-
1 get over
overkomenget over♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ get something over (with), get something over and done with • ergens een eind aan maken; doorzetten, door de zure appel heenbijtenIII 〈werkwoord + voorzetsel〉1 klimmen/raken over 〈 bijvoorbeeld hek〉♦voorbeelden:¶ I still can't get over the fact that … • ik heb nog steeds moeite met het feit dat … -
2 get the best of
overkomen, overwinnen -
3 come over
-
4 befall
v. overkomen, gebeuren -
5 come across
v. tegenkomen, ergens tegenop lopen, toevallig tegenkomen, bij toeval vindencome across♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 come across with • over de brug komen met 〈 geld〉; voor de dag komen met 〈 informatie〉II 〈werkwoord + voorzetsel〉1 aantreffen ⇒ vinden, stoten op♦voorbeelden: -
6 I dread to think (of) what will happen to him
English-Dutch dictionary > I dread to think (of) what will happen to him
-
7 betide
v. plaatsvinden♦voorbeelden: -
8 bring over
-
9 come down
naar beneden gaan, afdalencome down1 neerkomen ⇒ naar beneden komen, (neer)vallen3 afzakken, aan lager wal geraken6 overkomen♦voorbeelden:come down in the world • aan lager wal geraken4 this song has come down to us from the 14th century • dit lied is ons overgeleverd uit de 14e eeuw¶ come down in favour of/on the side of • zich uitspreken voor/ten gunste van -
10 come on
kom maar, vooruit; verdraaid nog aan toecome on1 naderbij komen ⇒ oprukken, (blijven) komen2 opschieten ⇒ vorderen, vooruitkomen3 〈 benaming voor〉 beginnen ⇒ opkomen 〈 van onweer〉, vallen 〈 van nacht〉, aangaan 〈 van licht〉, beginnen (te ontstaan) 〈van ziekte e.d.〉♦voorbeelden:the rain came on • het begon te regenen¶ come on in! • kom toch binnen!come on up! • kom toch boven!come on! • kom op! 〈om iemand tot haast aan te sporen of aan te moedigen iets te doen/zeggen〉oh come on (not again)! • oh alsjeblieft niet nog eens!II 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
11 come through
in leven blijven; een plicht afmakencome through1 doorkomen ⇒ overkomen, komen door♦voorbeelden:II 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
12 come to
overnemen,ontvangen; bijdraaien,bewust wordencome toII 〈werkwoord + voorzetsel〉3 belopen ⇒ bedragen, (neer)komen op5 toekomen ⇒ ten deel/te beurt vallen, gegeven worden6 overkomen♦voorbeelden:come to someone's aid/assistance/help • iemand te hulp komencome to a decision • tot een besluit komenJohn came to a bad/no good/a sticky end • het liep slecht af met Jancome to fruition • in vervulling gaancome to a halt/standstill • tot stilstand komencome to life • tot leven komen, weer bijkomencome to light • aan het licht komencome to one's senses/oneself • tot bezinning komen, weer bijkomencome to an understanding • het eens wordencome to little • weinig uithalenwhat's it all coming to? • waar moet dat allemaal heen?come to nothing • op niets uitdraaiencome to oneself • tot zichzelf komenif it comes to that • in dat gevalwe never thought things would come to this! • we hadden nooit gedacht dat het zo ver zou komen! -
13 come up
opkomen, naar boven komencome up1 opkomen ⇒ (naar) boven komen, opdoemen2 uitkomen ⇒ opschieten, kiemen4 gebeuren ⇒ voorkomen, zich voordoen8 voorkomen 〈 van rechtszaak〉10 〈 Brits-Engels〉 aan de universiteit komen ⇒ gaan studeren, student worden, eerstejaars zijn 〈 voornamelijk Oxford, Cambridge〉♦voorbeelden:come up in the world • vooruitkomen in de wereld9 I hope my number will come up this time • ik hoop dat mijn nummer deze keer wint/uitkomtcome up against • in conflict komen metour holiday didn't come up to our expectations • onze vakantie viel tegen〈 informeel〉 you'll have to come up with a better answer • je zult met een beter antwoord op de proppen moeten komen -
14 dread
n. angst, vrees--------v. angstig zijn, vrezendread1[ dred] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (doods)angst ⇒ vrees, schrik♦voorbeelden:————————dread2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 formeel〉1 gevreesd ⇒ angstaanjagend, ontzagwekkend♦voorbeelden:————————dread3〈 werkwoord〉1 vrezen ⇒ erg opzien tegen, doodsbang zijn (voor)♦voorbeelden:1 I dread to think (of) what will happen to him • ik moet er niet aan denken wat hem allemaal zal overkomen -
15 get across
overschrijden; begrip ontvangenget across♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 overbrengen ⇒ naar de overkant brengen/halen♦voorbeelden:III 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
16 go over
onderzoeken; terugkomen opgo over♦voorbeelden:1 we now go over to our reporter on the spot • we schakelen nu over naar onze verslaggever ter plaatseII 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
17 happen
v. gebeuren[ hæpən]2 toevallig verschijnen ⇒ toevallig komen/gaan/zijn♦voorbeelden:1 as it happens/happened • toevallig, zoals het nu eenmaal gaat/gingit (so) happened that we heard it • toevallig hoorden we hetshould anything happen to him • mocht hem iets overkomenI happened (up)on it • ik trof het toevallig aan/stuitte erop -
18 just my luck!
just my luck! -
19 luck
n. geluk; bestemming--------v. veel geluk hebben, door geluk slagen, een moment van buitengewoon geluk hebben[ luk]1 geluk ⇒ toeval, succes♦voorbeelden:good luck • succesworse luck • pech gehad, jammerhave all the luck • altijd boffenpush one's luck • te veel risico's nementry one's luck • zijn geluk beproevenyour luck is in • dit is je geluksdag/kanslet's do it once more for luck • laten we het nog een keer doen, misschien brengt dat gelukbe in luck/in luck's way • geluk hebbenbe out of luck, be down on one's luck • pech hebbenwith luck • als alles goed gaatyou never know your luck • misschien heb je gelukjust my luck! • dat moet typisch mij weer overkomenno such luck • helaas nietas luck would have it • (on)gelukkig, toevallig -
20 outwit
См. также в других словарях:
overkomen — miti … Woordenlijst Sranan
overcome — (v.) O.E. ofer cuman to reach, overtake, also to conquer, prevail over, from ofer (see OVER (Cf. over)) + cuman to come (see COME (Cf. come) (v.)). A common Germanic compound (Cf. M.Du. overkomen, O.H.G. ubarqueman, Ger. überkommen). In re … Etymology dictionary
Thal — 1. Bleiben im Thal, ist gut für den Fall. – Chaos, 368. 2. Das Thal wäre schön, sagte Töffel, wenn man nur nicht müsste über die Berge gehen. – Altmann VI, 416. 3. Im Thal wächst stets das beste Gras. – Parömiakon, 2533. Vorzüge des niedern… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Uebel (Subst.) — 1. Alles Uebel kommt von dem, was die Jugend nicht weiss und das Alter nicht kann. 2. Alles Uebel kommt von oben. »Wie der Meister, so der Geselle.« (Briefe aus Berlin, S. 161.) 3. Alles Uebel nimmt ein Ende. Böhm.: Zlého se sprostiš, a i smutku… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon