-
1 even out
-
2 paste
n. deeg; lijm; pasta; zalf--------v. plakken (ook in computers); (in computers) een bepaald onderdeel uit een ander dokument aan het huidige dokument toevoegen; slaan (slang)paste1[ peest] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pastei ⇒ paté, puree————————paste2〈 werkwoord〉1 kleven ⇒ plakken, volplakken→ paste up paste up/ -
3 smear
n. vlek, smet, veeg; uitstrijkje (geneeskundig onderzoek) ; laster--------v. besmeren; smeren; besmeurensmear1[ smiə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————smear22 afgevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 besmeren -
4 smudge
n. het smetten (het doen wegvluchten van insekten), vlekken, smerig worden--------v. bevlekken, bevuilen, besmeuren; smetten, vlekken, smerig wordensmudge1[ smudzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————smudge21 vlekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 spread
n. wijdte; verbreiding, verspreiding; stuk land, landbezit v. een boer; smeersel; feestmaal, onthaal--------v. spreiden, zich uitspreiden; zich spreiden; zich verspreiden; verspreiden; smeren; besmerenspread1[ spred] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 breedte7 smeersel9 dubbele pagina ⇒ tekst/foto over twee (tegenover elkaar liggende) pagina's, spread————————spread23 uitgespreid/uitgesmeerd worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bedekken ⇒ beleggen/besmeren♦voorbeelden: -
6 to spread
spreidenstrooienuitsmerenuitspreidenuitstrijkenverruimenverspreidenverstrooien
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский