-
21 Wurzel
Wurzel〈v.; Wurzel, Wurzeln〉♦voorbeelden:etwas hat seine Wurzel in einer Sache • iets vindt zijn oorzaak in ietsetwas mit der Wurzel ausreißen, ausrotten • iets met wortel en al uitroeien -
22 prendre
prendre [prãdr]1 dik, hard worden ⇒ bevriezen, stollen5 lukken ⇒ aanslaan, succes hebben6 afslaan ⇒ richting, weg nemen♦voorbeelden:prendre à travers champs • dwars door de velden gaanprendre sur soi de • op zich nemen om teII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opvatten ⇒ opnemen, beschouwen4 (aan)nemen ⇒ zich verschaffen, krijgen5 aannemen ⇒ veronderstellen 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:prendre une femme de force • een vrouw verkrachten, aanrandence tissu prend bien la teinture • deze stof kan gemakkelijk geverfd worden〈 informeel〉 ça te prend souvent? • heb je daar vaker last van?〈 informeel〉 qu'est-ce qui te prend? • wat mankeert jou?, wat is er nou ineens met jou aan de hand, ben je nou helemaal?c'est à prendre ou à laisser • graag of nietil y a à prendre et à laisser • niet alles kloptprendre une personne pour une autre • iemand voor iemand anders aanzienpour qui me prenez-vous? • waar ziet u me voor aan?prendre qn. pour un savant • iemand voor een geleerde houdenle prendre de haut • het hoog opnemenprendre en bonne, en mauvaise part • goed, slecht opnemen→ temps〈 spreekwoord〉 tel est pris qui croyait prendre • die een kuil graaft voor een ander valt er zelf inon ne m'y prendra plus! • dat zal me niet meer overkomen!je vous y prends • nu heb ik je (betrapt)bien lui a pris de • hij heeft er goed aan gedaan te2 genomen, gepakt worden♦voorbeelden:s'y prendre bien, mal • het goed, slecht aanpakken, aanleggense prendre d' amitié pour • vriendschap opvatten voorpour qui te prends-tu? • wie denk je wel dat je bent?1. v1) bevriezen, stollen2) vastkoeken4) aangaan [vuur]6) afslaan7) (mee)nemen, grijpen8) opvatten9) kosten10) aannemen2. se prendrev1) bevriezen -
23 rootlet
n. worteltje, kleine scheut uit centrale wortel van plant; draad in vorm van wortel van klimplant in verticale richting -
24 wasabi
n. Japanse specerij (van de Mosterdfamilie); wortel van bovengenoemde plant; Japanse specerij gemaakt uit de kruidige groene wortel van de said wasabi plant die smaakt als de mierikswortel (ook Japanse mierikswortel genoemd) -
25 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
26 salsify
n. (Botanie) Europese plant met bladeren die op gras lijken met paarse bloemen en een lange wortel; wortel van blauwe morgenster[ sælsiffaj] 〈 plantkunde〉 -
27 rhizomatous
adj. (Botanie) kenmerkend voor een wortel of wortelstok; met aard van wortel of wortelstok -
28 take
n. vangst; ontvangst, recette (van schouwburg); opname (v. film)--------v. nemen; pakken; brengen; begrijpen, snappentake1[ teek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vangst————————take21 pakken ⇒ aanslaan, wortel schieten2 effect sorteren ⇒ inslaan, slagen4 worden♦voorbeelden:4 he took cold/ill • hij werd verkouden/ziekI took against him at first sight • ik vond hem al direct niet aardig→ take away take away/, take off take off/, take on take on/, take over take over/, take to take to/, take up take up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nemen ⇒ grijpen, (beet)pakken4 nemen ⇒ zich verschaffen, gebruiken5 vergen ⇒ vereisen, in beslag nemen8 krijgen ⇒ vatten, voelen9 opnemen ⇒ noteren, meten11 aanvaarden ⇒ accepteren, incasseren♦voorbeelden:he took me unawares • hij verraste mijtake a degree • een graad/titel behalenthis seat is taken • deze stoel is bezetdo you take sugar in your tea? • gebruikt u suiker in de thee?we take the Times • we zijn geabonneerd op de Timesthe man took her by force • de man nam haar met geweldtake five/ten • even pauzeren/rustenhave what it takes • aan de eisen