-
1 overhalen
• to persuade• to pull• to pull over -
2 omzetten
3 [verzetten] move, shift6 [muziek] transpose (into)7 [scheikunde] convert♦voorbeelden:(voor) een miljoen omzetten • have a turnover of a millionzonlicht omzetten in elektrische energie • convert sunlight into electrical energy〈 juridisch〉 een terdoodveroordeling in levenslang omzetten • commute a sentence from death to life imprisonment -
3 stoppen
v. stop, stop off, stop over, surcease, cease, immobilize, darn, hole, fill, pull over, pack up, mend, clog, constipate, call, hail a cab -
4 omvertrekken
1 pull over/down -
5 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
6 halen
5 [erin slagen te bereiken] reach ⇒ catch 〈trein enz.〉, get 〈 hoge noten〉, 〈 het halen〉 make, 〈bij iets/iemand〉 compare, 〈 overleven〉 pull through♦voorbeelden:ik kan er mijn kosten niet uit halen • it doesn't cover my expensesiemand erin halen • drag someone ineruit halen wat erin zit • get the most out of somethingeruit halen wat eruit te halen is • take all one can getoverhoop halen • turn upside downwaar haal ik het geld vandaan? • where shall I find the money?alles naar zich toe halen • 〈 ook figuurlijk〉 grab everything, get one's hands on everything one cande vlag naar beneden halen • lower the flageen vliegtuig naar beneden halen • (bring) down an aeroplanevechters uit elkaar halen • seperate the fighterszijn zakdoek uit zijn zak halen • pull out one's handkerchiefer zo veel mogelijk uit halen • make the most ofiemand uit zijn concentratie halen • break someone's concentrationgeld van de bank halen • (with)draw money from the bankvoor zich halen • 〈 figuurlijk〉 visualize, imagine2 haal voor hem een glas bier! • get him a (glass of) beer!de post halen • collect the mailwordt je zuster gehaald? • is anybody coming for your sister?ik zal het gaan halen • I'll go and get itik zal je morgen komen halen • I'll come for you tomorrowhij haalt zijn boodschappen bij de supermarkt • he does his shopping at the supermarketeen muur tegen de grond halen • pull down a walliemand van de trein halen • meet someone at the stationdrie halen twee betalen • two for the price of oneiets te voorschijn/voor de dag halen • produce somethinghulp/de politie halen • go for help/the policeiemand/iets laten halen • send for someone/somethingiemand iets laten halen • send someone for something4 goede/slechte cijfers halen • get good/bad marksde eerste prijs halen • take first prizemaar net een voldoende halen voor zijn opstellen • scrape through in essay writingwaar haalt hij het vandaan • where does he get it from; 〈 ironisch〉 where does he get these ideas fromdat haal ik niet • I won't make ithij heeft de finish niet gehaald • he did not make it to the finishde post halen • be in time for the postzijn negentigste verjaardag halen • live to be ninetyde nieuwe dokter haalt het niet bij de oude • the new doctor isn't a patch on the old oneik denk niet dat hij (zieke) het zal halen • I don't think he will pull throughhun kandidaat heeft het nog net gehaald • their candidate scraped throughbier haalt het niet bij wijn • beer cannot compare with winedaar haalt niets (het) bij • nothing can touch/beat ithij haalt (het) niet bij haar • he's nowhere near as good as heriemand naar beneden halen • belittle someonevlekken halen uit iets • remove stains from something -
7 kant
