-
1 overweldigen
♦voorbeelden:door paniek overweldigd worden • être gagné par la panique -
2 overweldigen
♦voorbeelden:2 zij werd overweldigd door een plotselinge behoefte aan slaap • she was overcome by a sudden need to sleepoverweldigd door verdriet • heartbroken -
3 overweldigen
одолеть; пересилить, взять верх над; захватить; покорить* * *гл.общ. овладевать, одолевать, побеждать, покорять -
4 overweldigen
v. overpower, overmaster, overwhelm, usurp, force, fight down -
5 overweldigen
saldırmak [-ır] v -
6 nadjacati
overweldigen -
7 overpower
-
8 submerger
submerger [suubmerzĵee]〈 werkwoord〉1 overstromen ⇒ onder water zetten, onderdompelen♦voorbeelden:il est submergé de travail • hij zit tot over zijn oren in het werkv1) overstromen, onderdompelen2) overweldigen -
9 овладевать
v1) gener. (iets) in bezit nemen (чем-л.), obsederen (о мыслях), overheersen, overweldigen, vermeesteren2) navy. innemen -
10 одолевать
vgener. overvallen, vermannen, bevangen, overmannen, overmeesteren, overweldigen -
11 побеждать
vgener. overwinnen, slaan, overweldigen, triomferen, verslaan, verwinnen, zegepralen -
12 покорять
v1) gener. dienstbaar maken, onderwerpen, overmeesteren, overweldigen, temmen, ten onder brengen, vermannen, veroyeren2) liter. ringelen -
13 catch
n. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halen--------v. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halencatch1[ kætsj]3 vangbal7 vergrendeling ⇒ pal, k♦voorbeelden:no catch • geen aanwinst————————catch25 klem/vast komen te zitten ⇒ blijven haken/zitten♦voorbeelden:the nut doesn't catch • de moer pakt nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)vangen ⇒ pakken, grijpen4 inhalen♦voorbeelden:1 catch fish/thieves • vis/dieven vangena nail caught his shirt • hij bleef met zijn overhemd aan een spijker haken/hangenI caught my thumb in the car door • ik ben met mijn duim tussen het portier gekomencatch one's foot on something • met zijn voet ergens achter blijven haken, over iets struikelen〈 ironisch〉 catch me! • ik kijk wel uit!8 catch someone's attention/interest • iemands aandacht trekken/belangstelling wekkencatch oneself • zich plotseling inhouden, opeens stoppen -
14 overwhelm
v. overweldigen; overgeven; onderdrukken; schokken; ontzetten; overlopen, overstromen[ oovəwelm]♦voorbeelden:overwhelmed with grief • door leed overmand -
15 smother
n. stikkende rook; smoren--------v. verstikken, uitdoven, onderdrukkensmother1[ smuðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 massa————————smother2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:smothered in cream • rijkelijk met room bedekt -
16 envahir
envahir [ãvaa.ier]〈 werkwoord〉2 overstromen ⇒ overwoekeren, binnenstormen3 overweldigen ⇒ overmeesteren, overspoelen♦voorbeelden:3 le froid l'envahissait peu à peu • hij, zij raakte langzaam maar zeker door de kou bevangenv1) binnendringen, bezetten2) overstromen -
17 usurper
usurper [uuzuurpee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zich onrechtmatig toe-eigenen ⇒ zich aanmatigen, overweldigenv2) overwoekeren -
18 овладевать
v1) gener. (iets) in bezit nemen (чем-л.), obsederen (о мыслях), overheersen, overweldigen, vermeesteren2) navy. innemen -
19 одолевать
vgener. overvallen, vermannen, bevangen, overmannen, overmeesteren, overweldigen -
20 побеждать
vgener. overwinnen, slaan, overweldigen, triomferen, verslaan, verwinnen, zegepralen
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
overweldigen — fuga … Woordenlijst Sranan