voldoentake about • rondleidentake someone around • iemand rondleidentake someone aside • iemand apart nemenit took her mind off things • het bezorgde haar wat afleidingtake five from twelve • trek vijf van twaalf aftake fire • vlamvattentake it into one's head • het in zijn hoofd krijgentake it easy! • kalm aan!, maak je niet druk!take for granted • als vanzelfsprekend aannementake as read • voor gelezen houdenI take it that he'll be back soon • ik neem aan dat hij gauw terugkomthow am I to take that? • hoe moet ik dat opvatten?take it badly • het zich erg aantrekkentake it well • iets goed opvattenwhat do you take me for? • waar zie je me voor aan?take sides • partij kiezenyou may take it from me • je kunt van mij aannemenI can take it • ik kan het wel hebbenyou (can) take it from there • daar neem jij het wel (weer) over, verder kun je het wel alleen aantake a decision • een besluit nementake an exam • een examen afleggentake notes • aantekeningen makentake a trip • een reisje makenshe took a long time over it • zij deed er lang overtake it or leave it • graag of nietshe took it lying down • zij verzette zich niettake aback • verrassen, van zijn stuk brengen, overdonderenshe was rather taken by/with it • zij was er nogal mee in haar schiktake it (up)on oneself • het op zich nemen, het wagen, zich aanmatigen -
29 strike
n. staking; aanval; uitvinding; geluk--------v. slaan; aansteken; toeslaan; toeschijnen; schijnen; opkomen bij; treffen; staken; doorhalen; waarmakenstrike1[ strajk] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 staking♦voorbeelden:————————strike21 slaan ⇒ slaan in/met/op/tegen; uithalen; treffen, raken; aanvallen, toeslaan; aanslaan 〈 snaar, noot〉; aan de haak slaan, vangen; munten, geld slaan; aansteken 〈 lucifer〉; botsen (met/op), stoten (op/tegen)3 wortel (doen) schieten ⇒ stekken; (zich) vasthechten (in)4 aanvoelen ⇒ aandoen, lijken5 (op pad/weg) gaan ⇒ beginnen (met)♦voorbeelden:the clock strikes • de klok slaatstruck dumb • met stomheid geslagenthey were struck silent • ze stonden als verstomdstrike through • doorstrepen, schrappenstrike (up)on • treffen, slaan op; stoten op, ontdekken; krijgen, komen op 〈 idee〉strike at • uithalen naar, een slag toedienen 〈 ook figuurlijk〉struck by lightning • door de bliksem getroffenstrike someone off the list • iemand royerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bereiken ⇒ sluiten, halen4 uitkomen op ⇒ tegenkomen, stuiten op5 ontdekken ⇒ vinden, stoten op6 een indruk maken op ⇒ opvallen, lijken♦voorbeelden:strike a bargain with • het op een akkoordje gooien metdid it ever strike you that • heb je er wel eens aan gedacht dat¶ strike terror into someone's heart • iemand met schrik vervullen/de schrik op het lijf jagen -
30 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
31 layer
n. laag; grondsteen; laag van stenen; leghoen (kip); goede aftakking (tuinieren); neergelegd; naam--------v. een laag vormen, een laag van takken makenlayer1[ leeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 laag♦voorbeelden:————————layer2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 in lagen splitsen ⇒ gelaagd maken, in lagen aanbrengen -
32 brierroot
n. bruyèrewortel, wortel van bruyère; hout voor maken van bruyèrepijpen; bruyèrepijp -
33 radiculitis
n. Ontsteking van wortel van ruggemergzenuw -
34 the stick and the carrot method
de stok en wortel methode (het geven van straf voor ongewenst gedrag,het geven van een prijs voor goed gedrag) -
35 kwaad