1 [weefsel] lace4 [grensvlak van een lichaam] side ⇒ face, surface, 〈 figuurlijk〉 aspect, 〈 figuurlijk〉 facet, 〈 figuurlijk〉 angle, 〈 figuurlijk〉 view6 [plaats waar twee vlakken samenkomen] edge7 [richting] way, direction8 [plaatsbepaling met betrekking tot een scheidslijn; helft van het lichaam] side9 [deel/uiteinde van een gebied/lichaam] side, end10 [partij, kamp] side, part(y)♦voorbeelden:gekloste kant • bobbin laceopengewerkte kant • openwork laceaan de kant ! • step aside!aan de kant gaan rijden • pull inaan de kant gaan staan • stand/step asidezijn auto aan de kant zetten • pull up/over〈 figuurlijk〉 iemand aan de kant zetten • push someone out; 〈 informeel〉 give someone the push/shoveaan de kant van de weg • at the side of the road, by the roadsidelangs de kant blijven staan • stay on the sideline(s)het schip ligt aan/voor de kant • the ship is moored/berthednaar de kant komen • swim ashoreop de kant klimmen • climb ashoreiemand van de kant afduwen • push someone inzich van zijn goede kant laten zien • show one's good sidede goede kant van een zaak • the positive side of somethingiemands sterke/zwakke kanten • someone's strong/weak pointsde vlakke kant van een plank • the face of a plank〈 figuurlijk〉 aan de ene kant wel, aan de andere kant niet • on the one hand yes, on the other (hand), no; yes and nodeze kant boven • this side upiets op zijn kant zetten • put something on its sidehet gaat met hem de verkeerde kant op • he's going to the bad; 〈 bij ziekte〉 he's taken a turn for the worsedeze kant op, alstublieft • this way, pleasedat is de kant van Haarlem op • that's out towards Haarlem, that's out Haarlem wayvan alle kanten • left and right, on all sidesgeen kant meer op kunnen • have nowhere (left) to goik sta aan jouw kant • I'm on your sideiemand aan zijn kant krijgen • win someone over to one's sidevan die kant hebben we niets te vrezen • we have nothing to fear from that quarterde liefde kan niet van één kant komen • love must be a two-sided affairdat hoor je van alle kanten • that's what you hear on all sideswantrouwen van de kant van de bevolking • distrust on the part of the public11 familie van vaders/moeders kant • relatives on one's father's/mother's sidehij is aan de kleine kant • he is on the short sidevan de verkeerde kant zijn • be of the other persuasionwij van onze kant • (we) for our partiets aan kant maken • tidy something upiets niet over zijn kant laten gaan • not take something (lying down)zich/iemand van kant maken • do oneself/someone in, do away with oneself/someone〈 informeel〉 dat klopt van geen kanten • that's all/completely wrong -
8 kruiwagen
1 [voertuig] (wheel)barrow♦voorbeelden:met/achter een kruiwagen lopen • push/wheel a wheelbarroween kruiwagen/goede kruiwagen hebben • have some pull/a lot of pull -
9 slaan
3 [door slagen op, van de plaats, in een toestand brengen] beat (up)4 [door slagen doen ontstaan] 〈zie voorbeelden 4〉6 [met betrekking tot het oog, de blik] turn8 [verslaan] beat♦voorbeelden:met de koppen tegen elkaar slaan • bang their heads togethereen paal in de grond slaan • drive a stake into the groundeen put slaan • sink a well, bore a wellgeld slaan • mint coins5 een fles rum achterover slaan • sink/tuck away a bottle of rumeen mantel om iemand heen slaan • wrap a coat round someonede armen om de hals van iemand slaan • fling one's arms around someone's neckde armen/benen over elkaar slaan • fold one's arms, cross one's legs6 acht slaan op • take heed/notice of something2 [met betrekking tot hart, pols] beat3 [door slagen geluid voortbrengen] strike5 [+ op] [betreffen] refer to6 [begin maken met] 〈zie voorbeelden 6〉7 [plotseling op een plaats/in een toestand komen] 〈zie voorbeelden 7〉♦voorbeelden:met de deur slaan • slam the doorwild om zich heen slaan • lash outde golven slaan over het dek • the waves are breaking over the decker maar op los slaan • hit wildly/blindly at someone5 waar slaat dit nu weer op? • what is the meaning of this?dat slaat op mij • that is meant for/aimed at medat slaat nergens op • that makes no sense at allde vlam sloeg in de pan • the pan caught firede rook slaat op je keel • the smoke gets you in the throatover de kop slaan • overturn -
