-
1 get/have a/the jump on someone
get/have a/the jump on someoneiemand vóór zijn, iemand te vlug af zijn -
2 jump
n. sprong; aanloop; huppel; spronglengte; korte reis; plotseling opschrikken--------v. springen; opschrikken; aanloop nemen; huppelen; even wegbrengen; weggaan, vluchten; met kracht pakken; eruit latenjump1[ dzjump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:by jumps • sprongsgewijze————————jump23 opspringen ⇒ opschrikken, een schok krijgen♦voorbeelden:he jumped at him • hij sprong op hem toejump for joy • opspringen/dansen van vreugdejump to one's feet • opspringen→ jump off jump off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jump rope • touwtje springen -
3 jump the queue
-
4 jump on the bandwagon
met de massa meedoen/meelopen; aan de kant van de winnaar staan -
5 jump the gun
voor de tijd beginnen -
6 jump the line
naar de voorste rij springen,aan het begin van de rij gaan staan -
7 jump the shark
een overdreven scene invoeren of een variatie van het plot om naar voren te brengen dat de langdurige televisieshow minder aantrekkelijk is geworden -
8 high jump
hoge spronghigh jump〈 the〉♦voorbeelden:¶ 〈Brits-Engels; informeel〉 he'll be for the high jump • er zwaait wat voor hem; hij zal moeten hangen 〈 voor moord〉 -
9 beat/jump the gun
beat/jump the gun -
10 climb/jump on the bandwagon
climb/jump on the bandwagonmet de massa meedoen/meelopen; aan de kant van de winnaar gaan staan -
11 go/jump in at the deep end
go/jump in at the deep end -
12 he'll be for the high jump
-
13 broad jump
-
14 long jump
-
15 triple jump
-
16 running
adj. rennend; wegvluchtend, vluchtend; deelnemend aan (bv verkiezingen); vloeibaar--------n. hardlopen; wedstrijd; deelnemer zijn; beweging; vloeibaarrunning1[ running] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 out of/in the running • kansloos/met een goede kans (om te winnen)————————running21 hardlopend ⇒ rennend, hollend3 (door)lopend ⇒ continu, opeenvolgend♦voorbeelden:〈 boekwezen〉 running head(line) • hoofdregel, kopregelrunning stitch • rijgsteekfive times running • vijf keer achter elkaarin running order • goed werkend〈 slang〉 take a running jump • maak dat je weg komt! -
17 deep
adj. diep--------adv. diep--------n. diepdeep1[ die:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————deep2〈 deepness〉1 diep ⇒ diepgelegen/liggend, ver(afgelegen/verwijderd)3 diep(zinnig) ⇒ onbevattelijk, moeilijk, duister; 〈 Brits-Engels ook van persoon〉 ondoorgrondelijk, ontoegankelijk4 diep(gaand) ⇒ ernstig, hevig♦voorbeelden:deep shelf • diepe/brede plank〈 Amerikaans-Engels〉 Deep South • diepe Zuiden 〈 Louisiana, Mississippi, Alabama, Georgia en Zuid-Carolina〉in deep debt • diep in de schulddeep feelings/sleep • diepe gevoelens/slaapdeep understanding • grondig begripthrown in at the deep end • meteen voor het blok gezet, meteen met het moeilijkste (moeten) beginnenbe caught between the devil and the deep (blue) sea • tussen twee vuren zitten, tussen twee kwaden moeten kiezendeep waters • onbekende aspectenin deep water(s) • in grote moeilijkhedenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 diep ⇒ verdiept, verzonken♦voorbeelden:1 dik ⇒ achter/naast elkaar♦voorbeelden:————————deep3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
18 foot
n. voet; been; meeteenheid; stap; voetstuk, poot (v.e. bed); randen (v.e. blad papier)--------v. dokken; te voet gaan; dansenfoot1[ foet] 〈meervoud: feet〉5 onderste/achterste/laatste deel ⇒ (uit)einde♦voorbeelden:I won't set foot in that house • ik zet geen voet in dat huisstand on one's own feet • op eigen benen staanfoot by foot • voet(je) voor voet(je)on one's feet • op de been, overeind; er (weer) bovenop, beter; onvoorbereidput on one's feet • op de been/er bovenop helpenhave a foot in the door • de eerste stap gezet hebbenhave one foot in the grave • met een been in het graf staanhave/keep one's feet (set) (firmly) to/on the ground • met beide benen op de grond staancarry/sweep someone off his feet • iemand meeslependig in one's feet • z'n poot stijf houdenget to one's feet • opstaanjump to one's feet • opspringenkeep (on) one's feet • overeind/op de been blijvennot put a foot wrong • geen fout makenrecover one's feet • weer overeind komen/krabbelentread under foot • onderdrukkenmy foot! • kom nou!1 tred ⇒ gang, (voet)stap♦voorbeelden:swift of foot • vlug ter been————————foot2〈zelfstandig naamwoord; meervoud: foot, feet〉————————foot3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
