-
1 versnijden
1 [in stukken snijden] découper♦voorbeelden: -
2 versnijden
1 [in stukken snijden] cut up2 [aanmengen] adulterate ⇒ 〈 verdunnen〉 water (down), 〈 verdunnen〉 dilute, 〈 versterken met alcohol〉 fortify3 [door verkeerd snijden bederven] spoil/ruin (in) cutting♦voorbeelden: -
3 versnijden
разрезать; изрезать; (ис)портить; разбавить; купажировать* * *гл.общ. подрезать, разрезывать, смешивать, изрезать, срезать, разбавлять (вино) -
4 versnijden
• to dilute• to extend• to reduce• to water -
5 versnijden
diluer, étendre -
6 een brood versnijden
een brood versnijden -
7 wijn versnijden
wijn versnijden -
8 wijn versnijden
wijn versnijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wijn versnijden
-
9 to water
versnijdenverwateren -
10 adulterate
v. vervalsen; versnijden (v. dranken)[ ədultəreet] 〈zelfstandig naamwoord: adulteration〉♦voorbeelden: -
11 mélanger
mélanger [meelãzĵee]〈 werkwoord〉2 met elkaar verwarren ⇒ overhoop gooien, door elkaar halen♦voorbeelden:mélanger une chose et une autre chose • twee dingen met elkaar verenigen, combineren→ carte1. v2) combineren3) versnijden [wijn]4) kruisen [dieren]2. se mélangerv2) neuken -
12 изрезать
vgener. verknippen, versnijden -
13 подрезать
-
14 разбавлять
vgener. lengen, aanlengen, verdunnen, versnijden (âèíî) -
15 разрезывать
vgener. versnijden -
16 смешивать
vgener. mixen, temperen, afwisselen, bezetten, versnijden, verwarren, verwisselen, meleren, mengen, vermengen, wassen (кости, домино) -
17 срезать
vgener. couperen, afsnijden, kappen (ветви), versnijden, wegknippen -
18 mingle
v. mengen; aanpassen; mengen met; aanpassen aan[ minggl]♦voorbeelden:1 tears mingled with the blood from his forehead • tranen vermengden zich met het bloed van zijn voorhoofd2 they didn't feel like mingling • ze hadden geen zin om met de anderen te gaan praten 〈 op een feest〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
19 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
20 mélange
mélange [meelãzĵ]〈m.〉♦voorbeelden:sans mélange (de) • zuiver (van), onvermengdbonheur sans mélange • ongestoord geluk3 mélange disparate, hétéroclite • mengelmoes, allegaartjem1) mengsel2) mengelmoes3) samenvoeging, combinatie4) verwarring, warboel
Страницы
- 1
- 2