10 dichttrekken
II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 mouw
1 sleeve♦voorbeelden:de mouwen opstropen • 〈 letterlijk〉 roll up one's sleeves; 〈 figuurlijk〉 put one's shoulder to the wheel〈 figuurlijk〉 iemand iets op de mouw spelden • take someone for a ride; 〈 informeel〉 pull one over on someone -
12 overhalen
2 [naar de andere kant halen] bring over/across3 [trekken aan] pull (on)4 [scheikunde] distil♦voorbeelden:1 zich laten overhalen • be persuaded/talked roundiemand tot iets overhalen • talk someone into doing somethingiemand (ertoe) overhalen iets/iets niet te doen • talk someone into/out of doing something1 [scheepvaart] list -
13 winnen
1 [als overwinnaar te voorschijn komen (uit)] win2 [vorderen, voorkomen] win, gain3 [winst maken] make a profit♦voorbeelden:ik hoop dat mijn nummer deze keer wint • I hope my number will come up this timeop het winnende paard wedden • pick the winnerde slag winnen • carry/save/win the dayde wedstrijd moeiteloos winnen • win the match/competition/race hands down; 〈 bij paardenrennen ook〉 run away with the raceje kan niet altijd winnen • you can't win them allzij wint het steeds in hun ruzies • she always gets the better of their fightswinnen bij het kaarten • win at cardswinnen met 7-2 • win 7-2, win by 7 goals/points to 2met twee lengten winnen • win by two lengthseen goede kans maken om te winnen • have a good chance of winningwinnen op punten • win on points(het) winnen van iemand • beat someone, have the best of someonehij wint het van Sam • he has it over Samaan gewicht winnen • gain weightin/aan duidelijkheid winnen • gain in clearnesshij had tien meter op zijn voorligger gewonnen • he had gained ten metres on the man/car/horse in frontII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 kolen winnen • extract/mine coalland winnen • reclaim/recover landzand winnen • extract sandzout uit zeewater winnen • obtain salt from sea watermetaal uit erts winnen • win metal from oreonze aandelen hebben vijf punten gewonnen • our shares have gained/put on five pointsstemmen winnen • pull voteshij heeft er niet veel bij gewonnen • he hasn't gained much by itdrie zetels op de Conservatieven winnen • win three seats from the Conservativesiemand voor zich winnen • win someone overiemand winnen voor een plan • win someone over to one's plan -
14 voren
1 [aan de voorkant] 〈zie voorbeelden 1〉2 [eerder] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:1 kom wat naar voren • come closer/up here a bittrek je stoel wat naar voren • pull your chair a bit forwardnaar voren brengen • 〈 letterlijk〉 bring/move forward; 〈 figuurlijk〉 bring/put forward, bring up/to the forevan voren • from/on the front (side)van voren af aan beginnen • start afresh/all over again -
15 zetten
1 [doen zitten] seat3 [bepalen] set6 [met kracht beginnen] set to7 [opwekken] set9 [zijn vaste vorm krijgen] set♦voorbeelden:zich aan tafel zetten • sit down at tableeruit zetten • eject, evict, throw outalle conventies opzij zetten • set aside all conventions, be unconventionalzet je auto aan de kant • pull up at the sideiemand achter de tralies zetten • put someone behind barseen edelsteen in goud zetten • set a jewel in goldhet eten op tafel zetten • serve dinnereen schip op het land zetten • run a ship ashoreeen ladder tegen de muur zetten • set a ladder against a wallzet dat maar uit je hoofd! • get that out of your headiemand uit een vereniging zetten • drop someone from a clubin elkaar zetten • 〈 machine〉 fit/put together, assemble something; 〈 vlug of slordig〉 knock together; 〈 plannetje〉 contrive, think uphet op een lopen zetten • (make a) run for ithet op een zuipen zetten • hit the bottle10 letters zetten • compose/set typehet zetten • typesetting, composingik zet er vijf pond op (dat) • I bet you five pounds (that)¶ zet de muziek harder/zachter • turn up/down the musicdat kan zij niet zetten • she can't stomach thatzich ergens toe zetten • put one's mind to something -