19 hop
n. hup, sprong; (internet) hop, plaats van met elkaar aangesloten zijn van computers op het netwerk (via welke bericht verder doorgegeven wordt)--------v. springen, huppenhop1[ hop] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 〈 voornamelijk meervoud〉hop(plant/bel)♦voorbeelden:————————hop2〈 hopped〉1 hinkelen ⇒ huppen, wippen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 overheen springen/wippen/huppen♦voorbeelden:¶ 〈Brits-Engels; slang〉 hop it! • smeer 'em!, donder op! -
20 skin
n. huid; schil; korst; waterbuidel (van leer)--------v. (af)stropen, villen, pellen; ontvellen, schaven (knie, etc.)skin1[ skin] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 schil ⇒ vlies, bast♦voorbeelden:next to the skin • op de huid〈 informeel〉 be no skin of someone's nose • iemand niet aangaan, iemand niet interesserenescape by the skin of one's teeth • op het nippertje ontsnappenjump out of one's skin • zich dood schrikkensave one's skin • er heelhuids afkomenunder the skin • in wezen————————skin2〈werkwoord; skinned〉♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
The Jump Off — Infobox Single | Name = The Jump Off Artist = Lil Kim featuring Mr. Cheeks from Album = La Bella Mafia Released = January 28, 2003 Format = CD Single Recorded = 2002 Genre = Rap Length = mm:ss Label = Atlantic Records/Queen Bee Entertainment… … Wikipedia
From the jump — Jump Jump, n. 1. The act of jumping; a leap; a spring; a bound. To advance by jumps. Locke. [1913 Webster] 2. An effort; an attempt; a venture. [Obs.] [1913 Webster] Our fortune lies Upon thisjump. Shak. [1913 Webster] 3. The space traversed by a … The Collaborative International Dictionary of English
On the Jump — Directed by Alfred J. Goulding Starring Harold Lloyd Distributed by Pathé Exchange Release … Wikipedia
get\ the\ jump\ on — • get the jump on • have the jump on v. phr. slang To get ahead of; start before (others); have an advantage over. Don t let the other boys get the jump on you at the beginning of the race. Our team got the jump on their rivals in the first… … Словарь американских идиом
have\ the\ jump\ on — • get the jump on • have the jump on v. phr. slang To get ahead of; start before (others); have an advantage over. Don t let the other boys get the jump on you at the beginning of the race. Our team got the jump on their rivals in the first… … Словарь американских идиом
get the jump on — or[have the jump on] {v. phr.}, {slang} To get ahead of; start before (others); have an advantage over. * /Don t let the other boys get the jump on you at the beginning of the race./ * /Our team got the jump on their rivals in the first minutes… … Dictionary of American idioms
get the jump on — or[have the jump on] {v. phr.}, {slang} To get ahead of; start before (others); have an advantage over. * /Don t let the other boys get the jump on you at the beginning of the race./ * /Our team got the jump on their rivals in the first minutes… … Dictionary of American idioms
get the jump on — get a/the jump on (someone/something) mainly American, informal to start doing something before other people start, or before something happens, in order to get an advantage for yourself. If I leave work early on Fridays I can get a jump on the… … New idioms dictionary
get the jump on — ► get (or have) the jump on informal, chiefly N. Amer. get (or have) an advantage over (someone) due to prompt action. Main Entry: ↑jump … English terms dictionary
have the jump on — ► get (or have) the jump on informal, chiefly N. Amer. get (or have) an advantage over (someone) due to prompt action. Main Entry: ↑jump … English terms dictionary
have the jump on — (chiefly US inf) To have an advantage over • • • Main Entry: ↑jump … Useful english dictionary