion sweeping America • een nieuwe mode die Amerika verovert -
15 vagary
-
16 vague
adj. vaag, onduidelijk, onzeker1 vaag ⇒ onduidelijk; onscherp♦voorbeelden:be vague about something • vaag zijn over iets1 gering♦voorbeelden: -
17 walk into
v. ergens tegenaan lopen; een veeg uit de pan geven -
18 wiping
n. veeg; wegvegen -
19 hangover
nablijvenveegvegenvlaggen -
20 smear
streepveeg
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Сейзар — СЕЙЗАР противоэпилептический препарат производства фармацевтической компании Алкалоид (Македония). Зарегистрирован в России в 2009 г., рег. номер ЛСР 005944/09[1] МНН (Международное непатентованное название) ламотриджин. Одна… … Википедия
2004 in music — See also: * 2004 in music (UK) * * Events* January 1 **Vienna New Year s Concert by the Vienna Philharmonic Orchestra in Vienna, conducted by Riccardo Muti. **Kurt Nilsen wins World Idol . * January 3 Britney Spears marries Jason Allen Alexander … Wikipedia
Deviant (comics) — For other uses, see Deviant (disambiguation). Deviant Publication information Publisher Marvel Comics First appearance The Eternals vol. 1, #1 (July 1976) … Wikipedia
Backenstreich — Die Ohrfeige ist ein von der Seite geführter Schlag mit der flachen Hand ins Gesicht. Das Wort „Ohrfeige“ stammt aus dem Mittelhochdeutschen und wurde im 13. oder 16. Jahrhundert[1] erstmals erwähnt (vgl. niederländisch oorveeg, zu veeg = Hieb,… … Deutsch Wikipedia
Backpfeife — Die Ohrfeige ist ein von der Seite geführter Schlag mit der flachen Hand ins Gesicht. Das Wort „Ohrfeige“ stammt aus dem Mittelhochdeutschen und wurde im 13. oder 16. Jahrhundert[1] erstmals erwähnt (vgl. niederländisch oorveeg, zu veeg = Hieb,… … Deutsch Wikipedia
Fotzn — Die Ohrfeige ist ein von der Seite geführter Schlag mit der flachen Hand ins Gesicht. Das Wort „Ohrfeige“ stammt aus dem Mittelhochdeutschen und wurde im 13. oder 16. Jahrhundert[1] erstmals erwähnt (vgl. niederländisch oorveeg, zu veeg = Hieb,… … Deutsch Wikipedia
Ohrfeige — Die Ohrfeige ist ein von der Seite geführter Schlag mit der flachen Hand ins Gesicht eines Anderen. Das Wort Ohrfeige stammt aus dem Mittelhochdeutschen und wurde im 13. oder 16. Jahrhundert[1] erstmals erwähnt (vgl. niederländisch oorveeg, zu… … Deutsch Wikipedia
Ohrschelle — Die Ohrfeige ist ein von der Seite geführter Schlag mit der flachen Hand ins Gesicht. Das Wort „Ohrfeige“ stammt aus dem Mittelhochdeutschen und wurde im 13. oder 16. Jahrhundert[1] erstmals erwähnt (vgl. niederländisch oorveeg, zu veeg = Hieb,… … Deutsch Wikipedia
Watschn — Die Ohrfeige ist ein von der Seite geführter Schlag mit der flachen Hand ins Gesicht. Das Wort „Ohrfeige“ stammt aus dem Mittelhochdeutschen und wurde im 13. oder 16. Jahrhundert[1] erstmals erwähnt (vgl. niederländisch oorveeg, zu veeg = Hieb,… … Deutsch Wikipedia
Feige — Feige, r, ste, adj. et adv. 1. Eigentlich, mürbe, weich, von welchem Worte es nur in der Aussprache und Schreibart verschieden ist. In dieser größten Theils veralteten Bedeutung ist es nur noch in dem Bergbaue üblich, wo das Gestein feige wird,… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
fake — fake1 /fayk/, v., faked, faking, n., adj. v.t. 1. prepare or make (something specious, deceptive, or fraudulent): to fake a report showing nonexistent profits. 2. to conceal the defects of or make appear more attractive, interesting, valuable,… … Universalium