16 wegtrekken
v. pull away, blow over, abduct, draw -
17 bovenop
1 [op de bovenzijde] on top2 [in orde] on one's feet♦voorbeelden:2 iemand er weer bovenop brengen/helpen • put/get someone back on his feet; 〈na ziekte/moeilijke tijd ook〉 pull/bring someone throughde zieke kwam er snel weer bovenop • the patient made a quick recoveryer weer bovenop zijn • be back on one's feet; 〈 zieke ook〉 have got over it; 〈 met betrekking tot moeilijkheden ook〉 be out of the wood -
18 de hoed diep in de ogen zetten
de hoed diep in de ogen zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de hoed diep in de ogen zetten
-
19 dek
1 [bedekking] cover(ing)3 [scheepsvloer] deck4 [beddengoed] bedclothes♦voorbeelden:alle hens aan dek • all hands on deck -
20 deken
I 〈 de (mannelijk)〉1 [overste, hoofd] dean♦voorbeelden:de deken van het corps diplomatique • doyen of the diplomatic corpsII 〈de〉1 [kleed] blanket♦voorbeelden:onder de dekens kruipen • pull the cover(s) over one's head
- 1
- 2
См. также в других словарях:
pull-over — [ pylɔvɛr; pulɔvɶr ] n. m. • 1925; mot angl., proprt « tirer par dessus » ♦ Vêtement tricoté (généralement en laine, ou assimilé), couvrant le haut du corps et que l on enfile en le faisant passer par dessus la tête. ⇒ chandail, pull. Un gros… … Encyclopédie Universelle
Pull over — « Pull » redirige ici. Pour les autres significations, voir Pull (homonymie) … Wikipédia en Français
Pull-over — « Pull » redirige ici. Pour les autres significations, voir Pull (homonymie). Pull over sans col Un pull over (de l anglais to pull over, tirer par dessus [la tête]) ou un chandail est … Wikipédia en Français
pull over — verb steer a vehicle to the side of the road The car pulled over when the ambulance approached at high speed • Hypernyms: ↑steer, ↑maneuver, ↑manoeuver, ↑manoeuvre, ↑direct, ↑point, ↑head, ↑ … Useful english dictionary
pull over — phrasal verb [intransitive/transitive] Word forms pull over : present tense I/you/we/they pull over he/she/it pulls over present participle pulling over past tense pulled over past participle pulled over a) [intransitive] if a vehicle or driver… … English dictionary
pull over — v. (D; intr.) to pull over to (to pull over to the curb) * * * [ pʊl əʊvə] (D; intr.) to pull over to (to pull over to the curb) … Combinatory dictionary
pull over — verb a) (intransitive) (in a vehicle) To come to a stop, and turn off the road (i.e. onto the roadside or hard shoulder). Can you pull over just after the post office? My house is nextdoor. b) To cause to pull over Police:Do you know why we… … Wiktionary
pull over — 1) PHRASAL VERB When a vehicle or driver pulls over, the vehicle moves closer to the side of the road and stops there. [V P] He noticed a man behind him in a blue Ford gesticulating to pull over. 2) PHRASAL VERB If the police pull over a driver… … English dictionary
pull-over — nm., maillot, tricot, polo, chandail ; (une) laine, (un) pull en laine : triko (Albanais.001, Chambéry.025, Megève), trikô (Montagny Bozel, Villards Thônes), tricot (001, Sixt), R.2. Trique ; mâlyo (Morzine) ; jarzè <jerzey> (Cohennoz). E … Dictionnaire Français-Savoyard
pull over — {v.} To drive to the side of the road and stop. * /The policeman told the speeder to pull over./ * /Everyone pulled over to let the ambulance pass./ … Dictionary of American idioms
pull over — {v.} To drive to the side of the road and stop. * /The policeman told the speeder to pull over./ * /Everyone pulled over to let the ambulance pass./ … Dictionary of American idioms