kwaad1〈 het〉♦voorbeelden:kwaad doen • faire le malmen moet kwaad met goed vergelden • on doit rendre le bien pour le malkwaad met kwaad vergelden • rendre le mal pour le malhet kwaad was al geschied • le mal était déjà faitzich ten kwade keren • tourner malhij kan daar geen kwaad doen • il a conquis tous les coeursvan geen kwaad weten • être parfaitement innocentik zie daar geen kwaad in • je n'y vois aucun malergens geen kwaad in zien • ne pas entendre malice à qc.daar steekt geen kwaad in • ce n'est pas bien méchantzij bedoelt daar geen kwaad mee • elle n'y entend pas malicevan kwaad tot erger (vervallen) • (aller) de mal en piskwaad stichten • faire du malhet kwaad met wortel en al uitroeien • couper le mal à la racine————————kwaad2♦voorbeelden:het kwaad (te verduren) hebben • être (mis) à maldat is zo kwaad niet • cela n'est pas trop malhij meent het zo kwaad niet • il n'y entend pas malicehij is de kwaadste niet • il n'est pas bien méchantzich kwaad maken, kwaad worden • se fâcher (contre) -
36 the root of all evil
-
37 acrodont
n. organisme met tanden zonder wortels die verbonden zijn in de kaakbeenderen, acrodont, bezitter van tanden zonder wortel (in zoölogie) -
38 apical bud
n. Hoofdknop (de actieve knoppen van wortel en steel waaruit de plant groeit) -
39 deracination
n. met de wortel uitroeien, uitroeiing, verwijdering van persoon uit zijn natuurlijke omgeving of uit de beschaafde wereld -
40 endodermis
n. endodermis (in plantkunde-cellenlaag in wortel en steel van bepaalde planten)
См. также в других словарях:
Martial van Schelle — Born 6 July 1899(1899 07 06) [1]Hoogstraten (Wortel) Died 15 March 1943(1943 03 15) (aged 43) near Antwerp, Belgium Occupation … Wikipedia
De Jeugd van Tegenwoordig — The Jeugd van Tegenwoordig Background information Origin Amsterdam, The Netherlands … Wikipedia
Dutch National Badminton Championships — The Dutch National Badminton Championships is a tournament organized to crown the best badminton players in the Netherlands. The tournament started in 1932 and is held every year. Past winners Year Men s singles Women s singles Men s doubles… … Wikipedia
Niederländische Meisterschaft (Badminton) — Die Niederländischen Meisterschaften im Badminton werden seit der Saison 1931/1932 ausgetragen. In der gleichen Saison starteten die internationalen Titelkämpfe. Von 1939 bis 1952 pausierten beide Meisterschaften. Die Titelträger Saison… … Deutsch Wikipedia
Belgian International — Die Belgian International sind die offenen internationalen Meisterschaften von Belgien im Badminton. Sie werden seit 1958 ausgetragen, fanden jedoch in unregelmäßigen Abständen statt. Von 1989 bis 2004 pausierten sie ganz. Mit der Rückkehr der… … Deutsch Wikipedia
Belgian International (Badminton) — Die Belgian International sind die offenen internationalen Meisterschaften von Belgien im Badminton. Sie werden seit 1958 ausgetragen, fanden jedoch in unregelmäßigen Abständen statt. Von 1989 bis 2004 pausierten sie ganz. Mit der Rückkehr der… … Deutsch Wikipedia
Belgium International — Die Belgian International sind die offenen internationalen Meisterschaften von Belgien im Badminton. Sie werden seit 1958 ausgetragen, fanden jedoch in unregelmäßigen Abständen statt. Von 1989 bis 2004 pausierten sie ganz. Mit der Rückkehr der… … Deutsch Wikipedia
Hoogstraeten — Hoogstraten Hoogstraten … Wikipédia en Français
Hoogstraten — Géolocalisation sur la carte : Belgique … Wikipédia en Français
Wurzel — 1. Aus böser Wurzel kommt üble Frucht. – Eiselein, 653; Simrock, 11947. Dän.: Ond rod giver ikke gode æble. (Prov. dan., 479.) Lat.: A radice mala nascuntur pessima mala. (Eiselein, 653.) 2. Aus einer faulen Wurzel kommt kein guter Spross. Dän.:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Unkraut — 1. Akrokt verdirft nit. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 795. 2. Bei Unkraut gräbt man nicht nach der Wurzel. – Schweiz, I, 24, 3. 3. Das vnkraut wil von dem garten nit. – Franck, II, 6a; Gruter, I, 12; Petri, II, 70; Simrock, 10710; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon